Jezus werd begraven opdat de Schriften vervuld werden. Door Jozef van Arimathea werd Hij in een linnen doek gewikkeld – als Hogepriester op de Grote Verzoendag. Jozef wordt door God ingeschakeld als begrafenisondernemer, zo wil Hij ook ons gebruiken in Zijn dienst. De dood is een aangrijpende realiteit – niet gewild door de Schepper, maar door onze zonden in de wereld gekomen. Laten we dat toch niet verdoezelen. Maar ook vasthouden aan de hoop: Jezus heeft de dood verslonden tot overwinning. Zo is de dood nu voor Zijn kinderen een tunneltje naar het eeuwige leven.

De begrafenis van de Heere Jezus

  1. Wie regelt Zijn begrafenis?
  2. Wat betekent Zijn begrafenis?

Gemeente, wat is het een verdrietig gebeuren als iemand begraven wordt. Eerst al het bericht dat iemand overleden is. Dan breekt de dag van de begrafenis aan. Lichaam te zien, dan sta je bij de kist. En je denkt: het is toch anders. De geest is eruit. Als je dan een ogenblik later achter de kist aanloopt, naar de laatste rustplaats, ja dan is dat een droevig moment. Aangrijpend als je de kist de aarde ziet ingaan. Even sta je daar dan nog. Je werpt nog een blik in de diepte. En dan, dan dringt het door: ik kan hier niet blijven. Nu is het definitief. Nu moet ik weg. Hem, haar hier achterlaten. Pijnlijk. Ja, grote krachtige mensen die zoveel betekenis hadden, die liefde gaven, van wie je hield, het is verleden tijd.

Vanavond zijn wij getuige van de begrafenis van de Heere Jezus. Wat een wonderen deed Hij! We zijn samen door Markus 1 heengekropen – we denken aan die schoonmoeder van Simon. Of die melaatse die genezen werd. Of die man met de onreine geest – hij werd bevrijd. Jezus, krachtig in woorden en werken. De Zoon van God! Dit is het begin van het evangelie, schrijft Markus allereerst. Van Jezus Christus.

Welnu, déze Jezus is gestorven. Hij is er niet meer. De Zoon van God. En hoe dan verder? Nou, dan stap Jozef van Arimathea naar voren. Hij gaat naar Pilatus om het lichaam te vragen. Van Arimathea werd hij genoemd (er waren veel mannen die Jozef heetten). Men wist nu precies over wie het ging. Arimathea een plaats 40 kilometer ten noordwesten van Jeruzalem. Ramathaim-Sofim in het Oude Testament. Daar kwam Samuël vandaan. Deze Jozef was een welgestelde man. Een voorname man die in de joodse raad zitting had. Ook een vrome man. Hij zag uit naar het koninkrijk van God – hij was daarmee bezig. Het raakte hem. Johannes vertelt dat hij een discipel, leerling was van Jezus.

Hoe zat dat precies? Was hij schuchter? Hij hoorde ze in de raad wel praten over Jezus. Beetje op de achtergrond, niet te veel zeggen? Zo wordt het vaak uitgelegd. Er zijn veel meer discipelen uit die brede kring die we nauwelijks kennen.

Hij wordt nu naar voren geschoven. Hij gaat naar Pilatus. Dat is heel wat. Vanmorgen was Pilatus vroeg uit z’n bed getrommeld. Jozef vraagt om het lichaam. Als je dat deed, dan associeerde je met de geëxecuteerde. Die Man, daar heb ik een band mee. Kan hij nog wel langer zitting hebben in de joodse raad? En toch gaat hij!

Voor Pilatus is dat een merkwaardige situatie geweest. Nu is er een lid van de joodse raad die om het lichaam vraagt. Pilatus verwondert zich. Kruiselingen konden zomaar een dag hangen – het is nog vroeg. Nog maar een paar uur geleden werd Hij opgehangen. De hoofdman bevestigt het: ja, Hij is gestorven.

