In het zesde gebod gaat het niet alleen om het daadwerkelijk doden van iemand (of het beëindigen van je eigen leven). De catechismus legt in navolging van de Schrift de vinger bij de diepte (en wortel) van dit gebod: het heeft ook betrekking op haat, afgunst, wrok, boosheid. God wil dat wij de naaste uitnemender achter dan onszelf. We dienen de naaste met vriendelijkheid, goedheid, barmhartigheid te bejegenen. Christus heeft als beelddrager van Gods liefde zo geleefd. Aan het kruis vergaf Hij een moordenaar en bad Hij voor zijn vijanden.
De diepte van het zesde gebod
Bij een meertje kijk je wel eens door het water heen en zie je de bodem. Dan is het niet diep. Of in Italië, dan zie je niet hoe diep het is. Tientallen, honderden meters diep. Daar moest ik aan denken bij dit gebod. Dit is een diep gebod.
Eerst over doden. Gaat het om doden zonder meer? Je mag geen dier, mens doden? Als dat zo zou zijn, dan de vraag, hoe zit het met de offerdienst? En met Achan, die dat kleed met goud en zilver meenam, hij werd gestenigd. Gaat dat tegen dit gebod in? Je kan dat denken. Toch is dat niet zo. Het Hebreeuwse woord voor doden heeft te maken met onrechtmatig doden. Oneerlijk, onwettig doden. Doden dat niet naar de wet van God is.
Vrij snel kom je dat in de Bijbel tegen. Abels offer werd wel aanvaard. Kaïn valt zijn broer aan en doodt hem. Helaas zijn zulke drama’s geen verleden tijd. Conflict, iemand wordt vermoord. Liquidaties. Regelmatig lees je dat in het nieuws. Lustmoord, roofmoord, huurmoord. God zegt: dat mag niet. U mag het recht niet in eigen hand nemen.
Dat niet alleen. Zelfs als iemand per ongeluk een ander doodde, was hij schuldig. Twee mensen gaan houthakken. IJzer schiet van de bijbel. De ander wordt dodelijk getroffen. De ander is schuldig. Die straf is niet onontkoombaar. God gaf zes vrijsteden (Golan, Sichem o.a.). Diegene was daar veilig. Als de hogepriester stierf, was degene weer vrij. Een genadige maatregel die laat ook zien hoe hoog God het op nam.
En als het dan legaal is om abortus te plegen? En euthanasie? Het gaat niet om de wetten van de overheid in de eerste plaats. Het gaat niet om het recht van de overheid. Maar de wet van God. Die zuiver is en goed. God de bron van het leven. God gaat voor het leven. De dood komt om de hoek als straf. Dood wordt niet verheerlijkt. Maar is een vloek, een oordeel over het leven. Goed om daar notie van te nemen. De dood is geen uitkomst. Geen consequentie van voltooid leven. De dood hoort niet bij het leven. De dood is vloek. Dat oordeel is alleen aan de Heere. Speel niet voor eigen rechter. God zegt dat tegen Israël en ons.
En dat geldt ook voor je eigen leven. Heel tragisch is dat. Vreselijk als je dat meemaakt. Zoveel vragen. Achterblijven. Spoor van verdriet. Eenzaamheid en wanhoop ging eraan voor af. Het zesde gebod is dus ook aanleiding om hulp te zoeken. Is de dood niet beter? Hulp zoeken! Kom in actie als je signalen ziet bij je kind. Dingen die je ziet maar niet wilt geloven?! Wijs de ander op de hulp. Wees er voor die ander. Sta er naast. Mobiliseer mensen om die ander heen. Bescherm de ander tegen zichzelf. En tegelijkertijd, als je het wel eens gehoord hebt van iemand, zoek hulp, wees er voor die ander, maar je kunt de ander niet altijd tegen zichzelf beschermen. Je kunt ook niet de volle verantwoordelijkheid dragen.
