Het is de vriend van de bruidegom erom te doen om de bruidegom en de bruid samen te brengen. Dat is het beeld dat Johannes de Doper gebruikt: hij is de vriend van de bruidegom. De Heere Jezus Christus is de Bruidegom die Zelf Zijn bruid verwerft heeft door Zijn leven voor haar te geven. Hij moet wassen, groeien, wij minder worden. Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen. 

Johannes 3 vers 29 en 30: ‘[29] Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden. [30] Hij moet wassen, maar ik minder worden‘.

Gemeente, kinderen, een van de meest begenadigde predikers van Schotland die zo uitnemend de liefde van Christus mocht verkondigen was Andrew Gray. De gloed en warmte voel je na 350 jaar dit te lezen waarmee hij zijn Meester mocht aanprijzen. Hij was streng in het straffen van de zonden maar ruim in het aanprijzen van Christus.

James Durham was daar ook in Glasgow. Mocht ook zijn Meester aanprijzen. Durham zag veel mensen in de stad lopen naar waar Gray zou voorgaan. Een volle kerk. Bij mij een halfvolle kerk. Broeder, ik merk vandaag dat je een volle kerk zult hebben. Het zijn dwazen die u verlaten om mij te horen. Wat een ootmoed.

Mooi dat die twee broeders niet jaloers zijn maar samen hun Meester groot maken. Als Jezus maar verhoogd wordt, dan is het goed. Zo’n tweeduizend jaar zei Johannes de Doper hetzelfde: Hij moet wassen, groeien, en ik minder worden. Johannes 3 vers 29 en 30.

De aardse vriend van de hemelse Bruidegom
1. De vraag aan de vriend;
2. De vreugde van de vriend;
3. De volheid van de Bruidegom.

1. De vraag aan de vriend

Kinderen, wat ik vertelde over Durham en Gray was het genade. Dat konden de discipelen van Johannes de Doper niet zeggen. Die waren jaloers. Vers 22. Johannes de Doper die doopt daar en de Heere Jezus gaat daar ook dopen. Dan staat er een stukje concurrentie tussen Johannes en Jezus. Gelukkig krijgt Johannes dopelingen en volgelingen maar de Heere Jezus krijgt die ook.

Johannes bij Enon bij Salim. Honderden mensen daar gedoopt. Teken van de afwassing van de zonden. Heel indrukwekkend dat daar honderden mensen tot geloof en bekering zijn gekomen. Dan gebeurt het dat de discipelen daar ook gaan dopen. Ze worden jaloers. De groei is eruit. Jezus krijgt meer volgelingen. Ze gaan met hun frustratie, boosheid tot hun meester, vers 26. Ze komen allen tot Hem. Het gaat niet goed meester, we verliezen aanhang, nog even en we moeten er maar stoppen.

Heel minachtend zijn ze over Jezus. Hij die met u was. Ze nemen Zijn naam niet eens op de lippen. Waar zit hun ergernis? Ze komen tot Hem. De Heere Jezus waar Johannes van had gezegd: zie het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Rabbi het gaat niet goed, het doet hen pijn. Hoe reageert Johannes de Doper? Wordt hij ook boos?

In vers 27 en 28 lezen we een heel overwogen antwoord. Wij kunnen niets ontvangen als God van de hemel die geestelijke zegeningen niet geeft. Geestelijke groei wordt door God bepaald. We kunnen nog zo ons best doen zegt de Heere Jezus tegen Zijn teleurgestelde volgelingen, zo de Heere het werk niet zegent, tevergeefs arbeiden de arbeidslieden.

Hij voegt er iets aan toe. Ze hadden op deze verandering voorbereid moeten zijn. Ik ben de Christus niet. Ik ben een voorloper van deze Koning. Voorloper van dit Lam van God, als een heraut van de Koning met een hoofdletter vooruit uitgezonden. Het gaat niet om mij, Johannes maar om Christus. Dat geef Johannes heel eerlijk mee aan zijn teleurgestelde volgelingen. Het is juist goed dat de mensen naar de Heere Jezus gaan, zegt Johannes. Wie kunnen ze beter dienen dan de Koning zelf?

