Lukas heeft van het kerstevangelie een drieluik geschilderd. Op het eerste paneel zien we de wereldgeschiedenis: een keizer die zich groot maakt, de wirwar en verwarring in de wereld. Op het middelste paneel zien we de heilsgeschiedenis: hét Kind in de kribbe. God die mens werd. Op het rechterpaneel zien we kerkgeschiedenis: herders worden ingezet om getuige te zijn. Van de beweging naar binnen, naar het kind Jezus, gaat de kerk naar buiten, om het alom bekend te maken.
‘En het geschiedde’
Gemeente van Christus te Reeuwijk, diverse schilderingen sieren de Joriskerk in Amersfoort. U hebt er vanmorgen ook één. Een meesterwerk. Je hoeft er niet voor om je heen te kijken. Je hoeft er alleen maar voor in je bijbel te kijken.Van Lukas, de evangelist. Lijkt alsof hij aan het schilderen is – als hij het kerstevangelie schrijft. Lukas heeft onder leiding van de Geest een imponerende schildering gemaakt. Wij hebben het binnen handbereik: vers 1-20. Een drieluik.
Een kunstwerk dat bestaat uit drie delen. Een kunstwerk bestaat uit drie delen, drie panelen. U kunt het zich wel voorstellen. Drie panelen met scharnieren verbonden. Middenpaneel het grootst, belangrijkste ook. Wat daarop geschilderd staat, trekt onmiddellijk de aandacht. Dat moet ook. Aan weerszijden de beide zijpanelen. Nog twee afbeeldingen. Die vormen als het ware de omlijsting.
Zo zou je naar de geschiedenis kunnen kijken. Drie delen vallen te onderscheiden. 6-14 vormen middenpaneel. Wat Lukas schildert, dat wil hij vooral doorgeven. De kern. Kerst. Maar ook de vers 1-5, het linkerpaneel, en 5-20, het rechterpaneel, hebben ons iets te zeggen. Moeite van het bekijken waard.
Waar zitten de scharnieren dan? Ik attendeer op die woorden, die worden herhaald: en het geschiedde. We vinden ze aan het begin, vers 1 en ver 6 en 15. Die herhaling is opmerkelijk. Dat is drie keer geschiedenis.
Lukas heeft dat heel bewust zo opgeschreven. Daarmee wil hij duidelijk maken, dat alles wat hij verhaald niet maar fictie, fantasie, bedenksel van vrome mensen is, maar dat het werkelijk is gebeurd. Op die manier wil hij geloofhouvast geven. Geadresseerd aan Theofilus, nog maar net tot geloof gekomen. Dat prille geloof wil hij houvast geven. Aan gelovigen van het eerste uur, ook aan ons. Niet dat we niet geloven in mythen of in een zoete droom, maar dat het werkelijk heeft plaatsgevonden. Midden in onze wereld – bij God vandaan. Dat is een troost.
Linkerpaneel: wereldgeschiedenis
Ik wil vanmorgen bij dat schilderij gaan staan. En kijken. Wat is er te zien? Veel. We beginnen bij het linkerpaneel. We kijken van links naar rechts. Ik ga voor het linkerpaneel staan.
Hij schildert een stukje wereldgeschiedenis. Dus hij begint zijn beschrijving van het kerstevangelie bij de wereld van zijn dagen. Bij de dingen die in die wereld van toen gebeuren. Hij begint bij beneden. Bij wat beleefd en ervaren wordt. Begint bij de keizer van dat moment. Bij Augustus, de machten van de wereld. Vraag je je af: waarom deze inzet? Waarom begin je beneden? Waarom bij die wereld waar we in leven? Lukas wil ons laten zien (daarover schildert hij straks in het midden), dat het alles te maken heeft met de wereld waarin we leven. Dat Gods wereld en onze wereld niet twee werelden zijn. Nee, verbonden is. Ingaat op onze wereld. God heeft het gedaan (hadden wij nooit bedacht). In het midden schildert hij straks de kribbe. Maar Lukas laat zien dat die kribbe niet in een uithoek heeft gestaan, achteraf, nee: midden in onze wereld. Daar moet je eens over nadenken! Midden in onze wereld. Door God zelf er neergezet.
Stel nou dat wij dat linkerpaneel hadden mogen schilderen. Beneden, over onze wereld. Kranten en journaal. Wat zou je dan hebben geschilderd? In welke kleuren? Lukas verhaalt dat de wereld in rep en roer was. Daar gaat hij zo ook wat mee doen. Er is niet gek veel veranderd, denk ik. Nog steeds in rep en roer. Neem die gele-hesjes-toestand. De wereld in rep en roer.
