In Getsemané zien we Jezus in gebed. Zelfs als het lijden voor de deur staat, slaat Hij het gebed niet over. Zijn gebed is een voorbeeld: hoewel Hij zijn wensen uit, geeft Hij zich over aan de wil van Zijn Vader. Er is sprake van overgave en vertrouwen. Jezus wordt gesterkt door een engel – zo zwaar was het lijden voor Hem. God verhoort dit gebed niet, maar laat wel weten dát Hij het hoort. Dat een engel Jezus komt versterken, laat iets van Jezus’ vernedering zien: zo diep moest Hij gaan om verloren zondaren te redden. Na Zijn gebed staat Jezus op, daarin klinkt de Paasjubel. Hij zal dood, graf en zonde overwinnen. En thans is Hij gezeten in de troon om voor Zijn volk te bidden.

‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte.’ – Lukas 22:42-43

Gemeente, is het u weleens opgevallen, ieder jaar valt biddag in de lijdenstijd. Dat is niet bewust zo gedaan. Pasen en biddag zijn niet tegelijk ontstaan. In de Vroege Kerk werd er Pasen gevierd, met Pesach. Op Nicea werd bepaald dat Pasen werd gevierd in de lente. Biddag is veel meer iets van de Reformatie. Het hangt samen met het werk op het land, groei van gewassen. Eerder: biddag voor gewas. Later voor gewas en arbeid. Mooi is dat ook. Voordat het werk op het land gebeurt, eerst de handen vouwen. In het besef dat we van God afhankelijk zijn. Biddag in de lijdenstijd is een samenloop van omstandigheden.

Toch is dat heel mooi. Biddag in de lijdenstijd. Juist als het om bidden gaat, kunnen we veel leren van de Heere Jezus. In de nacht van Zijn lijden. Als het lijden naar een dieptepunt gaat. We zien hoe Hij zich vastklemt aan Zijn Vader. Deze bidder komt niet beschaamd uit als Hij een beroep doet op Zijn Vader.

Ik neem u mee naar de Olijfberg, in gedachten. Het is donker en stil. De nacht is gevallen. We gaan naar de hof van Getsemane toe. Als we bij de ingang staan en onze ogen zijn gewend aan het donker, dan zien we een gestalte, zo tussen de bomen. Een man, op zijn knieën. Jezus. Hij bidt! En met dat we Hem zo zien bidden, staan we aan de grond genageld, want het donker wordt gebroken door het licht. Er staat een engel bij Jezus. Hoogstpersoonlijk gestuurd door God.

Wat doet die engel daar? Waarom komt die engel in de hof? Laten we bij dat laatste beginnen. Die engel staat daar vanwege de Heere Jezus. Hij die daar bidt.

Niet voor het eerst dat Jezus hier is. Hij kende een biddend leven. In de bergen – dat was Zijn favoriete plek. In de buurt van Jeruzalem; dan zoekt Hij de Olijfberg op (we lezen dat aan het eind van Lukas 21). Hij overnachtte er, op de Olijfberg. Niet om te slapen, maar om te bidden. En ook deze nacht is Hij er weer. Hij weet wat deze nacht gaat gebeuren. Hier, hier op deze plaats, waar Hij bidt, hier gaat het gebeuren. Hier wordt Hij straks gevangen genomen. Ze zullen Hem meenemen en vals beschuldigen. Ter dood veroordelen. Met een kruispaal naar Golgotha. Jezus weet het. Hij weet dat Judas bezig is met zijn verraderswerk. En toch… Hij slaat deze nacht het bidden niet over. Het lijden voor de deur. En toch: bidden.

