In Psalm 23 ontmoeten we herder-koning David; hij weet zich ook als koning een schaapje van de kudde. Opvallend is dat in Psalm 23 we als schaapje het donkere dal ingaan, maar er als kinderen van God uitkomen, aan Zijn tafel, in Zijn Huis. David spreekt eerst in de derde persoon, maar juist dan ook over ‘U bent het die mij leidt’. Het gaat erom dat wij aan God verbonden zijn, dat kan door Gods onverdiende genade, waar het avondmaal ook van spreekt.

Avondmaalstafel – een stille getuige

Lieve gemeente, Psalm 23. Een parel. We zouden anders avondmaal gevierd hebben. Wie kent deze psalm niet? Heeft de psalm iets romantisch, teders en zachts? Er komen ook sombere woorden in voor. Schaduwen van de dood. Tegenstanders. Wat zit er in die psalm verborgen? Zou corona er als tegenstander in verborgen zijn?

Laten we afhankelijk meewandelen. Ontdekken wat deze psalm zegt. Een adventsverlangen. Het heeft ook met Jezus te maken. Ik ben de Goede Herder. Hij geeft Zijn leven voor de schapen. Dat staat vast. Of we avondmaal kunnen vieren of niet. Hij gaf Zijn leven.

Ik heb de preek niet afgebakend in blokken maar ik zie wel een paar dingen terug.

  1. We kijken eerst naar David
  2. en dan kijken we naar onszelf.
  3. En dan ten derde, wat wil de tekst zetten?
  4. En ten vierde, de boodschap van genade vol in het licht.

1. David

Wat laat David zien? Hij is herder en koning. Hij weet wat schapen zijn. Hij kent het vak van herder zijn. De Heere is mijn herder. De schrijver schaart zich onder de schapen. Nederig. Heeft rust nodig, weide, veiligheid. Als herder weet hij hoe belangrijk dat is. Als schaap alleen lukt het niet. Alleen ben je verloren.

Er zit ook geduld in de psalm. We moeten geduldig zijn. Dat donkere dag. Onderweg van de ene weide naar de andere. Er is geduld nodig. Met name in dat donkere dal. Gevaar. Voor David niet onbekend. Hij moet er vaak doorheen. Trieste momenten in zijn leven? Iemand noemde het leven soms een woestijn ervaring. Je kunt ver kijken. Maar geen groen en water. Hier: donker, schaduw van de dood. Je moet wel verder. Halverwege de psalm. Zou Coronatijd ook zo somber zijn? Maar je moet wel verder. Wil David dat aanreiken?

Hoe dan? Stof en staf. Er is leiding nodig. Je kunt het niet alleen. Je kan erdoor. Als de Herder erbij is, kom je er door. Hij hoort het smeken en klagen.

Wat heeft dit met David te maken? Ik noem een paar aspecten. Als kleine jongen niet makkelijk. Dan de reis om koning te worden. Saul die zich tegen hem keerde. En als het misgaat. De vrouw van de buurman stond hem aan. Hij ging vreemd. Hij heeft schuld op zich geladen. Moeilijkheden stapelen zich op. Kind verliezen. En misbruik met Ammon, in eigen gezin.

De psalm is opeens niet zo gezapig en teder. Stok en staf. Je krijgt af en toe een tik. Sturing en bijsturing. Dit is de psalm van David. Zijn leven komt er in terug.

2. Wij

Komt er herkenning naar boven? Dingen waarmee we tobben? Noem het de woestijn ervaring. Schaduw over je leven. Komt het nog goed? Dat vraagt bezinning. Is er licht en uitkomst aan het einde? Had David dat vertrouwen.

Om dichterbij te komen, breng ik het dichterbij. Precies in het dal gebeurt er is. Al gaat mijn weg… De Herder is erbij! De herder is niet om bij de pakken neer te gaan zitten. Het wordt heel praktisch. Samuel kende de Heere nog niet, maar deed wel mee. Doe wel mee! Ik hoop dat je beseft dat God meegaat.

David begint in de derde persoon. De Heere is mijn Herder. Hij verkwikt, Hij leidt. Halverwege wordt het de tweede persoon: U bent bij mij. Eerst nog wat op afstand. Hier komt iets van een relatie in beeld. Midden in het donkere dal. Belangrijk om een relatie te hebben. Niet God als een derde figuur. Maar een relatie. U bent bij mij. David helpt ons om ons hierin te herkennen.

Als schapen gingen we het dal in. Maar hoe komen we eruit? Opeens gaat het over een tafel. Heb je ooit een schaap aan tafel gezien? En in het laatste vers over een huis. Een schaap woont in een stal. De Herder verandert in een gastheer.

Het gaat het over het verlossende werk. Hij biedt een veilig Huis. En een gedekte tafel. Dan vraag je je af: mag ik daar ook aan zitten? De Herder, met stok en staf, in de tweede persoon over Hem spreken: dan neemt Hij je toch mee?