Lukas begint over de keizer. Ik zie zo voor me, dat hij de imponerende keizer schildert. Octavianus, was dat. Eretitel: Augustus. Dat leek hem wel wat: de Verhevene, betekent dat. De aanbiddingswaardige. De man in Rome valt goddelijke eer ten deel. Zijn macht is enorm, zijn rijk reikt tot aan Nijmegen (wat vandaag Nijmegen is). Hij bedacht een volkstelling. Behalve naam ook bezitting aangeven – dan kon hij straks belasting heffen. Dus toch iets van eigenbelang? Was hij er voor zijn onderdanen? Of toch andersom? Dus over de wereld en beneden gesproken. Wat schildert Lukas? Linkerpaneel: Augustus. Dat is de mens die zich breed en groot maakt.
Wat zijn de gevolgen? Er ging een gebod uit van de keizer. In die dagen. In het Grieks: er ging een ‘dogma’ uit. Ook in onze dagen gaat er een gebod uit. Namelijk: de vrijheid van het individu. En dat is een dogma geworden. Wat zijn de gevolgen? Nou ja, zegt Lukas, kijk maar.
Hij schildert nog wat. Om die keizer schildert hij mensen. Mensen in beweging. Ze moesten allen ingeschreven worden, een ieder in zijn eigen stad. Dat is me een gekrioel geweest. Van hot naar her. De een hierheen, ander daarheen. Als je het zou uittekenen op een kaart: allemaal lijnen door elkaar. Wirwar van lijnen. Dat beeld komt me bekend voor. Dat van de wirwar. Wat? Onze wereld. De dingen die gebeuren. Je kunt er toch soms geen touw meer aan vast knopen? Ingewikkeld. Je kunt het leven zelf ervaren als een kluwen. Hopeloos in de klit. In de knoop, ook met jezelf. En God?! Waar is in die eerste verzen van Lukas 2, waar is God? Ik lees over Hem niet. Hij lijkt compleet afwezig. Er is alleen maar Augustus, die mens die zich groot en breed maakt, die macht op zichzelf, en die wirwar, dat gekrioel? Gaat het de goede kant op? Dat is nog maar de vraag. Dat vragen we ons natuurlijk wel eens af. Waar is God? Bemoeit Hij zich er ook nog mee?
En dan ineens, dan gebeurt er wat. Dan zwaait het licht van Augustus, van de keizer, naar twee heel gewone mensen. Ergens in Israël. Van Rome. Die naam wordt trouwens niet genoemd, wel die andere naam: Bethlehem. Let u erop hoe Lukas dat noemt: de stad van David. En nog een keer, de naam van David. Twee keer David. Hier gaat midden in de wereld, ineens het licht aan. Vanuit de hemel. Waar de naam van David klinkt, wordt de belofte in herinnering geroepen. Terwijl hij schildert, zie ik hem glimlachen. Er is meer te vertellen en schilderen. De belofte had geklonken dat er een koning zou komen. De Gezalfde van God, de messias. Een gespannen verwachting. Dan zou er een nieuwe wereld aanbreken. Zou die Koning niet uit Bethlehem komen?
Je ziet ze gaan. Jozef en Maria. Van Nazareth naar Bethlehem. Dat lijntje is er ook. Lukas trekt ook dat ene lijntje. Van Nazareth naar Bethlehem. In die wirwar van lijnen. Het verwart je, wat er gebeurt. Je zit in de knoop. Kijk nog eens naar dat linkerpaneel. Let op dat ene lijntje in die wirwar van lijnen. Het lijntje van God. En daar trekken wij ons aan op. Hoezo? Nou ja, dat lijntje van God zegt, dat Hij, als met onzichtbare hand ervoor gezorgd heeft dat Jozef en Maria Bethlehem terecht kwamen. Die keizer bedenkt van alles. Maar hier heb je de goddelijke glimlach. Door God gebruikt, mee moest werken ten goede. Wie is nu de allerhoogste? Lukas 2 verkondigt ons dat er ergens toch lijn zit in de dingen die gebeuren. Zie je niet op eerste gezicht. Kan je alleen maar verwarren, als je kijkt naar de wereld en je eigen leven. Kerstevangelie lezen! Er zit lijn in alles. God stuurt aan op de komst van de Koning. Al die dingen die gebeuren, ook die opstanden, nu weer die gele-hesjes-revolutie in Parijs. Wirwar. Verwarring. Onrust. Gekrioel van mensen. En ik lees het kerstevangelie. God stuurt aan op de komst van Zijn Koning en Koninkrijk. Niemand houdt dat tegen. Dus de wereldgeschiedenis dient de heilsgeschiedenis. Zo mogen we als kerk in de wereld staan.
