In de geschiedenis van Jona blijkt dat de stormen van het leven alles met God te maken hebben. Soms ook met concrete zonden, maar niet altijd. God heeft het behoud van Jona op het oog en gebruikt een zware storm om hem tot Hem terug te laten keren. Zo laat God het nog steeds stormen in ons leven, soms zijn we daar zelf schuldig aan en brengen we anderen in grote problemen, zoals Jona deed bij de zeelieden. Jezus is ondergaan in Gods storm en opgestaan om Jona en de discipelen – en ons – te behouden.

Ruwe stormen

Gemeente van Christus, soms steekt ineens een storm op. Zoals vorige week woensdag, de ongekende zware zomerstorm. Het gaat waaien. Het KNMI geeft een weerwaarschuwing. Opletten!

Ook Jona belandt in een storm. Niet ineens. Hij is op de vlucht. Jona weigert naar Nineve te gaan. De richting die God hem wijst, zint hem niet. Daar heeft niet alleen Jona last van.

Dan steekt ineens die storm op. Niet zomaar. Een grote. Alles is groot: Nineve, de angst van de zeelieden, ook deze wind is groot. Deze storm komt bij God vandaan.

Maar de HEERE. Dat maar staat tegenover het maar van vers 3. Jona weigert. Maar de HEERE. God spreekt. Opnieuw. Het wordt heel beeldend beschreven. De HEERE wierp een krachtige wind op de zee. Het is alsof Hij met iets gooit. Met een bal werpt. Het is geen trefbal toch? Het is wel raak. God laat Jona niet gaan. Hij komt Hem tegen en achter. Je hebt zomerstormen en stormen van God.

In je hart kan het stormen. Is dit de God in wie we geloven? Kan Hij mij in een storm laten belanden? Het overkomt ons allemaal. Dat het begint te stormen. De lucht betrekt, de wind tegen.

Ontslag op staande voet. Ineens op straat staan. Ze begreep niet waarom. Het bericht van de arts. Je had het niet door. Ineens zo ziek. Je verkering ging uit. Je hield zoveel van haar. Wat is dit? Is dit nu eenmaal het leven? Of is dit misschien God in je leven?

In Jona’s geval heeft het te maken met gehoorzaamheid. Hij kiest voor een leven tegen God in. Maar de HEERE. De HEERE God reageert! Het raakt Hem. Ongehoorzaamheid maakt iets los in de hemel, bij God. Is er een verband tussen stormen in ons leven en concrete zonden? Maar God…!

Die vraag komt op. Niet altijd. Maar het kan dus wel. Kijk maar naar Jona. Willens en wetens de stem van God negeren. Een kant op ga, dat is niet de goede kant van God. Als ik vasthoud aan zonden. Als er dan een storm opsteekt. Wat dan?

Lees dan Jona 1. Zou God het zijn? Spreekt Hij ongedacht in je leven? Komt Hij je ongewenst achterop? Waarom zou Hij dat doen?

Ik vind de rol van de zeelui met wie Jona in hetzelfde schuitje zit, heel opmerkelijk. Jona is de gelovige Israëliet. Die zeelui zijn heidenen. Ze vlagen zich in die vliegende storm af: waarom overkomt ons dit kwaad? Ze werpen het lot: touwtjes, stokjes, dobbelstenen. Ze geloofden dat de goden het zouden laten weten wie de schuld is. De goden laten niet van zich horen, maar God wel. Jona wordt aangewezen.

Is dat primitief geloof? Dat zijn we te boven?! Wie stelt deze vraag: waarom overkomt ons dit? Deze mannen stellen de vraag. Jona stelt geen vraag. Verontrust deze storm hem niet? Jona slaapt…

Misschien dat deze geschiedenis ons wakker roept. Nee, de stormen zijn niet altijd Gods bewogen reactie op concrete zonden. Maar zonden kunnen ons wel enorm in de problemen brengen. En anderen. Kijk maar in deze geschiedenis. Kijk maar naar Jona 1. Ook de zeelui krijgen het zwaar te verduren. Ze krijgen de wind van voren. Zonden werken verwoestend. Misschien niet meteen, maar altijd.

