Als Martha hoort dat Jezus onderweg is, dan gaat ze naar Hem toe. Ze belijdt dat Hij de Christus is en gelooft in Hem, ook dat er een opstanding zal zijn (al gelooft ze nog niet dat dat ook over het hier en nu, met betrekking tot Lazarus, gaat). Martha roept Maria erbij – zij geeft gehoor aan de roepstem. Doen wij dat ook? Jezus is verdrietig – misschien wel meer over de situatie dan over het overlijden van Lazarus. Met een machtswoord roept Hij Hem tot leven.

Gemeente, het gaat over een roepstem die uit gaat. Beloken Pasen. De eerste zondag na Pasen. Alsof de luiken weer dicht gaan. Witte zondag, zo heet het ook wel. Maar laat het luik toch niet dicht gaan: Hij is de opstanding en het leven.

We zullen het in stapjes doornemen. Het eerste is het bijzondere gesprek tussen Martha en de Heere. Probeer je daar maar eens in te zetten. Het is een geloofsgesprek. Ten tweede komen we erbij hoe Jezus zich openbaart bij dat graf. En ten derde de vraag van Martha aan Maria. De Meester is er en Hij roept u. Johannes heeft dit niet voor niks geschreven. Het is niet alleen geschiedenis.

1.

Martha komt bij Jezus. Ze neemt Maria mee. Martha en Maria. Jezus is onderweg naar Lazarus. Hij is gestorven. Misverstand bij de discipelen: slaapt hij of is hij gestorven?

Jezus is onderweg. Zodra Martha dat hoorde, ging zij Hem tegemoet. Maria bleef in huis zitten. Twee verschillende zussen. Een plaatje van de gemeente. We zijn verschillend. Martha gaat uit het huis.

Dan volgt er een gelovige reactie. Ik moest denken aan Jairus. Als U hier geweest was, was hij niet gestorven. Maar ik weet dat God U alles zou geven. De God van de opstanding. Maar kom er maar eens om! Hier staat een geloofsreactie. Is er misschien nog twijfel over Lazarus?

Dan de reactie van Jezus, vers 23. Uw broer zal weer opstaan. Martha is nog niet helemaal gerustgesteld. Vers 24: op de laatste dag. Die opstanding later. Dat geloof ik wel. Maar nu?! Hij ligt al vier dagen in het graf. Jezus zei: Ik ben de Opstanding en het Leven. Een ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven. Hier staat nogal wat! Ik ben. Tegenwoordige tijd. Ik ben. Hier, nu. De opstanding en het leven. Niet voor even of een bepaald moment, nee tot in eeuwigheid. Niet sterven in eeuwigheid. Waar Jezus komt of verblijft, is leven, nu en later.

Dan een mooie geloofsbelijdenis van Martha: ja, Heere, ik geloof dat U de Christus hebt, de Zoon van God, die in de wereld komen zou. De God die afdaalt. Johannes schrijft het op. Hier hebben we een discipelin. Het wonder met Lazarus is nog niet gebeurd! Een geloofsuitspraak – maar er nog geen wonder gebeurd. Wij zijn mensen van de waarneming. Wij zijn Thomassen. Wij willen zien. Hier heeft Martha het wonder nog niet gezien. Wel gehoord en geloofd. Ze heeft geluisterd.

Vervolgens gebeurt er iets verrassend, het begin van het tweede gedeelte. Martha ging hier na weg. Ze riep Maria, haar zuster. Onopgemerkt. De Meester is er. En Hij roept u. Hier valt iets op. Ik zie een dringendheid. Er is iets gebeurd. Geloofsbelijdenis kan je met je hoofd doen, maar er is iets in haar hart gebeurd. Het zet haar in beweging. Bij het huis zijn de joden, ze gaat bij wijze van spreken via de achterdeur. Maria, de Meester roept u. Maar ik zie die opdracht niet? Is dat vergeten. Het staat er niet. Het komt bij Martha vandaan. Zij heeft begrrpeb’ die Zoon van God is er ook voor Maria. Ze ervaart een roepstem van de Heere.

