Jezus’ komst en leven staat in het teken van ‘geen gespreid bedje’. Zijn komst werd toen (en nu) niet verwelkomt. Jezus daalt af in ons leven – ook als we op de vlucht zijn. God heeft het zo bedoeld, zo laag wilde Hij afdalen, een wereld verloren in schuld, waarin geen plaats voor Hem was.
Geen gespreid bedje
Gemeente van Christus, Kersttijd 2020. Sober, verward, anders. Dingen die we missen. Kunnen we met die bril naar het verleden kijken? Wat was Jezus’ geboorte? Hoe verwachtte men Hem? Ik stel vanmorgen een paar vragen:
- Hoe moet het zijn geweest voor Jozef en Maria? Welk plekje was er voor Hem?
- Had het een bedoeling? Jazeker. Maar hoe.
- Wat heeft dat voor ons te betekenen?
Eerst Maria en Jozef. Ja, Maria. We zongen de lofzang. Zij zou de moeder worden van het bijzondere Kind. Als je die woorden leest, raak je onder de indruk. Troon voor eeuwig, huis van David. Hoge verwachtingen! Gods Zoon! Een Koninkrijk zonder einde. De Romeinen overheersen het land. Misschien euforie bij Maria. Ze stelt vragen. En denkt erover met Elizabeth. Het gaat echt gebeuren!
Jozef. Wat zal die timmerman verward zijn geweest. Niet hij de biologische vader. Probeer dat maar eens voor te stellen. God heeft hem gerustgesteld. Je hoeft je geen zorgen te maken. Je mag wel verantwoordelijkheid dragen in de opvoeding. Wat doet een aanstaande vader? Een kinderbedje maken? Kinderkleertjes? Ze zijn samen in verwachting.
Dan neemt het verhaal een loop: geen gespreid bedje. Het is niet romantisch. Het is ongewoon. Werkelijk. Die Koningszoon, een troon die nooit eindigt. In een welvarend nest? Nee. Waar wordt Hij verwacht? Het loopt heel anders. Zijn gedachten zijn niet onze gedachten. Jozef is niet de biologische vader. De Heere voegt een andere lijn op. Jozef is niet de vader. Maria is wel de moeder. Twee gewone mensen waar God voor kiest. Ongewoon. Niet de plek die je verwacht.
Het huis wat Maria en Jozef aan het voorbereiden zijn, in Nazareth. Zou je denken dat Hij daar ter wereld komt? Nee. Het loopt weer anders. Er komt een volkstelling. Qua timing lijkt me dat niet fijn. 150 kilometer naar het zuiden. Wat moet er geregeld worden? Voor zo’n reis moet je voorbereidingen treffen. Jezus is nog niet geboren. Mara en Jozef zijn wel onderweg. De bevalling vindt waarschijnlijk niet thuis plaats. Niet in het gespreide bedje.
En dan zijn ze in Bethlehem. En dan is er geen plaats in de herberg. Maria, hoogzwanger. Verlangen om uit te rusten? Periode van gereis en geregel. Maar: geen bed. Het gaat over een kribbe. Geen geïsoleerde schuur. Een afdak misschien wel. Een trog. Ook niet een plek die dagelijks werd schoongemaakt. God die Zijn Zoon voor ons laat geboren worden. Laat dat maar even doordringen! Niet de plek die je verwacht. De verloskundige zou zeggen: dit kan niet, u moet andere voorzieningen treffen. Geen paleis kamer. Verre van dat.
Mattheus legt ook een accent. Jezus moet op de vlucht. Zit iets moois in voor de onderzoekers voor ons. Wie is deze Jezus? Wat komt Hij doen? Wat is dit? Geen plek voor de Heere Jezus. Gaat heel diep hier. Hij zocht hem om te brengen – Herodes.
Het kan tegen zitten? Het valt op. Het is niet zomaar iets. Het is voorzegd. We kunnen dat zien op verschillende manieren. Geen welvarende afkomst. En Jozef in de put, kijk eens naar die route. En David met die grote broers. Zijn dit al uw zonen? Nee David is er nog. Achter de schapen vandaan. Het restklusje. Hier kiest de Heere voor deze weg. En Bethlehem (Micha 5:1). Afreizen naar Bethlehem. God stuurt zelfs die volkstelling. Je denkt: het zit tegen. Aanvechting, vervolging. Maar Hij volvoert Zijn plan.