Gemeente, dat is echt iets om bij stil te staan. Is bidden niet ontzettend moeilijk? Het gaat niet goed op je opleiding, je haalt je tentamen niet. Of enthousiast begonnen aan je stage, maar je haalt het niet. Had God er niet voor kunnen zorgen?! Bidden… met zoveel vragen. Je man verloren. Wat heeft bidden voor zin? Ik krijg mijn man er niet mee terug. Of een ander voorbeeld, je bidt voor je kind die niet meer naar de kerk gaat. Je bidt al zo lang, maar er verandert niets. Zal ik maar niet stoppen met bidden? Wat verandert er? Wat heeft het voor zin? Juist als er tegenslag, teleurstelling is, is het moeilijk om te bidden.

Kijk vanavond op deze biddag naar de Heere Jezus. Naar Zijn gewoonte is Hij deze nacht op de Olijfberg. Ook al staat het lijden voor de deur. Hij slaat niet over. Het gaat deze nacht gebeuren.

Hoor Hem bidden! Vader, zegt Hij, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg. Markus heeft dat net even anders opgeschreven. Markus schrijft: Abba. Alle dingen zijn mogelijk voor U, neem deze drinkbeker van Mij weg. Abba. Dat is heel teer. Papa. Zoals een kind dat tegen zijn vader zegt: papa, papa! Alle dingen zijn mogelijk voor U. Hier komt een Kind bij Zijn Vader met alles wat Hij moeilijk vindt. Hij ziet er niet doorheen. Hij schuilt weg bij Zijn Vader. Neem deze drinkbeker van mij weg.

Drinkbeker. Dat is een zwaargeladen woord. In het Oude Testament heeft het te maken met bestemming. Kan positief zijn, in Psalm 16. Maar ook negatief. Die beker heeft dan met oordeel te maken. Gods woede over de zonde. Psalm 75: een kelk vol bitterheid, in Zijn gramschap toebereid. Het gaat dan over goddelozen die die beker moeten leegdrinken.

Jezus neemt dat woord in de mond. Neem deze beker van Mij weg. Jezus wordt straks gevangen genomen door mensen. Het zijn mensen die het Hem aandoen. Tegelijkertijd, Jezus zegt er ook van: dit is het uur van de duisternis. De duivel zal met al zijn macht en kracht losbreken en zich verheffen tegen de Heere Jezus. Hij zal het Hem moeilijk maken. Het uur van de duisternis. Mensen doen het Hem aan.

Ja, maar er is nog iets te zeggen. Jesaja zegt: het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen. Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij zaad zien. Hij moet het oordeel over de zonde dragen. Een grote prijs betalen om zondige mensen te verlossen.

Mensen doen het Hem aan. En het is de weg van Zijn Vader. Dat valt hier in elkaar. En daardoor heen te moeten. Wie zou dat kunnen? De Heere Jezus ziet er niet doorheen. Laat deze drinkbeker voorbijgaan.

Als we de Heere Jezus zo horen bidden, komt Hij heel dichtbij, vindt u niet? Ook voor Hem waren er dus momenten dat Hij er echt doorheen zat. Angst en zorg in Zijn hart. De neiging om het op te geven. En met dat alles komt Hij bij Zijn Vader. Om Zijn hart uit te storten.

We lazen Hebreeën 5. Die schrijver zegt het duidelijk: ‘In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord.’ Jezus leert: Ik heb jouw plaats ingenomen. Ik weet hoe moeilijk het is. Hoe donker het kan zijn. Neem het van me af! Dat je dat bidt. Hij weet dus waar je mee zit. Hij weet wat het is om te worstelen met dingen die gebeuren in je leven. Hij weet hoe donker en somber het kan zijn in je leven. En Jezus geeft ook een voorbeeld hoe je daarmee om moet gaan.

Hij heeft gebeden! En hoe! Laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. In het Grieks, valt op, is die zin niet af. Hij haast zich om erbij te zeggen: niet Mijn wil, maar die van U geschiedde. In een adem erachter aan. En dan wordt duidelijk hoe zuiver Jezus is in Zijn bidden. Zijn leven is dienen. Dat komt ook tijdens de diepe strijd tot uitdrukking. Het gaat niet om Mij, maar om U, Vader, om Uw opdracht en verlangen! Om Uw wil!

