De bekeringsgeschiedenis van Manasse laat zien hoe de weg terug naar God eruit ziet. Terugkeer is niet mogelijk zonder berouw en inkeer. God straft – maar altijd vanuit liefde, met het doel om tot Hem te doen laten terugkeren. Bij Manasse komt het – ondanks zijn grove zonden – tot verandering.

Een verhaaltje eerst voor de kinderen. Ik heb thuis een boekje met een verhaaltje over Alexander de Beer. Hij houdt van honing. Zijn moeder kan nauwelijks bij het potje op de keuken. Alexander pakt een vuilnisbak en een pan en dan kan hij bij de honingpot. Bijna, bijna. Hij pakt verkeerd. Het mooiste schoteltje van mama komt naar beneden… Het valt in stukken op de grond. Wat een drama. Het is helemaal mis, weet hij. Wat nu? Zou mama nog van mij houden? Als mama thuis komt gaat hij allemaal dingen vertellen: als dit of dat zou gebeuren, zou u dan nog van me houden? En als dát gebeurt…  Ja, dan nog! Mama vraagt zich af wat er aan de hand is. En als ik dat schoteltje zou breken, uit uw kindertijd….?! Ja, dan nog. Het komt helemaal goed. Een prachtig verhaaltje over genade en vergeving. Alexander leert het te vertellen. En zijn moeder houdt nog steeds van hem. Probeer dat verhaal er maar hij te houden.

Lieve gemeente, geliefde gemeente van Christus, laat u maar eens verrassen door het verhaal van Manasse. Gods genade is niet uit verdienste. Er is genade. Genade en vergeving zijn onverdiend. Een geschenk. Zo staat het ook in de Catechismus. De zonde kleeft aan onze handen. Er is verticale vergeving en horizontale vergeving. We komen vanmorgen bij een concreet mens. Een persoon. Manasse. Zoon van Hizkia. We mogen ons aan hem spiegelen. Een bewijs van Gods genade.

Laten we meekomen met wat er is omschreven. Manasse. Ja. Een losbandig leven. Misschien herken je dat. Ik hoop dat het in het verleden ligt. Hoe komt het nou, dat het er zo wild aan toe gaat? Je kunt denken aan erfelijkheid. Erfelijke belasting. Nature en nurture. Moet je die ouders eens zien. Dat huwelijk: slecht voorbeeld doet slecht volgen. Je gaat nadenken wat het zou kunnen zijn.

Manasse werd zelf koning na de dood van zijn vader. Er wordt weinig gezegd over hoe dit komt. Hij had alles in zijn voordeel. Zoon van Hizkia. Zijn vader had de HEERE lief. Prachtig om dat te lezen. Een gelovige koning. En een generatie terug: Achaz. Die was ook koning. De opa van Manasse. En en al afgoderij. Zijn eigen kinderen geofferd in het vuur. Gehenna. Helse gedachten. Dal van Ben Hinnom. Opa Achaz heeft alles wat God meegaf, verkwanseld en geminacht. Hizkia volgde hem op. Hizkia bad vanaf het prille begin wel tot de HEERE. God liet hem niet los. Hizkia was geen heilig boontje. Hij had last van hoogmoed.

Manasse had veel kunnen leren van zijn vaders. Hoe de HEERE omging met zijn vader Hizkia. Maar wat gebeurde er? Manasse was 12 jaar toen zijn vader overleed. Althans, hij werd koning. Het regentschap, daar kan je aan denken. Was je al een moreel wrak, Manasse? Zit het in opvoeding, in de profeten, de verantwoordelijkheid, de raadgevers? Dat je daar de schuld neerlegt. Laten we dat niet doen. Wat Manasse doet, naar mate hij meer verantwoordelijkheid moet dragen: hij laat het goede los. Hij ging op zichzelf vertrouwen. We zien wat er gebeurd.

God heeft een plan. Niet moeten wij wijzen op wat er mis is gegaan. Maar op Gods plan letten. Daar wil ik de vinger bij leggen. Ik ga u vijf fasen voorhouden. De eerste is de afkeer van God, de laatste is de bevrijding.

1.

