Het volk Israël moest, na de uittocht uit Egypte, via een omweg naar Kanaän. God wilde het volk behoeden voor de verleiding van de zonde. Al begrijpen wij Gods weg vaak niet, God wil ons leiden. Het reisdoel van een gelovige is wél bekend: het hemels Kanaän. Gods beloften zijn geen bescherming tegen zorgen en moeiten, maar wel een garantie dat we Thuis zullen komen.
‘Daarom leidde God het volk om’
Gods omleiding
- Waar?
- Waarom?
- Waarheen?
Gemeente van Christus, wat vindt u van een omweg? Extra kilometers moet rijden. Ongeluk. Of aangekondigd: Utrecht, volg E. Ik houd er niet zo van. Planning. Afspraken. Is dan toch een tegenvaller. Een omweg om de weg, maar vaak is het nog lastiger als je een omweg moet maken in je leven. Als het anders gaat in je leven. Streep erdoor door ziekte. Of een gebeurtenis. Wat nu? Waar is de weg? Wat wil God ermee? Waar wil God mij leiden?
Ja, want, als je gelooft, dan komt het goed?! Juist in geloof veel vragen hebben. Waar is dan die weg?
We hebben gelezen over volk Israël. Zij moesten omweg maken. Honderden kilometers verder trekken. Lopend door de woestijn. Ze waren blij. Verlost van de slavernij. Keihard moesten ze werken. Jongetjes werden in de Nijl geworpen. Op weg naar beloofde land. Waar ze het goed zouden hebben.
Maar dan, al snel, vers 18, God leidde hen om. Een andere weg. Niet de snelste weg. Niet langs de Middellandse Zee. Nee. Juist de woestijn in. Sinaï. Omweg. Niet makkelijk.
Al staat er: ze gingen gewoon. Ze lieten zich leiden. Later mopperden ze. Klaagden. Maar hier: ze lieten zich leiden. Voorbeeld voor ons. Laten we ons leiden? Al is het een omweg: laat ons leiden!
1.
Maar dan een paar vragen, de eerste: waar is dan die weg? Voor mij? Voor Israël was het duidelijk. Hoe wisten ze dat? Door Mozes, de leider? Wijst die de weg? Nee. God wijst zelf de weg. Op bijzondere manier. Wolk. Waar die wolk is, moet het volk gaan. Stilstaan, dan ook stilstaan. In Nederland veel wolken. Beetje lastig hier. In Israël en Egypte zijn er niet zoveel wolken. Vaak stralende lucht. Bijzonder dat God voor een wolk zorg. Ook dat het niet zo warm is. Maar vooral voor de leiding. ’s Nachts geeft de wolk licht. Als het helder is, is het vaak ’s nachts koud. Maar door die wolk is het minder koud. Wat bijzonder. 24 uur per dag. Heel die reis! God leidt hen.
Al moet Israël wel onder die wolk blijven. Voor die wolk uitlopen? Dan last van de warmte en hitte. En ze weten niet welke kant ze op moeten. Nee, ze moeten op de wolk letten.
Welke weg moeten wij gaan? Niet zomaar kijken wat je overkomt. Niet alles wat er gebeurt is de wil van God. Ook de macht van de boze. Eigen ik ook. Je kiest vaak wat je zelf wilt. Je kiest de makkelijkste en snelste weg, die jou het beste uitkomt. Uit onszelf kiezen we snel de verkeerde weg. Waar is dan de weg van God?
God wijst de weg. Niet altijd makkelijk om je te laten leiden. Leer mij Uw wil. Openstellen, daarvoor overgeven! Niet ons eigen ik beslissend, maar wat God zegt. Stil worden voor God. Dicht bij Hem leven. Zoeken naar Zijn wil. Bijbellezen. Treffend is, dat je net dat leest, wat van toepassing is. Ontmoeting met iemand die je hebt. Iemand zegt iets waardoor je aan het denken wordt gezet. Zijn we zo bezig? Dan mag je erop vertrouwen dat God je de weg wil wijzen. Wil wijzen!
