De gemeente te Efeze ziet er aan de buitenkant keurig uit, maar innerlijk hebben ze de eerste liefde verlaten. Jezus neemt hen dat kwalijk en waarschuwt ervoor. Zo kan in het huwelijk de liefde uitdoven. Bezinning en bekering is nodig om niet voor eeuwig verloren te gaan.
Visitatie door Christus
Elke school, elk ziekenhuis kent het: er komen mensen langs, van buiten, om de zaak te inspecteren. Wat betreft de school: hoe zit het met de leerdoelen, is er een veilig klimaat, de sfeer, welk doel heeft men voor ogen? Het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Daar heb je allemaal mee te maken als je daarmee bezig bent. Of met een ziekenhuis. Kwaliteit van de aangeboden zorg. De processen, lopen die? Experts onderzoeken het en schrijven hun conclusies in een rapport. SWOT: zwakke punten, sterke punten, mogelijkheden, dreigingen. Zo’n rapport kan je niet zomaar aan de kant leggen. Er hangen soms sancties aan.
Voor jullie, jongelui, gaat dit misschien boven je hoofd. Laat ik een ander voorbeeld geven. Er is ouderavond op school. Je ouders gaan er naar toe. Het gaat over je rapport. Een gesprek over wat er goed gaat en niet. Wat zijn positieve en negatieve dingen? Wat zullen je ouders horen? Iemand kijkt over je schouder mee. Ook in de kerk hebben we visitatie. Ouderlingen uit een andere gemeente met een predikant. Hoe gaat het? Wat is het beleid?
Vanmorgen krijgen we ook visitatie. Niet van een mens of commissie. Maar Jezus zelf komt op bezoek. Wandelend tussen de gouden kandelaren, zo wordt Hij beschreven. Kandelaar als een beeld van de gemeente. Een lichtdrager in deze donkere wereld. God is licht. Jezus is het licht van de wereld. Tussen die kandelaren door wandelt Jezus. Niet rennen. Hij wandelt. Hij heeft alle tijd om die kandelaren een voor een te bekijken. Hij wandelt er tussen. Dat beeld is veel mooier dan ik nu zeg. Jezus deed wandelen in het paradijs met Adam en Eva. Hij wandelt te midden van de gemeente. hij heeft contact en zorg. Niets ontglipt Hem. Ook in ons leven niet. Hij wandelt. En kijkt ook scherp. Zijn ogen zijn als een vlam vuur. Ontzaglijk liefdevol. Vol ontferming op wat neergedrukt is. Hij kijkt scherp. Als een röntgenstraal.
Wat zou Hij over ons te zeggen hebben? Over mijn leven? Zo persoonlijk ligt het. Schrijft aan de engel van de gemeente te Efeze.
Efeze is de eerste plaats aan wie Christus een rapport schrijft. Nu een ruïne. Het was geweldig. Grote stad. Liggend in een baai van de zee. Egeïsche zee. Grootste handelsplaats van Klein Azië. Wij hebben een brief van Paulus aan Efeze. Een van de diepste in het NT. Hij schrijft hoe ze gebracht zijn uit duisternis tot het licht. Van kinderen van de toorn, kinderen van de genade zijn geworden. God werkt. Paulus is er lang geweest. Hij heeft gepreekt. Veel gedaan daar. Er was veel gedoe met die tempeltjes. De tempel van Diana en Artemis torende er boven uit. Een centrum van cultuur en afgodendienst. God kwam er ook met Zijn woord. Er kwam een gemeente.
Paulus schreef zijn brief in 50-65 na Christus. Nu is het 90 na Christus. 35 jaar verder. Daar in die havenstad is een kandelaar. Die brandt! Er worden prachtige dingen gezegd. Ik ken uw werken en uw volharding. Ik weet dat u slechte mensen niet kunt verdragen. En dat u slechte apostelen op de proef hebt gesteld. U hebt zich ingespannen voor mijn Naam. Ik ken uw werken.
Dat is hun hele handel en wandel. Wat u ook doet en denkt. Ik ken uw inspanning. Het is een ijverige gemeente. Dat zag je toen er slechte mensen op bezoek kwamen. Ze brachten hun eigen evangelie. Slechte mensen, slechte bedoelingen. Die gemeente tolereert dat niet. Dit is het evangelie niet. Ze wilden het evangelie zuiver en goed bewaren. Ze waren orthodox.