Ja, er is angst en zorg. Maar het wonderlijke is: er is ook overgave en vertrouwen. Door zo op te treden is Hij in staat middelaar te zijn. Redder en verzoener. Hij leert ons om onszelf te stellen onder God. En dat is natuurlijk een hele les. Vaak heb je je plannetje al klaar. Dan kan ik aan God precies vertellen wat Hij moet doen. Dan bid ik, maar ik weet al: zus en zo moet het gaan. Op zo’n manier dat er geen ruimte is voor iets anders.

Nu leer ik van de Heere Jezus: mijn nood bij Jezus te brengen, zelfs te zeggen hoe ik het wil, maar wel alle ruimte te laten aan de Vader om Zijn eigen plan te trekken. Op die manier wordt God als God erkend. Op die manier wordt het lijden in Zijn handen gelegd. Het is God Koning laten zijn. God op nummer één. Het gaat niet om mij, maar om U! Dat belijden. Als U anders wilt, laat dat dan maar gebeuren. Dat is overgave – met alle vragen en duisternis. Je werpen in de machtige Vaderhanden. Niet mijn wil, maar die van U geschiedde!

Als ik dat zo zeg, kan ik niet anders doen dan mijn handen vouwen. De Geest van Jezus Christus: doe mij zo geloven, leer mij zo bidden. Ik kan het van mezelf niet. Ik weet het vaak veel te goed. Ik denk dat ik het vaak veel beter weet dan U, Heere God. Leer mij bidden zoals Jezus. Niet mijn wil. Maar de Uwe geschiedde.

Terwijl de Heere Jezus bidt, staat de tuin opeens in het licht. Een engel verschijnt aan de Heere Jezus. Wat gebeurt daar? Om dat te begrijpen, moeten we de vraag stellen: wat is een engel? In Psalm 103 worden engelen helden genoemd. Helden die het woord van God ten uitvoer brengen. Boodschappers en dienaren die doen wat God vraagt. Engelen zijn gehoorzaam aan het Woord. Spreekbuis van God. Dienende geesten. Ten dienste aan God.

Een engel geeft Jezus kracht

Nu staat er een engel in Getsemané. Op die manier laat de Vader weten dat Hij het gebed hoort. Jezus krijgt niet wat Hij vraagt. Hij moet die drinkbeker leegdrinken. Het oordeel helemaal dragen. Drie lange uren zal Hij verlaten worden. De dood in. Zo wil de Vader het. Niet omdat Hij barmhartig is. Maar omdat Hij zo liefdevol is omdat Hij leven wil geven aan verloren mensen. De drinkbeker gaat niet voorbij.

Die engel is er dan toch maar. Die versterkt Hem. Daar word je nieuwsgierig van. Wat zal hij gedaan hebben, gezegd hebben? Moed ingesproken? Net als Mozes en Elia op de berg bij de verheerlijking? We weten dat niet. In ieder geval: een bemoediging voor de Heere Jezus. Op Zijn gebed gaat de hemel open. Hij krijgt een teken van Thuis. Ik hoor je wel! Ik zie je wel. Ik zie je worsteling. Ik ben er voor je. Ik weet wat je nodig hebt. Een engel.

Hier nog een engel. Straks aan het kruis zelfs geen engel. Dan bonst Hij op de hemeldeur. Mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij? En het is stil. Zo ver is het nu nog niet. De Vader laat hier wel van Zich horen en bemoedigd Hem.

Wij mogen dit meenemen. God reageert op het gebed. Er zijn momenten dat je krijgt wat je vraagt. Soms heel verrassend. Een meisje die bad om een vriend, met wie ze de Heere kon dienen. Een lieve, gelovige, leuke vriend. Of een man, met de zorgen van zijn bedrijf. Hij merkte dat het beter ging. Dat stel, wat zoveel moeilijke dingen had in het huwelijk, die telkens bij de Heere God kwamen, en merkten hoe de Heere hen bij elkaar bracht. Soms verhoort God zoals we vragen.