Toen voor Israël, nu ook voor ons. Als is geen wolkkolom, we hebben wel de bijbel. Levensgids. Is up to date. Jezus zei: Ik ben het licht. De weg. Ik wil je leiden. Ik wil je voorgaan.
Vers 21 staat mooi: de Heere ging voor hen uit. De Heere! Symbolisch door die wolk- en vuurkolom. Maar Hij wil licht geven op het pad. Hij offerde zich op aan het kruis. Het is genade. Dat God dat doet. Als je kijkt naar het volk, hoe vaak ze klaagden, opstand tegen Mozes. En toch: Hij bleef wijzen en leiden. Zo wil God er ook voor ons zijn.
Waar is Gods weg? Kan ik niet voor u invullen. Voor mezelf is dat ook lastig. Worden we geleid door een boze of een heilige Geest? De Geest wil in je zijn. Niet zelf je route uitstippelen en plannen.
Ja. Zie je dan soms geen uitkomst? Als het donker is. Hij gaat mee. Daarop vertrouwen. Mooi dat God Israël leidt en ons wil leiden. Maar. Maar. Dat kun je je afvragen. Zoveel vragen. Waarom dan? Het zit tegen. Het gaat anders. Het is zo’n stuk om. Door beproeving heen. Ziekte en lijden. Gemis.
2.
Waarom die weg? Nou die vraag, daar weten we geen antwoord op. Krijg je meestal geen antwoord op. Een hobbelig pad. Niet een direct antwoord. Soms zie je er later iets van. Verkering ging uit. Later vond je iemand anders, rijker en dieper. Waarom trof mij die ziekte? Pijn en lijden. Het bracht me tot inkeer en dicht bij Hem.
Hier staat het wel. God wees heb de weg. Zoals Hij toen was, wil Hij nog zijn. Hij had het beste voor. Niet om te plagen. Hij heeft ons lief.
Antwoord staat in vers 17. Eerst de Gazastrook. Waar nu de Palestijnen wonen. Daar niet heen, dan zou het het volk berouwen omdat ze dan oorlog zien. Zinkt moed in de schoenen. Ze waren slaaf. God kon ook de Filistijnen wel verslaan. Maar probleem is Israël zelf: ze verliezen de moed. God wil hen bewaren voor gevaar. Bewaren dat ze terugkeren naar Egypte. Beeld van de zonde, slavernij. Daarvoor wil God bewaren.
Ze moeten ook wel strijden, vooral later. Verspieders: het zijn reuzen. Toen zagen ze er ook tegen op. God wil hen kneden. Doet pijn. Afhankelijk. God nodig. Woestijn. Ontdekken wie God is. Stilte. God overziet de toekomst. Hij weet wat nodig is voor Zijn volk en voor ons.
Een makkelijke weg is niet altijd goed voor je geloof. Een tegenslag vormt. Geloof verdiept. Gods wegen lijken vaak raadselachtig. Je begrijpt er niets van. Israël waarschijnlijk ook niet. Die waarom-vraag niet vergeten. Maar als God met je is, is het goed.
Ja, nog geen antwoord op al die vragen. Maar God volvoert Zijn plan. In hoofdstuk 14 staat nog meer. Waarom Hij hen omleidde. Het gaat om Zijn eer. Dat is het doel van ons leven. God die redt!
Hoe wordt Hij geëerd? Door en aan de Egyptenaren. Als je een andere weg kiezen, gaan ze in Egypte nadenken. Waarom die weg? Waarom de woestijn in? Rode Zee, bergachtig, rotsachtig. Zijn ze soms verdwaald? Farao was vol verdriet vanwege dood oudste zoon en vanwege de tien plagen (land was verwoest). Nadenken. Hij komt niet tot God, helaas. Hij krijgt spijt dat hij ze heeft laten gaan. Verhard. Nu geen slaven meer. Nu nog slechter gaan met Egypte. Laten we heb terughalen! Ze kunnen toch geen kant op.
