De Steen rolt: het rijk van Christus is gekomen én komt
De koning Nebukadnezar krijgt een droom maar kan nadat hij ontwaakt is uit de slaap de droom niet meer herinneren. Hij eist van de waarzeggers om de droom te vertellen en te verklaren op straffe van de dood. Ze kunnen het niet. Dan komt Daniël. Hij is van God te weten gekomen wat de droom van koning Nebukadnezar was en de uitlegging ervan. Hij vertelt de koning de droom die, in tegenstelling tot de meeste dromen, geen bedrog is. Het grote beeld is het beeld van de aardse koninkrijken. En dan komt er een steen van de berg rollen. Het is het beeld van het rijk van Christus dat de aardse koninkrijken omver werpt. Door de wereld gaat een Woord. Zijn rijk is een eeuwig Koninkrijk. Buig u neer voor Hem die alle macht heeft in hemel en op de aarde. Wees niet dwaas om Hem nu te verwerpen. Dan zult u straks gedwongen worden om voor Hem te buigen. Want alle knie zal zich voor Hem buigen. Hij is uit de hemel gekomen naar deze aarde om Zijn leven te geven voor zondaren. Is Hij al uw Koning?
Daniël 2 vers 44 en 45: ‘[44] Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan. [45] Daarom hebt gij gezien, dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning bekend gemaakt, wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker‘.
De Steen rolt: het rijk van Christus is gekomen én komt
Gemeente, jongeren, ik denk wel dat jullie allemaal weleens dromen. Misschien wel een akelige droom. Dat je achteraan gezeten wordt. En net als je te pakken genomen dreigt te worden, dan wordt je ineens wakker. Dromen zijn bedrog. Maar deze droom van Nebukadnezar niet. Veel koninkrijken ingenomen. Hij is er niet gerust op. Men geloofde dat God door middel van een droom iets mee kan geven. Maar de koning weet de droom niet meer. Waarzeggers moesten komen en de droom vertellen. Als ze het niet kunnen, dan worden ze in stukken gezaagd.
Daniël kan de droom wel uitleggen. God heeft Daniël het inzicht gegeven. Hij prees Gods heilige naam. Gods koninkrijk komt. Absoluut zeker van kunnen zijn. Droom wordt uitgelegd. Daniël vertelt de koning wat hij gezien heeft. Het beeld heeft het beeld van een mens. Afgodsbeeld. Hierna een beeld opgericht in het dal van Dura. Beeld met allerlei materialen. Aardse machten. Absolute macht. Darius verbiedt dertig dagen iets te vragen aan iemand anders dan de koning. Volstrekte gehoorzaamheid afdwingen. Anti-christelijk. Ook onze tijd is er vol van. Menselijke macht en afgoderij de plaats ingenomen van God. De heerschappij van de mens die zichzelf vergoddelijkt. De wortel van dat alles ligt in het paradijs. Daar waren we onderdaan van God. Diep gelukkig daar. Maar in opstand gekomen. Ongehoorzaam tegen God, gehoorzaamden aan de duivel. Afgod. Beeld toont het beeld van ieder mens van nature. Net als Israël dansten rond het gouden kalf. Bedoelden het wel goed. Zo hebben wij ook afgoden. Waar je prioriteit aan geeft.
Er is hoop. Er is hoop. De koning ziet nog iets. Steen van de berg afrollen. Sneller en sneller. Tegen het imponerende beeld. Raakte de voeten. Vermaalde het beeld. Niets van over. De steen van Gods koninkrijk tegenover de afgodsbeelden van deze wereld. Het rijk van Christus. Die steen is Christus. Niet met pracht en heerlijkheid. Een kleine steen. Een maagd die zwanger werd. Zonder toedoen van mensen. Steen komt van boven. Voor Daniël was het duidelijk dat het om de komst van de Messias was. Viel in het Oude Testament samen. Voor ons nu duidelijk. Eerst Zijn komst in het vlees en straks Zijn wederkomst naar deze aarde. Hij is gekomen en Hij zal komen. Daar tussenin zal toch moeten liggen: Hij komt in mijn hart. Niet groots kwam Hij. Jesaja 53. Geen gedaante noch heerlijkheid.