Je bent internetverslaafd misschien. Of je hebt in het geheim een afspraak met die leuke collega. Je doet het toch. Je weet: niet doen. En nu, problemen. Je huwelijk is stuk. Je ligt in een scheiding. De kinderen zijn er echt de dupe van. Of, jij als tiener, je laat je negatief uit over klasgenoten, maar nu heb je geen vrienden meer. Nu voel je je verloren en depressief. Of we leven met z’n allen of het niet op kan. Maar het is op. Gods wereld lijdt. Droogte, overstroming. De schepping reageert op wat een mens doet. Net zoals in deze geschiedenis. Overal in de wereld stormt het. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Jona en de zeelui. Of je gelooft of niet. Stormen kunnen te maken hebben met concrete zonden.

Hebben stormen met God te maken? Dat is een andere vraag. Opletten geblazen! Wie zal het zeggen? Wie van ons weet hoe het zit? Wie kan de levende God doorgronden?

En of Hij er alles mee te maken hebben kan! Dat kan Jona vertellen. Stormen kunnen ons ook zomaar overvallen. Dan ervaren we dat we leven in een gevallen en woelige wereld, schrijft Tim Keller. Er zijn echte raadsels. In de psalmen kom je dat tegen. Mensen die in stormen terecht komen. Soms door toedoen van anderen. Het overkomt je. Het gebeurt. Zware storm.

En God? Is Hij in de storm? Weet u wat ik leerzaam of opmerkelijk vind? De Bijbelschrijvers hebben het aangedurfd: zij hebben de stormen en God dicht bij elkaar gehouden. Dat is niet alleen maar hun mening. We hebben toch te maken met verkondiging. Met de boodschap van de levende God?

Wij hebben het lijntje doorgeknipt. Als het onweerde, zeiden mensen vroeger: God spreekt. Wel nee, zeggen wij, dat zijn elektrische ontladingen. We zijn bezig alles te verklaren. Wat ons overkomt schrijven we toe aan toeval of de gang van het leven. God is compleet uit beeld. Met alle gevolgen van dien. Als het lijntje is doorgeknipt, wat dan? Het stormt, vandaag…!

We ervaren dat met z’n allen. Het stormt. Wie zal ons nu helpen? Wie kan ons helpen? We dwarrelen de Sint Jan in en slaan Jona 1 open. Kan dat ons helpen? De vraag komt naar ons toe: hebben de stormen niet veel meer met God te maken dan we geloven, denken, zeggen? Paulus, leren we niet van hem, dat geloven in God betekent dat Hij stormen kan gebruiken om iets in gang te zetten. Kijk maar naar Jona 1. Dat gebeurt bij Jona en de zeelui. Stormen kunnen een verandering teweegbrengen. De zeelui gaan geloven, komen tot aanbidding (vers 16). Bij Jona duurt het even. Hij leert door die storm God dieper kennen. Juist zo. Het brengt Jona dichter bij God. Bij God terug. Hoe het zit, zit het. Jona 1 verkondigt dat God door stormen wat losmaakt. Wat hebt U met mij voor? Dat heb ik Hem ook wel eens gevraagd… Ik heb ontdekt, dat het stormen kan omdat God zoveel om me geeft. Zo voelt dat niet. Maar het is wel zo. Een storm omdat God om ons geeft. Om hun leven, behoud, eeuwige en echte geluk.

Wie is die God in wie ik geloof? Die het soms laat stormen? Zijn naam is HEERE. Vers 4 en 17: die zetten met de naam in en sluiten ermee af. Zijn trouw. Jona maakt zich los. God maakt zich niet van Jona los, af. Al voelt dat zo. Hij wil Hem niet kwijt. Die mens voor Hem op de vlucht, wil Hij terug. Hij wil jou terug.

Als je nou niet op de vlucht bent en je zegt: wacht even, ik houd van Hem. En toch in de storm. En je staat voor raadsels. De God van de storm heeft een naam. Die naam geeft hoop en houvast. Ik ben. Ik ben er ook! Je kunt Me misschien niet volgen, maar Ik zal er zijn. De God van trouw. De God die niet van opgeven weet. Waar is Hij in deze storm op uit? De HEERE wierp. En het is raak! Is Jona nu uit, zoals bij trefbal? Mag Jona niet meer meedoen? Integendeel. God heeft iets met Jona voor. Jona zal God dienen maar anders dan hij zelf in gedachten had. Dat is wat je soms door de storm heen leert.

Ik mag God dienen. Hij roept me. Ik zal Hem wel op een andere manier dienen dan ik zelf voor ogen had. Stormen en God. Waarom komt U door storm? Soms duurt het lang. Jaren. Om Gods goede bedoelingen te ontdekken. Door de stormen heen, kwam op mij de vraag af: zou die bedoeling misschien aanbidding (zoals bij Job) of verwondering zijn? Hem aanbidden die Mijn hulp is. De God van de stormen in ons leven. God die ons niet zomaar laat gaan. Een genadige God. Wie bent U? Zoveel groter… Wie ben ik?! U die zich met mij bemoeit. Gaat mijn leven U ter harte?