Wat wil de Heere ons leren? Wat wil God ons leren? Dat we bij uitwendige groei blijven. Dat de gemeente Putten elk jaar mag groeien. Weleens een predikant gehoord begon met een gemeente met 400 leden. En na vier jaar tijd 800.

In Stellendam maak ik het tegenovergestelde mee. Meer ouderen. In twee jaar tijd sinds ik predikant daar ben 25 ouderen gestorven en vijf kinderen geboren. Ook in een bedrijf gaat het niet altijd om groei. Vaak gaat het om gezinnen vanuit de ene gemeente naar de andere. Maar de groei moet uit de wereld komen. Aangetrokken uit de wereld. Je kunt beter 200 betrokken gemeenteleden hebben dan 500 lauwe. De Heere Jezus zegt het Zelf: omdat u lauw bent daarom zal ik uit Mijn mond spuwen. Liever groei in de diepte dan in de breedte. Sommige zeggen: wij zijn de ware kerk?! Als je werkelijk bekeerd bent, dan kom je naar deze kerk?! Dat we de Heere Jezus Christus werkelijk volgen met het hart.

Een tweede les: ga nou nooit een dominee volgen maar volg de Heere Jezus. U moet niet denken dat een bepaalde predikant u alleen zalig kan maken. God geeft de eer van zalig maken niet aan een predikant maar aan Zijn Zoon. Helaas zijn er mensen die dominees eren. Die is zo begaafd. We willen een foto van die dominee hebben. Dan kunnen we er vaak naar kijken. Of een foto van die dominee meeneemt in je portemonnee.

Coronatijd is ook een gevaarlijke tijd. Nou mijn eigen dominee. Dan ga je op internet zoeken naar die dominee. Daar krijg ik voedsel. En mijn eigen dominee, karig. Het moet gaan over de God van die dominee, over zijn Zender. We zijn maar een klein deel van die algemene christelijke kerk. Niet teveel met de dominee bezig zijn maar met het Lam. Volg de Meester. U mag best een beetje bijhouden waar de dominee voorgaat, maar volg de Meester. Volg de Middelaar. Het gaat niet om de knecht maar om de Koning.

2. De vreugde van de vriend

In de tweede gedachte komt het nog sterker naar voren: de vreugd van de vriend. Vers 29: ‘Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden’.

In het voorbeeld gaat het dus over een Bruidegom, de bruid en de vriend van de Bruidegom. Wie is de Bruidegom? De Heere Jezus. Hij is de grote Bruidegom. Wie is Zijn bruid? De volgelingen van de Heere Jezus Christus, de ware gelovigen. Die met hun hart hun hele ja-woord aan de Bruidegom hebben gegeven. Met heel uw hart de Heere Jezus mag liefhebben, u weet het zelf, dan bent u de bruid van de Heere Jezus, de Bruidegom. En de vriend? Dat is Johannes de Doper.

Hosea. Bondsvolk Israël zegt de Heere dat is Mijn bruid. Jeremia. Bruidegom en bruid. Band van het huwelijk het prachtige beeld. Als u getrouwd mag zijn, dan geroepen om een afspiegeling te zijn van Christus en Zijn bruidskerk. Wat deed de vriend in de Joodse tijd? Hij had een belangrijke taak. Als eerste ging hij naar dat meisje toe. Vroeg of zij haar hand, haar hart aan die bruidegom wilde geven.

Als die bruid had toegestemd, dan breekt die prachtige tijd van verloving aan. Alles in gereedheid brengen voor een prachtige bruiloft. Dat deed die vriend ook. Uitnodiging. Overvloed van eten en drinken. Denk maar aan de bruiloft van Kana. Ceremoniemeester. Hij doet eigenlijk nog meer. Hij moest ervoor zorgen dat er geen enkele hindernis was tussen bruid en bruidegom.