Jozef krijgt toestemming. Vlug gaat hij terug naar Golgotha. Ze halen het lichaam van het kruis. Misschien geholpen door knechten of Nicodemus. Ze verzorgen ze het lichaam. Balsemen. Honderd pond aloë. De liefde spat ervan af! En dan wikkelen ze Hem in linnen doeken. Daar moet u eens even over nadenken. Zal vaker gebeurd zijn dat een lichaam in doeken gewikkeld werd. Het is bijzonder. Jezus in linnen. Waarom is dat bijzonder? Herinnert u het zich nog, van een paar weken geleden, we waren bij Pilatus in huis. Ze ontdeden Jezus van Zijn priesterkleed. Ze maakten een spotkoning van Hem. Ze kleden Hem weer aan, daarna, toen ging het naar Golgotha. Ontkleed hing Hij daar. Gedobbeld werd er over Zijn kleding.

En nu is Hij gestorven. En nu wordt Hij gewikkeld in linnen. Linnen. Dat droeg een leviet, een priester. Vooral ook een hogepriester. Misschien heb je wel eens een plaatje gezien van het kleed van de hogepriester. Prachtig, blauw, een muts, en daarop: de heiligheid van de Heere. Ja, maar, op grote verzoendag droeg hij een ander kleed. Een eenvoudig, wit, linnen kleed. De hogepriester ging dan in een wit linnen kleed het heilige der heilige in. En nu op deze dag, de grote verzoendag wordt vervuld, nu Hij een offer tegelijk is, nu wordt Hij in linnen gewikkeld. Vindt u dat niet treffend?!

En als Hij in dat linnen gewikkeld is, gaan ze weg van Golgotha. Jozef weet precies waar hij naar toe wil. Hij heeft een eigen graf. Ook zoiets wonderlijks. Iemand zei eens: dominee, ik weet al op welk plaatsje ik kom te liggen. Jozef wist dat ook. Hij had een eigen graf, een nieuw graf. Hij had zijn voorbereidingen al getroffen. En daar op dat plekje wil hij Jezus hebben. In zijn eigen tuin. Voorzichtig legt hij het lichaam van Jezus daarin.

Waarom doet Jozef dit? Het is niet niks. Moedig is hij! Populair maakt hij zich er niet mee. Ja, dit is de liefde voor de Heere Jezus. Calvijn wijst erop dat Gods hand in deze dienaar aanwezig. En Matthew Henry sluit daarbij aan: het gaat om Gods voorzienigheid. De Heere zelf treedt hier op! Hij wil dat Zijn Zoon begraven wordt, Zijn Zoon zó begraven wordt. Waarom wil de Heere dat?

Omdat de Schriften vervuld moeten worden. Welke schriften? Allereerst de Thora. Jezus heeft die gehouden tot in detail, de wet vervuld. Maar ook in Zijn sterven moet de wet vervuld worden. Wat zegt die wet dan? We lazen Deuteronomium 21. Iemand die de doodstraf heeft ontvangen, iemand die hangt aan het hout, is een vervloekte. Die mag niet hangen in de nacht. Waarom? Hij is een vervloekte, dat maakt toch niet zoveel uit? Ja, dat maakt voor God wel uit. Het is niet zo dat iemand een vervloekte is en dat het niet zoveel uitmaakt hoe je met zo’n lichaam omgaat. Laten hangen of begraven? Nee, er zijn regels voor. Het is dan wel een vervloekte, dat mag best zichtbaar worden voor het volk (een misdadiger hangt aan een paal), maar niet langer dan nodig is. Anders komt de vloek over het volk. Niet de dood moet heersen over het volk, maar het leven. Anders heerst de dood. Israël is een land van zegen en leven. Daarom een kruiseling op tijd begraven.

Zo gaat het met Jezus. Hij hangt daar tussen de misdadigers. Jezus, Hij is een vervloekte omdat Hij de vloek op zich heeft genomen. Hij, die geen zonde heeft gedaan, is tot zonde geworden opdat wij zouden zijn rechtvaardig voor God. Zo wordt Hij nu behandeld – als een vervloekte. Hij mag niet tot de nacht aan het kruis blijven hangen. Voor de nacht moet Hij begraven worden. Opdat we Schrift en wet vervuld worden.

