Zondag 13 mei 2012 – HHG Waarder/Driebruggen – ds. W. Nobel (Kesteren) – Schriftlezing 2 Timotheüs 2: 1-13

Ps 118:8

Ps 68:9

2 Timotheüs 2: 1-13

Ps 139:1,2

Ps 62:5

Ps 119:67

2 Timotheüs 2: 11-13

1. Een tweevoudige bemoediging

2. Een tweevoudige waarschuwing

1

Achtergrond gedeelte? Paulus zit in de gevangenis te Rome. Verschillende verklaringen in omloop. Mogelijk aan het eind van zijn leven. Misschien doodsvonnis al ontvangen. Mag Timotheüs gaan bemoedigen. Wees niet moedeloos. Woord van God is niet gebonden.

Paulus mag uit de opstandingskracht van Christus leven. Is een wonder gemeente, als je daaruit mag leven. Want dan heb je altijd een woord voor een ander. Ik zit wel in de gevangenis, maar ik wil daar ook zitten. Dit is een betrouwbaar, waarachtig woord.

Ik ga wat zeggen, wat voor natuurlijk verstand onbegrijpelijk is. Waarom? Sterven om te leven, verdragen om te heersen. Dat zegt Paulus.

Wat bedoelt Paulus? Kanttekenaren merken zo heel terecht op dat het gaat om mensen (als Paulus spreekt over sterven) dat het gaat om mensen die sterven om de zaak van Christus. Martelaar mogen zijn. Begeren te zijn. Opdat (vs. 10). Om jaloers om te worden? ’t Gaat niet meer om Paulus. Paulus heeft alles schade en drek leren achten om de uitnemendheid.

Indien wij sterven. Griekse woord, sterven, bijzondere vorm. Geeft aan: proces is. Doorgaand. Aangevoeld, wil zeggen, Timotheüs, niet alleen ik ga sterven, nee het zal doorgaan, er zullen sterven om de naam van Christus. Gemarteld worden. Blijft niet alleen bij mij. Nee.

Zo raar opkijken, als dit werkelijkheid wordt in ons leven? Hoe komt dat toch? Vervolgd worden om belijdenis. We leven in intolerante wereld. Vijandschap, kan het ook zijn, is het ten diepste ook. Vreemd van opkijken, als het gebeurt? Belijdeniscatechisanten, als je de Naam mag belijden. Heeft Christus zelf niet gezegd, ‘Mij vervolgd…’ Vreemd van opkijken? Het vreemdelingsleven niet kennen, niet beoefenen? Niet de dingen zoeken die boven zijn. Die op de aarde zijn.

Er wordt veel geleden op de wereld, heel veel. Aangrijpend soms. Waarom? Wat is de oorzaak? Veel geleden vanwege de eerste Adam, die gezondigd heeft. Al het lijden is gevolg van de zonde. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Eigen schuld.

Sterven met Hem? Sterven zonder Hem, wat betekent dat? Eenzaamste werk wat je doen moet op aarde. Zo eenzaam. Zo aangrijpend. In ’t pastoraat kom je ’t tegen, zie je een mens liggen, die Christus niet kent. De wanhoop in de ogen, onrust in het hart. Als prediker soms weggaan, zo bedroefd. In ogen gekeken waar geen hoop in is.

Paulus mag hier anders sterven. Met Hem. Met Hem de dood in gaan. Om te leven, eeuwig te leven. Sterven met Hem is om te gaan erven, eeuwige heerlijkheid. Letterlijk, geestelijk geleerd. Weg van dagelijkse bekering. Paulus, van alle eer en roem afgesneden, niet om Paulus, alle gerechtigheid die hij meende te hebben, weg. Ik ellendig mens. Maar ik dank God door Jezus Christus. Dat heeft Paulus geleerd. Gestorven aan eigen roem. Nu in de gevangenis. Weten, ik ga sterven, maar een sterven met Hem. Hij is me voorgegaan. Omdat ik straks met Hem zal leven. Bitterheid van het lijden, kruis, pijn (die Paulus zeker ziet en ervaart), mag hij hier toch wegzetten. Over heen blikken. Timotheüs, het is een leven met Hem. Die heerlijkheid. Die eeuwige zaligheid.

Geschiedenis Betheül. Als je ’t niet kent, vraag je vanavond maar aan je vader of ‘tie het voorleest. Niet in eigen kracht. Kind gedood. Enige kind. En toch, ze zag op Hem, de voleinder des geloofs. Zo is ze gestorven in de arena te Rome. Met Hem. Om de zaak van Hem.