Ze konden slechte mensen niet verdragen. Ze lieten dwaalleraars door de mand vallen. Ze waren niet naïef.
Nog iets, het andere woord dat opvalt: volharding. U hebt moeilijkheden voldragen. Het viel niet altijd mee om christen te zijn in Efeze. Een door en door heidense stad. De heidense eredienst bloeide er. Toch hielden ze koers en vol. Als ik aan jongelui vraag, wat wil je het liefste hebben? Of waar heb je moeite mee? Dan zeggen ze: volharden, dat je het zult volhouden. Dat je niet laat meeslepen door de wereld of verkeerde gedachten of ideeën. Deze gemeente kende inzet. Dat is toch geweldig!
Dan toch dat ingrijpende woord. Maar Ik heb tegen u…! Dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Dat komt hard aan. Je bent als jongen trouw in de kerk en je hebt er wat voor over, je bent als jong gezin serieus, je vindt niet alles goed, je houdt koers, allemaal positief, inzet en volharding… En dan zegt Christus: Ik heb op u wat aan te merken…
De liefde is weg. Het leven is eruit. Temidden van die positieve dingen, het goede. Dan dat frustrerende. Maar… Zo ernstig. Dan zegt God: Ik kan de kandelaar wegnemen.
Dan grijpt het je aan. Laten we eens goed luisteren. Waar gaat het over? Ik heb tegen u … Dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Verlaten is een heel actief woord. Het Griekse woord betekent: wegsturen. Niet zomaar overkomen. Er is wat gebeurd, blijkbaar. De eerste liefde. Wat is dat? De omgang van God met Israël wordt vaak vergeleken met een huwelijk. Hij is de Bruidegom, zij de Bruid. Exclusief aan elkaar verbonden. Geen ruimte voor andere goden. Net zoals bij een huwelijk, als er een ander komt, wordt het ontwricht. Dan is er geen trouw.
Deze gemeente is nog steeds met Christus getrouwd. Maar het is een huwelijk dat langzaamaan dood bloed. Dat lijdt aan zuurstofgebrek. Als de liefde gaat ontbreken. In het begin was die er. Je had alles voor elkaar over. Fijn om bij elkaar te zijn. Je deed alles samen. Samen lachen, huilen. Samen zette je in. Een woestijntijd, daar vergelijkt Jeremia het mee. Ik denk aan u, aan de genegenheid van uw jeugd. Toen u mij achterna kwam in de woestijn. Geen pretje. In de woestijn ging het regelmatig fout maar er waren veel mooie momenten. Bij de Sinaï: Ik ben jullie God! Toen Hij brood gaf en water uit de steenrots. De eerste liefde. Verliefdheid. Je bent weg van iemand. Het wordt realistischer als je getrouwd bent. Maar als de verliefdheid of verwondering weggaat… Dan gaat het niet goed. In onze tijd zeggen we dan: we zijn op elkaar uit gekeken, het vuur is gedoofd, we leggen ons erbij neer.
Dat is niet wat God wil! Wat is er fout gegaan? Zelfverloochening, daar schort het aan. Je bent zo druk met jezelf. Je vindt jezelf zo belangrijk. Er is geen communicatie meer. Je gaat allebei je eigen weg. Je raakt elkaar niet meer. Geen tijd en geen ruimte. Het worden twee aparte sporen. De chemie gaat weg. Erg als dat gebeurt. Ingrijpen, daar vraagt dat om. Dan moet je misschien hulp vragen – als de verwondering weggaat of als je langzaam vreemden voor elkaar wordt.
Die realiteit vertaalt zich hier geestelijk. U hebt uw eerste begin verlaten. Wat er overgebleven is, is de naam van liefde niet waard. De oprechte verbondenheid met de Heere. Dat Hij naar jou omzag! Zijn ontfermende ogen en hulp… Toen je het niet meer zag zitten. Dat Hij daar was. In al je schuld. Toen Hij sprak van genade. De eerste keer aan het avondmaal. Wonderlijk en goed misschien. En misschien ook de latere leren. Toen je de doorboorde handen zag. Ik voor u…. Toen je je kinderen doopte. Je was erbij betrokken. Je deed belijdenis, vol overtuiging. Uw God, mijn God, uw volk, mijn volk.
Toen kwam de klad erin. Al ken ik u niet allemaal. Sleur. Je slaat een keer over. En nog een keer. Het gebed verflauwt. Een huwelijkscrisis. Je raakt elkaar niet meer. Je bent elkaars maatje niet meer. Geen verwondering meer. Geen vreugde. Geestelijk. Je beseft niet meer God is en wie Jezus is. Er is geen verwondering en verheuging meer. Het wordt zo koud en afstandelijk.
