In de tabernakel lagen op de tafel de toonbroden. Christus is het Brood des Levens. Hij wil Zijn kinderen voeden voor het eeuwige leven. Het tafelhout werd kruishout, voor Hem geen goud, maar doornen. In het avondmaal zien we dat Hij onze zonden op zich nam om de straf te dragen.
Geliefde gemeente van Christus,
Heel precies heeft de Heere omschreven hoe de tabernakel eruit moest zien. Zoek maar eens een plaat erbij, dan kan je zien hoe alles eruit te ziet. We staan vanmorgen bij deze dingen stil, terwijl hier de tafel gereed staat.
Het blijft me verwonderen: als je ontdekt hoe precies het omschreven is. Het is een wonderlijk gebeuren. Als je de lijn legt naar het werk van Jezus, neemt die verwondering toe. Dan sta je er met open mond bij.
Vanmorgen staan we stil bij die twaalf toonbroden. Het staat niet voor niets in het Woord. Terwijl we luisteren, hoop ik dat we onder de indruk raken. Van het heilige karakter ervan. We hebben met iets heel bijzonders te maken. Het is heilig. Het avondmaal is anders dan een gewone maaltijd.
Eerst sta ik stil bij de tafel, dan het toonbrood, dan het wierook en kom dan uit bij Christus.
1.
Eerst de tafel. We zien hier een tafel voor ons. We lazen over een tafel. Hoe groot zou die tafel zijn? Ik denk aan een salontafel. Niet zo groot. Wel heel bijzonder. Overtrokken met gouden randen. Dichtbij God, in het heilige. Voor Zijn aangezicht. Je ziet het werk van de priesters daar. Als er licht op valt, gaat het blinken. Daar spreekt iets van Zijn lichtend aangezicht.
Er zitten draagbaren aan. Je moet denken aan een dienblad. Gods aanwezigheid wordt meegedragen. Onderweg naar het beloofde land. Ze zijn onderweg vanuit Egypte. God gaat met hen mee.
2.
Op die tafel, de toonbroden. Dat wordt op alle manieren vertaald: toonbrood, brood, offerbrood, koeken. In het Hebreeuws staat er letterlijk iets als: brood van aangezicht. Brood van Zijn presentie. Zichtbaar dus ook. Niet in de kast. Niet in een broodtrommel. Nee. Voor Zijn aangezicht. Apart gezet. Exclusief. Het gaat om heilig brood.
De priesters moeten zich ervan bewust zijn: van het heilige. Er zit een dienst omheen. Het is toonbrood. Bij wijze van spreken: hemels brood is het geworden. Ook niet vergeten dat het gewoon brood is. Met handen gekneed. Gebakken van meelbloem, lazen we. Toch het heilige en bijzondere karakter.
We lazen over David in Mattheüs. Hij was op de vlucht. Hij had honger en komt bij de tabernakel. Geef mij vijf broden mee! De priester zegt, bij de tabernakel: er is geen gewoon brood. Meelbloem toch? Nee. Er is wel heilig brood. Het is heilig geworden. Ik kan het niet zomaar meegeven. Zijn ze rein, die mannen? Dat brood is heilig geworden. David kan er toch aan komen. Een soort wonderbare spijziging. Ze eten het. En er wordt weer meer brood gemaakt. God is met Zijn plan bezig en voedt David. Er is nooit tekort. Het wordt aangemaakt. Geef ons heden ons dagelijks brood. David, heb je het gebeden?
Hoeveel broden zijn het er? Twaalf. In rijen van zes. We leiden eruit af dat het om de stammen gaat. God verbindt Zijn Naam aan Zijn volk. Hij verkoor hen. Hij nam hen mee naar het beloofde land. God draagt het voorgeslacht. God die voedt en voorziet. Twaalf. We weten wel dat er verschillen zijn tussen die twaalf. Je kunt niet allemaal voorop lopen. Juda gaat voorop. Er zijn verschillende zegeningen gegeven. Maar hier op een tafel. Samen. Eendrachtig. Samen delen in de belofte.
3.
De wierook. Wierook. Die broden liggen daar in twee rijen. Daarop of daarnaast wierook. Zuiver, wit, geurig. Het brood geeft geen reuk maar de wierook. Je ziet hoe de weg naar het heilige gaat. De priester moet eerst voor zichzelf offeren, pas dan kan hij de volgende stappen zetten. Je ziet het kooltje meegaan, naar de wierook. Dat heeft met verzoening te maken.