Die vlucht naar Egypte, komt die uit de lucht? Ze konden toch terug? Nee. Naar het zuiden. Hosea zegt daar iets over. De Heere vergeet het volk niet. Uit Egypte heb ik Mijn Zoon getrokken. God trok met touwen. God trok mensen uit Egypte.
Het is niet zomaar dat er wat tegen zit. Niet als een underdog. Geen proteststem. Geen Ghandi. Nee. God werd mens! Die bedoeling daarvan, dat ontdekken we samen.
De bedoeling was dat Hij tussen mensen zou komen. Ik heb een rijtje opgeschreven:
- mensen zonder welvaart,
- kinderen die niet thuis kunnen opgroeien (kindvluchteling),
- ouders die moeite hebben om een weg in het leven te vinden,
- mensen op de vlucht,
- mensen die hongeren naar gerechtigheid.
We kunnen leren van de levensweg van Maria en Jozef. Terwijl de Heere zo nabij was. Ik zie de armen van Simeon. Zo dichtbij hadden Jozef en Maria de Heere! Van kinds af aan weet Jezus wat het is: geen plek voor mij. God komt in Jezus heel echt dichtbij. Bijna Lotgenotencontact? Met een hoofdletter? Hij is bekend met onze zorgen (niet met onze zonden).
Jezus werd ouder en ouder. Het is Kerst. Nog geen Pasen. Maar dat geen gespreid bedje ging zijn hele leven door. In het kerkelijk jaar zetten we die stappen. Hij komt dichtbij. Zo gaan we door naar Pasen. Het cruciale punt. Voor Hem geen plek. Kruising Hem! Uit onze geschiedenis! Geen plek voor Hem. Hij offerde zichzelf daarin op. Lees Jesaja daarover: als Lam geslacht, voor ons. Een inkleuring van Kerst. Somber dat het zo moet zijn vanwege ons.
Wat kunnen we hiermee? Is er voor deze Jezus een plaats in ons leven? In de vlucht van ons bestaan. Geloven we en aanvaarden we dat God zo kwam? Niet via de elite route. Een keer: als een Koning werd Hij binnengehaald. Maar de verkeerde perceptie. Hij wilde dichtbij komen. Is er voor Hem plaats bij ons? Ik denk aan een preek van ds. Liefting. Over of Hij welkom was. Daarom zingen we straks psalm 24. De Ark werd binnengebracht, maar het ging fout. Hebben we oog voor de Heere? Jezus, zo kwetsbaar dichtbij, is er plaats voor U in mijn hart? Zou je dat niet willen eigenlijk? Redder voor al je zonden. Inwoning! Een oud woord. Maar mooi. Hoop als een mosterdzaad. Als je geen uitkomst meer weet. Misschien kom je er niet meer uit. Een beetje geloof is toch genoeg? U weet wat het is om geen plek te hebben? U kent mijn leven, dingen waar ik voor op de vlucht ben. Of eigen schuld. U weet het. Komt U in mijn hart? God laat nooit los wat Zijn hand begon. Nooit teleurgesteld zijn. Hij stelt niet teleur. Hij antwoordt op het gebed.
We gaan naar de afronding. God werd mens. Geen gespreid bedje. Het is zo bedoeld. God heeft het zo bedoeld. Ik ken je bij naam. Kom maar tot Mij, met je moeite en last. Hij geeft je rust. Hij vraagt erom dat er plek is. Het laatste wat er kan gebeuren, erg: dat er geen plek is. Mag er in ons hart een plek zijn? Wees dankbaar voor Zijn liefde. Dankbaar voor Zijn moeilijke leven. Dankbaar dat Hij bij ons wil zijn. Een gezegend kerstfeest, zeggen we tegen elkaar. Tot eer van Zijn Naam.
Amen.
Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst, eeuw’ge deuren, rijst omhoog;
Opdat de Koning in moog’ rijden.
Wie is die Vorst, zo groot in eer?
’t Is God, d’ almachtig’ Opperheer;
’t Is God, geweldig in het strijden.Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst, eeuw’ge deuren, rijst omhoog;
Opdat g’ uw Koning moogt ontvangen.
Wie is die Vorst, zo groot in kracht?
’t Is’t Hoofd van ’s hemels legermacht;
Hem eren wij met lofgezangen.– Psalm 24 vers 4 en 5 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, vrijdag 25 december 2020, 9.30 uur, Dorpskerk (Eerste Kerstdag). Schriftlezing: Lucas: 1: 26-33, Lucas: 2: 1-21, Mattheus 2:13-15. Geloofsbelijdenis met Galaten 4:4-5 en Zondag 14 HC.