In Psalm 102 wordt de sterfelijkheid en vergankelijkheid van de mens tegenover de onveranderlijkheid en vastheid van God gezet. Dat is tot onze troost. Waar zullen we houvast vinden dan alleen in en bij God die dankzij Jezus Christus een genadig Vader wil zijn?
Geliefde gemeente van Christus, goed om zo samen te komen op de laatste dag van het jaar. Samen in Gods huis. Het jaar is bijna voorbij. De coronasfeer doet wat met ons. Contact, gezelligheid: we moeten nieuwe wegen vinden. Onprettig, ongemak wordt ervaren. Ook als kerkelijke gemeenschap. Niet her en der verspreid zitten. We zijn niet zomaar individuen. We zijn bedoeld om samen te functioneren. Goed om kerk te mogen zijn. Het onderlinge contact wordt gemist. De grafiekjes gaan weg. Patronen van maatregelen en beperkingen. Tijden van verandering. Want brengt de persconferentie van 3 januari? Komen er veranderingen? De tijd gaat voorbij. We hebben niets in de hand. Je vraagt je af, waar ben ik aan toe? Aan wie heb ik houvast?
Vanavond lazen we Psalm 102. De echo in Hebreeënbrief. Psalm 102 een foto van de tijd. Een negatief wat je kunt ontwikkelen. Alsof het vandaag is. We horen iemand die bezweken is. We lezen over moeite, verdriet, vijandschap, schuld, tranen. Een betraand gebed. Bewustwording van de tijdelijkheid van leven. Vergeleken met verdord gras.
Halverwege staat er ‘maar’. Dat woordje neemt ons mee naar een troostrijk contrast. In het kerkblad ging ik er al op in. Psalm 102 laat twee foto’s zien. De eerste: tijdelijkheid, vergankelijkheid. Gevoelens van melancholie en somberheid. Die andere foto wijst op wat vast en zeker is. En blijvend. Daar tussen het woordje ‘maar’. We zien contrast ontstaan. De psalmdichter wil dat gebruiken. Zicht krijgen op wat blijvend is. Dat leek me goed om daar het jaar mee uit te gaan. God blijft dezelfde, Hij blijft eeuwig. Ik sta stil het contrast en de troost.
Het contrast. Zwakheid, sterfelijkheid, vergankelijkheid. Mensen zijn vergankelijk. We zullen zo namen horen van mensen die we missen. Je komt erachter. Na tijden van levenslust kan de kracht wegzakken. Een mus op het dak. Een diversiteit aan oorzaken. Mijn dagen heeft Hij verkort. Is dat zomaar poëzie? Het leven is kort? Het aardse leven is niet lang. Kort, kwetsbaar, zwak. In vers 26 en 27: hemel en aarde. De aarde kunnen we zien, vasthouden, voelen. Klimaatrampen. Menselijke invloed daarop. We mogen rentmeester zijn. Maar er staat: vergaan. De aarde die verslijt, vergaat! Hoe veranderlijk is die aarde. Ik heb een plaatje voor me. Een strandwandeling. De golven die een eeuwigheid door gaan. Is dat zo? Je eigen kleinheid zien. Maar veranderlijk, eindig, van voorbijgaande aard. De hemel en aarde zullen verdwijnen. Viel me op. Er komt een nieuwe hemel en aarde.
Is dat het dan? Dat is die ene kant van het contrast. Kwetsbaar en vergankelijk. Het wordt wel gedragen door de Eeuwige. Ingebed in Zijn handen.
De andere kant: de onvergankelijke God. U schiep de hemel en aarde. Voorheen, ooit, ja niet te bevatten. Vers 28: maar U blijft dezelfde. Aan Uw jaren komt geen einde. Geen variatie in God. Hij blijft dezelfde. De schepping kan veranderen. Hij niet. Zie je het contrast.