Ik denk ook aan de profeten. Jesaja heeft veel gezongen. Een treffend lied over de Lijdende Knecht. Als een schaap is Hij naar het gericht gebracht. De Knecht is afgesneden van het land der levenden. Zijn graf bij de goddelozen gesteld. Gedacht dat het lichaam bij de misdadigers in een kuil gestopt. Zomaar ergens. Nee. Hij is bij de rijke in zijn dood geweest. Jozef wordt ingeschakeld door God zelf. Op zo’n manier dat het straks Pasen kan worden! Ja, zo dat er op Pasen geen misverstand over ontstaat. De vrouwen zien het – zij zijn erbij. Ze moeten hier zijn, op deze plaats. Als straks de steen aan de kant van het graf ligt, dan is er geen misverstand. Die steen lag voor de ingang. Hij wás hier wel! Wonderlijk, gemeente, hoe de Heere werkt in deze begrafenis. Hoe deze Jozef door God gebruikt wordt! Ja, zo schuift de Heere ook vandaag onverwacht mensen naar voren. Hier, nu. Hij geeft vrijmoedigheid. Dat de liefde royaal voor Hem gaat spreken. Dat mensen de nodige offers brengen. Hij past dat geheel in Zijn plan. Om Zijn Woord te vervullen en Koninkrijk te bouwen. Bid jij daar wel eens om? En u? Of u in dienst genomen mag worden? Heere, hier ben ik! U wil ik dienen. Wijst U maar de weg. U weet wanneer ik van dienst kan zijn. Wijs mij de richting, werk in mij en door mij heen. Jozef wordt in dienst genomen als begrafenisondernemer voor de begrafenis van de Heere Jezus. Dat komt als eerste naar ons toe vanavond.

Er is hoop en verwachting

Er is nog meer, want, wat gebeurt hier precies? Wat betekent dit? Kijk nog eens even in de graftuin. Zojuist het lichaam erin gelegd. Uit alle macht die steen op de juiste plaats gerold. En dan verstommen de stemmen. Dan wordt het stil in de hof. Zoals dat ook op een begraafplaats wel gebeurd. Er kunnen veel mensen zijn, maar er komt een moment dat die mensen weg zijn. Stil. Doodse stilte. Jezus is begraven. Jezus is begraven.

Dat wil zeggen, hebben we beleden: Hij is werkelijk gestorven. Hij ís er niet meer. De Zoon van God zou zomaar in dat rijtje kunnen staan in dat rijtje uit Genesis 5. Dat boek van de geslachten van Adam. Iedere keer de doodsklok: en hij stierf, en hij stierf, en hij stierf. Adam. En hij stierf. Seth. En hij stierf. Enos. En hij stierf. De Zoon van God. En Hij stierf. Waarom komen we het rijtje tegen in Genesis 5? Omdat het het rijtje van Adam is. Hij werd ongehoorzaam. Dood en verderf zijn de wereld binnengekomen. De dood is er vanwege onze ongehoorzaamheid, opstandigheid (in Adam). Sta je daar wel eens bij stil? Staat u daar wel eens bij stil, als u op de begraafplaats komt? Als er een dode wordt uitgedragen: dit is vanwege Adam, omdat we eigen wegen hebben gekozen. De dood is door de Schepper niet bedoeld! Maar is gekomen door Adam. En in Adam door uw en mijn opstandigheid.

Wat betekent dat voor een begrafenis? Wat betekent dat voor hoe je aankijkt tegen de dood? In onze wereld wordt de dood verdrongen. Niet teveel bezig met een begrafenis. Of zo luchtig mogelijk te maken. Als ik mij niet vergis, oefent dat ook invloed uit op christenen. Is er ruimte voor ernstige tonen, dat de dood er is vanwege de zonden? Dat de dood ook daarom diep tragisch is? De dood drukt ons met de neus op de feiten: hoe het zit tussen God en ons van huis uit. Ik vraag me van tijd tot tijd af, waarom het woordje rouw zo weinig gebruikt wordt. Uitvaartdienst, afscheidsdienst, dankdienst. Waarom niet woordje ‘rouw’? Begrijpen niet waar we het over hebben? Is het ouderwets? Begrijp me niet, ik vertel niet welke vorm er wel en niet bij hoort. Staan we er nog bij stil, dat als de doodsklok luidt, dat dat is vanwege onze zonden? Goed om de vraag te stellen: wat is passend, wat zegt het over de woorden die je kiest en gebruiken?