Wat is het hoogtepunt van een Joodse bruiloftsdag? Als je elkaar hun ja-woord geven. Maar het grootste hoogtepunt breekt aan als de bruidegom en de bruid zich terugtrekken. Als bruid en bruidegom elkaar mogen bekennen als man en vrouw. Ultieme bevestiging van het huwelijk. Dat de bruidegom zijn bruid tot bezit heeft genomen. Hij mag bezitten. Dan is dat het grote geluk. Wat deed zo’n vriend op het einde van de huwelijksdag? Wat deed die vriend? Ik zeg het maar heel voorzichtig. Die blijft staan wachten als ze daar in de bruidsvertrek zijn.

Nu zit mijn taak erop. Nu zijn ze man en vrouw. Burgerlijk bevestigd en lichamelijk bekrachtigd. Consummatie, zo heet dat. Wanneer hoor ik de stem van de bruidegom? Hooglied. Zijn uitnemende liefde vermeld worden. Die bruid en bruidegom zich aan elkaar verbinden. Dat Zijn vreugde vervuld mag worden. Als een gezant die zondaren mag brengen naar de Bruidegom. Ik mag alles in gereedheid brengen maar uiteindelijk gaat het erom dat de bruid haar ja-woord mag geven. Eerder ben ik niet tevreden. Complete blijdschap staat in het Grieks. Volmaakte blijdschap.

Gemeente, dat is de taak van een prediker. Dienstknecht verbonden aan de gemeente. Zolang er in Putten nog onbekeerde, ongelovige gemeenteleden zijn, die nog niet aan de Bruidegom verbonden zijn, dan is de taak nog niet voltooid. Zolang u uw hart nog niet hebt gegeven aan de Bruidegom, dan hebt u geen rust.

Zolang u niet aan de Heere Jezus verbonden kent de voorganger geen blijdschap over u maar grote droefheid. Vraag het maar aan de dominee, hij zal dagelijks de zorg voelen voor de onbekeerde gemeenteleden. Hij geeft u geen rust en ik geef ik u geen rust. Als u loopt op die brede weg dan gaat het niet goed met u.

Hoe is uw levenswandel? Is aan u te zien dat u een bruid bent? Paulus moet het schrijven: velen wandelen anders. Wenende zeggen dat ze vijanden van het kruis van Christus zijn. Jonge vriend, als je nog onbekeerd bent, besef je hoe je de Bruidegom kwetst als je geen antwoord geeft. Hij roept je bij je naam. Ik heb geroepen maar u hebt niet geantwoord, kwaad gedaan waar Ik geen lust aan had.

Moet dat van je gezegd worden, dat je Hem hebt laten roepen. Ouderen, met grijze haren, heeft u hem laten roepen? Geen antwoord. Echt waar in elke preek roept God. Zoon, dochter, geef Mij uw hart. Doe mij u open om binnengelaten te worden. Wat een liefde van deze Bruidegom die uit de hoge hemel naar de lage aarde kwam om Zijn bruid te verwerven.

De Heere Jezus heeft Zijn gemeente zo ontzaglijk lief gehad dat Hij Zich voor haar overgegeven heeft. Opdat zij haar zou heiligen. In het waterbad te reinigen door het Woord. Dat is mijn taak, als vriend van de Bruidegom. Als reine maagd voor te stellen. Kom tot de bruiloft. Het gaat niet om groei van de gemeente maar geestelijke band tussen deze Bruidegom en u. Kent u de Heere Jezus? Hebt u Hem de hand gegeven? Mag ik het de bruid nazeggen: Hij is de mijne en ik ben de Zijne. Dat is de opdracht, u, jou naar Hem te leiden. Dat geeft de prediker de grootste vreugde dat zondaren aan deze Bruidegom genoeg hebben.

3. De volheid van de Bruidegom

Wassen. Groeien. Vol-wassen. Dan ben je uitgegroeid. Dan groei je niet meer. Johannes zegt de Heere Jezus moet wassen, moet groeien. Ik moet minder worden. Grieks letterlijk: in waarde verminderen. Laat de Heere Jezus maar veel volgelingen hebben, ik ben niet belangrijk. Ik wil wel op de tweede, op de tiende plaats staan. Wat een getuigenis.

