Jezus gaat zegenend naar de hemel. Met Zijn doorboorde handen zegent Hij Zijn discipelen. Hij is de Koning die de dood overwon. De duivel, de prins van de zwaartekracht, kon Hem niet in het graf of aan de grond houden. De discipelen aanbidden Jezus en gaan op weg om getuige te zijn, dat is ook onze roeping.
Geliefde gemeente van Christus, Jezus verlaat deze wereld niet zomaar. Hij laat Zijn discipelen niet zomaar achter. Maar hief Zijn handen op en zegende Zijn discipelen. Het is voor ons een kwestie van gelovig aannemen. Als je de Schrift doorleest, kom je erachter: het moest zo gaan. De kroning gaat er zo aan toe, dat merk je ook in de psalmen. God laat niet los wat Zijn hand begon. De zegen is een fysiek markeringspunt.
Daar staan de discipelen dan. Een geruime tijd hebben ze met Hem opgetrokken. Ook na Pasen nog. Hij verlaat hen fysiek. Maar niet zonder zegen.
Jezus gaat de hemel in. Voor onze ogen zien we zegenende handen. Doorboorde handen. De hemelvaart komt dan op gang.
Vanmorgen letten we op drie punten:
(1) De hemelvaart zelf, wat gebeurt er? (2)2 En wat zijn de reacties van de discipelen? (3) En wat kunnen wij daarvan leren?
1.
Het gaat in een paar fases. Hij nam ze mee. Hief Zijn handen op. En zegende hen. Je ziet het voor je. De zegen komt niet uit de lucht vallen. Een kenmerk van de aartsvaders en profeten. Er werd gezegend bij kruispunten in het leven. Jezus doet het zelf. Hij heft Zijn handen op. Zoals Hij kleine kinderen zegende. En na de opstanding. Vrede zij u, als een zegenwens.
Nu valt iets op, aan die handen. Het zijn doorboorde handen. De discipelen mochten het zien. In vers 39 zie je hoe plastisch dat wordt uitgelegd. Iedereen mag meekijken. Als je Hem niet zou herkennen, aan wie ligt dat? Maar zie Hem. Zie de wonden. De God die mens werd. Die gaat naar Zijn Vader in de hemel.
De handen zijn opgeheven en Zijn opgeheven. Niet meer de spijkers. Niet meer vast aan het kruis. Het is een moment van losmaken geworden. Er kan geen sprake zijn van gedaantewisseling. Wat moet dat een blijde indruk hebben gemaakt. Het moest zo gaan. Mozes, profeten en psalmen hebben over Hem gesproken.
Hij werd opgenomen in de hemel. Een buitengewoon wonderlijke situatie. Wie heeft er het meeste last van, van deze Hemelvaarts? De prins der duisternis. Hij kon Hem niet aan de grond houden. Hij is de prins der zwaartekracht. Jezus overwon de dood. De prins der dood kon Hem niet in de grond houden.
Je ziet Jezus gaan. De neerwaartse gang, naar het graf. Het kwam tot een doorgaande beweging, uit het graf, naar Hemelvaart. De boze roert wel zijn staart maar moet erkennen: de Koning is gekroond. De satan faalt. Christus is Koning. Hoe lastig het ook kan zijn.
Het kan lastig zijn in het leven. Wat neemt Jezus mee? Ik geloof dat Jezus met Zijn hele lichaam – beenderen en vlees en al – is opgenomen. Die doorboorde handen gaan mee. Zijn hoofd en hersenen. Wat Hij heeft gehoord en gezegd. Met Zijn hart. Letterlijk en figuurlijk. De zonden die Hij heeft gezien. De reden dat Hij op aarde kwam. De boze roert zijn staart. Bij de troon is het bekend.
Gelooft u dat Jezus zo is opgegaan in de hemel?
En dan, Hij werd opgenomen en dan komt er een wolk. Een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Er komt een wolk. Je moet even opnieuw oriënteren. Ik ben hier, Hij is daar. Verder was er niets te zien. Jezus is nu in de hemel. Wij moeten verder in het vertrouwen dat Hij in de hemel is. Zo houden we geloof en hoop. Nu kennen we ten dele, maar dan zullen we Hem zien.
Die wolken zetten we aan het denken. De levensweg is niet altijd even recht. Je kunt je zorgen maken als een tunnel. Men zegt dat er licht is, maar ik zie het niet. De bocht verhinder zicht op het licht. Het kan bewolkt zijn in het leven. Het komt aan op geloofsvertrouwen. Hij is er. Hij gaf de zegen mee. Als belofte.
Dan is een tijd van wachten aangebroken. De zegenende en doorboorde handen. De uitleg die ze nog maar net hebben gehoord. Die woorden, het is volbracht. Volkomen verzoening.
