De profeet Elia wordt nadat hij het oordeel heeft aangezegd in het paleis van koning Achab op non-actief gezet. De Heere zendt hem naar de beek Krith om daar voor een jaar te zijn. In eenzaamheid maar tegelijkertijd met God gemeenzaam. Voor Israël is het oordeel in het oordeel: het Woord, het spreken van God door Elia, wordt weggenomen. Het zijn juist de stiltes in onze levens waarin de Heere ons diepe lessen wil leren. Die beproevingen zijn soms nodig waarmee de Heere ons afhankelijkheid en aanhankelijkheid leert.
1 Koningen 17 vers 2-6: ‘[2] Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot hem, zeggende: [3] Ga weg van hier, en wend u naar het oosten, en verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. [4] En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen. [5] Hij ging dan heen, en deed naar het woord des HEEREN; want hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. [6] En de raven brachten hem des morgens brood en vlees, desgelijks brood en vlees des avonds; en hij dronk uit de beek‘.
Elia aan de beek Krith
1. De Heere neemt Zijn Woord weg uit Israël;
2. Hij neemt Elia apart;
3. Hij onderhoudt Elia.
1. De Heere neemt Zijn Woord weg uit Israël
Gemeente, in vers 1 kunnen we zien hoe Elia in het paleis van Achab het oordeel heeft aangekondigd. Opeens was hij er. Klonken die dreigende woorden. Zo heeft Elia voor de levende God voor wie hij staat het oordeel aangekondigd. Gods Woord wordt altijd trouw volbracht. Dat geldt in zegen en in oordeel.
Elia kon dat oordeel zelf niet laten komen. Hoewel hij er uit liefde tot God en het volk om had gebeden. Wie zien het ook gebeuren. De regen blijft uit. Volk wordt getroffen in het hart van de afgodendienst. Babel god van de vruchtbaarheid en Astarte de god van de dauw. Maar het bleef uit. Planten en bomen verwelkten en de oogst mislukte. Mens en dier deelde in het uitgesproken oordeel van God.
Elia had gebeden om dat oordeel van God. Dat weten we van Jakobus. Elia was een man van gelijke beweging als wij. Elia kon het niet langer aanzien. Hij hoopte dat het volk zich zou omkeren. Er zijn mensen die het oordeel over anderen kunnen uitroepen als ze zelf maar buiten schot blijven. Zo was het met Elia niet. Hij wist zich schuldig. Toch neemt de Heere hem uit dit oordeel weg. Hij wordt gezet op een eenzame plaats waar het oordeel van God hem niet bereiken kan.
Misschien had Elia nog wel veel willen spreken. De Heere laat hem nu zwijgen. Misschien had hij het niet begrepen. Om een te zijn in het oordeel van God en daarin had kunnen spreken dat het volk zich zou wenden in het oordeel. Want wat had Elia gezegd? Geen regen en geen dauw tenzij dan naar mijn mond. Want het verlossende woord zou dan ook moeten komen uit de mond van de profeet Elia.
Maar dat woord gaat dan weg. Gaat weg van hier en zet u aan de beek Krith. Elia wordt gezet in een eenzame plaats. Waar holen en spelonken zijn. Het naam betekent: diep uitgesneden. Zo’n diep uitgesneden beekdal met spelonken waar je kunt verbergen. De Heere zegt het tegen Elia verberg u. Daar Elia heb Ik een schuilplaats voor u bereid. Waarom doet de Heere dat? Omdat Hij nog werk heeft voor Zijn knechten.
Niet altijd. In die tijd was er ook Obadja. En in de spelonken verborgen. Er waren er nog zevenduizend overgehouden die wel gebukt gingen onder dit oordeel. Enerlei wedervaart toch de rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Ook kinderen van God sterven bijvoorbeeld ook aan de ene erge ziekte waaraan ook niet kinderen van God sterven. Het feit dat de Heere Elia hier verbergt betekent wel dat de laatste sprekende dienstknecht nu wordt weggenomen. De Heere gaat Zich met Zijn Woord voor Israël verbergen. Hij neemt Zijn Woord voor Israël weg. Hij was openbaringsorgaan in het Oude Testament. En dan wel in het bijzonder het Woord van Zijn genade en heil. Dat neemt de Heere weg.
