Daders van het Woord
De apostel Jakobus sluit in zijn zendbrief aan de Joden in de verstrooiing aan bij tegenstellingen die in de Bijbel zijn geschreven. Hij waarschuwt om niet alleen een hoorder van het Woord te zijn maar ook een dader. Het is het onderscheid tussen iemand die wijs is en iemand die dwaas is. Het is het onderscheid dat in Psalm 1 zo duidelijk aan de orde komt tussen de vrome en de goddeloze. Ten diepste is het het grootste onderscheid dat er is: het gaat over eeuwige zaligheid of over de eeuwige rampzaligheid. Bouwen wij ons huis op de rots, op Christus? Zijn wij ook daders van het Woord of alleen hoorders en leggen we de woorden van God die tot ons komen naast ons neer? Waar moeten we te rade gaan? Als we bij onszelf te rade gaan, eindigen we in de dood. Maar in deze realiteit heeft God ons Zijn Woord gegeven. Het Woord doet kracht. Geloven we dat? God staat er Zelf voor in: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven’ [Johannes 5:25].
Jakobus 1 vers 21 en 22: ‘[21] Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken. [22] En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende‘.
Daders van het Woord en niet alleen hoorders
Gemeente, de brief van Jakobus aan de twaalf stammen in de verstrooiing lijkt op de wijsheid in het Oude Testament. Tussen de wijze en dwaze. Psalm 1. De wijze die het Woord van de Heere herdenkt en bepeinst. Groeit tegen de verdrukking in. Aan de andere kant de goddeloze die het Woord van de Heere niet gelooft en in de wind slaat. De wijze en dwaze. Het heeft niets te maken met intellect. Of je slim bent. Het heeft alles te maken met de vraag of wij ons laten leiden door de woorden van de Heere of niet.
Jezus heeft er zelf de vinger bij gelegd. Wijze en dwaze bouwer. Beiden bouwen een huis. Ene heeft al snel een huis. Begint te bouwen op het zand. Zo het huis staan. Lijkt het voor elkaar te hebben. Totdat de herfst komt. Storm komt. Huis stort in elkaar als een kaartenhuis. Jongere: dat is toch logisch. Als je op zand gaat bouwen. Logisch toch. Zand spoelt zo huis mee weg. Zo kun je je levenshuis bouwen. Je bent een dwaze bouwer als je de woorden van God hoort en niet doet.
De andere bouwer bouwt ook. Als de wind komt blijft dat huis staan. Vaste grond onder de voeten. Die de woorden van God hoort, bewaart en doet. Alleen het Woord van de Heere kan ons in ons leven houvast geven. Alleen als we bij de op de woorden van de Heere hebben we eeuwig houvast. Jakobus stelt dit in zijn brief aan de orde. Hij gaat ervan uit dat wij niet zulke wijze bouwers zijn. Dwaal niet. Wees ras om te horen. Klemmende appel. Zelf toe geneigd om de Heere maar te laten praten. Leven te laten leiden door heel andere dingen. Vanuit onszelf bouwen we niet op de woorden van de Heere. Doen wat anderen doen. Laten leiden door ander.
Jakobus zegt: je kunt twee dingen doen. Of je laat je leiden door het Woord van de Heere of je laat je leiden door je eigen hart. Voortdurend staan we voor die keuze. Waar leef je uit? Verleidingen. Van rijkdom. Daarin opgaan. Zo rijk mogelijk worden. Eer en aanzien. Hoge positie. Heel je doen en laten bepaalt. Daar laat je je door leiden. Als een dwaze bouwer zoek je je houvast in de rijkdom, macht, aanzien. En dat is dwaas. Als het erop aankomt weten we dat ook best. Voetballer voor miljoenen verkocht en het volgende seizoen zit je op de bank. Op sociale media zie je een foto van een gelukkig huwelijk en even later hoor je van een dramatische scheiding. We weten best dat het alles vergankelijk is. En toch laten we dat de leidende positie in ons leven maken. Het hart deugt niet. De begeerlijkheden baren de zonde. Gericht op het hier en nu. Daarvoor leven. Als je trouw bent aan je eigen ik, dan eindig je in complete chaos, las ik ergens. In die beproeving en de vraag op ons afkomt: waar laat je door leiden? Niet laten leiden door eigen hart. Ik denk, ik voel. Het is de dwaasheid. Eindigt in de dood.
