Zondag 9 juli 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – prof. dr. W. van Vlastuin (Wezep) – 2 Samuël 12 vers 1-25

 

Schriftlezing: 2 Samuël 12 vers 1-25, tekst voor de preek is het gelezen gedeelte, Samuël 12 vers 1-25

Gemeente, er zijn verschrikkelijke dingen gebeurd in het leven van David. Man naar Gods hart. Goliath verslagen. Gevallen, door de poort van de ogen, in de geschiedenis met Bathséba.

David heeft geprobeerd om het te verbergen. Eerst Uria dronken om te laten denken dat het kind van hem is. Later gedood. Briefje gestuurd, heel ongebruikelijk om Uria voorin de strijd te zetten.

Over tot orde van de dag. Koningschap, strijd, Godsdienst (tempeldienst). Nathan, goede vriend, merkte het misschien wel. David weigert zijn schuld te belijden. Iemand die zijn  zondig niet belijd zal niet voorspoedig zijn.

Christen als David is tot boosheid geneigd. Overspel, doden, huichelachtig. Allemaal toe in staat. Om jezelf te handhaven. Als het aan David gelegen had, aan mij, aan u, kwam er nooit verandering. Een zorgt voor de verandering: God zelf. Vader van de verloren zoon. Tuurt of Hij al een beweging ziet van de zoon. God heeft geen lust in de geestelijke ondergang van David.

God zendt een profeet, audiëntie Nathan. Het is niet makkelijk om een Oosters vorst die alle macht heeft om die te gaan corrigeren. Nathan vrijmoedigheid. Verteld het verhaal van een ooilam (begin hoofdstuk 2 Samuël 12). David verontwaardigd. Oordeel van David keert als een boemerang terug. ‘U bent die man.’

Toelichting: de Heere heeft gegeven en jij hebt genomen. God gaf u het Koningschap, zoveel vrouwen et cetera. Maar u hebt Bathséba genomen. Komt terug. Zie zoon Absalom.  De zonden waar je zelf in valt, komen vaak terug. Jakob bedroog en werd bedrogen.

Wij zitten in de kerk en zijn net als David en belijden onze zonden niet. Confronteert ons met wie wij zijn. Oordeel over een ander allang gevormd. En je hebt je helemaal niet gerealiseerd over wie het gaat. Het gaat over jou. Dan voel je, geleid door de Heilige Geest, ‘ik ben die man’. Ik ben die zondaar.

Belijden: ik heb gezondigd. Kort, krachtig en radicaal. David zegt niet die vrouw heeft mij verleid. Zij is de schuld?! Nee: ik heb gezondigd! Zonder voorbehoud, zonder verzachtende omstandigheden.

Wat Nathan noemde is dan niet meer te zwaar. Billijkt God en zijn straf. Uw oordeel is gans rechtvaardig. Nathan zegt dan: uw zonden zijn vergeven. Is dat niet goedkoop? Gemakkelijk? Denk aan God. Sluizen van Gods genade geopend. Relatie kan herstellen. Kant van God. Wil zo graag vergeven. Geen lust om te toornen maar om te vergeven, een gaarne vergevend God.

Omdat we die vergevingsgezindheid niet kennen projecteren we op God. Maar God wil graag vergeven! Dawkins, atheïst, God van het Oude Testament hard, wreed. Heeft waarschijnlijk 2 Samuël 12 niet gelezen. God zegt: ik neem de zonden van u!

Borrelt in het hart van David: genade, genade God. Verhoor mij. Psalm 51 berijmd. Intense tonen van boetvaardigheid. Nadat hij de belofte van vergeving heeft ontvangen. Vindt plaats in de weg van berouw en verootmoedigen. Dat je daarop mag vertrouwen, steunen.

David op latere leeftijd gebeden: vergeef mijn zonden van zonden. Vergeef mij mijn schulden. Vergeving van zonden – twaalf artikelen. Centrum van het christelijk leven. Staat in dankbaarheid: waarom wet zo scherpelijk preken? Om ons te confronteren met de inwonende zonden. Almeer berouw, almeer de Heilige Geest. Oude mens te doden. Almeer.