Uit de hemel daalde Hij neer. Johannes de Doper wees Hem aan. Maar de mensen zagen het nog niet. Wat een tegenstelling trouwens. Steen schop je zo weg. Joden verwierpen Hem. Tegenover al die pracht en praal van mensen. Onaanzienlijk Koninkrijk. Steen van het Koninkrijk van God. De steen door de bouwlieden verworpen. Kruis Hem kruis Hem. Op Golgotha aan het kruis. Geen haat bij Hem maar liefde. Is dat is dat mijn Koning? Ja de kruiskoning in Zijn vernedering. Alles volbrengt Hij daar. Ziet u al heerlijkheid in deze verachte Steen? Dan leer je hoe arm deze wereld is. En dat je schuldenaar bent. In al je armoede heerlijkheid zien in deze man van smarten. Om onze zonden en om onze armoede gekomen. Gevende liefde van deze verworpen steen. Die deze liefde ziet en voelt in zijn hart, deze is mijn Liefste. Met Pinksteren bevestigt Hij Zijn Geest.
De steen rolt. Alle eeuwen rolt de steen door. Je hebt zo’n groep ‘The rolling stones’. De rollende stenen zijn er straks echt niet meer. Maar deze wel. Christus de Overwinnaar van alles. Alle machten van deze wereld zullen ten onder gaan. Geen wonder dat de koning in de war raakt. De steen komt in botsing met het beeld. Dat kan niet anders. Die steen verbrijzelt het afgodsbeeld. Die het rijk van deze koninkrijken vernietigt. Grondslag wankel. Met ijzer en pottenbakkersklei. Zo wankel zijn de koninkrijken van deze wereld. Opgaan en blinken en verzinken. Hoewel het God is die macht geeft aan hen. Gods knecht en werktuig. Gods herder wordt Kores genoemd.
Laten we meer naar het beeld kijken. Het hoofd. Van goud. Borst en armen twee kanten op. Van zilver. Het tweede rijk is minder dan dat van de koning. Het rijk van de Meden en Persen is het tweede rijk. Buik en dijen van koper. Macedonische rijk. Opgeslokt door de Grieken van Alexander de Grote. Naarmate Daniël de koning meeneemt, vallen de ogen op de benen. De benen van ijzer. Hard. Van grote kracht. Minder macht. De hardheid en meedogenloosheid van dat rijk. Romeinse rijk. Dat is ook de tijd waarin de steen naar beneden begon te rollen. Cyrenius over Syrië de stadhouder was. God zal in die dagen een koninkrijk verwekken. Het begint klein en nietig. Hij zal de Zoon van de Allerhoogste zijn, zegt de engel Gabriël. God gaf Zijn Zoon. Zaligmaker. Voor wie, zegt u? Voor wie zonden heeft. Gestorven voor onze zonden tot onze rechtvaardigmaking. Hij voer ten hemel op vol eer.
De periode de laatste der dagen. Daar leven wij in. Het laatste tijdperk in de wereldgeschiedenis. Tussen de hemelvaart en Zijn wederkomst. IJzer en leem. De gespletenheid ten top. Daniël legt meer uit dan is getekend in het beeld. Dat tijdperk leven wij in. Voeten en tenen. Verschillende koningen. Verdeelde koninkrijken. IJzer en klei. Broos is klei. IJzer is hard. Er zijn ijzeren regiems. China. Rusland. Wie zal niet denken aan het moslimfundamentalisme. Harde hand van Islam. Ook in onze samenleving niet tegen te houden. Hardheid en halfslachtigheid. Denkt u maar aan de Europese Unie. Verdeeldheid zichtbaar. Ook in de Verenigde Naties. Hardheid en softheid bij elkaar. Dat het steeds minder wordt. Afval neemt toe. Hardheid. Wreedheid. Decadentie neemt toe. De macht van Babel tegen de macht van Jeruzalem. Alle machten en krachten verzameld. Bijvoorbeeld tegen Israël. Arabische landen intern verdeeld en dan ineens worden ze wakker.
In deze wereld vestigt God Zich een Koninkrijk. Alle Koninkrijken vermalen en tenietdoen. Maar dat koninkrijk zal bestaan. Actualiteit van de tekst van vandaag. Van dat schitterende beeld blijft niets over. Dat is Gods werk. Beeld tuimelt omver. Het koninkrijk van God komt. Voor Hem zal eenmaal alle knie zich buigen. Nero ook. En Hitler zal voor Christus buigen. En Kim Jong-un. En de leider van IS zal niet anders dan knarsetandend voor Hem buigen. Ook u en ik. De mens zal het verliezen van die steen. Al die koninkrijken. Al dat was de troost voor Daniël. Ook voor ons. Ik heb de wereld overwonnen. Die komt al in zicht. Leeft u daarbij? Het beangstigd me alleen, zegt u. Kan ik voor de Heere bestaan? Wat een troost: dit Koninkrijk zal komen. Als u Hem lief mag hebben.