Je kunt denken vanavond; ja dit alles staat ver van me af. Ik leid een goed leven. Wat heeft dit gebod me te zeggen? Wij staan bij een meer waarvan je niet in een oogopslag ziet hoe diep het is.
Kijk eens mee naar Genesis 4. Kaïn en Abel offeren allebei. Waarom neemt God dat offer van Kaïn niet aan? Het staat er niet met veel woorden. Abel offert echter het vet – het beste. Het eerstgeborene. Het beste. Daarin merk je de gezindheid van Abel. Hoe is dat bij u, als je bidt en geeft?! Kaïn merkt het. Er gebeurt iets bij hem. Hij is boos. En laat zijn hoofd zakken. Een lang gezicht. Van binnen borrelt er van alles. De daad is er nog niet. De plannen zijn er wel. Kaïn kan zich niet meer laten corrigeren. Er gaat dus iets aan vooraf.
De catechismus legt er ook de vinger bij: afgunst, toorn, haat. Dat is de wortel. Je merkt dat ook bij David. Niet als hij Uria voorin de strijd laat zetten. Nee. Het begint op het dak. Daders worden ergens door gedreven. Geld, lust, macht, haat, afgunst. Dat alles brengt tot de daad. Uit het hart komen kwaadaardige overwegingen, zegt Jezus. Wat leeft er in uw hart? Een collega waar je je aan irriteert. Hij ligt altijd dwars. Ineens die gedachte: ik wou dat die er niet meer was. Of iemand die je heeft gekwetst. Als ik die voor mijn wielen krijg, sta ik niet voor mezelf in…?!
Als je je boos voelt, wil je gaan slaan en schoppen, toch hè, kinderen? Ik krijg je nog wel. Of, ik haat je! Waar komt dat vandaan? Er zijn jongeren die krijgen dat op de app. Wordt er zomaar in geslingerd. Wat komt er niet al uit het hart?! Wat dat betreft nadenken voordat je mailt, appt, schrijft. Mensen die dichtbij staan, kunnen je diep raken. Ik zou je eens mores leren… Laat onze houding niet zien wat er leeft in je hart? Van jou distantieer ik me. Zeg niks tegen me. Als iemand het probeert, geef je gewenste antwoorden. Als blikken konden doden…
Gemeente, ook die wortel (afgunst, haat, ruzie), dat verbiedt God. Antwoord 105: God eist dat ik de naaste niet in zijn eer aantast. Jezus zegt scherp: wie ten onrechte boos is, is schuldig. En wie dwaas zegt, gaat naar de hel. Wat stelt dat voor, dwaas, zeggen wij? Dan ga je naar de hel, zegt Jezus. Zie en voel je wat een ongekende diepte dit gebod heeft. Dat komt toch binnen. Niet?
Hoe komt het dat de Heere het zo hoog op neemt? Kijk naar het verbond met Noach. Een ondergrond van het genadeverbond. Mens is beelddrager. Mens was beelddrager? Was toch? Nee. Is. De zondeval is geweest. God blijft de mens zien als beelddrager. Al is het beeld zwaar beschadigd. Mensen zijn kandidaten om God te loven. Gods eer vertolken. Dat is Gods bedoeling met jou. Zo hoog kijkt God tegen je aan. Beelddrager bent. Dat je gericht bent op Hem. Dat je Hem eert, kent, liefhebt. En dus ook de naaste. God heeft met die ander voor dat het een beelddrager zou zijn. Daarom zuinig zijn op het leven van een ander en van jezelf. Een ander onderuit halen, is een beelddrager aantasten. Dat roept om straf en dood! Hoe denkt u er over vanavond? Waar blijven wij eigenlijk?