God laat Zijn wet niet preken uit genoegen alsof Hij daarin een vermaak heeft. Maar om de goudaderen te openen.

Augustinus op sterfbed. Boetepsalmen opplakken in zijn kamer. Gods barmhartigheid te zien.

Nathan zegt nog iets: kind dat u zult krijgen zal geslagen worden. Omdat u de naam van God gelasterd hebt hiermee. Jongetje wordt ziek, gebeden, blijft ziek, ernstiger. Lijkt absurd: David gezondigd, moet dat jongetje dan lijden? David heeft gevast. Ging niet naar zijn eigen bed. David voelt: ik ben schuldig. Ik zou moeten sterven.

Goliath gedood omdat hij de naam van God lasterde. En nu ik. Net als Goliath behandeld moeten worden. En nu de kleine zuigeling zo ziek. Absurditeit van de plaatsvervanging. Hij voor mij daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven!? Blijft toch schuren? Vreemd Evangelie. Went nooit.

David weigert getroost te worden. Buigt voor God voor de grootheid van zijn zonden en kwaad. Tegelijkertijd: besef van Gods rijke barmhartigheid. Waarom bidden als je niet het besef hebt dat Hij een ontfermend God is.

David heeft geen bijzondere belofte dat het kind beter zal worden. Maar wel het besef van Gods barmhartigheid.

Spanning in het paleis. Op de zevende dag sterft het jongetje, symbolisch. Na zes dagen werken. Knechten durfden het niet te zeggen dat het kind dood is. Omdat David al zweeg toen het kind ziek was.

David wast en zalft zich. Feestkleed aan. Komt thuis en vraagt wat te eten. Verslagen als je kind nog leeft en vervrolijkt als het kind gestorven is?!

David eenswillend met de Heere. Uw wil geschiede. Majesteit al wat U doet. Uw wil is altoos heilig en goed. Stil berusten in dat beleid van de lieve en Hemelse Vader.

David geeft een ander antwoord. Ik zal tot hem wederkeren maar hij niet tot mij. Verwachting! Opstanding van het lichaam. Zal hem ontmoeten en bij hem zijn. Geloof in het opstanding van het Oude Testament. Zien  we bij Job. Vlees aanschouwen. Opstanding, herschepping van Hemel en aarde.

Is dit een onverhoord gebed van David? Kunt u en jij mee zitten. Zaken waar je voor bidt maar onverhoorde gebed. Zijn die er? Zeggen dan: God vervult niet al onze wensen maar wel zijn beloften.

Natuurlijk is dit gebed verhoord van David! God te mogen dienen in zijn toekomst. In het licht van de grote daden van God zijn Davids gebeden en onze gebeden verhoord. Liefelijk reuk voor Zijn aangezicht. ‘Hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.’

Ook Dordtse Leerregels hoofdstuk 1 artikel 17. Uit kracht van de Godzaligheid hoeven ouders waarvan een kind jong sterft niet te vertwijfelen.

David ziet dat Bathséba verdriet heeft. Kun je je voorstellen. Man verloren, eerste kindje, kindje gestorven. Ze is ontredderd. David troost Bathséba. Blijkbaar heeft David een hart voor hart verkregen.

Negen maanden geleden uit lust. Nu hart voor haar. De liefde die zichzelf niet zoekt maar geeft. De ander zoekt. Andere man voor je vrouw en andersom. Ander kind voor ouders et cetera.  Zo troost David Bathséba met zichzelf.

Kind, Salomo. Geen strijder. Bathséba getroost door geboorte van Salomo. Nathan nog een keer naar het paleis: nu met boodschap van troost. Naam erbij: Jedid-Jah.

Te midden van de misère komt God. In deze wereld gekomen, vul uw naam maar in, God van heil. Alzo lief deze wereld. Hij geeft niet alleen liefde maar Hij is liefde. Vader, Zoon en Heilige Geest. Uitgestort: dan begint het eeuwige leven. Uit te strekken naar die dag: wanneer komt die dag dat ik bij U wezen mag? Hoogste climax: eeuwig bij Hem te zijn. Amen.