Want immers een omkering kan alleen maar komen in het spreken van Elia. Tenzij dan naar mijn mond. Er ligt daar wel een woord maar dat is het woord van oordeel. Geen regen, geen dauw. Maar dat woord van genade, van verlossing dat gaat hier met Elia weg. En gemeente dat is het oordeel in het oordeel. De Heere zet het Woord als het ware onvindbaar verborgen.
In Elia het levende Woord uit Israël wegneemt het oordeel in het oordeel. Verstaan wij wat dat betekent in onze dagen? In de verwarrende tijd waarin we leven. We zien toch dat de Heere met Zijn plagen ons bezoekt? Honger en geweld, een pandemie. Weet u wat het oordeel in het oordeel is? Als de Heere met Zijn Woord weggaat. Als de Heere het Woord wegneemt uit Nederland. De Heere die door het werk van Christus Jezus genade schenkt om niet. Wat een toonbeelden van genade dat de Heere de bediening van de verzoening geeft. Dat Hij geen lust heeft aan de dood van een zondaar maar opdat u zou leven. Haast u om uws levens’ wil eer het te laat is.
Waarderen we het nog dat we mogen opkomen onder het Woord? Hangen wij aan dat Woord van God? Zijn we ook in de verwarrende tijd die we beleven wakker en waakzaam? Zien we de ernst van de tijden? Lezen we de krant met de Bijbel ernaast? Zien we de voetstappen van Jezus? Zodat we niet zullen verslappen. Daar des te meer naar uit zien. In Zijn Woord onze gangen en treden vast te maken. En des te meer als we zien dat die grote dag van de Heere Jezus nadert.
We moeten toch wel blind zijn, als we niet zien dat het Woord zich steeds meer terugtrekt uit onze samenleving. Tijd ver verslapping en alsmaar dieper wegzakken in godverlatenheid. Wie weent er onder? Of wennen we er al maar meer aan. Dat het een wonder is dat we het Woord nog mogen hebben. Dat Woord dat spreekt van gericht maar ook van genade en Christus. Welmenende aanbod van genade. Dorstige worden opgeroepen om te kopen zonder geld wijn en melk. Die nodiging komt tot ons en dit is zeker: het Woord zal blijven en er zal een kerk blijven tot de jongste dag.
Maar er is wel beweging. Dat weten we van de zeven gemeente in Klein-Azië. Het Woord kan zich wel verplaatsen. Als wij het Woord verachten, vertrappen, dan kan het zijn dat God Zijn Woord verborgen houdt opdat wij ons schuldig zouden kennen. Waar was het Woord tussen Maleachi en de geboorte van Christus? En we lezen van de dagen van Elia dat het Woord schaars was. Waar blijven we zonder het Woord? Dan kan het kerkelijke leven nog best aardig draaien. Maar het is schraal. Geestelijke doorbraak wordt gemist. En de gemeente wordt niet meer gebouwd. Maar dan wordt het toch geestelijk stil in de kerk.
En gemeente, dat kan ook in het persoonlijke geloofsleven God Zich verbergt. Hij doet dat niet om altijd weg te blijven maar om nog heerlijker terug te komen. Maar die tijden van beproeving, van verachtering. Hebt u dat meegemaakt dat de Heere het Woord wegnam? En dat je alleen maar het Woord van oordeel las. Het Woord van verlossing u leest het niet, u vindt het niet. Dan wordt de ziel van binnen dor en droog zoals een land schreeuwt naar water. Dat dorre en onvruchtbare bestaan van ons.