De afkeer van God. Voor iedereen was de regering van Manasse een schrikbewind. Hij keerde zich af van God. De vreemde goden werden uitgestald. Hij bouwde op wat zijn vader had afgebroken. Verzen 3-7: wat verdrietig! Hij schopte God tegen de schenen. Occult gedrag. Zelfs in de tempel een afgodsbeeld plaatsen. Je kind door het vuur laten gaan. Mijn wil geschiedde en U bekijkt het maar. Hij verachtte de HEERE.

Hij liet de inwoners dwalen. Zodat ze erger deden dan de heidenvolken. Afkeer van God. De eerste fase.

2.

Dit gaat over waarschuwingen. Heel bijzonder wat er gebeurt. God is aan het werk. God sprak wel tot Manasse en tot Zijn volk, staat er. God zocht contact om hem en het volk te laten weten hoe zeer zij dwalen. Hoe precies dat ging, dat lezen we niet zo goed. Woorden van zieners, staat er. Er waren zieners die Manasse duidelijk probeerden te maken: doe het niet. God laat uit genade zien hoe het zit. Doe het niet! Dat is van levensbelang.

Dat doet Hij voordat er een oordeel komt. Er komt nog een straf. In Jeremia 15 ook komt Manasse ook terug. God waarschuwt. Jeremia 15:3-4. Ik zal het volk, zegt de HEERE, op vier manieren straffen. Vanwege Manasse. Omwille van wat hij heeft gedaan. De volken zullen zien dat God het niet toelaat. Afgoden, occultisme.

God sprak wel. Ernstig. Maar er werd niet geluisterd. Geen berouw. Geen schuldbelijdenis. Maar ze sloegen er geen acht op, staat er. Ze gingen gewoon door. Actief de zonde opzoeken. Gewoon doorgaan. De HEERE waarschuwt.

3.

We komen bij een derde fase. Na de hoogmoed komt de val. Dat zegt vers 11. De HEERE laat het er niet bij zitten. Er kan er maar een op de troon zitten. God komt die eer toe. God straft ook. We hebben niet te maken met een roekeloze God. Niet doelloos. Er zit een gedachte achter: liefde. Hij wil hen er weer bij hebben. Inzicht en inkeer. Genade en vergeving is niet goedkoop.

Bij Manasse is deze verschrikkelijke straf nodig. Ik kan andere voorbeelden geven. Op welke manier God ook handelt: God grijpt in! Hij is diep in Zijn hart getroffen. Hij laat het er niet bij zitten. Er is geen ontkomen aan Zijn ingrijpen. Waar is dat ingrijpen op gericht?

Ik lees vers 12 en we komen bij de vierde fase.

4.

Manasse komt in benauwdheid. De HEERE gaat Manasse benauwen. Manasse vernederde zich diep voor het aangezicht van God. Welke God? De God van zijn vader, van het verbond. Hij vernederde zich diep. En bad tot hem. Vernederd, opgesloten. Als je je Bijbeltje bij de hand hebt, zie je die benauwdheid. Gods Geest werkt in het hart van Manasse. Wat zal het zijn geweest in de cel. Hoe het precies ging, weten we niet. Het is een uitnodiging om na te denken hoe het in ons eigen leven ging.

De HEERE benauwde hem. Het werkwoord komen we vaker tegen in het Oude Testament. Uitzichtloos. Geen uitweg. Je kunt niet meer weg. Wat me opviel, het woord wordt ook bij opa Achaz gebruikt. Daar had de jonge Manasse mogelijk nauwelijks kennis van. Zelfs in de tijd toen men hem in het nauw dreef, ging hij (Achaz) verder met ontrouw bedrijven. Hier drijft de HEERE Manasse in het nauw.

Het enige houvast van het leven: Manasse geeft zichzelf over aan de God van zijn vader. Het begint met vernedering. Jouw waarheid gaat opzij. Er komt oprechtheid. Zoals bij de verloren zoon. Gods Geest is daar ook aan het werk. Mag ik bij u komen, zegt die zoon. Je ziet de lijnen in het woord. Manasse kwam weer naar de God van zijn vader. Het verbond komt weer tot leven. Geloofsopvoeding wordt in herinnering gebracht.