Kijk vanavond eens naar de Heere Jezus. In Hem licht het beeld van God maximaal op. Hij gaf Gods liefde handen en voeten. Hem brachten ze voor de rechter. Pilatus zegt: ik vind geen schuld in Hem. Hij hangt aan het vloekhout. Spotwoorden gaan over Golgotha. Pijlen op Hem. Hier en daar. Dwars daar doorheen klinkt de stem, van die man ernaast. Een moordenaar. Hij zegt tegen z’n maat: wij verdienen straf maar Hij heeft niets onbehoorlijks gedaan. Luister naar het gebed. Denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk bent. Tussen die moordende stemmen deze tegenstem. Een gebed. En Jezus zegt, heden met Mij in het paradijs. Hoe is het toch mogelijk? Omdat Jezus de zuivere is en de gekruisigde. Hij sterft aan het vloekhout. De hogepriester sterft. Daarmee zwaait de deur van de vrijstad open. Sterker nog, Christus bloed, daarom ken zondaars in het paradijs. U met uw woede en bitterheid, met vijandschap en wrok. Jij met je jaloerse gedachten. Je zet die ander zo weg. Keihard. Hoor, dit is een woord ten leven. Dankzij Christus ga je niet ten onder, maar kom je het te boven. Hij gaat er de dood voor in. Schaam jij je? Wat ben ik er toch vaak voor een?! Schuil weg bij Jezus. Op de knieën. Heere, denk aan mij. Een moordenaarsgebed, ook voor jou. Denk aan mij! Om zo te ontdekken, dat Hij dat in Zijn goedgunstigheid wegneemt en vergeeft. Wat? Mijn ongerechtigheid en zonden? Ja! Hij wist het uit met Zijn kostbaar bloed. Wat een wonder hè. Helemaal verbeurd. Maar nu verzoend. Heden! Het paradijs. Hoor ik dat goed? Ja dat hoort u goed. Dan blijf je niet dezelfde. Dan word je veranderd. Niet in wat ik niet moet doen, maar ook in wat ik wel moet doen.
Gebod
Dat brengt ons bij het tweede: het gebod. De catechismus zegt dit in antwoord 107. De naaste lief te hebben als onszelf. Woorden die weggelopen zijn uit Galaten 5. Paulus heeft gezegd: je wordt niet zalig door de wet. Christus maakt zalig en vrij. Die vrijheid moet er niet toe leiden dat je je bezighoudt met werken van het vlees. Paulus wordt concreet. Allemaal dingen die te maken hebben met het zesde gebod (vers 20). Zo moet je je vrijheid niet invullen. Dat zijn werken van het vlees.
Hoe dan wel Paulus? Vers 15: heb uw naaste lief als uzelf. Een ader in de Schrift. Jezus zei dat ook al – als grootste gebod. Als Jezus dat zegt, is Hij ook niet de eerste die dat zegt. Leviticus 19. Heel bijzonder vind ik dat: eerst wat het niet moet zijn, en daarna wel. Geen wrok koesteren. Heb uw naaste lief. Eerst wat niet, dan wel. Catechismus ook.
Hoe pak je dat aan? Moet je dan niet meer boos worden en geen tegengas geven? Nee. Het begint met iets anders. Vers 16: wandel door de Geest. Het begint daarmee. In vers 25 nog een keer. Wanneer wandel je door de Geest? Als je met je zonden terechtgekomen bent bij het kruis. Als je je zonden hebt beleden. Als je vertrouwt op Hem. Dan leef je niet zelf meer. Maar Christus in jou. Daar hadden we het van de week op catechisatie over: als je je eigen cv inlevert: onvoldoende gekwalificeerd. De cv van Jezus Christus is voldoende. Als je door geloof verbonden bent, is Hij je identiteit. God ziet je in Hem aan.
Door die geloofsverbondenheid komt er vrucht. Je wilt en het spoor van de wet gaan. Je krijgt je naaste lief. De vrucht van de liefde bloeit dan op. Antwoord 107 en Galaten 5. Geduld (Lankmoedigheid: taai geduld). Uithouden en volhouden. Geduldig met die schoondochter die altijd buiten de lijntjes kleurt. Altijd afwezig en contact mijden. Geduldig met klasgenoot. Het botst voortdurend. Hij belooft van alles maar levert altijd te laat in. De buren die je altijd dwars zitten. Geduld dat het geduld van God weerspiegelt! Wij die God negeren. Jezus – geduld met de discipelen. Zij hadden een beeld van de Messias in hun hoofd. Wat had Jezus geduld met Farizeeërs en Schriftgeleerden.
