De aanhef van het volmaakte gebed is ‘Onze Vader die in de hemelen zijt’. God is de gans andere, volmaakt, onmetelijk, onbevattelijk. Hij is buiten de tijd. Hij is hoog, niet te bevatten. Toch is Hij in Christus dichtbij gekomen. Hij is Immanuel: God met ons. Niet ‘God van ons’ maar ‘God met ons’.
‘Die in de hemelen is’
Geliefde gemeente, kan je dat bevatten: Die in de hemelen is? We bidden dat hopelijk vaak. Er zijn veel vragen bij te stellen. Ook kritische. Neem je alles voor zoete koek aan? De gemiddelde Reeuwijker niet, dacht ik. De vragen zijn er. Waren er al. We lazen het al, je hoort het bij Paulus. In Athene. Over de opstanding hoorden ze. Toen spotten ze ermee. Kom nou. In Athene met al die goden en beelden. En een beeld van de onbekende god. Een soort verzekeringspolis. Je zou er maar een gemist hebben. Deze godheid van Paulus, zou die de allerhoogste zijn? Niet hier, maar daar in de hemel? Geen beeld van maken. Dat levert cynische vragen op. Wat heb je aan zo’n God, ver weg? Een gebed over en aan een God in de hemel.
We worden omringt met andere mogelijkheden. Social media, influencers. Boodschappen krijgen we mee, van sponsors. God kunnen we zo krijgen en bestellen. De digitale altaren voor onze goden. Is nog zo. We hebben ook onze Areopagus. Begint met www. 24 / 7. Het gaat maar door.
Kan je denken aan een God van opstanding, in de hemel? Zo kan ik alles in twijfel trekken. De catechismus helpt ons. Met de actuele vraag, alsof die van vandaag is. We hebben een God die in de hemel is. Ik wil bereiken dat als u straks thuis bent, dat u mag beseffen dat die God geen afstandelijke God is, die dit gedoe heeft losgelaten. Nee. Maar dat die afstand juist Zijn kracht is. Hij wil door Zijn Geest bij ons zijn. Hemel en aarde verbonden door Jezus. Er is een almachtige God in de hemel. Ik hoop dat dat mee mag gaan als een troost.
1. Wie is deze God?
Misschien een domme vraag. Een hemelse God en Vader. Dat geeft Jezus zo mee. Als u terug kijkt bij de catechismus gaat de voorgaande vraag daarover. De NGB gaat daarover. We gaan een stapje dieper. Aan het begin. Wie is God? Hij is tijdloos. Door ons niet te begrijpen. Onzichtbaar. Hij verandert niet. Hij is overal aanwezig, almachtig, volmaakt, wijs, rechtvaardig, goed. Ook is al het goede van Hem afkomstig. We hebben te maken met een goede God. Dit zijn volkomenheden van wie God is. Kan je dat begrijpen? Nee. Maar er zitten wel aanknopingspunten bij voor mij. We mogen niet te aards denken over God. Je ontdekt, er staat een bagage van bijbelteksten in de NGB. God is met niks op aarde te vergelijken. Van eeuwigheid bent U God. Eer de bergen geboren waren. Voor alle tijden. En na alle tijden. Hij is buiten de tijd. Iets goddelijks zoeken op aarde? Je gaat Hem niet vinden. Je gaat er wel iets van proeven (artikel 2 NGB).
Misschien vinden we dat moeilijk. Onze ogen klinken vast aan alles. Ook onze oren. Hoe kan je het tastbaar krijgen? Dat gaat eigenlijk niet. Belangrijk om dat te aanvaarden: er is een beperking in ons kennen. Ik begrijp het niet helemaal. U bent in de hemel, ik hier. Ik kan U niet in een doosje of beeld stoppen. Ik kan zelfs geen gedachte vastleggen wie U bent.
Salomo mocht de tempel bouwen. Ik was in een dagboek bij de koningen. Die tempel, vraagt Salomo, kan dat voor U iets zijn? Zelfs de allerhoogste hemel kan U niet bevatten. En dit huis dat ik gebouwd heb dan?!
