Degenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid – naar dat er recht gesproken wordt over hun misdaden – die zullen verzadigd worden. Jezus sprak deze woorden uit als een belofte, in Zijn Bergrede. Op die andere heuvel, Golgotha, zien we de vervulling. Hij lijdt daar gebrek opdat Hij ons kan voeden met het eeuwige leven – het Avondmaal is daar een beeld van. Zullen verzadigd worden: dat is passiviteit aan onze kant; het is Gods werk, dankzij het kruiswerk van Christus.
‘Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden’
Vorige week hadden we het ook over deze tekst. In het consistoriegesprek werd me aangereikt om het er nog een keer over te hebben. Over het hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Zijn wij niet zelf mensen die onrecht doen? Verlangen naar rechtspraak, over ons. Dat niet zoeken in de wereld, maar bij Jezus. Hij is de Rechter en de Redder. Hij is het Lam van God (Joh. 1,29). Het beste wat we kunnen doen: hongeren en dorsten naar recht over ons.
Want zij zullen verzadigd worden. Dat is het tweede deel van de tekst. Ik haak aan bij de preek van ds. Van den Berg, over Genesis 4. Een ontdekkingstocht in die teksten. Wat gebeurde er met Eva? Ze krijgt inzicht. Abel is gedood door Kaïn. Ze was zo trots op Kaïn. Kaïn kwam buiten het paradijs te staan. Hij moet die vloek met zich meedragen. Hij trekt de woestijn in. Dwalen. Wij zijn aan het dwalen geraakt. We. Ja, ik voel verwantschap met Kaïn. Hoef je niet iemand voor dood te slaan. Dat je de woestijn in gestuurd wordt. Als een les. Niet zomaar lezen! Niet over Kaïn, over zijn zonden, over God. Maar je eigen naam invullen. Er is een verwantschap met Kaïn. God greep heftig aan.
Moet het niet een reden zijn te hongeren en dorsten naar rechtspraak en vrijspraak? We moeten bij Hem zijn. Aan onze handen kleeft onrecht.
Nu gaan we naar het tweede gedeelte. Over verzadigd worden. Vanavond het derde. Dan opnieuw de uitnodiging. We krijgen een opdracht mee. Zijn we doorgevers van deze genade?
We gaan opnieuw op pad, naar die berg. Waar Jezus is. Die massa, dwalenderwijs door het leven. Wat zouden ze zoeken? Ik hoop recht en verlossing. Wat is dat, verzadigd worden. Ik ben zat, in België betekent dat dat je alcoholpromillage te hoog is. In Nederlandse vertaling, maar er zit een Grieks woordje achter. Dat woordje zien we ook terug komen bij de wonderbare spijziging. Een wonder. Zou er genoeg zijn? Er gebeurt een wonder. Het gaat maar door. Ruim voldoende. 12 manden over! Rond dat woordje verzadiging.
Het gaat daar over eten. Een letterlijke boodschap. Denk aan de collecte: de gaarkeuken van Hetyen (Oekraïne, zustergemeente). Het is ook beeldtaal. Ik vertelde het eens over Psalm 23. De beker die zal overvloeien. Die beker is al vol. Abundance in het Engels. Niet zomaar genoeg. Nee. Overdadig. Zij zullen verzadigd worden.
Er is nog een woordje: … worden … Niet kom halen wat je pakken kan. De sterksten eerst. Nee. Verzadigd worden. In passieve zin. Je hoeft niet naar het avondmaal te rennen. Niet ons werk. Zijn kruiswerk. Voldoende voor ons allemaal. Verzadigd worden. Een belofte.
Zij zullen! Zullen verzadigd worden. De Heere doet geen half werk. Jezus weet wat Hij gaat doen. Hij gaat straks naar die andere berg.
Voor wie is die belofte? Mooie belofte. Voor wie? Terug naar de voorbereidingspreek. Die hongeren en dorsten. Hoe bent u gekomen vandaag? Hongerend en dorstend? Ik hoop dat u ontbeten heeft. Maar verlangt u naar gerechtigheid? Verlangen naar onze Verlosser? Ook voor mij? Hij draagt voor mij de straf weg? Ja. Als je dan zo mag hongeren en dorsten dan mag je geloven dat die belofte de uitnodiging is voor vandaag. Er staat, verzadigd worden.
Je kunt aan het twijfelen blijven. Spookbeelden over je leven. Misschien terecht. Daarom lazen we ook Psalm 107. Een mens met ervaring. Wat horen we? De mensen waren hongerig en dorstig. Hun ziel was in hen bezweken. Maar ze roepen tot de Heere. De Heere redde hen uit hun benauwdheid. En Hij leidde hen op een rechte weg.
Er moet recht gedaan worden? Heef u misschien kwade gedachten? De tegenstander die zegt, ga maar door op de weg, trek je er niets van aan. Nee, dat is jezelf verzadigen. In Psalm 107 hoor je die blokkades. Benauwd, bezweken. Ze riepen het uit. Dat doe je als er iets aan de hand is.
God leidde hen op de rechte weg. Je ging een zijpaadje in. De verkeerde weg. Hongeren en dorsten naar die rechte weg. Als je benauwd bent, mag je komen. Hij redt je! Dan moet je wel volgen. Hij trekt u naar de rechte weg.
Hoe zullen we dan aangaan? Psalm 107 heeft een refrein dat terug komt. Als lof. Laten zij de Heere loven om Zijn goedertierenheid. Om Zijn wonderen! Wat Hij doet. Aan het kruis – voor mensen. We mogen dankbaar en met lof in het hart aangaan.
Ter afronding. Zie je die mensen gaan naar die berg? Verlangend naar een woord. Jezus spreekt deze zaligspreking uit. Dan komen we naar die andere berg. Van belofte naar vervulling. Hij sterft. Hij gaat ten onder. Hij bezwijkt. Angstzweet. Hij gaat er onder door. Van uitspraak naar vrijspraak. Een helse doorbraak. Jezus droeg de straf. Dat mogen we gedenken. Laten we dat bedenken als we de uitnodiging horen. Het kruis van volkomen verzoening. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid want zij … zullen … verzadigd … worden. Bent u erbij?
Amen.
Getrouwe HEER, Gij wilt mijn goed, mijn God,
Mijn erfenis en ’t deel mijns bekers wezen.
Gij onderhoudt gestaâg het heuglijk lot.
Dat Gij, zo mild, voor mij hebt uitgelezen.
De schoonste plaats mat Gij met ruime snoeren;
O heerlijk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren.Gij maakt eerlang mij ’t levenspad bekend,
Waarvan, in druk, ’t vooruitzicht mij verheugde;
Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend,
Schenkt mij in ’t kort verzadiging van vreugde;
De lieflijkheên van ’t zalig hemelleven
Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.– Psalm 16 vers 3 en 6 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 september 2021, 9:30 uur. Bediening en viering Heilig Avondmaal. Schriftlezing Mattheüs 5:1-12 en Psalm 107:1-9. Wetslezing Jona 3 en Johannes 1:29 in verband met Jom Kippoer (Joods feest waarbij men in linnen gekleed naar de synagoge gaat en men Jona leest). Lezing aan de tafel Psalm 107:8-9. Bediening door rondgang ouderlingen en diakenen, met brood en wijn, wie aan ging, stond op. Zingen na viering: Psalm 103 vers 3 en 6.