Middenpaneel: heilsgeschiedenis
Dan doen we een stapje opzij, dan staan we voor het middenpaneel. Welk tafereel schildert Lukas hier? Ziet er anders uit. We zien een kind. Heel gewoon baby’tje. In doeken gewikkeld. Neergelegd in een kribbe. Verschil met linkerpaneel! Dat is Augustus, dat is macht, dat is Rome, dat is een mens die god wil zijn. En dan dat middenpaneel. Kind: dat is onmacht, Bethlehem. Dat is God die wel mens wil zijn. Precies wel andersom! Kan het contrast groter?
Als je naar dat middenpaneel kijkt, dan knipper je met je ogen. Maar dit zegt wel heel veel over God. Dat kind in die kribbe. Over hoe God denkt, kijkt, doet, kiest, redt. Een kind in de kribbe.
Dit is wat de aandacht hebben moet. Het hart van het kerstevangelie. Het is te dwaas om te geloven: moet dit Kind ons redden? Is dat onze Koning? Die komen zou? Een wereldkoning? Zou je zo niet zeggen. Daarom wordt het ons gezegd. Vanuit de hemel. Elke keer opnieuw.
Lukas schildert nog iets. Hij schildert ook over herders. Alweer gewone mensen. Heel gewoon. Zomaar pardoes, onder hun werk, midden in het leven worden aangesproken. De hemel kruist hun pad. Ze zaten er vast niet op te wachten. Opgezocht, ongedacht, met ontferming bewogen. God vraagt naar hen. Een engel, die zet hen in het licht. Gewone mensen. Heerlijkheid omschijnt hen. Zij hadden misschien naar God niet gevraagd. Er klinkt een stem, midden in de nacht. Ik verkondig u! Je vroeg er niet om. Maar ik zeg je. Blijdschap. Blijdschap. Mensen in deze wereld horen van blijdschap. Ongedacht. Wat maakt een Nachtwacht bij je los, of welk kunstwerk, maar deze schildering van Lukas wil echt iets bij je losmaken. Dat linkerpaneel wekt verwachting en hoop, in de wirwar. Ook dat lijntje van God. Gegronde hoop en verwachting. Maar kijk naar het midden, naar dat Kind. Dat wekt blijdschap en verwondering. ‘Komt, verwondert u hier, mensen, ziet, hoe dat u God bemint.’ Dat zie je. Over God gesproken!
Ook nu zou je dat niet zeggen. Je leest niet een, twee, drie over Hem, in vers 6-7. Maar hier is Hij nabij. Verborgen aanwezig, deelt Hij ons bestaan. Mens geworden. Nabijgekomen. Zie onze God, de Koningknecht. De profeet fluistert, terwijl ik kijk naar het Kind: ‘Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.’ Wordt ons gegeven. Opnieuw. U, jou. Zomaar. Pardoes. Vanochtend. Waar ben je naar op zoek? Misschien herken je je in het gekrioel? Weet je niet waar je het zoeken moet, de zin van het leven. Licht, rust, houvast. Ik zeg je in Gods naam: dat je het hier kunt vinden en vinden zult. Dit Kind. Je zou het zo niet zeggen, maar het wordt je gezegd. Een wereldkoning. Zaligmaker. Redder. Onze Vrede. Hier is je licht en je leven. Je mag het wel even vasthouden. Weet je dat dat het hele geloof is? Je kunt er een heel verhaal van maken, maar dat gaan we niet doen. Hele geloof is dat je in handen neemt, wat je in handen gegeven wordt. Een Kind is ons geboren, een Zoon gegeven.
Rechterpaneel: kerkgeschiedenis
Dan zingen engelen als een soort reactie: Ere zij God. Dat is de enige reactie die mogelijk is. Dan ben ik bij het rechterpaneel, vers 15-20. Weer: en het geschiedde. Er gebeurt nog meer. Dat is de bedoeling. Vanuit de hemel. Wat schildert Lukas? Een stukje kerkgeschiedenis. Linkerpaneel is wereldgeschiedenis. Middenpaneel is heilsgeschiedenis. Rechterpaneel is kerkgeschiedenis. Gaat over de kerk. Wat gebeurt er precies? Goed kijken. Er is weer beweging! Heel de wereld is in beweging. In dat gekrioel is er nog een andere beweging. Opmerkelijk. Niet onbelangrijk. Beweging van die herders. Welke kant gaat het op?
