In Psalm 16 spreekt David over de erfenis; Christus heeft deze erfenis voor de Zijnen verworven. De erfenis ligt in God vast, voor eeuwig. De erfenis heeft te maken met de Almachtige God en deze erfenis is betrouwbaar. Dat geeft veel troost op Eeuwigheidszondag, als we stilstaan bij het verlies van geliefden.
Geliefde gemeente van Christus, Psalm 16 heb ik uitgekozen. Ik geef eerst een overzicht van de psalm. Een psalm over vertrouwen op God. Een gebed om steun. Maar steun voor wat? Dat wordt niet uitgelegd. Er staan geen namen van vijanden. Waar heeft de schrijver last van? Hij heeft een toevlucht nodig. Een betrouwbare toevlucht. Heb je wel vertrouwen gehad of ben je teleurgesteld? In je eigen kunnen teleurgesteld. Je gaat die toevlucht niet vinden in deze wereld. Hij komt bij God uit. Het is de Psalm die ons vanmiddag aan het denken zet.
De aandacht gaat vooral uit naar dat vertroostend getuigenis, vanaf vers 5. De hoop op de erfenis. Ik las uit de Catechismus over de HEERE Jezus. Dat Zijn sterven de garantie is van onze eigen opstanding. De Psalm laat ons iets zien van wat Petrus schreef (1 Petrus 1:3-5): een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis.
Dat houvast krijgt een naam. Dat is God. Hij blijft altijd dezelfde. Daar moet je zijn. Niet wat wispelturig is, wat heb je daaraan? God is almachtig, goed, rechtvaardig. Dat zegt de NGB. Je moet bij God zijn.
Vers 5. De climax die daarin zit. De HEERE is mijn enig deel en beker. De erfenis is een zorgvuldig opgemeten bezit. Een prachtig erfelijk bezit. De erfenis waar David naar uitkijkt. Daar wil ik het over hebben. Wat zijn de eigenschappen van die ergenis? Petrus zegt daar wat van. Ik probeer zeven aspecten te laten zien.
- Die erfenis heeft te maken met God. De Almachtige God. Wie of wat ook maar wegvalt. De HEERE is mijn enig deel en beker. Hij is die erfenis. Het is een goddelijke erfenis. Wij zouden dat best kwetsbaar vinden. Zo is het met deze God. Hij gaf zichzelf in Zijn Zoon.
- Betrouwbaar. Hier kun je van op aan. Deze erfenis is betrouwbaar. God stuurt een zoeker niet weg. Het is niet van kastje naar de muur en a helemaal geen betaalmuur. Hij is bereid om te vergeven. In Hem bent u ook verzegeld, zegt Paulus. Door de Geest. Tot de verlossing die ons ten deel viel. Hoe ontdekt David dat? U onderhoudt wat het lot mij toewees. Wat moet je daarbij voorstellen? Hij zorgt. Hij blijft erbij. Het is een duurzame erfenis. Slijtagevast. Een eeuwige, onveranderlijke erfenis. Ik moet denken aan de stammen. Zij kregen land toegewezen. De stam Levi, hun erfenis, hun deel zal de HEERE zijn. Dat komt dicht bij dit. Wie heb ik behalve U in de hemel? Ik vind nergens vreugde in op aarde. God is de Rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel. Helemaal betrouwbaar.
- Een erfenis, is die toereikend? Deze erfenis is ruim voldoende. Je hoeft nergens, nooit bij te tanken. Van twee walletjes? Dan zit je op het verkeerde spoor. De HEERE is mijn enig deel, zegt David. Geen reservetankje. Zijn erfenis is ruim voldoende.
- Die erfenis is als je de psalm leest, op jou afgestemd. We zijn unieke mensen. Die erfenis is helemaal goed. De meetsnoeren zijn voor mij in liefelijke plaatsen gevallen. Bij ons kan er zomaar gedoe, twist, onenigheid ontstaan bij een erfenis. David hoeft zich geen zorgen te maken. De Gever stemt de erfenis af. Onbevlekt. Wat bedoel ik? Wij hoeven er niets bij te doen.
- Die erfenis heeft iets feestelijks. Bij deze erfenis denken we een een samenzijn met Hem. Het zit in deze psalm. We hebben het feestelijk gezongen. Het mag licht worden.
- De erfenis maakt het licht als het in het leven donker kan zijn. De psalmdichter heeft het over macht en dag. Ik kwam op een verwijzing naar Psalm 139. De duisternis is als het licht. Het mag een feest zijn. Het wordt licht.
- De erfenis is net als God zelf: eeuwig. Dat is nog meer als tijdloos. De psalmist juicht het uit. Hij getuigt dat zijn aardse leven zal eindigen in een graf. Maar de erfenis houdt een eeuwige erfenis is.
Dan gebeurt er iets in de psalm. Wat gebeurt er met David? Hij weet dat het een keer ophoudt. Ik stel mij de Heere voortdurend voor ogen. De poorten van het dodenrijk zullen me niet vasthouden er wacht een eeuwige erfenis.
Die erfenis is geborgd in Jezus Christus. Het allergrootste waar ik u op wil wijzen. Het leven met Christus verborgen. De HEERE als de erfenis zelf. Dan zullen we Hem zien. Wat komt er in de buurt bij God, wat kan tippen aan die rijke belofte? Hoe schrijft hij in vers 11? U maakt mij het pad ten leven bekend. Overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, voor altijd.
Zo kom ik aan het slot van de verkondiging. Kun je erbij? Nee. Je gaat eromheen lezen. Paulus en Petrus. In Handelingen kom je Psalm 16 tegen. Jezus Christus is de gids. Het pad. Het is profetisch wat David zegt. Vers 10. U zult mijn ziel in het graf niet verlaten.
We zien een leeg graf en een leeg kruis. Het is licht geworden. De dood heeft niet het laatste woord. Wie zich een kind van de HEERE mag weten, zal dat beamen. Bent u zo’n kind van de HEERE die verlangt naar het feest. Kom dan, samen, het wordt Advent. Ontdek het. Aanvaard het, die erfenis. David had het ook ontdekt. Op je knieën gaan, ook deze week. Het dal van de schaduwen van de dood, ja, maar het zal geen vat op je hebben. Ik wil eindigen met de woorden van Petrus: ‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u. U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de zaligheid, die gereedligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd.’
Daar kan je toch geen nee tegen zeggen? Laten we het zingen met Psalm 118: Ik zal niet sterven, maar leven.
Amen
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 24 november 2024, 17 uur. Eeuwigheidszondag. Schriftlezing Psalm 16.