Jakobus zegt dat we worden beproefd. Het geloof wordt beproefd. Ik las ergens bij de voorbereiding: Als we bij onszelf te rade gaan, eindigen we in de dood. Maar in die realiteit heeft God ons Zijn Woord gegeven. Het Woord der waarheid. Wijs wil maken tot zaligheid. De manier waarop Jakobus dat aan de orde stelt doet denken aan hoe Mozes en Jozua dat voorhielden. De Heere die verloste uit de dood. Richtsnoer voor elke dag. Waar je die woorden hoort sta je voor de keuze: kies voor het leven of voor de dood. Wie daarvoor wil leven, zal leven. Wie ontrouw is, zal eindigen in de dood en ondergang. Zeggen Jozua en Mozes later nog eens.
Als het Woord open gaat, dan sta je voor een keuze. Geef ik mij eraan gewonnen, buig ik ernaar of niet? En de consequentie van wel of niet luisteren is een zaak van leven of dood. Onze zaligheid hangt er vanaf. Jakobus gaat een stap verder. Vers 18. Woord der waarheid de leugen ontmaskert. Daar het Woord tot klinken komt, doet het Woord werkelijk wat. Vanuit de dood gebaard worden tot het leven. Jesaja 55. Waar dat Woord mensen tot bekering roept. Ik zal dat Woord niet ledig tot Mij wederkeren. Dat voor een doorn een dennenboom opgaat. Wel bruikbaar. Onvruchtbaar vruchtbaar wordt. Goddeloze zich bekeren van zijn weg. Gaat leven van het heil dat de Heere aanbiedt.
Het Woord doet wat. Gode zij dank, gemeente. Dat is een geweldige bemoediging voor een predikant. Voor een leider op de club. Daar staat God er voor in dat doden tot het leven komen. Het Woord doet kracht. Geloven we dat gemeente? Verwachten we dat? Als we onze kinderen naar catechisatie sturen, dan de Heere dat wil gebruiken dat ze tot leven komen. Geloven we dat? En zijn we teleurgesteld als het niet gebeurd? Wel onder spanning. Jakobus. Dat maakt niet passief en lijdelijk. Wees ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn.
God wil zalig maken. Redden. Wijs maken. Zie toe hoe je naar die woorden luistert. Calvijn: waar het Woord opengaat spreekt God. Past het ons om niet ontijdig in de rede te vallen. Te luisteren naar wat de Heere te zeggen heeft. Niet met ja maar. Ik denk. Nee zegt Jakobus. Het begint met horen. Het christelijk leven is een leven van horen. Luisteren wat de Heere te zeggen heeft. Dat het Woord van de Heere te zeggen heeft. Niet leven beheerst wordt door de vuilheid. Leven beheerst wordt door de Heere zelf. Dat appel hebben we nodig. Het gevaar van de oppervlakkigheid is er. Woord werkt niets uit. Ze weten het wel. Niemand wil leerling zijn om iets te leren. Jakobus zegt: je kunt naar de kerk gaan en horen het Woord van God. Als die man die in de spiegel ziet zijn aangeboren gezicht en dan vandaar gaan en vergeten je gezicht. Gepoetst blik koper of ijzer. Jezelf een beetje zien. Herkenbaar beeld. De meeste kijken even in de spiegel in de ochtend. Stempelt je leven van de meeste niet. Je gaat dan. Je kunt in de kerk zitten. Betrokken hoorder zijn. Echte inbreng op de vereniging. Maar het raakt niet je hart en je leven.
Heel concreet. Kunt in de kerk zitten als jongere of oudere. Komt vanavond thuis uit de kerk na de preekbespreking. Pakt tablet en kijkt een geweldige film. Je weet wel wat de Heere van je vraagt. Of op zaterdagavond naar een festival te gaan met drank en drugs. Vriend van God in de kerk. En vriend van de wereld. Hand in hand. Dat gaat niet. Je wordt niet zalig omdat je in de kerk komt. Je wordt zalig als je Woord hoort en doet. Beslag legt op je leven en buigt.