Zijn er vanmiddag hier in Putten die hongerig en dorstig hijgen in een dor en mat land. Dat de hemel van koper lijkt. Dan schreeuwt je ziel naar God je kunt Hem niet missen. Mijn ziel dorst naar U de levende God. Daar gaat het toch om, die dauw van de Heere. Dat het werk van de Heere doorgaat. Deze en die is in Sion geboren. Aan dat gemaakt bestek dat in eeuwigheid zal reizen. De Heere hoeft maar te spreken en het is er.
Dan gaat het leven. Net als in de lentetijd. Vroege regen en alles uitloopt en weer groen en fris is. Bloed van Christus aan uw verslagen ziel toegepast. Dan maakt de Heilige Geest uw hart weer vruchtbaar. Ziet u zo ook uit naar dat water van de Heilige Geest in uw persoonlijke leven? Hoe lang leeft u kind van God al in verachtering? Hoe lang leef je zonder God? Als je kijkt naar je nageslacht: leef daar wel iets? Hebben we geen behoeften aan dat levende water in leven, huis en hart?
Laten we het in deze dagen niet verwachten van bijzondere dingen maar in het Woord. De Heere zou aangrijpen in het Woord. Dat Hij die regen en dauw zal zenden. Dat het ons gedurige gebed zou zijn: Heere blijf toch bij ons want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij Uw ganse kerk. Blijf bij ons met Uw troost en met Uw zegen. Met Uw Woord en sacrament. De Heere neemt Elia weg en dat betekent een oordeel over Israël. Tegelijkertijd is het liefdevolle zorg voor Zijn knecht Elia.
2. Hij neemt Elia apart
Want gemeente daar in die stilte, in die eenzaamheid in de beek Krith daar mag Elia verblijven om samen met zijn Heere tot rust te komen om van daaruit op nieuwe krachten te komen. Een nog grotere taak ligt er voor Elia. Want gemeente het is vaak in de stilte dat de Heere tot ons wil spreken. Hebt u zo’n plek gemeente waar u de omgang met de Heere beleefd? Maak je ’s avonds nog tijd om te lezen in de Bijbel en te bidden en zegt de Heere dan weleens wat terug door wat je leest?
Elia mag een jaar van God van rust ontvangen. Een soort sabbatsjaar. Veel jonge mensen lopen in de kracht van hun leven het gevaar van burn-out. Opgejaagd door de media. Gezin, huwelijk, werk. De vreugde is eruit. Je wordt moe wakker ’s ochtends. En als je iets gedaan hebt ben je alweer moe. Misschien moet u ook een periode van rust hebben. Misschien wordt u wel geleefd. En meer aandacht aan je gezin en huwelijk te besteden. Denk daar eens over na als dat u geldt.
Elia kreeg het van de Heere. Maar hij is wel uitgerangeerd. Dat is moeilijk voor hem geweest. Hij wordt bewust door de Heere op non-actief gezet. Dat kan niet anders dan ook voor Elia een beproeving geweest. Natuurlijk was het daar prachtig. Dat heerlijke bruisen van die heldere wateren in de rivier. Een lustoord. Maar een jaar lang. Een jaar lang geen preken gehouden, geen bezoeken. Maar een jaar lang dat moet een beproeving zijn geweest.
Misschien zegt u wel: waarom moest ik op dat ziekbed komen? Faillissement. Man of vrouw overleed. Een tijd van eenzaamheid. Het hoeft niet eens van buitenaf maar kan ook van binnen. De duivel weet je wel aan te vallen. Denk je dat een kind van God zo zou doen?! Dan gaat het erom hoe je reageert. Of je een kind van de Heere bent. De Heere bedoelt bij alle verzoekingen die je overkomen dat het een beproeving wordt. Dan wordt het geloofd gelouterd en gestaald. Dan zie je je schuld zo en huil je je zonden en ellende voor de Heere uit. Maar daar wordt door Christus de gemeenschap met de Heere ervaart.