Wat gebeurt er dan? Zodra die (Maria) dat hoorde, stond ze snel op en ging naar Hem toe. Uit dat huis. Dichtbij Jeruzalem, in dat huis, de joden zijn er. Ze gaat snel mee. Maar de joden gaan mee. De Meester is er. Hij roept u. Ze gaat snel op pad. Veel lessen zitten hier in! Hoe snel staan wij op? Hier liggen behoorlijk ingewikkelde vragen.  Maria is snel. Misschien zit dat in die oproep. Hij roept u. Ga je dan ook?

Martha, de geloofsgetuigde. Ze vertelde het aan haar zus. Ze gaan samen. Maria gaat wel. Niet: ik wacht wel tot Jezus komt. Nee. Het is nog niet gebeurd. Ik moest denken aan de preek van de startzondag: namelijk dat Samuel geroepen werd. Hij kende de Heere nog niet. Hij werd meegenomen door Eli. Opvoeden in het Woord van God. Er kunnen vragen zijn, je weet het niet, of je werd gedwongen? Samuel kende de Heere nog niet. Ze luisterde en ging, Maria. Er zijn zoveel vragen in het leven. Familie, werk, schuld, verdriet, heil. Wat doe je dan? Ik wacht maar af? Of hoor je zo’n roep? Ga je naar de Heere toe? Ik vond dat een belangrijke boodschap. Ik geef dat graag door. Gaan we naar de Heere?

Die rouw is er hier nog steeds. Het grote verdriet. Er zijn klagers om dit gezin. Troostende joden. Misschien wel bijgelovige gedachten, dat boze geesten werden verjaagd. Maar weg uit dat gebeuren, blijf je in dat geklaag?

Zij zijn nu allebei bij Jezus. Samen. Een mini gemeente. Twee zussen. Persoonlijk contact. Intiem, binnenkamer, vertrouwelijke omgang. Vers 21, we zien de vraag terugkomen, vers 32. Als U hier geweest was, was mijn broer niet gestorven. Wel wat emotioneler. Ze valt voor de Heere neer. Dezelfde vraag als Martha. Het wonder is nog niet gebeurd. Het geloof in de Heere.

2.

We komen dan bij Jezus. Hij staat bij het graf. Maria huilt en Jezus huilt. Jezus weende. De kortste tekst uit de Bijbel. Mixed feelings. Jezus: moet Hij huilen om Lazarus of om de situatie? Hij lijkt mij meer verdriet te hebben vanwege de situatie. Er zit iets van frustratie in. Ongeloof, verontwaardiging. Wat gebeurt hier?! Ik ben toch de opstanding en het leven. Weten jullie dan niet, joden? 1 Thess. 4:13: ik wil niet dat u onwetend bent over degenen die ontslapen zijn. Het gaat over kennis, weten. Er is hoop. Als je die hoop niet hebt, dan kan je verdrietig zijn.

Jezus gaat verder. Een teken stellen. Mensen overlijden, ja. Niet zonder hoop, hoop ik. Jezus zei, neem de steen weg. Heere, hij ruikt al, zei Martha. Ja. Ongeloof, onzekerheid? Jezus gaat een teken stellen. Ze heeft toch al die geloofsverklaring afgelegd? Jezus houdt haar erbij. Je kan zeggen, je geloof is toch 100%, maar er kan toch twijfel zijn. Jezus wil haar laten groeien. Martha, Ik heb je belijdenis gehoord. Je zult de heerlijkheid van God zien. Van Hem is alle macht. Hij gaat het wonder doen. Hij is de opstanding en het leven.

Jezus gaat dan eerst bidden. Vader, Ik dank U. Danken – in een rouwperiode. Dat U Mij verhoord hebt. Maar terwille van de menigte. Wonderen roepen op tot geloof. Dat slaat terug op vers 25-26. Ik ben de Opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven. Dat geloof, daar moeten we naar toe. Johannes wil dat we hier onder de indruk van raken. Ook Johannes 3:16.

En dan vers 43. Hij riep met luide stem: Lazarus, kom naar buiten. Wat een moment. Wat een heerlijkheid. Lazarus komt tot leven! Het gaat om de betekenis van die roepstem. Martha riep Maria erbij. Johannes lijkt te zeggen: lees het met je eigen oog, hart. Hier een periode van rouw en verlies. Jezus zal het teken doen. Johannes geeft dit mee. Een geweldig getuigenis van de almacht van God. De Heere is er! Hij is er elke zondag, in Zijn Woord. Het Woord is vleesgeworden. Hij roept u. Hij die de opstanding en het leven is.