Jezus wordt begraven. Die begrafenis van Jezus is indrukwekkend, juist omdat het zo beschamend is. Die steen op het graf hangt samen met de dichte deur van het Paradijs. Ik word daar klein van. Dat is niet van lang geleden, van uit de kinderbijbel. Nee, van hier en nu. Wat gaat er veel mis. In het groot, maar ook in mijn leven. Ik, vol van mijn leven, ik vol van dit leven. Jezus begraven. Als je dat ziet gebeuren, is dat om door de grond te zakken. Wat hebben we ervan gemaakt?! Hij de volmaakte, Hij die zich niet liet tackelen door de boze. Hij werd gehangen aan het vloekhout. Hij ligt in het graf. Zo moest het…

Maar gemeente, als Hij in het graf ligt, is er ook hoop en verwachting. Hij is in staat om de dood op te ruimen. Af te rekenen. Als er Eén in staat is om het leven terug te brengen, dan Christus wel! Als ik naar mezelf kijk, denk ik: dit moet wel slecht aflopen. Maar Hij ligt achter die steen. Echt waar, Hij is begraven. Hij ligt er een lange sabbath, om te rusten. Om even na de sabbath op te staan. Het leven aan het licht te brengen.

Deze begrafenis roept ons toe dat Hij alle stappen van de vernedering doorloopt en toe is aan de verhoging. Dat geeft hoop. Voor u en jou. Hoezo? Nou, dan neem ik u mee naar het doopvont. Waar het water druppelt over het hoofd van een kind. Denk eens even terug aan uw eigen leven – dat moment toen u gedoopt werd. Velen zullen dat niet meer weten, omdat ze gewoonweg te klein waren om dat te kunnen weten. Hij liet het water over je voorhoofd druppelen. Een paar druppels maar. Maar goed beschouwd is dopen intenser. In de Vroege Kerk moest je drie treden naar beneden, dan kopje onder en weer boven komen. Sterven en opstaan. Dat is dopen. Precies zoals Paulus schrijft in Romeinen 6: wij zijn begraven met Hem in de doop. En met Hem leven! Dat maakt de Heere duidelijk in het doopwater. Dat belooft de Heere aan een klein kindje. Aan u, jou. Dat je met Hem mag sterven. Met Hem mag sterven aan die zondige patronen in je leven. Maar ook met Hem mag opstaan tot een nieuw leven!

Toen Jezus het graf in ging, nam Hij de Zijnen daarin mee. Toen ging iedereen die bij Hem hoort, het graf in. Toen ging alles van ons (wat we zo geweldig vinden) het graf in. Maar toen het Pasen werd en Christus opstond, stonden al de Zijnen ook op. Je mag zeggen: Hij leeft en ik leef met Hem. En precies daar zet de doop een stempel op.

Hoe krijg je daar dan deel aan, zeg je? Door het geloof. Dan mag je weten: in mijn plaats is Hij gestorven, begraven. Hij heeft de vloek gedragen voor mij. Het geloof is cruciaal. Daarom vraag ik het je vanavond: heb je dat geloof, dat vertrouwen op Jezus? Heb je een band met Hem? U zegt, nou een band met Jezus, dat zijn grote woorden? Kijk nog eens even naar het graf. Achter die steen ligt Hij. Moet u eens kijken hoeveel de Heere voor ons over heeft. Die steen voor het graf verkondigt dat God alles gegeven heeft in Zijn Zoon om de vrede tot stand te brengen. Ik wil jou erin laten delen, zegt Hij vanavond. Laat Mij Heere zijn. Geef je gewonnen. Geef de touwtjes van je leven in Mijn handen.

Terug naar je doop! Aan die belofte mag je je vastklemmen. Dat laat de Heere telkens horen, dat beloven van God. Heere, ik kom die belofte bij U inwisselen. Maak het waar in mijn leven. U hebt het gezegd! Ja, dat is misschien op hoop, tegen hoop. Omdat je er zo weinig van beleeft. Zo zitten er vanavond mensen hier die denken: ik ervaar, voel er weinig van. Ja en dan toch omhoog zien, je vastklemmen aan de belofte. Je vastklemmen aan de Heere Jezus. Kijkend naar Hem die het graf is ingegaan. Je vastklemmen aan die belofte, dan bloeit zomaar het geloof open (door de kracht van de Geest).