Maria aan Zijn voeten verkeren. Dat is wel eenzaam maar met God gemeenzaam. Daar wordt God zo onuitsprekelijk groot en zelf zo onuitsprekelijk klein. Zoveel lessen leren. Met de Heere kun je overal zijn. Op je ziekbed, bij de beek Krith. Voor dat die grote overwinning komt op de Karmel wordt Elia eerst helemaal uitgeschakeld. Machteloos in zichzelf. Elia is ook onmachtig om de zegeningen van de Heere uit te delen. Zijn tafel is rijk gevuld maar zijn volk lijdt gebrek. De Heere wil het geloof versterken ook in een periode van afzondering.
Denk maar eens aan Jozef. Onschuldig naar Egypte. Niets gedaan. Maar door vernedering tot verhoging. Denk aan Mozes. Veertig jaar achter de schapen bij Jetro. Waarom? Om een zachtmoedig man te worden. Om van een driftig man die zo een man doodsloeg geduldig te worden. Werd Johannes de Doper niet in de woestijn gezonden om de voorloper van de Heere Jezus te worden? Paulus jaren in Arabië om te leren wat hij later opsprak als ik zwak ben dan ben ik machtig. Eenzaamheid kan een gezegende tijd zijn om vooral tot een hechtere gemeenschap tot God te komen.
Hebt u dat op uw ziekbed geleerd? Mozes’ aangezicht glansde toen hij op de berg met God had gesproken. Is Christus niet veertig dagen in de woestijn geweest voor zijn optreden op aarde. Wachttijden zijn de slechtste niet. Elia is gezegend bij de beek Krith. Hij zal Zijn volk en erfdeel nooit begeven. Hij onderhoudt Zijn lot. Ze zullen in de Heere niet beschaamd uitkomen.
3. Hij onderhoudt Elia
Want Elia is toch maar gegaan. Hij is in geloofsgehoorzaamheid gegaan. Als Elia bij zijn verstand te rade gegaan was, dan was hij niet gegaan. Daar kan ik niet preken. En de raven zullen je onderhouden. Dat kan toch niet?! Want een raaf is een rover. Brood en vlees brengen bij Elia, dat gaat toch helemaal in tegen het instinct van dat dier. Toch lezen we in vers 5 hij ging dan heen naar het Woord van de Heere. Elia is gegaan enkel en alleen met dat naakte woord van God. Ik heb de raven geboden dat ze u onderhouden zullen.
Elia gaat in geloof, niet zoals Jona ongehoorzaam. Ziet u dat het geloof altijd rust op het Woord en de beloften van het Woord? Het zal geschieden dat de raven u zullen onderhouden. Dat geloof van het rechte soort redeneert niet maar gelooft. Op Uw Woord heb ik gehoopt. Iedere stap die Elia loopt van het paleis van Achab was een Amen op het Woord van de Heere: ik geloof Heere. Is dat niet een verzekerdheid om je te vertrouwen op dat Woord. De Heere zal je leiden.
Als we eens zouden ophouden met redeneren. Maar werkelijk wagen op het Woord. Daar is nog nooit iemand beschaamd mee uitgekomen. Elia gaat en is in Gods weg. Bent, ben jij, in Gods weg. Want dat weet je als je tenminste nog een geweten hebt. Van nature liggen we er tegenin. Eigen gekozen wegen. Maar dan komt de Heere ons wel op tegen en dat is Zijn genade. Als Hij je nog ontmoet en tegenkomt op zo’n eigen gekozen weg.
Elia mag hier weten op de weg van de Heere is. En mag Hij het ervaren dat God het waar maakt. Hij komt aan bij de beek Krith. De herten springen op de bergen. Een woest oord. Stromende beek met klaterend water. Toch was Elia daar thuis. In die eenzaamheid. Daar was hij thuis omdat hij daar met God mocht zijn en daar mocht beleven de gemeenschap met God. En daar wordt Elia ook onderhouden. Kijk jongens en meisjes, daar komt zo’n raaf aanvliegen. Iedere morgen en avond. Die raven spreken hem van zijn machtige Koning.