Je leert ook vrede zoeken. Gaafheid. De dingen worden uitgepraat en goed gemaakt. Je legt je niet neer bij geen contact. Niet: eerst moet hij komen? Hij heeft dit en dat gedaan. Hij moet eerst? Vrede zoeken is zelf door de knieën gaan. Je hand uitsteken. Dat is ook gefocust zijn op wat verbind. Ook in de gemeente. Daarop voortborduren in de gesprekken. Die verbinding bevorderen.
Zachtmoedigheid. Mild in je oordeel. Je niet laten leiden door vooroordelen. Vertrouwen en liefde geven aan de ander. Dat je het waagt met de ander. Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben, zegt Jezus. De ander voor laten gaan. Waardering op brengen.
Barmhartigheid. Hart hebben voor de ander. Voor de ander zorgen en helpen. Wie heeft uw hulp nodig? Hoe kunt u die ander bemoedigen? Je hart laten spreken voor de ander. Helpen dat het aansluit bij wat die ander nodig heeft. In gesprekken zeggen mensen zo snel, ik begrijp je wel. Maar is dat zo? Snap je de ander? Barmhartigheid dus! Werkelijk bewogen zijn om de ander. Ook om het geestelijk leven. Niets liever wensen dan dat de ander Jezus kent. Heb je zo wel eens gebeden voor klasgenoot, familielid, collega? Jezus zag Zijn volksgenoten aan en was toen met innerlijke ontferming bewogen.
Vriendelijkheid. Heeft te maken met de woorden die je spreekt. Niet alleen tegen mensen waar je een klik mee hebt. Ook mensen met wie je minder overeenkomsten hebt. Met hem/haar heb ik niet zoveel? Dat zeggen we wel eens. Positieve woorden spreken. Iemand echt helpen. Niet je er snel van af maken. Maar gul, zonder voorbehoud. Vriendelijk, zonder voorbehoud. Ik denk aan Jezus. Die vrouw uit Sichar was echt niet zo vriendelijk. Hoe durft U drinken aan mij te vragen, U die een jood bent?! Jezus kapt het gesprek niet af. Jezus’ vriendelijkheid richting de kinderen. De discipelen hielden hen tegen.
Ziet u hoe het leven open bloeit? Het kan ook zijn dat het irriteert vanavond. Het klinkt vroom? Maar u moest eens weten, dat onrecht wat me is aangedaan? We hebben echt mot. Begrijp me goed: niet alles wegstoppen. Wel open gooien, bespreekbaar maken. Barmhartigheid, vriendelijkheid, vrede. Soms beter een nachtje over slapen? Eerst maar even rustig worden. Gesprek aangaan. Ik weet wel, we ruimen niet alles op. Je zou het graag willen. Je probeert het, maar het lukt niet. Niet het recht niet opeisen, maar recht te ontvangen. Om je in je recht te laten zetten, om het te verwachten van God! Daar gaat het wel om.
Trouwens, het is goed om in de gaten te houden, dat ons ik nogal opgeblazen wordt. We kunnen zomaar veel medelijden krijgen met onszelf. Wat is mij wel niet aangedaan… De ander uitnemender achten. Merkt u, vanavond, we zitten in een ongekende diepte. Het vraagt zelfs om je naaste te zegenen voor je vijanden te bidden. Let er dan op, in die diepte, het kruis staat er, in die diepte! Daar hangt de onschuldige. Waarom? Om vijanden met God te verzoenen. Moet je luisteren! Christus bidt! Hij bidt het voor. Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.
Amen.
(Psalm 133 vers 2 en 3 na de preek)
Hervormde Gemeente Hardinxveld-Giessendam, zondag 31 oktober 2021, 18:00 uur. Schriftlezing Genesis 4:1-16 en Galaten 5:13-26.