Nou is het geloof niet het gevoel. Je kan ook in geestelijke verlating leven. Dat is wat anders. Ik ken Hem niet. Hij is zo ver weg. Dan gaat je leven toch naar Hem uit. Hier doe je het zelf. Hoe vaak lees je de Bijbel? Bereid je je echt voor?
De gemeente van Efeze: keurig van buiten. Ijver en volharding. Maar innerlijk, koud. Christus neemt de temperatuur op. Wat zou Hij van mij zeggen? En van u? Je hebt het al zo vaak gehoord. Je kijkt er niet van op. Het wordt flauw. De verwondering is eruit.
Het rapport is om van te schrikken. Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten…. Bekeert u! Doet u dit niet te niet, dan zal ik komen om de kandelaar weg te nemen. Je bent gevallen. Kerkverlating, onderzoek: mensen vervreemden niet door een aparte ervaring, maar langzamerhand, ineens weg zijn. Een proces is het. Jezus waarschuwt. Hij maakt het heel concreet.
Hij zegt het ook zo: doet dan de eerste werken. Doet! Hij grijpt niet terug op het gevoel alleen. Maar op de eerste werken: buigen, zoeken, leven naar het Woord. Gaat het om liefde naar God, Jezus of de medemens? We kunnen daarin geen onderscheid maken. Wie God lief heeft, is bekommert over de naaste. Evangelisatie komt er niet zomaar bij. De eindtijd: de liefde zal verkillen. Jezus roept op tot bekering, berouw, bezinning.
Hij schrijft de gemeente niet af. Ze haten de Nicolaïeten. God wat en de wereld. Nee zo niet. Dat was goed dat ze hen haten. Het klinkt zo ernstig. Wie oren heeft, laat hij horen. Wie overwint, hem zal ik te eten geven. Wie overwint…. Jongelui, overwinnen doe je in een wedstrijd. En nog meer in een oorlog. Gaat niet vanzelf. Je hebt er gebogen knieën voor nodig. Het gaat fout als we elkaar niet meer spreken. Als je elkaars hart niet meer kent. Als je egoïstisch wordt. Het eerste wat sneuvelt is zelfverloochening. Zoek naar Gods hart, Woord, Christus! Hij overwon. Wie door het levende geloof bij Hem schuilt, is veilig. In dit alles zijn wij meer dan overwinnaar. In Hem, die ons lief had.
Ik zal u geven van de boom van het leven. Dat grijpt vooruit op het einde van het boek. Elke maand een aparte vrucht. Een prachtige belofte. Vruchten tot genezing van de heidenen. Hij is het waard je tot Hem te wenden. Hij had de Zijnen lief tot aan het einde. Het kruis. Hij gaf Zijn leven, alles. Hij heeft ons lief. Zijn liefde. Een liefde zonder eind. Die verflauwt niet of vermindert niet. Vlucht daarnaar toe terug. Moet je het daar niet van hebben. Die liefde, die genezen kan van liefdeloosheid. Die kan je bekeren. Heilzaam licht, ook voor de omgeving en voor allen die ver zijn.
Christus. Hij stuurt een brief. Nog meer. We hopen ze te lezen. Deze brief als eerste. Wat moet je nou doen? Er staat een mooi verhaal in de Bijbel. Van Hizkia. Hij kreeg een brief van Rabsake, de Assyriër. Een dreigbrief. Hizkia nam die brief voor de Heere mee. Help ons van onze vijanden!
Nu een brief van Jezus zelf. Er staat iets ernstigs in. Wat doe je daarmee? Naar Hem! Doorgrond en ken mijn hart. Leid mij op de eeuwige weg. Zou die God die je ooit samenbracht de kracht willen geven om in Zijn Naam en kracht verder te gaan. Meer liefde geven dan ontvangen. Wat Christus deed. Hij gaf zich tot in de dood. Laat dat voorbeeld meegaan met ons. Zo blijft de kandelaar branden. Als je het in de wind slaat, gaat die vlam uit. Wat zou dat eeuwig zonde zijn…
Amen.
Hervormde Gemeente Dordrecht, Augustijnenkerk, zondag 2 oktober 2022, 9.30 uur. Schriftlezing Jeremia 2:1-9 en Openbaring 2:1-7.