De HEERE verhoort het gebed! Psalm 32, wat als die zou hebben geklonken? Dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij? Mijn zonde maakte ik U bekend. Mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE.

Er zit een grote les in voor ons. Wat de HEERE meegaf, dat in herinnering brengen.

Ik kom op de vijfde fase.

5.

Een bekeerd en bevrijd leven. In Psalm 32 staat dan: U vergaf mijn ongerechtigheid en zonden. Hoe belangrijk om dat erbij te zeggen. Ik kom op vers 13. De HEERE liet zich verbidden. De HEERE maakt het goed. De HEERE hoort en verhoort het! Je bidt niet in het luchtledige. Gods Geest bidt in je. Hoe kan God Zichzelf naast Zich neer leggen? De beloften zijn gegeven.

Zondigen doet er niet zoveel toe? Er is vergeving?! Er is wel schade. Israël is nog niet klaar. Wel een bevrijd en vergeven leven vanuit een goddeloos leven. Er begint een nieuwe toekomst. Denk maar eens terug aan die eerste Manasse. Laat ons vergeten. Dat je weer verder mag. Bekering. Zoals we in het Nieuwe Testament Paulus tegen komt.

Manasse erkende dat de HEERE God is. Dat is niet: ik weet het en het is fijn. Nee. Het doortrekt zijn leven. En gedag. Kijk maar wat hij doet. Een groot NEE tegen de afgoden. En een groot JA tegen de HEERE. Nu spoort hij het volk aan de HEERE te dienen. Hij gaat zover dat hij op foute plaatsen (offerplaatsen) toch de HEERE gaat dienen. De God die hem in het nauw dreef.

Tot zover de bekeringsgeschiedenis van Manasse. Het begon met afkeer. En eindigt met een veranderd leven. En nu wij?

Zaken of zonden die ons dwars zitten. In benauwdheid gebracht hebben. Is Manasse herkenbaar? Of Psalm 32? Duidelijk is: de HEERE hoort. Hij bracht hem terug. Je gaat naar een ander leven verlangen. Andere keuzes maken. Al drukt een verleden, je mag weten van volkomen uitkomst. Blijf erin geloven. Hoe benauwd je je ook voelt.

Ik maak nu een hele stap. Ik ga naar Handelingen 2. Pinksteren. De Pinksterpreek van Petrus. Wie brengt hij in herinnering? Jezus. Die is in volstrekte benauwdheid gebracht. Waarom hebt Gij Mij verlaten? Zijn benauwdheid ging verder dan die van u en mij. Wat moeten wij doen? Bekeer je! Als Petrus had doorgesproken of in de pauze was misschien het verhaal van Manasse aan de orde gekomen. Jezus heeft aan het kruis alles voor je over gehad. Hij geeft opstandingskracht. Nederig worden. Van onze troon komen. Belijden waar we mis zijn gegaan. Je mag horen van volkomen verzoening. Luister naar Hem. Ook voor een predikant geldt dat, waar moet ik naar toe? [Met het oog op het beroep van de Hervormde Gemeente Barneveld.] Dankbaar worden voor Gods genade. Ja. Dan mag je zelfs dankbaar worden voor de benauwdheid. Leer van Manasse. Houd het kruis voor ogen. Hij gebruikt benauwdheid om je tot Hem te trekken. Laat het bezinken. Beluister de verkondiging nog een keer. Lees de gedeelten – en Psalm 32 – nog een keer. Luister met de oren van je hart. Wacht niet. De tijd heb je niet in de hand. Dat leerde Manasse. Laat je daardoor verassen.

Amen.

Loof Hem, die u, al wat gij hebt misdreven,
Hoeveel het zij, genadig wil vergeven;
Uw krankheên kent en liefderijk geneest;
Die van ’t verderf uw leven wil verschonen,
Met goedheid en barmhartigheên u kronen;
Die in den nood uw redder is geweest.

Zo hoog Zijn troon moog’ boven d’ aarde wezen,
Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen,
De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan;
Zo ver het west verwijderd is van ’t oosten,
Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten,
Van ons de schuld en zonden weggedaan.

– Psalm 103 vers 2 en 6 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 18 augustus 2024, 9.30 uur. Schriftlezing 2 Kronieken 33:1-20. En Psalm 32:4-5.