Indien wij met Hem sterven. Als het zover komt, zullen we met Hem leven. Wat zal uw sterven zijn? Ik dacht dat het Christoffer Love was, die veroordeeld was, vroeg of ‘tie nog eenmaal mocht preken, mensen. Voor de mensen die hem terecht zouden stellen. Hij zei: ik ben eerder thuis dan u. Dat is wat, gemeente. Zal mijn sterven ook zo zijn? Uw sterven? Sterven zonder Hem? Eeuwig buiten Hem te moeten verkeren?

De tweede bemoediging aan Timotheüs. Met Hem heersen. Valt op: staat in tegenwoordige tijd. Is werkelijkheid, moet werkelijkheid zijn. Staat niet in passieve vorm, maar in actieve vorm. Niet van, laat maar over je heen komen. Is niet anders, nee, actief, Timotheüs verdragen, wees standvastig, volhard, in hetgeen geleerd. In de leer van vrije genade. Nog iets dat opvalt, indien ‘wij’. Meervoud. Geldt niet alleen enkeling, geldt heel Gods kerk. Paulus wijst op de vervolging. Verdragen, standvastig blijven. Te volharden tot het einde. Christus gezegd: die zal zalig worden. Paulus wijst op de roeping, plaats gesteld. In vers 3, ook beeld krijgsknecht, soldaat. Beeld doortrekken, om het helder te krijgen. Timotheüs is een soldaat van Christus. Hij volhardde, net als die soldaat. Door generaal op post gezet, daar werk moet doen, verdedigen, land verdedigen, belangen generaal. Kan grote consequenties hebben. Getroffen door kogel, soms kan het meevallen. Kan ook ernstig zijn. Zo ernstig dat je sneuvelt. Kan u ook gebeuren, met christenen. Is ook gebeurt. Lees het boek van de martelaren, kijk naar het leven van Paulus. Hij was ook zo’n soldaat. Hij is onthoofd. Als een aards soldaat sneuvelt, in de strijd, in opdracht, dan taak voorbij, Paulus: indien wij verdragen, met Hem heersen. Toch anders. In het leger van deze Koning. In Grieks: Koning-zijn met Hem. Paulus mag wat zien. U mag verdragen, ik moet nou sterven. Zal ik nochtans met Hem heersen. Leven met Hem. Heersen. In de glorierijke overwinning van Paulus? Nee geliefden. In die overwinning van Hem die volhard heeft tot het einde. Gezegd heeft: Ik leef en gij zult leven. Heersen met Hem, die gebeden Hem: Ik heb gebeden dat uw geloof niet ophoude. Opstandingskracht van Christus. Met Hem. Paulus kon het niet zelf. Niet zelf verdragen, of u wel? Als we eerlijk zijn, kunnen we niets verdragen. Als er maar iets gezegd wordt over je naam, sta je in vuur en vlam. En als het nou gaat om die ene Naam? Hoe reageer je dan? Zijn we dan een deserteur? Gaan we niet vaak op de vlucht? Zwijgen we dan niet? Schuld. Zo vaak zijn Naam verloochend. Zo vaak gedacht, nou ga ik het beter doen. Met Hem heersen. Paulus was geen kracht, u nog van u zelf verwacht, dan bij voorbaat een verloren zaak. Zullen Hem verachten. Paulus zegt het hier zo scherp: om Timotheüs op de knieën te houden. Dat kinderversje elke dag te zingen: opent uwen mond… (ps 81:12). Niets in de mens, alleen alles in Hem. Met Hem. Dat zegt Paulus. Heersen. Met Hem. Meer dan overwinnaars. Wat een troost voor Timotheüs, voor Gods kinderen, in ’t strijdperk van dit leven. Tegenovergestelde wellicht ervaren, nochtans, nochtans gemeente: wij zullen met Hem heersen. Geen misschientje. Het zal plaatsvinden. Tot in alle eeuwigheid. Alle verdrukking die Gods kinderen zullen moeten ervaren in deze wereld, is niet bij dat wat wacht. Daarom kon er gezongen worden op de brandstapel. Daarom kan een moeder op een sterfbed zingen op het sterfbed: maar blij vooruitzicht… (ps 17). Eeuwig in Zijn dienst. Gemeente. In wiens dienst staat u? Wie is uw koning? Zul je ook straks eeuwig met Hem heersen? Of zal straks eeuwig moeten verkeren zonder Hem? Dat de toorn van God eeuwig zal verteren in die eeuwige nacht. Paulus zegt, indien wij verdrukking lijden. Wij zullen met Hem heersen. Hoe ligt het nou met uw leven? Timotheüs, laat het een bemoediging zijn. Timotheüs, de Heere geve genade om te mogen dragen. Genade. Weet jongen, straks, eeuwig, eeuwig, eeuwig met Hem heersen. Zo bemoedigt die Hem. Zo wil de Heere ook Gods Kerk vandaag bemoedigen. Terug naar vers 8, houd in gedachtenis. Jezus, de levende Koning. Daaruit vandaan bemoedigen, maar ook waarschuwen.

