Zondag 26 mei 2016 – Ichthuskerk Reeuwijk – Prof. dr. W. H. Th. Moehn – 1 Thessalonicenzen 5:19 (Blus de Geest niet uit)
Gemeente des Heeren,
Even terugdenken aan Pinksteren. Jeruzalem, hoe ze bij elkaar waren, Heilige Geest van God uitgestort. Vuur op ieder van hen zat. Vraag je je toch af, hoe kan dat nou, dat Paulus klip en klaar schrijft: blust de Geest niet uit? Vuur van boven, niet zelf aangestoken. Blus het niet uit! Blijkbaar kan dat toch gebeuren. Dat je over het vuur van de hemel een emmer water gooit. Of dat je het gewoon verwaarloost, uit laat gaan, eerst brand, laat roken, dan zelfs geen rook meer. Voel je wel aan, Paulus dit schrijft, Geest uitgedoofd in je leven of gemeente, dan is het over en uit. Dan is het gedaan. Blus Hem niet uit!
Ja, gemeente, dat schrijft Paulus, aan het eind van de brief aan een gemeente, alleen maar positieve dingen over kan schrijven. Tegen gelovigen. Zou jullie zomaar kunnen overkomen. Vuur is aangestoken. Zijn Geest zegt Paulus in een andere brief, uitgestort in onze harten, vol van de liefde van God. Niets anders kunt dan liefhebben. Geest in onze harten, waardoor we mogen geloven dat er een streep door de schuld is gegaan. Goed tussen God en je leven, Hij de Vader, jij Zijn kind. Band tussen wie gelooft en de Heere, Bruid en bruidegom. Hij de Bruidegom.
Dan zo’n tekst. Ontzettende. Goed en wel tot de bruiloft, liefde verloren. Armoe troef. Elkaar verlegen, elkaar in de weg in plaats van blij met elkaar. Regelrechte ramp in het leven. In geloofsleven natuurlijk nog veel meer. Dat kan toch niet?! Kan wel. Anders werden we niet zo gewaarschuwd, vermaand. Laat het zover niet komen. Zeker, als gemeente, in de roes van vanmorgen, belijdenisdienst, laat het geen domper zijn op de vreugde! Toch staat dit ook in de bijbel.
Waar gebeurt dit dan? Hoef je niet zo ver te zoeken, niet te moeilijk te maken. Staat in die woorden net ervoor. Rondom die tekst heen, die hele korte tekst. Bid zonder ophouden, dank God in alles. Daar, in die woorden ligt het antwoord, waar het kan gebeuren. Geest geblust. Bid zonder ophouden, dan zegt hij eigenlijk: zorg ervoor dat je voortdurend in contact bent met je Hemelse Vader. Openblijft tussen je hart en de hemel. Alles deelt, je vreugde, zorgen, wat mooi is, zorgen je maakt, moeilijk, schuld ook. Kijk, zegt Paulus, alles, geen geheimen voor Hem. Hier mee bezig zijn, dat zoek ik zelf wel uit. Kijk, zegt Paulus, als je zo gaat sorteren, waar je God wel en niet bij betrekt, ga je dingen verzwijgen, achterhouden, geen zin om te delen. Wat er dan gebeurt met het vuur. Gaat het roken, vlammen kleiner, zou zomaar uit kunnen gaan.
Dat is het aangrijpende, wat Paulus hier schrijft. Klein, nietig mens, dat je bij machte bent om zoiets te doen. Ronduit schokkend. Dat ik een vlam des Heeren kan doven. Niet door een of andere hele grote zonde te doen, maar iets kleins, slordig in gebed, Bijbellezen, je in laten pakken door druk van het leven. Je denkt eerst nog, brief leest, kort tekstje. Wat zou daar nou inzitten?
Nou, Paulus hier korte zinnen gebruikt. In beknoptheid kracht van de zinnen. Dank God in alles. Voel je ‘m binnenkomen? Blij bent, zeker weten, blijdschap in de Heere. Ook als je erover nadenkt, wat de Heere nog in petto heeft, als het gaat om de toekomst. Voorzichtig paar dingen over schrijft. Bazuin zal klinken, de Heere tegemoet zijn. Ongestoord met Hem verbonden te zijn! Lang gezicht rond, overal over klagen, jeremiëren, enthousiasme weg, dan gebeurt het dat de Geest geblust wordt. Eerlijkheid gebiedt te zeggen: toonhoogte van zo’n tekst te leven. Hoe moet dat nou, deze dag, deze week? Verblijden in alles? Je ziet wat er op het spel staat, als dat niet gebeurt. Geest, die God uitgezonden heeft in onze harten. Geest, die je leert geloven, vertrouwen, liefhebben. Dat werk van de Heilige Geest, die Pinkstergeest, dat kunnen wij blijkbaar blokkeren, dwarsbomen, ja zelfs uitblussen.