Jona slaapt. God spreekt. Het ontgaat Jona compleet. Is hij ongevoelig geworden? Wanneer we ons van de HEERE God losmaken, wanneer je je in een richting begeeft tegen Hem in en je volhardt daarin, dan word je gaandeweg stom, ongevoelig en blind. We merken Hem niet meer op. We roepen heel hard: waar is God? Maar wie heeft een probleem? Is God een probleem of ben ik het misschien zelf? Jona slaapt.

Wat geweldig als er mensen zijn om je heen die je wakker maken. En over God beginnen. Zeggen waar je wezen moet. De zeelui doen dat. Nota bene zij! Jona slaapt. Daar zit iets onthutsend in. Ik moet aan ons denken. Wij leerden in God geloven. Ik moet aan de kerk denken. We zitten met de wereld om ons heen in hetzelfde schuitje. Hoor de zeelui roepen. Iedereen in rep en roep. Waar is Jona? Wij, de kerk?! Waarom overkomt ons dit kwaad? Deze kwaad, deze crisis. We belanden van de ene crisis in de andere: coronacrisis en klimaatcrisis. Men zoekt naar oorzaken. Door wie, waardoor? Jona weet het. Maar zegt niet. Jona slaapt. En de kerk? En wij? Wij weten het ook toch? Er wordt naar ons mensen gewezen. God wijst ons aan. Het is Jona. We moeten de oorzaken van die grote stormen vandaag dus heel dichtbij zoeken. Wat een eerlijk verhaal, die geschiedenis van Jona. Je kunt het over van alles hebben, maar het zal gewoon ook over ons mensen zelf moeten gaan. Over ons aandeel in die stormen. Over onze schuld. En dat de allerdiepste oorzaak is dat wij (Jona en de zeelui) de levende God hebben verlaten. Wij hebben ons van God de Schepper losgemaakt.

Maar er is een weg terug. Het stormt. Wat is die storm? God spreekt. Hij bemoeit zich dus nog met ons. Wil Hij zich nog met deze wereld bemoeien? Ja omdat Hij om ons geeft. Hoe deze geschiedenis eindigt: de HEERE beschikte een grote vis. Het begint en eindigt met Hem. De storm getuigt van Zijn macht en kracht. En die vis ook. Wat God niet kan! Jona gaat wel overboord, maar verdrinkt niet. God redt Hem door middel van een vis. Hoe kan dat nou? Ja, vraag me niet hoe dat kan. Dan kijk je zomaar aan de boodschap voorbij. Het is bizar. Het is even bizar als dat van Jezus toch?

Dat van Jezus die overboord ging. En opstond op de Paasmorgen. Jezus zelf heeft de link gelegd tussen Jona en Hemzelf. God beschikte opnieuw een vis. De eerste christenen werden vervolgd. Die dachten in hun storm aan Jezus. En tekenden een vis. Een Ichthus-symbool. De letters van het Griekse woord voor vis zijn een krachtige belijdenis: Jezus Christus, zoon van God, Redder. Dat hebben zij beleden. Hij redt uit de zwaarste stormen.

We lazen uit Markus 4. Ook een storm. Jezus is alle machten de baas. De machten van zonden en dood. Hij is overboord gegaan. Hij gaat onder in de golven van Gods toorn. Al dat kwaad van u en mij. Hij staat op. In Zijn opstanding getuigt de HEERE God opnieuw van Zijn macht en genade. En of Hij zich bekommert! Jezus roept Zijn discipelen tot geloof. En ook ons.

Eens is er die storm. Jona komt niet om. De discipelen ook niet. Dankzij Jezus. Maar de HEERE. God zet geen punt, maar een komma. Hij is de eerste en de laatste. Het begin en het einde. Niet alleen in deze geschiedenis. De krachtige wind en grote vis getuigen van Zijn gunst en macht. Als wij opeens in een storm belanden, God komt ons nabij. Is nabij. Aan Hem vertrouwen we ons toe.

Amen.

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 16 juli 2023, 10 uur. Schriftlezing Jona 1:4-17 en Markus 4:35-41. Wetslezing Leviticus 19:2b-4 en 11-18.