3.

Maria, Martha, …, je kunt je eigen naam invullen. Zondig, behoeftig. Moeten we onze eigen coach worden als het gaat om de zaligheid. Maria stond snel op. Ze hoorde! Die roepstem komt vaak terug. Ja, het is eigenlijk om meerdere redenen goed om te luisteren. Samuel wist het even niet maar hij werd geholpen. Eli hielp om de stem te herkennen. Hier Martha en Maria, een vriendschapsrelatie met de Heere. Ze leerden die stem te herkennen. Belangrijk in je leven! Gods Woord, als een herkenbare melodie. Het is de Heere, die roept. Hij roept ook mij!

Maria zien we snel opstaan. Op het risico af, ik moet er een paar noemen uit de Bijbel: Spreuken 8, mensen die Hem zoeken zullen Hem vinden. Jesaja 55: neig uw oor, kom en luister en uw ziel zal leven. Johannes 6: wie bij Mij komt, zal ik beslist niet uitwerpen. En: voorwaar, wie in Mij gelooft, zal eeuwig leven. Tegemoet gaan. Horen. Deze Jezus! Hij is de garantie van leven na de dood. Hij laat zich vinden.

Hij roept ons! Ik doe er een kanttekening bij: geen geloof, welke stemmen hoor ik? Als je het laat liggen, dan loop je verloren. Volstrekt verloren. Jezus maakt dat duidelijk aan de Farizeeërs. Geloven betekent luisteren en komen. Zo laat Johannes meekijken in deze geschiedenis. Jezus roept. Hij laat zien wat de heerlijkheid is. Ook toen stierven er mensen. Jezus laat zien dat Hij de opstanding is. Sterven en opstanding komt hier bij elkaar. Dood en verlatenheid kunnen bij elkaar horen. Hier zien we Lazarus uit het graf komen.

Drie concrete lessen om de preek mee af te sluiten.

  1. We hebben ontdekt, Jezus zegt dat Hij de opstanding en het leven is. Dat is een belofte om aan vast te houden. Martha beaamt dat met geloof. Jezus kwam hiervoor.
  2. Die roepstem. De Meester is er. En Hij roept. Wij kregen Zijn Woord. De les om te luisteren, komen, onderzoeken. Zijn stem herkennen. Door te lezen. Lees eens samen. Stel elkaar een vraag. De Heere roept. Kom snel. Laat Hem niet wachten.
  3. Dat intieme, Martha die naar de Heere gaat. En Maria en Martha samen bij de Heere. Samen bij de Heere. De Heere kijkt om naar wie Hem zoeken. In die binnenkamer komt Hij je tegemoet. Persoonlijke omgang.

Ik eindig met die krachtige woorden: Jezus zei, Ik ben de Opstanding en het leven. Wie in mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven. Ik hoop dat we het kunnen nazeggen. Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent (vers 27). Met ons lek en gebrek naar de Heere komen. Hij roept ons. Hij stelt niet teleur. Lof en dank voor de Heere, de Vader, Zoon en Geest.

Amen.

God is mijn licht, mijn heil; wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER, die hulp verschaft in nood;
Mijn levenskracht; ‘k heb niet vervaard te wezen:
Hij is’t ,die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan ’t woên,
En aanrukt’, om zich met mijn vlees te voên.
Stiet zelf dit rot, dat mij benauwt en haat,
Den voet, en viel; omdat het God verlaat.

Al zie ik zelfs een leger mij omringen,
Nog vrees ik niet; ‘k verlaat mij op den HEER;
Al wil men mij door enen oorlog dwingen,
‘k Leg mij gerust, hierop vertrouwend, neer.
Deez’ éne zaak heb ik begeerd van God;
Daar zoek ik naar; dit zij mijn zalig lot:
Dat ik, zo lang mij ’t levenslicht bescheen,
In ’s HEEREN huis mocht wonen hier beneên.

– Psalm 27 vers 1 en 2 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 11 april 2021, 9:30 uur. Schriftlezingen: Johannes 11: 1 – 27 en 2 Johannes 11:28 – 46 (Psalm 116 vers 1 als tussenzang).