We horen het ook bij Paulus. God woont niet in tempels. Hij is niet gelijk aan goud, zilver, steen. Geen product van kunstzinnigheid. God is totaal anders aan welk idee dan ook. God is de God in de hemel. Zoals Jezus dat zo duidelijk meegeeft.
En dan die kritische vraag, is het een afstandelijke God? We kruipen er naar toe dat dat niet zo is. Psalm 139. U bent overal. Uw hand grijpt mij overal. Is God ver weg? Uw rechterhand houdt mij vast. Die sterke rechterhand.
Je komt Jezus tegen. Midden in de tijd. God wordt mens. Hij komt dichtbij. Staat vol van hoe dichtbij Hij komt. Soms herkennen de mensen Hem niet. Maar Hij is het wel. Immanuel. Niet God van ons. Niet waar ik me goed bij voel. Maar God bij ons. Die God, in Jezus, geeft antwoord op de vraag van de discipelen wat we moeten bidden.
Niet een omhaal van woorden. Jezus geeft mee wat het belangrijkste is. Onze Vader. Daar begint Hij mee. Die in de hemelen is. Die Jezus, de God van de hemel die dichtbij komt, gebruikt een relationeel woord. Wij denken in relaties, als het goed is. God geeft mee: de Vader. Met deze God hebben we te maken. Hij is hoog, niet te bevatten. Of afstand, lijkt het wel. Maar Hij komt in Jezus dichtbij.
2. Hoe is deze God? Wat heeft dat met de hemel te maken?
Hij is vastberaden. Hij heeft een plan. Ik moet dat uitleggen. Jezus wist wat een mens kan meemaken. Moeilijkheden, vreugde. Jezus wist ervan. Alles wat we nodig hebben voor lichaam en ziel is bij Hem bekend. Hij zag gebrek, moeite, twijfel, onzekerheid. Al die kennis heeft Jezus bij Zijn Hemelvaart meegenomen. Vragen, verdriet, pijn, gedrag. Je ziet het als het ware meegaan als Hij met lichaam en al naar de hemel gaat. Die kennis in de hemel. Kennis die hier is opgedaan. God wist er allang van natuurlijk.
Dat brengt bij een spannende vraag. Waar brengt dat? Een afrekening later? Wat doet Jezus met die kennis? God heeft een plan en gaat daarmee door?! Heeft het wel zin om te bidden? Wat gebeurt er met die kennis? Ligt het plan van God zo vast dat bidden niet nodig is? Welke ruimte is er bij God voor ons gebed? Wat is dat eeuwige raadsbesluit?
Ik wil daar wel eens iets over zeggen. In Dordt is daarover nagedacht. God is zeer wijs. Hij heeft onbeperkte macht. Zijn keuze staat onwrikbaar vast. Mensen die uitgekozen werden, kunnen niet meer afgewezen worden. Heeft bidden zin? Ja. God heeft een doel, een plan. Hij wil Zijn genade aanbieden. Vers 27; ik maak op dat het zeker zin heeft. Opdat (daar zit dat doel in) zij, de mensen, de Heere zouden zoeken. Of ze Hem tastend zouden vinden, hoewel Hij niet ver is. Bidden heeft zin! Die hemelse Vader is niet ver.
Een vraag tussendoor. Bent u zo’n taster? Tasten doe je in het duister. Je kunt donkere tijden meemaken. Er zijn er onder ons die dat meemaken. Ik kan niet meer bidden, lezen. Is God er nog? Die vragen. Jong en oud. Er staat hier: al tastend om te mogen vinden. Je kunt het als het ware kwijt zijn. God is niet ver. Hij is erbij. God lijkt misschien ver weg, maar we krijgen mee dat Hij dichtbij is. Bidden heeft zin.