Kinderen, Johannes de Doper lijkt hier op een prachtige ster. Profeten in het Oude Testament waren lichtdragers, prachtige sterren. Maleachi was een van de laatste geweest. Als de zon opkomt, dan dooft het licht van die sterren op. Zo ook hier. De zon van gerechtigheid gaat schijnen. De groei bij de Heere Jezus is de afname bij Johannes de Doper.

Ik denk dat Johannes de Doper deze woorden heel bewust heeft gebruikt. Hemellichamen. We zeggen ook weleens dat de maan weer gaat wassen. Komen het woordje licht vijf keer tegen. Opdat zijn werken openbaar worden dat ze in God gedaan zijn. De Heere Jezus volgen is het licht volgen. Hij is het licht der wereld. Christus volgen, dan vraagt de Heere om te breken met de werken van de duisternis. Niet de zonden langer vast te houden maar te breken met de vorst der duisternis.

Hoe kan de Heere Jezus groeien in mijn leven? Hij groeien. Hoe zit het met de opwas? De Heere wordt alleen dierbaar als wij ootmoedig zijn. Dagelijkse les voor een gemeente en dominee, leren als een zondaar, als een bedelaar naar de Bruidegom te gaan. Toch mag weten: door genade mag ik weten een kind van God te zijn, bruid van de Bruidegom.

Hoe meer jezelf vernederen, hoe meer Hij zal groeien. Ootmoed. Dat is de les. Hoe meer te beseffen hoe groot de prijs die de Bruidegom heeft betaald, Zijn leven, hoe meer we Hem liefhebben. In een huwelijksrelatie, als u getrouwd mag zijn, dan moet u met uw man, vrouw tijd doorbrengen, anders gaat het niet goed.

Zult u tijd doorbrengen met de Bruidegom, bruid? Dat kan alleen als u de stemmen om ons heen laat versmoren. U hebt de stilte nodig. Als een man en vrouw geen tijd voor elkaar hebben, dan groeien ze uit elkaar. Dat geldt ook voor de Bruidegom. Hoe meer de schoonheid van de Bruidegom ervaren mag worden. Echt waar, we kunnen niet genoeg in Hem geloven, nooit te hoge gedachte van de Heere Jezus hebben. Nooit te goed over Hem denken en spreken. Gebruik de kostbare tijd om de Heere groot te maken. Rutherford: heerlijkheid, heerlijkheid, is bij deze Immanuel te vinden. U dan die gelooft is Hij dierbaar.

“Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov’ Hem vroeg en spâ;
De wereld hoor’, en volg’ mijn zangen,
Met Amen, Amen na.”

Psalm 72 vers 11

Kon ik maar meer de genade van Christus uitschilderen, maar mijn woorden schieten tekort. Kinderen, oceaan van woorden is niet genoeg, welk een zaligheid in deze Bruidegom is te vinden. Op Zijn lippen is genade. Aantrekkelijker dan welke bruidegom dan ook is deze Bruidegom voor Zijn bruid. Dan mag de bruidskerk schitteren hier op aarde en straks volkomen in heerlijkheid.

Kom gemeente, geef die Bruidegom een kus. Opdat Hij niet toornt en u vergaat. Zult u Hem de rechterhand geven? Gray: het is voor uw eigen risico als u deze kostbare boodschap uit Zijn hand niet aanneemt. O neem Hem aan, neem Hem aan. Het is voor uw eigen risico. Wacht niet langer maar geef Hem uw hart.

Ik wil eindigen met een paar verzen uit Hooglied. Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. De mooiste appelboom onder de bomen van het woud. Bruid om Zijn schaduw zitten. De liefde is als een banier, als een vlag, die mij mag bedekken.

Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tienduizend. Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. Zijn ogen zijn als der duiven bij de waterstromen. Kijk naar die ogen van de Heere Jezus zegt de bruid zijn als de ogen van een duif. Zijn lippen druppen van vloeiende mirre. Zijn gehemelte een en al zoetigheid. Al wat aan Hem is gans begeerlijkheid. Hij is mijn liefste. Hij moet wassen, ik mag minder worden.

Amen.

 

Zondag 22 augustus 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. W.J. van den Brink – Schriftlezing Johannes 3 vers 14-36