2.
Dan is de hemelvaart gebeurd. Zij moeten zich heroriënteren. Wat ga je doen: wachten, bij de pakken neer zitten? Ik schets drie reacties. Het begint met de zegen. En dan? Zij aanbaden Hem. Vers 52. In het Grieks iets van knielen, nederigheid. Niet neervallen in ‘ik weet het ook niet’. Niet verward. Nee, er is geen sprake van angst, maar van vertrouwen. Vrede zij u. Hij heeft getoond wie Hij is. Hij is de onzichtbare aanwezigheid die ze aanbieden. Ze beseffen en weten het. Vertrouwensvol wachten.
De tweede reactie: ze gaan ook weer op pad. Naar Jeruzalem. Hoe? Met grote blijdschap. Na het sterven was dat heel anders. Wanhopig weggelopen. Nu met blijdschap. Wat een contrast. Afscheid van toen: toen zagen ze de gekruisigde handen. Zijn wij mensen die anders zijn? Jezus heeft er ook voor. Hij opende hun verstand en legde de Schrift uit.
De dood is overwonnen. Angst is blijdschap geworden. Volkomen verzoening. De geschiedenis van de Emmaüsgangers is een soort voorloper hierop. Ze waren het kwijt, zagen het niet meer. Christus opende hun verstand. En toen verdween Hij. Toen waren ze ook blij. De discipelen zijn blij. Ze hebben meer aan een Heiland op de troon van de genade. U zult terugkomen! Hij laat ons niet als wezen achter. Het moest zo gaan. Pinksteren komt eraan.
De blijdschap is in beweging. Ze gaan terug. Net als de Emmaüsgangers. Ze waren voortdurend in de tempel. Loofden God voortdurend. Ze kwamen ook in hun eigen kamers samen, ook in de Bovenzaal. Gemeente van Christus zijn, maar ze gingen ook naar de tempel. Waar de gemeente samen komt, waar het voorhangsel was gescheurd. Het aardse heiligdom.
Wat doen ze daar? God loven en danken! Hoe zullen ze aangekeken zijn. Zie je een voorloper op dat getuige zijn. Lukas heeft het over het getuige zijn. U bent van deze dingen getuige. Je zult het erover hebben. Zijn getuige zijn.
Ze gingen niet bij de pakken neer zitten. Bepaald niet!
3.
Wat kunnen wij ervan leren? De Hemelvaart is een onderdeel van Gods overtreffende trap. Jezus ging niet zomaar. We kunnen wat leren van de reacties.
Neerknielen, in eerbied, aanbidden. Dat je mag danken en loven. Om te getuigen naar de mensen om ons heen.
We horen het votum en de groet aan het begin. God geeft Zijn zegen mee aan het einde van de dienst. Jezus ging niet zomaar. Hij liet een belofte na. Hoe gaan we deze dag en week in? Breekt deze zegen ons op? Of open? Heer, ik wil U dankbaar zijn en loven.
Hemelvaartsdag is opnieuw een aanzet om de Heere dankbaar en blij te loven. Jezus ging niet zomaar, maar met een zegen. U zult de kracht van de Geest ontvangen. Pinksteren komt eraan. Voor dit leven is die belofte er. Zijn Geest is erbij. Reden om te bidden en te danken.
U zult van deze dingen getuige zijn. Er moet bekering en vergeving van zonden gepredikt worden. Niet alleen een wonderlijk event. Nee, het heeft een doel. Bekering en leven van vergeving.
Er is een perspectief. Er is een dag dat Jezus terug komt. Deze Jezus zal weerkomen. Er zijn dingen die moeilijk te dragen zijn. Dan kan je verlangen naar die dag. Kijk om je heen, de wereld staat in brand. Verwarring, leegte, zonde. Deze belofte staat uit. Hij komt eraan. Om te oordelen levenden en doden. Het is goed dat u indachtig houdt dat die zegende handen doorboorde handen zijn. Zijn die zegenende handen u dierbaar en lief geworden? Kijkt u er verlangend naar uit om die handen te schudden. Hemelvaart, de weg is open. Hij komt terug. Hoe is onze reactie? Bekering, dankbaarheid, aanbidding.
De discipelen hebben ook hun wolken gehad. Maar die reactie moet ons vasthouden. Hij is gegaan met een zegen. Hij laat nooit los. We mogen kracht en moed ontvangen. Die dag komt. Later, vroeger, vandaag. Heb je er oog voor? Bekering, vergeving van zonden. Het is volbracht. Hij heeft alles meegenomen. Ontvang Hem als koning van uw leven. Verhoog o poorten nu de boog!
Amen.
(Psalm 24 vers 4 en 5, berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, donderdag 18 mei 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Lukas 24:36-50 en Handelingen 1:7-11.