Het rijk van Christus groeit. Daarom ben je gedoopt. Geloof toch in Mij. De steen rolt. Hij krijgt de allergrootste plaats. Hoe het zal zijn weten we niet. Maar God zal alle profetieën van het Oude Testament in vervulling laten gaan. De overwinning zo zeker en gewis. Niet als een aards koninkrijk maar als het Koninkrijk der hemelen. Berg zal heel de aarde vervullen. Niet meer plaats meer voor iets anders. God zal zijn alles en in allen. Dat proces is in volle gang. Dan is het toch de vraag, mag ik het persoonlijk maken, bent u al veroverd? Ingewonnen voor deze heerlijke Koning? Wie niet voor Hem buigt, zal verpletterd worden. Andere kant van het Evangelie. Die hoogmoedig overeind blijft staan zal verbrijzeld worden. Daarom kunt u nu beter buigen dan straks verpletterd worden.
Keizer Julianus. Christenen te vervolgen. Rijk van Rome probeerde hij uit te breiden. Wat doet die timmermanszoon nu? De Maker van deze wereld is bezig een doodskist voor de keizer te maken. U hebt gewonnen, Galileër. Ja de Galileër wint. Uiteindelijk is er maar een koninkrijk dat blijft. Een koning die toekomst heeft. Die leeft tot in alle eeuwigheid. Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Hij heeft al overwonnen en daarom zal Hij winnen. Ouderen, jongeren, vergeet het niet. De meeste dromen zijn bedrog maar deze niet. Al lijkt het klein. Vergis je niet. De steen lijkt klein. Alle knie zal zich buigen. Elke tong zal belijden dat Jezus Christus de Heere.
Daarom gemeente nog een vraag: bent u, ben jij al van je voetstuk gevallen? U zegt nu hoezo? Omdat er in het Koninkrijk van God alleen maar plaats is voor mensen die van hun voetstuk zijn gevallen. Bent u al omver gegaan met uzelf? Er is een volk op deze aarde dat leert omver gaan met zichzelf. Als je met de levende God geconfronteerd wordt, dan gaat je eigen beeld eraan. Kan niet bestaan voor de grote en heilige God. God, wees mij zondaar genadig. Gemeente er komt een dag, dat alle beelden omver gaan. Straks moet het in u aller leven. Nu mag het. Als je het nog niet gedaan hebt, wordt klein onder de hoge God. Verneder je onder de krachtige hand van God. Word klein voor God. God die Zichzelf gaf voor de mensen die zo hoog staan van zichzelf. Op deze zal Ik zien die voor Mij beeft. Waar je gewonnen wordt voor Christus, arme zondaar blijft over. Niet zonder strijd. De liefde van God gaat je hart trekken. Heel je leven beheersen. Steen kwam van boven. Niet door mensenhanden gemaakt.
Brokkelt af hier de kerk. Het gaat goed met de kerk. Elders groeit de kerk. Het Koninkrijk breidt uit. Door de wereld gaat een Woord. Neem u tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs. Door die steen gegrepen. Christen neemt mee allen die bij Hem horen. Die zal ook met dat rijk leven. Buiten dat rijk en Christus is er geen toekomst. Alleen het Koninkrijk van God zal eeuwig bestaan. Daarom heft uw hoofden op. Allen die Hem hebben lief gekregen. De steen rolt door. De verlossing is nabij. Straks komt Jezus uw Koning. Ook uw Koning? Ook jouw Koning? Doe niet zo dwaas.
Wat gaat Nebukadnezar doen? Lees maar na in het volgende hoofdstuk. Gaat eenzelfde beeld bouwen. Het Woord horen en het niet doen. Hoe gevaarlijk. Denk toch niet de waarheid lief te hebben zonder Jezus lief te hebben. Die ore heeft die horen wat de Geest tot de gemeente zegt. Wat zegt Hij? De droom nu is gewis en zijn uitleg is zeker. Hij komt. De steen. Het beeld wordt verpulverd. En elk der vorsten zal zich buigen en vallen voor Hem neer. Wat ik u bid. Val Hem nederig te voet. Want wie Hem nederig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren. Amen.
Zondag 25 augustus 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. W.M. van der Linden – Schriftlezing Daniël 2 vers 24-49