In het geloof merk je dat het sterven en opstaan is. Steeds sterven. Dat is pijnlijk. Steeds ontdek je: het gaat mis. Die boezemzonde. Het nalaten van het eren van de Heere. Dat ijdele en zinloze gepraat. Ik dacht dat het beter zou gaan?! Maar het lijkt wel alsof het steeds erger wordt. Het lijkt wel alsof ik meer zonden doe, minder op de rit heb. Dat is sterven aan jezelf. Dan laat de Heere zien waar het mis zit. Dan kun je niet rustig doorgaan, dan heb je de genade steeds meer nodig. Leunen op Hem en op Zijn Woord. Maar dan ook maar leunen op dat Woord en achter Hem aankomen, in Zijn kracht. Leven van Zijn genade. Dan brengt de Heere dat leven tot stand. Hij verandert je. Hij richt je op Hem. Hij maakt je vol van Zijn liefde en genade. En het krijgt gestalte in je leven – met vallen en opstaan. Geduld, vriendelijkheid, vertrouwen, zelfbeheersing: dat is het nieuwe leven. Nee, het is niet zo dat je de zonde onder de knie krijgt in dit leven. Sterven aan jezelf is een levenslang proces. Ja, dat is tot je laatste snik.

En daarom, wat betekent die begrafenis als er aan mijn aardse leven een einde komt? Met Zijn begrafenis geeft Jezus ons ook een voorbeeld. Vandaag de dag laten veel mensen zich cremeren. Ook christenen doen dat. Of resomeren, oplossen in water. Jezus wordt begraven. Daarmee geeft Hij ons Zijn voorbeeld. Het is best goed om daar voor uzelf over na te denken. Voor uzelf op te schrijven. Dat er geen vragen meer zijn voor degenen die achterblijven. We praten er soms over, maar schuiven het dan weer voor ons uit. Schrijf het eens op, voor de volgende generatie, voor de mensen om je heen. Steeds meer mensen haken af, weten je kinderen en kleinkinderen het, hoe je het wilt. Jozef had ook voorbereiding getroffen. Gemeente, denk erover na. Schrijf het eens op. En mag het dan ook een stukje getuigenis zijn. De Meester is begraven en daarom wil ik ook begraven worden. Zoals Hij begraven is, zo ook ik. Zo mag ik ook met Hem opstaan, straks in volmaaktheid.

Als er aan mijn aardse leven een eind komt en ik geloof in Jezus, dan is de dood zijn prikkel kwijt. Kan veel angst en pijn zijn. Hoe zal het zijn? Sterven? En toch, de dood is zijn prikkel kwijt. Het is een tunneltje naar het eeuwige leven. Iemand heeft gezegd: wie sterft voordat hij sterft, sterft niet meer als hij sterft. In het geloof mag ik Hem tegemoet gaan. De Koning zien in Zijn schoonheid. Hem aanbidden en liefhebben. Dan gaat mijn aardse lichaam de grond in. Pijnlijk. En schrijnend. Toch is er meer. Laatst had ik erover met een echtpaar, een leeftijdsgenoot was overleden, wat doet dat met jullie? Ze vertelden hoe dichtbij dat komt. Maar zeiden ze, we zeggen nogal eens tegen elkaar: we zien hogerop. Er is uitzicht. Ja gemeente, zo mag de christen verder zien. Dan sta je op het graf, dan is de situatie schrijnend. Wat was is definitief voorbij. Maar dan valt het licht van Pasen erover heen. Hij is begraven én opgestaan. En deze Christus komt terug. Als Hij terugkomt, wekt Hij tot leven. Dan gaan de graven open. Luther zegt dan zo mooi: dan wordt er op mijn graf geklopt. Martinus, kom! Dan ga ik Hem tegemoet. Dát is het uitzicht wat onze Christus geeft. Zo maakt de Heere het waar door Zelf de dood in te gaan: ‘Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geven.’ Amen.

Hervormde Gemeente Hardinxveld, vrijdag 19 april 2019 (Goede Vrijdag), Deuteronomium 21: 22-23, Jesaja 53: 4-9, Markus 15: 37-47.