3. Bidden heeft zin
Die hemel van koper. Misschien kan ik u niet overtuigen. De discipelen vragen om een gebed. Jezus geeft een gebed. Waarom zou Jezus dat doen? Als het geen zin heeft? Als de hemel van koper zou zijn?! Dat is het simpelste antwoord.
Jezus geeft ook mee: zonder omhaal van woorden. Kort en bondig. En relationeel. Onze Vader. Bidden heeft zin. Laat niemand wijsmaken dat de levensruimte kleiner wordt. Wat heb je aan God?! Nee. Er is zoveel levensruimte in God. Door Jezus leer je Hem kennen. Jezus geeft zelf mee wat er dan gebeurt.
Bid en u ontvangt. Zoek en u zult vinden. Jezus herhaalt zichzelf. Want ieder die bidt, ontvangt. Wie klopt, voor hem zal opengedaan worden. Een mooie illustratie is van een vader. Hier hebben we het over God de Vader. Een zoon of dochter vraagt iets van dagelijkse behoeften. Dan weiger je dat toch niet? Hoeveel te meer dat de Hemelse Vader, zo noemt Jezus God, de Heilige Geest geven aan hen die om Hem bidden. Jezus neemt alles mee naar de hemel – al dat gedoe van hier. Als je om de Geest bidt, dan zal Hij het geven.
Een God van de hemel is daar. Ver weg, maar dichtbij. Hij komt dichtbij. Ongelooflijk. Wil je dat aanvaarden, geloven? Jezus kreeg daar misschien ook wel vragen over. Bij de mensen is het onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. God geeft wat je nodig hebt. Bidden heeft zin. Je bidt niet tot een aardse god. Ik denk dat je moe wordt als je antwoorden uit de telefoon moeten komen. Voor je het weet ben je afgeleid. Maar: bidden! God kijkt om naar mensen.
We gaan naar de afsluiting. Ik wil terug naar Hemelvaart. We zien Jezus gaan. Hij wijst op de Vader. De onveranderlijke, Hij die buiten de tijd is, Hij die alle tijd heeft. We mogen Hem als Vader aanspreken. We mogen beseffen dat Hij een plan heeft. Een doel. Jezus is daar zelf een onderdeel van. Hij komt dichtbij ons. God is getrouw. Zijn plannen falen niet. Dat is geen bekrompen ouderwets denken. Weinig levensruimte? Is dat echt zo? Slaat nergens op. Ik geloof dat hoe meer je in de wereld zit, hoe meer je verkleeft raakt. Dat is pas bekrompen.
Paulus heeft het over de ruimte. De toegemeten tijden. We krijgen een bepaalde ruimte. De grens van het woongebied. Deze aarde hebben we gehad. In Hem leven wij. Bewegen wij, bestaan wij. Dat is de ruimte. Dan mag je bidden om wat nodig is. Hij zal geven wat nodig is. Dat is heerlijk. Nu, die Hemelse God wil die ruimte en vrijheid bieden. Hij houdt je bij de les. Hij begrenst ook wel eens. Je mag ontdekken wie Hij is. Hij is niet ver. Een oproep om te bekeren. Wil je je laten begrenzen? Dat moet soms. Bekeren! (Vers 30) Er komt een dag waarop geoordeeld zal worden (vers 31). God wil dat we Hem volgen. Moeilijk, beperkend? Bid de Heere of Hij ons nabij wil zijn in de beslissingen van elke dag. Lees je bijbel, bid elke dag! Je komt dan tot ontdekking wat die ruimte is. God komt in Jezus dichtbij. Jezus bidt voor ons. In Zijn Geest is Hij nabij. Aan Zijn hand mogen we leven. Die hand wil je niet weigeren toch? We mogen alles van Hem verwachten wat we nodig is, zegt de catechismus. Bid tot de Vader die in de hemelen is, Hij stelt niet teleur.
Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 29 augustus 2021, 18.30 uur. Schriftlezing Lukas 11:1-4, 9-13 en Handelingen 17:22-34.