3. Tekst

Wat wil die tekst zeggen? Deze Psalm heeft alles met God en Zijn trouw te maken. Je bent geneigd om naar je zelf te kijken. Mijn plekje in het geheel. Maar vers 3: Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor omwille van Zijn Naam. Dat gaat over de Heere. De naam van de Heere. Dat onze aandacht daarop gericht moet zijn. Dat heeft te maken met gerechtigheid. God doet recht. Overdiende zaligheid.

Wat biedt Hij aan? Een uitgebreide tafel, feest, toekomstperspectief. Eens komt die dag! Advent.

Ik zit nog met dat donkere dal. Ik word aangeklaagd. Waar ben ik met mijn zonden? David, met je scheve schaats? Hoe staan wij in het leven? Hebben we het verdiend? Nee. Onverdiende zaligheid. Onverdiend een gedekte tafel.

En dan toch uitgenodigd! Ik las uit het Avondmaalsformulier. Dat punt van, hoe werkt dat, dat het ons mag zijn dat het ons is toegerekend alsof we het zelf hebben verdiend. Alleen omwille van het lijden en sterven van Jezus Christus. Daar komt de vergeving vandaan. Is die tafel ook voor ons gedekt? Iedere keer weer, voor mij? David, is jouw toekomst veilig? En ja! God gedacht aan Zijn belofte.

Dat is weer Johannes 10: Ik ben die Herder. De Herder gaf Zijn leven voor Zijn schapen.

4. Genade

Die genade, hoe bijzonder dat is. Pure genade. Je ziet de gastheer aan het werk. Vreugdeolie. Parfum. We mogen naar het feest. En dan is daar een overvloed. Er is niets te kort. Mijn beker vloeit over. Ik mag daar komen. Wat een contrast met die donkere tonen! Dat dal. Dat wij daar uitgenodigd zijn!

Jezus heeft het waargemaakt. Maar dan zijn er tegenstanders. Jij aan het avondmaal?! Maar voor hun ogen wordt die tafel gedekt. Laat hen niet zeggen dat het niet kan. De Heere heeft het volbracht. Dat is de redding! Garantie voor eens en altijd. Het is volbracht.

Terug naar dat donkere dal. We mogen weten dat Jezus is gekomen, dwars door de schaduw van de dood. Hij is opgestaan. Het is volbrachg. Voor ons de vrede. Voor Hem de straf. Ik zie Hem als kind, kwetsbaar tussen ons in, in Advent. Maar ook aan de rechterhand van God. Hij kijkt ons aan. We worden uitgenodigd. Omdat Hij het heeft gedaan.

Hij zoekt ons op. We zitten hier met een getalletje van 30. U thuis. Waar bent u? Hij zoekt u op. Hij kijkt ons aan. En nodigt ons uit. Hij kent ons. Ik word door de Mijnen gekend. Ik geef Mijn leven voor Mijn schapen. Ziet u Hem zo voor u staan? Niet met bedreiging maar met ontferming.

Schaamte is bij Hem veilig. Hij die naakt aan het kruis moest hangen. Je mag komen zoals je bent. Schaamte mag bij de Heere. Schuld mag je bij Hem brengen. Er moest recht gedaan worden. Er is gerechtigheid geschied. Waarom? Omwille van Zijn Naam. Het was God om Zijn eigen eer te doen. Hij bracht redding.

We vieren vandaag geen avondmaal. Een soort vastentijd, al bijna een jaar. Een tijd van vasten en verlangen. Advent. Verlangen. Dat we dan weer overstroomd worden. Het is volop genade. Het is God om Zijn eigen eer te doen. Een uitnodiging! Hij wil onze Herder zijn. Ik rond af met een lied, een Joh. de Heer lied:

Ik wandel in het licht met Jezus,
Het donk’re dal ligt achter mij,
En ‘k weet mij in zijn trouw geborgen,
Welk een liefdevolle vriend is Hij.

Ik wandel in het licht met Jezus,
En ‘k luister naar zijn dierb’re stem,
En niets kan mij van Jezus scheiden
Sinds ik wandel in het licht met Hem.

Ik wandel in het licht met Jezus,
Geen duist’re wolk bedekt de zon,
En ‘k kan niet anders ‘k moet Hem prijzen,
Die de zonde in mij overwon.

Ik wandel in het licht met Jezus,
En ‘k luister naar zijn dierb’re stem,
En niets kan mij van Jezus scheiden
Sinds ik wandel in het licht met Hem.

Ik wandel in het licht met Jezus,
Mijn ziel is Hem gans toegewijd,
Met Hem verrezen tot nieuw leven,
Volg ‘k mijn Heiland tot in eeuwigheid.

Amen.

U heb ik nodig, uw genade is
mijn enig licht in nacht en duisternis.
Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?
In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.

Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog,
licht in het duister, wijs de weg omhoog.
Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij.
In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.

– Weerklank no. 503

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 29 november (1e Advent), 9.30 uur. Schriftlezing Psalm 23. Wetslezing: gedeelte uit Avondmaalsformulier (gedeelte over de zelfbeproeving). Geen viering avondmaal i.v.m. Coronavirus. Dienst met beperkingen (max. 30 bezoeker, geen samenzang, mondkapje bij in- en uitgaan).