Dat kan met grof geweld gaan, Jezus zelf ervaren toen Hij rondliep. Met mensen sprak, en toen Hij die vijandschap aan den lijve ervaren heeft. Leiders niets van Hem niets moesten weten. Leugentaal, wonderen deed, dat ze zeiden: doet Hij omdat de duivel Hem kracht geeft. Kijk, daar op een grove manier. Emmer water over die Geest om te blussen en doven. Terwijl Geest door Vader gegeven is. In plaats van Abba zeggen, emmer overheen gooien. Geest bedroefd weg moet gaan. Paulus daar bang voor.
Paulus elders is, hoort over die vragen over de wederkomst, leven in de gemeente, pen pakt, deze brief schrijft. Brief geschreven, opgerold, lintje erom, briefdrager. Brengt die brief in Thessalonica. Er is post voor ons, brief van Paulus. Bij elkaar komen, vanaf begin tot einde lezen. Gemeente, je voorstellen, elkaar aangestoten hebben, kamer nagepraat hebben. Hoor je dat! Goede Geest niet uitblussen. Eigenlijk denk ik, diezelfde verbijstering als wij deze tekst lezen en over nadenken. Die geweldige Geest, die blaas je toch niet zomaar uit?!
Hoe in Thessalonica gegaan? Vriendelijke brief. Zusters en broeders daar in die stad. Opschrift en groet, proef je bij Paulus, diepe blijdschap en dankbaarheid is over het geloof. Strijd, verdrukking, geloof aanvaard, jullie hebben je bekeerd, Hem te dienen en verwachten. Breuk in het leven. Vandaag de dag zou je zeggen: opgevoed bent, dankbaar voor zijn, moment in je leven gekomen: ja, ik geloof het ook zelf, dat de Heere mijn Heiland is. Daar is Paulus dankbaar om. Staan goed bekend, ook in omgeving. En toch een brief, waarin zulke vermaningen en aansporingen staan. Laatste hoofdstukken, kan je voorstellen: wat nog meegeven, spijkers met koppen slaan, appel. Nog even. Grazige weiden wil bewaren. Hamerslag is het Woord, blussen van de Geest.
Schrijft, jullie hebben het Woord niet in eigen kracht aangenomen. Nee, het was de vrucht van de Geest. U, jij en ik, alleen door de Geest kunnen zeggen: de Heere Jezus is mijn Heiland. Mag je zeggen, ik geloof dat de Heere mijn Heiland is. Daar dan over nadenkt, hoe komt dat nou, dat mag zeggen in mijn leven, dan kom je erachter dat je dat niet uit jezelf kunt zeggen, God werkt met Zijn Geest in je hart. Nieuwe taal leert spreken. Taal van de liefde, in je hart uitgestort. Vanmorgen je geloof beleden of langer geleden, niet uit mezelf, de Heere was de eerste in mijn leven. Paulus, Silas, Timotheus, het waren de instrumenten in de handen van God, gebruik gemaakt om woord bij Thessalonizensen te brengen. Hoop van harte dat ik mag zeggen: o, bent u navolgers geworden van het Woord. Vreugde! Die eerste liefde, zo intens, dat verlangen om avondmaal te vieren, of de herinnering van de eerste keer, Hij voor mij. En toch! Blus de Geest niet uit.
Paulus heeft dat ervaren wat er kan gebeuren in het leven van een mens. We zien dat, schrijft over Demas. Demas, zendeling, helper van de apostelen. Niet volgehouden, afgehaakt. Met heel veel pijn schrijft Paulus: tegenwoordige wereld lief gekregen. Vuur en vlam gestaan, vlam is gedoofd en uitgegaan. Pijn die vandaag ook voelt, wanneer mensen in het midden van de gemeente, naam van de Heere beleden, avondmaal gevierd, toch de vreugde gaat eruit, haken ze uit, toch weer eigen leven leiden. Die dingen gebeuren. Hoe dat kan? Duivel nog steeds, die geweldige vijand is. Niet voor niks, schrijft: blus de Geest niet uit. Kan dus zomaar gebeuren. Vergeet niet de Galaten, dat je door dringen, word je naar van. Wie heeft jullie betoverd? Voor ogen geschilderd, zo verkondigd, als de gekruisigd, bloed op je neerdaalde, wat is er nou over van? Druk om besnijdenis, Jezus niet meer de centrale plaats, Geest geblust. Nou ja, wij geen Galatiërs of joden, wij Reeuwijkers of wat we ook zijn, maar dat je denkt: waar is het gebleven? Wat is er gebeurd? Ja, dat zou iedereen overkomen?! Nee! Eeuwenlang: licht op de kandelaar. Predikanten ben je voorbijganger, dan werk je, ga je weer verder. Heere God zorgt ervoor, gaat weer verder, herders en leraars. Woord te verkondigen. Zonde, onreinheid uit te branden, warme vlammen om koude en egoïstische harten warm te maken. Zo werkt God. En zegt Paulus, kijk uit, dat je het bluswater niet al klaar hebt staan.