Maar staande in die tuin wordt ons duidelijk: zo gaat het niet altijd. Zelfs bij Jezus niet. Maar God laat wel van Zich horen! De hemel ging open. Ja, je vraagt je af: een engel, zet God vandaag ook engelen in? Vast en zeker! Maar dan moet u niet op de uitkijk gaan staan om te letten op engelen of bijzondere ervaringen. Engelen zijn dienstbaar aan het Woord. Om dat door te geven. Door dat Woord werkt de Heere in onze tijd. Je leest aan tafel. Dan die dag, midden in Spreuken, een spreuk die precies aan je leven raakt. Of de kerkdienst, dat het lijkt alsof het helemaal over jou gaat. Of als je terugkijkt, dat de puzzelstukjes op zijn plaats vallen. Hoe de Heere leidt en zorgt.

Ja, dat zijn dingen die in de hemel geregeld worden. Om je te bemoedigen en te versterken. Juist bij teleurstelling, pijn, verdriet. Ik sta er niet alleen voor. De hemel gaat open. Er is een Vader. Temidden van strijd en aanvechting. Een woord, dat raak is, zomaar opeens. Een kruimel manna, waar je weer mee verder kunt. Zo is God. Hij troost en leidt je met Zijn machtige beloften. Ook als je ziet op je zonden, dat het donker wordt. Beloften van het evangelie zie je dan. Aan het kruis is alles volbracht. God zet engelen in: geestelijke postbodes. Dat het zingt in je hart:

‘Al ’t geen Uw mond aan mij had toegezegd,

Gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven.’

Daarom gemeente, het bijltje er niet bij neergooien. Niet denken: dat bidden heeft geen zin. ’t Oog omhoog, ’t hart naar boven! Iemand zei eens: biddende handen, dat zijn sterke handen. Sterk omdat we een sterke God hebben. Zelfs al blijven omstandigheden onveranderd. God verandert wel mensen. Een bemoedigd en gesterkt mens kijkt anders de wereld in.

Die engel was een bemoediging voor de Heere Jezus. Deze engel komt dus om te dienen, om te helpen, om te zorgen. Dat laat zien wat voor nederige positie Jezus heeft. Jezus die meer is dan de engelen. De Zoon van God. Hij heeft het verdiend dat alle engelen Hem komen vereren en aanbidden. Dat ze Hem komen toezingen en bejubelen. Maar dat gebeurt hier niet. Hier om Hem te helpen, om kracht te geven. Even scherp gezegd: als die engel er niet was, had Hij het niet volgehouden. Dit laat Zijn vernedering zien. Hij is hulpbehoeftig. Zijn zweet komt als bloeddruppels uit Zijn poriën. Wat komt Hij dichtbij. Onze nood! Onze sores. Hij heeft er vóór en ín gestaan. Hij is echt mens geworden. Een mens die de zonde buiten spel laat, maar wel echt mens. Goddank is daar die engel in de tuin van de olijven. Die versterkt Hem. Letterlijk staat er: die engel legt kracht in Hem. In het Grieks een woord dat betekent: uithoudingsvermogen. Zorgen dat Hij het volhoudt.

De omstandigheden worden er niet makkelijker op. U moet eens kijken naar vers 44. Dat volgt. Als de engel geweest is, pas dán lezen we over zware zielenstrijd. En lezen we over die grote druppels die op de aarde vallen. Het gebed wordt dus ook nog een hele worsteling. Hij kwam in zware zielenstrijd. Hij heeft uithoudingsvermogen gekregen van Boven. En nu kan Hij nóg intenser bidden. Hij worstelt zich door het bidden heen.