2

Verloochenen, ook verloochenen. Gemeente, waarom zegt Paulus dat nu? Calvijn merkt hierbij daar op: om al onze halfslachtigheid, ongelovigheid, traagheid weg te nemen. Dat is wat. Geldt ook voor uw leven. Gebeurde in die dagen, mensen van twee walletjes wilden eten. Die ene wat, de afgoden wat. De Heere wat, de wereld wat. En gemeente, u kunt het begrijpen, vervolgingen waren, je moet maar overgoten worden, dat deed Nero. Die hield van die tuinfeesten, werd christen overgoten met pek, als feest. Paulus zegt: indien verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen. Timotheüs, al zie ik die werkelijkheid, en al is die werkelijkheid aangrijpend. Zie nou niet op de omstandigheden, mijn zoon. Vrees veel meer die lichaam en ziel kan doden. Daarom, het is een waarschuwen. Een waarschuwing uit liefde. Verloochenen. Wat wil dat zeggen, gemeente? Weigeren te geven, te doen, te kennen. Nee zeggen tegen God, tegen Zijn Woord, nee zeggen tegen de Zoon van Gods eeuwige liefde. Daar gaat het om in dit verband. Gebeurde in die dagen, dat christenen opgepakt werden, onder hevige marteling, die Naam van Christus verloochenden om eigen leven te redden. En dat zegt Paulus: indien wij verloochenen, Hij ook verloochenen. Kunnen we misschien wel begrijpen. Misschien wel vergoelijken. De Heere zegt: mag niet. Les gemeente, ook voor ons. Wij ook niet vaak meer bevreesd voor mensen dan voor God? Vrezen wij meer vaak voor onze eigen eer dan de eer van Hem? Indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen. Hoe zouden wij dat in 2012 dan kunnen doen? Toch geen vervolgingen? Nee, Gode zij dank niet. Of zijn ze er wel? Misschien niet in deze vorm. Misschien wel iemand in de kerk vanavond. Naam van Christus lief heeft gekregen. Vijandschap ervaart. Op je werk. Naam van Christus, lijden. Bespot wordt. Laat het een waarschuwing zijn. Naam van God op je hoofd afgedrukt. Verloochen je Hem niet, als je niet doet wat Hij wilt? Als je komt op plaatsen, ’s avonds naar bed gaat in plaats van bijbel leest, naar muziek luistert die je vergiftigd. Voor je gaat slapen, je laatste berichtjes te lezen, daarop antwoorden. Gemeente, nog veel aangrijpender. Is het geen verloochenen van die ene Naam, in bediening zo vaak voorgesteld is, zaligmaker van zondaren. In consistorie gebeden, of ik bewogen mocht zijn met de schare. Hoe vaak Hij niet bewogen met de schare. Hoe vaak niet geroepen, mijn zoon, mijn dochter, geef mij uw hart. Doorgegaan in de zonde? In de wereld? In ons leven geen getuigenis, ik ben van Hem niet? Hij zegt vanavond: die Mij verloochend, die weigert dat Ik koning in je leven ben, die weigert dat Ik het voor het zeggen heb, die zal Ik verloochenen. Bij wie? Bij de Vader. In de hemel. Bij Zijn Vader, die het liefste wat Hij had, het enige wat Hij had, gegeven heeft opdat zondaren zalig zouden kunnen worden. Vader, Ik ken hem, Ik ken haar niet. Zij hoort niet bij mij. Geen acht geslagen op die grote zaligheid. Bijgeloof. Niet uit zwakheid, maar uit ongeloof. Die voorbijgaat, die wereld. O gemeente, als onze ogen zullen geopend worden vanavond, die heilige schrik ons op de knieën zou brengen, en zou vragen naar die Naam, naar die gegeven Naam, die al uw heil wil bewerken. Het kan nog. De zon schijnt vanavond nog. Hij laat zijn laatste stralen vallen in de kerk vanavond. Hij zegt vanavond: indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen. Een waarschuwing uit de liefde. Moet je niet denken dat het mee valt. Misschien denk je, prediker, er staat achter: indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Ja, dat staat er