Bluswater, door je druk te maken over dingen die niet tot de kern behoren. Lauwheid, laksheid. Hoe bereiden we ons voor op de eredienst? (…) Vonk, net op tijd aangeblazen kon worden. Nee, dan Handelingen 2. Ja, daar spatte de vonken ervan af. Brandende harten. Wat moeten wij doen? Brandende harten, ook bij die broeders uit Emmaüs. Waren onze harten niet brandende in ons? Herken je het in je leven, dat je voelt dat uit het Woord een vonk overkomt. Verlangt: bij U wil ik horen, steeds meer van u horen. Brandstof nodig, olie van de Geest. Blijft branden. Brandende harten. Vuur en vlam door de Heilige Geest. Dan uitslaande brand, overslaat naar de buren. Dat is Jeruzalem op de Pinksterdag. Velen werden toegedaan tot de gemeente. Over nadenkt, hoe bij elkaar, 120 mensen bij elkaar, dat is te overzien. Petrus dan het woord neemt, preken vanuit zijn hart. Op die ene dag al 3.000 worden toegevoegd. Geweldig! Gemeente is, waar dooie boel is, liefdeloosheid en kilte. Satan denkt: mooi zo, die zijn niet gevaarlijk. Huiver je van! Ook hoe je als gemeente beeld bent in deze samenleving. Waar ziet journalist brood in? Niet wanneer je te melden hebt, ook hier gemeente van hier samenkomt. Nee, voor een rechter komt, of predikant in de fout gaat. Werfkracht? Aantrekkingskracht! Blus de Geest niet uit. Ben je gevaarlijk voor de wereld en voor de mensen die God niet kennen? Omdat je het niet verborgen kunt houden.
Hier deelt de Heere gaven uit, ook aan u en jou. Gebruiken voor Gods eer. Opbouw van de gemeente. Blus de Geest niet uit. Zit ook iets in, voor kerkenraad en predikant. Niet denken, alles alleen moet doen. Prachtig beeld, catechese, gemeente mee vergelijken? Twee boten hebt. Roeiboot of gondel. Roeiboot, ieder riem vasthoudt, ieder heeft taak ieder doet mee. Dat beeld van de gemeente die leeft. Gevaarlijk, allemaal alleen doen?! Ook dat is blussen van de Geest. Geest komt als brede en diepe rivier van gaven. Gaven zijn nodig om vuur brandend te houden. Gemeente van de Heere Jezus, levende gemeente te laten zijn, niet bepaald makkelijk in deze tijd, Geest is uitgeblust op grote schaal. Mensen om je heen die totaal niets missen, niet geloven, ook niet vanuit verleden, niks meer. Tijd, waarin de Geest op zo’n grote schaal is uitgeblust. Hilversum, kerken gebouwd, nieuwe bestemmingen, hoeveel zitplaatsen er verdwenen zijn, inwoneraantal ook niet kleiner geworden. Als rest overgebleven. Geef dat die vlam niet helemaal uit zal doven! Blus Hem niet uit! Vuur moet blijven branden.
Zo is dat ook, nodig is, in je huwelijk, vuur van de liefde moet blijven branden. Roken of smeulen, dan is het gedaan. Brandstof nodig. Geen brandstof, voedsel, dan blijft kilte over. Dus toch, nodig het woord van Paulus. Blus de Geest niet uit! Zorg dat het beeld van de meisjes, olie hebt om lamp te blijven branden. Laat het niet koud worden. Roep maar om het vuur, om de brandstof. Wees op je hoede voor het bluswater van de satan. Stel dat je zegt, ja, daarover nadenk, over die eerste liefde, nu zo anders geworden, zou willen dat het weer zo fel brandde! Markt van vrije genade. Kopen zonder geld. Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Dat is het geheim. Vuur van geloof, hoop en liefde. Vlam zal blijven branden. Amen. [19.30]
Zondag 26 mei 2016 – Ichthuskerk Reeuwijk – Prof. dr. W. H. Th. Moehn – 1 Thessalonicenzen 5:19 (Blus de Geest niet uit)
Geef een reactie