Ja. Die Farao. Verhard. In NGB wordt hij een duivel genoemd. Tegenstander van God. Is duidelijk. Jongetjes in de Nijl. Hij verhardde zich. Staat er vaak. Elke keer weer. Ook na de plagen. Leek even alsof hij onder de indruk was, maar hij verhardde zich.
Dit kan vragen geven, vers 4, Ik (=God) zal het hart verharden. Zou je kunnen zeggen: Farao is weerloos, slachtoffer. God bepaalde dat?! Eerst staat het er vele keren dat hij het zelf deed. Op gegeven moment zo verhard, dan geen weg terug meer mogelijk. Dat kan gebeuren. God laat hem in de verharding. Eigen weg. Tegen God in. Oordeel al in dit leven. Soms al tijdens het leven. Geen weg terug meer. Dat wordt hier getoond.
Hoe machtig Farao ook is, ze komen om, in de Rode Zee. God toont Zijn macht. Niet Farao wint. Maar God is sterker. Dit gedeelte kan vragen oproepen. Omleiden, Israël als lokaas, maar het is ook een zegen. Er komt een eind aan het kwaad. Einde aan het onrecht. Zegen als God ingrijpt. Als dictators omvallen. Hier nu al en straks volkomen.
Een waarschuwing voor ons. Verhard je niet maar laat je leiden. God leidt Israël op een wonderlijke manier. Vragen die wij hebben. Richting Rode Zee, bergen en zee, dan roepen ze het uit. Het vraagt vertrouwen. Vertrouw op God. Wat is het reisdoel? Al zie je er soms niks van. Dat je toch gelooft. God die de weg wijst.
3.
Hoe en wat en waar weten we niet. Begin en eind is duidelijk. Beloofde land. Geen makkelijke reis. Doel is duidelijk. Beloofde land. Stukje tussen in ook duidelijk. Exodus 3, daar zegt God tegen Mozes: Ik leid je naar Horeb. God wil de geboden geven. Dat hadden ze kunnen weten. Zo verder gaan. Zware tocht. Maar vertrouwen dat God hen daar zou brengen.
Op een wonderlijke manier werden ze daar aan herinnerd: door die doodskist. Gebalsemde lichaam van Jozef. Zoon van Jacob. Was als eerste in Egypte. Geen piramide voor Jozef. Al had hij een belangrijke taak. Hij wilde in Israël begraven worden. God zal jullie daar brengen, zei hij. Lichamen werden gebalsemd. Lang bewaard. Toen ze mochten gaan, vergaten ze de kist niet. Met haast vertrokken. Maar ze vergaten het niet. Door het geloof heeft Jozef het gezegd. Vast en zeker. Niet aan twijfelen. Onderweg, dachten: komen we er ooit wel? Dan zagen ze die kist. Een garantie. Gods belofte. Kies houden. Vertrouwen. Op Gods weg. Wat een zegen.
Is dat voor ons bepalend? Reisdoel? Waarheen gaan we? Al weten we niet hoe het hier gaat. Hoe lang, maar waarheen? Hemels Kanaän. Zien we daar naar uit? Dat relativeert veel. Belangrijkste komt nog. Hij brengt mij Thuis. Mag je naar verlangen. Geeft moed en kracht. Hou ik wel vol? Zie op de belofte. Hij zal Thuisbrengen die Hem volgen. Vertrouwend op de belofte.
Al gaat het via de omweg, door vragen heen. Gericht op Jezus, die ons voorgaat, ons leidt, licht geeft. Wil ons leiden, concreet. Keuzes die je maakt. Jezus zei: Die Mij volgt zal beslist niet in de duisternis wandelen. En Hij zei ook: Waar Ik ben, zullen zij ook zijn. Het is geen bescherming voor alle kwaad maar wel een garantie dat ze Thuis mogen komen. Eeuwig Thuis bij God. Amen.
Heer, wijs mij uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.Heer, leer mij uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
Heer, leer mij uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.Heer toon mij uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 30 september 2018, 9:30 uur. Schriftlezing Exodus 13:17-14:8.