Er zit iets troostvol in. Die klacht flikkert halverwege toch weer op. In de ik-vorm. De psalm schrijver is ziek. Een smeekbede. Niemand wil deze moeite. Een verlangen om te leven. Neem mij niet weg. Neem mij niet op, staat er. Laat me niet los. Leven met God is toch de moeite waard. Waarom met God, die onveranderlijk is. Dat geeft houvast. Dat troost. God is altijd dezelfde. Wat er ook gebeurt: ziekte, sterven, omstandigheden. God gaat Zijn weg. Geduldig als Hij is. Als God veranderlijk zou zijn, biedt Hij dan houvast? Kun je je vasthouden aan riet? Of een boomstam? Een ouder kan houvast zijn. Vast, betrouwbaar. Daar kan ik schuilen, huilen.
De psalm wijst op het vaste. Waar je kunt schuilen en huilen. Waar je veilig bent. Het bijzondere is dat het niet afstandelijk is. Maar persoonlijk. Deze God laat zich aanbidden en aanspreken. Hij gaf Jezus. Luister naar mijn gebed. Verberg U niet voor mij. Hoe persoonlijk! Verhoog mij, spoedig. Relationeel, deze God. Allen hebben we dat nodig, dat je je hart mag uitstorten in de God die blijft. Heb je dat al ontdekt?
De schrijver heeft het ook over de generaties. God houdt Zijn woord. Israël als Zijn oogappel. Het gaat ook over de volkeren. Die zullen zich buigen. Ik moet denken aan de geloofsbelijdenis. God is trouw. Ik las een mooie gedachte, als je gelooft dat Christus het hoofd van de kerk is en dat Hij eeuwig is, zou Zijn kerk dan niet onveranderlijk en eeuwig zijn? Dan kan je verder in het nieuwe jaar. God is trouw aan Zichzelf. Hij houdt Zijn kerk in stand.
Ik wil graag nog naar Hebreeën toe. We lazen een echo. U hebt de aarde gegrondvest. Ze zullen verslijten. Als een mantel oprollen. Verwisseld zullen ze worden. Maar U blijft dezelfde. Dit laat zien: in deze laatste dagen heeft God gesproken door Zijn Zoon. Door wie Hij de wereld heeft gemaakt. De Godmens. Is eeuwig. De Hebreeënbrief zet in op de lofzang. Jezus die op de troon zit. Bij Hem kan je vergeving vinden. Hij haat ongerechtigheid. Hebreeën 1 en Psalm 102 horen bij elkaar. God is vergevingsgezind in Christus. Jezus als het ultieme voorbeeld van aanspreekbaarheid en benaderbaarheid. Hij kent de zwakheid van het bestaan. Hij kwam tussen de mensen. God met ons, hoorden we met Kerst. Er is gelukkig die God die eeuwig is.
In Jezus mogen we Hem dichtbij leren kennen. Bereikbaar, benaderbaar, aanspreekbaar. Dat geeft houvast en troost. Persoonlijk, als Kerk, voor Israël. Hij kent Zijn kinderen. Dat is genade en goedheid. Maar U Heere, U blijft voor eeuwig. De gedachtenis aan God blijft voor altijd. Nu 2021, straks 2022, anno Domini.
Afsluitend: wat is uw houvast geweest in 2021? Of beter nog; je houvast in 2022? Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde tot in eeuwigheid. In Psalm 33: Zal Hem nooit vergeten. Al mijn hoop en lust. Wat is uw houvast?
Amen.
Maar d’ altoos wijze raad des HEEREN
Houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht;
Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren;
’t Blijft van geslachte tot geslacht.
Zalig moet men noemen,
Die hun Maker roemen
Als hun HEER en God;
’t Volk, door Hem tevoren
Gunstig uitverkoren
Tot Zijn erv’ en lot.’t Is God, aan tijd noch plaats verbonden,
Wiens toezicht over alles gaat;
Die’t harte vormt en kan doorgronden;
Die aller werken gadeslaat.
Schilden, bogen, dolken,
Dappre oorlogsvolken,
Wijsheid, moed noch kracht,
Kunnen ooit in ’t strijden,
Enig vorst bevrijden,
Zonder ’s HEEREN macht.– Psalm 33 vers 6 en 8
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, vrijdag 31 december 2021, 19.00 uur. Schriftlezing Psalm 102 en Hebreeën 1:1-12.