Wat zeggen die herders tegen elkaar? Laten wij naar Bethlehem gaan. Dat is de beweging naar binnen. Let er even op, dat dat de eerste beweging is. Ik denk dat dat steeds opnieuw de eerste beweging is. Die naar binnen. Oftewel: naar Jezus zelf. Dat is de beweging die de kerk maakt, midden in de wereld, in de wirwar, met een Augustus aan de macht. Waarom die beweging, steeds? Omdat ze weet van een heel ander verhaal. Van eigenlijk een heel vreemd verhaal. Maar dat vreemde verhaal is ook een sterk verhaal. Het evangelie van kerstfeest. Dat Hij Heer is en Koning. Hij maakt alle dingen nieuw. In Hem is er gegronde hoop. De kerk, dat zijn wij. Dat bent u hier in Reeuwijk. Gods kerk in deze plek. Wij daar, verderop, in Amersfoort. Midden in deze wereld, wat er gaande is, we houden stug vol. We zoeken ons heil bij en in Jezus. We geloven dat Hij het is. We geloven dat niet alleen voor onszelf.
Dan ben ik bij die tweede beweging. Die schildert Lukas ook. Ze maakten alom bekend het Woord dat hun van dit Kind was gezegd. Dat is de beweging naar buiten. Niet blijven hangen bij de beweging naar binnen. Dat is de kerk, half. Maar ook naar buiten. De kerk wordt geroepen daartoe. Wat zo mooi is, wat hier is begonnen in deze nacht, heeft vervolg gekregen, na Pinksteren. Gaat door tot op de dag van vandaag. Eerst waren het herders. Toen vissers, die waren er ook niet voor in de wieg gelegd. Het is niet mijn ding, getuige zijn. Het was ook niet hun ding, van die herders en vissers.
Maar het gebeurde hen. Dat kwam door die beweging naar binnen. Ze waren bij Jezus geweest. Kennelijk is dat het geheim. Herders en vissers. Dagen van Augustus. Augustus heeft de hele wereld in zijn macht, in zijn hand. Ja, maar er is er nog een. Dat is de Koning van Kerst. Waar is Hij mee bezig? Nou, om die wereld te heroveren op de machten. Mensen in te winnen voor Zijn Koninkrijk. Dat gaat door. Door middel van het getuigenis van mensen. Dat is Gods manier van doen. Nog steeds. Heel gewone mensen.
Ze maakten alom bekend, in hun omgeving. En u? In Reeuwijk. Bekendmaken is iets anders dan preken. Delen. Delen wat je zelf hebt gehoord en gezien. Omdat je bij Jezus bent geweest. Dat maakt wat los, zegt Lukas. Dat vreemde verhaal van Jezus heeft nog steeds zijn eigen kracht. We geloven erin dat het mensen in een ongekende vrijheid zet. Dat gun je toch je buren en studiegenoten? In Hem, ook een vreugde, die je nergens anders vindt. Hier, dicht bij Jezus, vind je iets wat je nergens anders vindt. Daarom zeggen we tegen anderen: Joh, kom erbij!
Kerstgetuige zijn. Hoe dan? Hoe dan? Dat is iets wat je kunt leren. Samen kun je dat leren. In Amersfoort hebben we ervoor gekozen om samen met de IZB het traject in te gaan, dat traject heet ‘Focus‘. Dubbele beweging: samen naar binnen (de ontmoeting met Christus) en van daaruit, een ieder op eigen wijze, weer naar buiten. Om in woord en daad te delen wat je zelf hebt ontvangen. Kerstgetuige zijn. Hoe dan? Vergeet Lukas 2 niet. Het begint bij Jezus zelf. En je steeds opnieuw een poosje bij Hem ophouden. Dat is de zegen van de zondag. Samen bijeen in Zijn Naam. Je kunt niet zonder!
Lukas 2. Lukas heeft van dat kerstevangelie een indrukwekkende schildering gemaakt. Met de kribbe in het midden. Om nooit te vergeten – dat is ook de bedoeling. Dat meesterwerk, dat moeten we ook onthouden, is verkondiging. Je kunt naar een schilderij kijken en er iets van vinden en vervolgens doorlopen, nee, dat gaat hier niet. Het is verkondiging. Verkondiging over God, de levende. Ik moet eerlijk zeggen: als ik dit zie en hoor, is het in mijn hart: er is er werkelijk niet één als Hij. Ere zij God. Amen.
Uw heilleer wordt door mij alom verbreid;
‘k Bedwing mijn tong en lippen niet;
Gij weet het, HEER, die alles ziet.
Mijn hart verbergt nooit Uw gerechtigheid;
Uw waarheid doe ik horen;
Uw heil, den mens beschoren,
Vloeit daaglijks uit mijn mond;
Uw gunst, Uw trouw, Uw woord
En Godsgeheimen, hoort
Uw talrijk volk in ’t rond.
Hervormd Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 9 december 2018, 9:30 uur (Tweede Adventszondag). Schriftlezing Lukas 2:1-20.