achter. Besef je wat betekent? Niet vergoelijken. Nee, hier op scherp gezet. Eerste betekenis: Hij blijft getrouw. Ik doe Hem geen schade aan. Hij blijft getrouw aan Zijn woord. Wat is dan trouw van Hem? Dat Hij zal doen wat Hij in zijn woord gezegd heeft. Dat Hij de zonde niet ongestraft kan en zal laten. O gemeente, dat is de werkelijkheid. Of heeft u die woorden wel eens mogen opschrijven in uw dagboekje, in verwondering, omdat je je eigen leven hebt leren zien. Zo’n ontrouw. Dat je door de verlichting van Gods Geest, getrouwheid van Hem hebt mogen leren ervaren, wegschamen voor Zijn aangezicht. Kan je het niet begrijpen, Hij naar mij heeft willen omzien. Zo’n trouweloze. Petrus kon het nooit begrijpen, zo ontrouw. Petrus in die ogen mocht kijken, ging naar buiten en weende bitter. Moest ‘tie zich wegschamen. Hij houdt getrouw Zijn woord. Griekse woord, kanttekenaren verwijzen ernaar: ongelovig zijn. Niet geloven en betrouwen op Zijn beloften. Ons vertrouwen op iets anders zetten. Hij kan Zichzelf niet verloochenen. Ik houd getrouw mijn woord. Alle die mij haten, op de tweede plek, die hebben de dood lief. Getrouw aan Zijn gegeven woord. Da’s de ene kant. Ook een waarschuwing uit liefde. Voor zijn bedreiging. Voor een ontrouwe in de kerk, of meeluisterend met de kerktelefoon. Jongeren, die mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Nochtens, zegt Hij, zoek Mij en leeft. Zegt Hij vanavond, tegen een vader van veertig, als hij terug moet blikken in zijn leven, op elke bladzijde ontrouw, ontrouw, ontrouw. Kom herwaarts tot mij. Zegt Hij: stort voor mij uit, je ganse hart. Bij mij is raad voor radelozen. Bij Mij is wijsheid voor dwazen. Bij mij is bloed voor alle zonden. Sla die waarschuwing niet in de wind, gemeente. Niet eerst de wereld wat. Straks als ik ouder ben. Nee, niet morgen. Morgen is van de Heere. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil en troostrijk woord. Laat de ernst en ook de liefde, die de grond is van deze woorden, u vanavond brengen op de knieën brengen voor Hem. Smeek Hem om getrouw makende genade. Eerlijk makende genade. Weet u wanneer er nou blijdschap is in de hemel? Als er vanavond een vader ligt, als een ontrouwe, en het uitschreeuwt: wees mij zondaar genadig. Dan is er blijdschap in de hemel. Zal er blijdschap zijn? Indien wij ontrouw zijn. Hij blijft getrouw. Hij kan zichzelven niet verloochenen. Toch ook een bemoediging. Voor Gods Kerk, die bevreesd is, bang voor zichzelf. Hoe moet ik staande blijven? Alleen in de kracht van Hem? Deze waarschuwing voor Gods kinderen, heenwijzing: houd in gedachtenis. Leven van de Koning. Hij die geroepen heeft. Is getrouw, die het ook doen zal. Hij laat niet varen het werk dat Zijn hand begon. Als het goed is, Heer, wil dan Uw bijstand dagelijks schenken. Want ik vertrouw mezelf niet. Alleen de weg te gaan? Nee, met Christus. Uw Koning. Vreest dan niet. Ik ben de eerste. Dat was Hij, Gode zij dank. Ook de laatste. En die leefde. Ik ben dood geweest. Levend geweest. Ik leef tot in eeuwigheid. Amen. Zeggen, tot dezulken: dit is een getrouw woord, het betrouwbare woord. Te betrouwen woord, vertrouw dan op Hem, stort voor Hem uit uw ganse hart. Niet een klein beetje. Heel je leven. Hij blijft een toevlucht te allen tijde. Is Hij ook jouw toevlucht? Uw toevlucht? Is Hij ook jouw toekomst? Uw toekomst? Dit is een getrouw woord. Indien wij met Hem gestorven zijn, ook met Hem leven. Indien wij verdragen, met Hem heersen. Indien wij verloochenen, Hij verloochenen. Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Hij kan zichzelf niet verloochenen. Amen.