Totaal ingaat tegen hun natuur. Rovers. Vaak verbonden met de rijk van de duisternis. Maar hier als gedienstige geesten, als engelen, die Elia in zijn levensonderhoud voorzien. Van wat God had gezegd. En u zult uit de beek drinken. Dat de Heere een waarmaker van Zijn Woord is. ’s Avonds mag hij gerust en in vrede gaan slapen. Gods beloften worden heerlijk vervuld. Wat voor de mens dwaasheid is, is wijsheid bij God. Zo heeft Elia het goed gehad bij die beek Krith.
Psalm 16. De Heere onderhoudt Zijn lot. Waar halen die raven het brood en vlees vandaan? We weten het niet. Het is een eindje vliegen maar misschien roven ze het wel weg uit de keuken van Achab. Zo kunnen we met de Heere overal zijn. Dan wordt zelfs een periode van afzondering, een ziekbed, een gezegende tijd. Het is goed verdrukt te zijn geweest. Hij moest het elke dag verwachten. Genoeg voor de dag. Afwachten, verwachten.
Leven bij de dag uit de hand van de Heere. Kent u dat? We houden zo van voorraden om iets achter de hand te nemen? De Heere ontneemt Zijn kinderen alles bij tijden om ze het te leren. De Heere geeft niet vooruit. Dat zou niet goed zijn. Elia is een man van gelijke beweging als wij. Dat geldt voor het tijdelijke en geestelijke ervaringen. De Heere laat het niet toe om op geestelijke ervaringen te teren en uit te leven. Dan zou je niet komen met je ziel. Wat is het een grote les dat afhankelijke en aanhankelijke leven.
Wat een grote trouw. O wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker niet op zand gebouwd. Elia heeft het moeten leren. Dat moeten we allemaal leren. Dat zijn wijze lessen. Dan ten slotte gemeente, dan is Elia ook een type van Christus. Zo zal Christus ook drinken uit de beek. Het wijst op het zwerven op de aarde. Hij dronk uit de beker van Gods toorn. Hij is Zelf in dat oordeel van God geweest. Volkomen voldaan aan het recht van God. Aan het kruis Zichzelf gegeven als een volkomen verzoening.
De Heere laat Zijn kinderen niet omkomen en laat ze uit die heilsfontein drinken. In Hem heeft een zondaar alles wat je voor de tijd en eeuwigheid nodig hebt. Wat is het een gezegend leven voor rekening te liggen van Christus die volkomen voor mij heeft betaald. Die gang van Elia naar de beek Krith was een gezegende weg omdat hij de Heere alleen over mocht houden. Gezegende gang om de Heere en Zijn Woord alleen over te houden.
Mag ik u vragen: waar woont u? In Samaria waar die Achab woonde? Die eigenwillige godsdienst. De dingen te doen zonder de Heere. Dan ligt u nog onder het oordeel. Geen regen en geen dauw. Haast u dan toch, haast je dan toch om uws levenswil. Smeek God toch om de wateren van Zijn Geest, hang aan Zijn Woord dat nog klinkt, tenzij dan naar Mijn Woord. Dat Woord alleen kan het anders maken in uw leven.
Of gemeente mag u wonen aan de beek Krith. Nee, voor het vlees niet aangenaam. Toch ziende op de Heere en Zijn trouw is het goed wonen. Daar is de Heere ook. Daar spreekt Hij tot de ellendige en spreekt Hij tot hun ziel. En Hij zal hun hoop niet beschamen. Ook anno 2021 niet. Want de God van Elia die leeft nog.
Amen.
Zondag 29 augustus 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. W.M. van der Linden – Schriftlezing 1 Koningen 17 vers 1-16