Jezus staat op

In vers 45 lezen we: toen Hij van het bidden opgestaan was (het is net of we Paasklokken horen luiden!). Hij redt het straks, voor Kajafas. Hij redt het, als Hij gemarteld wordt in de kelder bij Pilatus. Op Golgotha, als er wordt gespot. Als U de Zoon van God bent, kom af van het kruis. Dat is een snijdende spot geweest, want Hij wist: dat kan Ik. Maar Hij krijgt uithoudingsvermogen. Ook als de hel losbreekt. Totdat Hij welbewust de laatste adem uitblaast. De dood moet het tegen Hem afleggen.

Hij staat op! Als een blijde jubel klinkt het in die andere tuin: Hij is er niet, maar Hij is opgestaan. Hier in die Hof van de Olijven al een voorspel van wat er straks in die andere tuin gebeurd. Die hof van Jozef van Arimathea. Straks staat Hij op en legt Hij alles van Zich af. Dan is Hij de Paasvorst, Overwinnaar en Koning.

Een heerlijk evangelie! Als Jezus dus niet die kracht van die engel gehad had… Als Hij te vroeg bezweken was… Dan waren we vanavond niet zo bij elkaar. Dan was er geen hoop. Maar duisternis. Maar Goddank, Hij is er doorgekomen. Met kracht van Boven. Om Jezus’ wil wordt het wat met verloren mensen. Hij is er doorheen gegaan. Hij heeft aan de prijs en eis voldaan. Halleluja!

Is jou dat ook uit het hart gegrepen? Geweldig als je dat weet. Ook voor mij, daardoor heengegaan. Ook voor mij. Voor mij naar het kruis. Voor mijn zonden betaald. Als je dat niet weet, gemeente, zoek de Heere Jezus. Schuil bij Hem weg. Leg je leven voor Hem open. Zeg waar het mis ging. Overdenk Zijn vergeving en genade – om daaruit te leven. Zo doe je de ervaring op dat genade bevrijdend is. Dan valt er een pak van je hart. Hij heeft genoeg gedaan. Hij heeft geleefd, gestreden, gebeden. Voor mij, in mijn plaats. Het is goed tussen Mij en de Heere. Heerlijk, als Hij het rustpunt van je hart is.

Jezus heeft de strijd volbracht. Nu is Hij Boven en Binnen. Hij zit op de troon. Hij regeert met macht en kracht. Hij zit daar om te bidden. Voor mensen die worstelen. Die tegenslag meemaken. Mensen die geen weg meer weten – tobben met zonden, of dingen die gebeuren in je leven. Hij zit in de troon. Hij laat het weten aan allen die Hem liefhebben: Ik bid voor je, dat je geloof niet zal ophouden. Dankzij Hem blijf je op de been. Hoe heftig je situatie ook is.

Biddag in de lijdenstijd. Veelzeggend, vind je niet? Hij is voorop gegaan. Hij is in mijn plaats gegaan. Hij heeft Zijn voorbeeld gegeven. En terwijl ik de reis door het leven vervolg, staat Hij er voor in dat ik er door kom. Straks verlost van pijn, zonde, verdriet. In de gloria met Hem. Dan valt alle last voorgoed van mijn schouders. En dan blijft aanbidding over – voor God en het Lam. Amen.

‘Des HEEREN engel schaart
Een onverwinb’re hemelwacht,
Rondom hem, die Gods wil betracht;
Dus is hij wèl bewaard.
Komt, smaakt nu en beschouwt
De goedheid van d’ Alzegenaar.
Welzalig hij, die, in gevaar,
Alleen op Hem betrouwt.’

Psalm 34 vers 4 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Giessendam/Neder-Hardinxveld, Nieuwe Kerk, woensdag 11 maart 2020, Biddag voor gewas en arbeid. Belijdenis van het geloof met Zondag 45 van de Heidelbergse Catechismus. Schriftlezing Lukas 22:39-46 en Hebreeën 5:4-10.