4.
Tot zover een stukje uitleg uit het Oude Testament. Er licht iets op al van Jezus. Ik ben het Brood des Levens, Johannes 6. Er is zoveel gebeurd door God. Hij gaat aan de slag met Zijn volk. De vervulling in Christus’ lijden en sterven. En opstanding.
Tafelhout wordt kruishout. We zien Jezus ter wereld komen. Nota bene in het gezin van een timmerman. Hoeveel tafels zal hij getimmerd hebben? God was daarin al aanwezig, in dat hout. Verderop zien we Jezus hout dragen. Kruishout. Van dat kruis altaar. Dat op Golgotha gebouwd wordt. Zichtbaar op een berg. Kijkt u mee, van afstand, naar dat kruis?
Jezus wordt niet neergelegd op een tafel. Maar vastgenageld aan een kruis. Heel precies, maar met Romeinse precisie. Geen goud omrande lijst, maar roestig, een houten bordje. Geen gouden kroon, maar een doornenkroon. Geen draagbaren. Hij moet het zelf dragen. Splinters. Tafelhout wordt kruishout. Geen wierook, al wordt Zijn lichaam gebalsemd. Zijn offerande. De vrouwen om Hem heen wisten wat het was om te leven van verzoening.
Dit is Jezus. De geliefde Zoon van God. Zijn tafel is een houten kruis. Onze tafel is Zijn houten kruis. Toonbrood wordt nu brood des levens. Dat brood uit Exodus en Leviticus, waar David van mocht eten, is enerzijds heilig en anderzijds gewoon brood. Jezus is God. Maar ook mens, geworden. Gewoon mens. Zoals wij. Bekend met ons lijden en onze moeite. Hij zonder zonden. Hij op het hout van het kruis, niet wij. Gerechtigheid moest geschieden door Hem. Hij werd mens.
Wekelijks moest het toonbrood vernieuwd worden, van Sabbath naar Sabbath. Wekelijks horen wij over het levendmakende brood. Tot gedachtenis. Deze Jezus ging door het vuur. Door de dood heen, die wij verdiend hebben. Gerechtigheid als wierook. Zijn offer.
Zijn levensoffer werd een liefelijke geur. Hij deed wat wij niet kunnen – nooit kunnen. Gerechtigheid verwerven. Een streep door onze zonden.
Denk nog eens aan het getal twaalf. Vervulling. Jezus, Israël, Hij stierf voor velen. Het evangelie ging de wereld door. Meer dan de tempel is hier. Volken mogen zich laven aan het Brood, als ze Hem erkennen. Nodig tot verzoening van al onze zonden. Er is ruim voldoende. Symboliek van de wonderbaarlijke spijziging: er zijn twaalf manden over. Avondmaal na avondmaal zien we het: het ligt er. Steeds genoeg om van te leven. Genadetijd.
En dat allemaal vanwege dat offer. Het is symbooltaal. En meer: het is incarnatie. Wij mogen komen, genodigd worden door de Gastheer. Als je naar het kruis kijkt, je ziet de handen en de wonden. Die wonden droeg Hij ook nog na de opstanding. Zie Hem denkbeeldig staan’ Neem, eet, gedenk en geloof, tot een volkomen verzoening van onze zonden. Calvijn wilde het elke week vieren – dan ook elke week voorbereiding.
Terug naar twaalf. Zie de gemeente voor je. Samen. Verenigd. Hij met Zijn volk. Johannes 17: dat zij allen een mogen zijn. Met lek en gebrek. Verzameld rond Zijn verzoeningswerk.
Ik probeer de verbanden te laten zien. Vanuit het Oude Testament naar Jezus. Gods volk onderweg naar het beloofde land, naar ons, verwachtend de wederkomst. Jezus zegt: Ik ben het Brood des Levens. Hij zegt het tegen u en jou. Ook van jou? Kijk niet weg. Kan je niet meer zonder Mij? Dat is Zijn reddingsplan. Er zijn parallellen vanuit het Oude Testament naar Mattheus. Het kan je duizelen. Verwonder je. En buig je over de rijke sporen die tot in Genesis teruggaan. Avondmaalstraditie: die heeft voorlopers. Ga in Zijn spoor. Hoor het voor u en jou: er is volkomen verzoening. Proef het wonder. Het wonder van Christus’ verzoeningswerk.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 29 januari 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Exodus 25:23-30 en Leviticus 24:5-9 en Mattheus 12:1-6.