Er is in het winterwerk geen groter gevaar dan dit. Dat je het Woord hoort en niet doet. Vaak erg gericht op horen. Hoort de woorden van de Heere. Preken. Catechisatie. Bijbelstudiekring. Praat erover. Maar het grote gevaar is dat we naar de kerk gaan, vereniging, prachtige avond hebben gehad en net alsof er niets is gebeurd gaan we over tot de orde van de dag. Horen de woorden van de Heere en buiten gehouden. Er zit bij Jakobus ook iets in van al dat gepraat. Bijbellezing en dan vragen. Woorden zo een beetje aan te passen, vaak zelfs onbewust, en dat we zelf niets meer hoeven doen. Leven in een andere tijd, het argument. Intellect wordt uitgedaagd. Jakobus waarschuwt er voor. Inziet in de wet. Als een Rabbi over de Thora buigt. Inneemt. Niet alleen te kennen. De woorden zijn handen zullen sturen. Herdenkt. Bepeinst. Volmaakte wet die der vrijheid. Niet denken bij wet aan geboden en verboden. Onderwijs van de Heere. Thora. Wie de Heere is. Die op zondaren betrokken is. Die Zijn Zoon gegeven heeft tot redding en zaligheid. Om bij die vrijheid te bewaren op de weg van het leven. Hele leven. Geen woord ontglipt. De wet die van de vrijheid is. Ik weet niet hoe het u vergaat, dan denk je niet meteen bij wet aan vrijheid. Wet kan iets voorschrijven. Regelgeving.
Vrijheid is in onze beleving is dat je zelf mag kiezen. Niemand je een strobreed in de weg legt. Is het waar? Is vrijheid ongebondenheid? Stel u voor in het verkeer. Geen regels. Maakt niet uit wie er voorrang heeft. Leidt tot een chaos. Regels in het dagelijkse leven zijn bedoelt om leefbaar te houden. Met de wet van God ook. Doel van het leven. Zoals het leven bedoelt is. Wat heeft meer vreugde: tong gebruiken voor roddel, geeft dat echte vreugde? Je kunt er soms een verderfelijk plezier eraan beleven. Maar ook angst als de ander erachter komt. Dan heb je ruzie. Of samen schouder aan schouder de eer van de Heere verkondigen. Strijden of in vrede de lof van de Heere verkondigen. Zalig ben je als je de woorden hoort en doet. Als je leeft van de genade die in Hem geopenbaard is. Onbesmet bewaren van de wereld. Niet laat leiden door verlangens naar eer en macht. Wezen en de weduwen bezoekt. Dat blijft niet zweverig. Niet vaag. Horen naar de woorden van de Heere heel concreet: omziet naar de mensen om je heen. Leven van de ontferming van anderen, wezen en weduwen. Dat is wat de Vader behaaglijk is. Beeld van God de Vader betonen. Wie leeft naar de woorden van de Heere gaat het beeld van God meer en meer vertolken.
De christelijke gemeente bloeit niet als de kerk op zondag tweemaal gevuld is. Of als alle jongeren op catechisatie komen en betrokken meedoen. Als de zalen van de verenigingen te klein zijn. Wij kunnen er echt vaak tevreden mee zijn. Maar Jakobus zegt dat het leeg kan zijn. Zonder het doen, het elkaar vasthouden. Dan is het geloof zonder de werken en dan is het dood. Het werk van de Heere raakt niet alleen hoofd en hart. En handen. De zorg voor elkaar ligt allereerst in uw handen en jouw handen. In het bezoeken van anderen die het moeilijk hebben.
Een onmogelijke weg? Een moeilijke weg. Ik laat me zo snel mee zuigen. Laat me zo makkelijk mee leiden en verkies snel de makkelijke weg. Jakobus begint en eindigt niet voor niets met bidden. Bidden tot God, de God die de gevende God is. Die mildelijk geeft en niet verwijt. Vergevende. Gevende. Vernieuwende. Wees dan daders van het Woord, dan zul je zalig zijn. Amen.
Zondag 22 september 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. W.J.C. van Blijderveen – Schriftlezing Jakobus 1