Jezus werd door Romeinse soldaten gegeseld en bespot. Hij kreeg een mantel, doornenkroon en een rietstok. In de ogen van de soldaten een verworpene, iemand die straf verdiend heeft. Als we door Gods Geest op Hem mogen zien, zien we het evangelie schitteren. Hij droeg onze schuld en zonden. Als Koning heerst Hij over ons en wil Hij ons bevrijden van de macht van zonde, sociale media en technologie.
Gemeente, het is lijdenstijd. We hoorden over geestelijk, lichamelijk en psychisch lijden van Christus. Dan stel je vragen aan het tekstwoord: wat dan voor lijden? En hoe dan? En door wie dan? Wat gebeurt er met Christus tot dit lijden?
Hij is veroordeelt tot het vloeken van God. Hij zal veroordeelt worden tot de vloekdood van het kruis. Barabbas, de doodschuldige, wordt vrijgelaten en doodonschuldig, Bar-Abba (de Zoon van God), wordt ten kruisdood geoordeeld. Eerst vindt er een lichamelijke marteling plaats. Daarna een psychische, geestelijke, door bespotting.
Vers 26: toen liet hij Barabbas voor hen los maar nadat hij Jezus gegeseld had, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden. Naar gewoonte van het Romeinse draaiboek. De volmaakte Zoon van de Vader staat op het bordes van het gerechtsgebouw te Jeruzalem. Hij staat daar ten tonele. Oog in oog met Zijn bloedeigen volk. Ze joelen, scanderen: kruisig Hem. Het dreunt nog na in onze oren en harten.
Er staat dat Pilatus’ soldaten Christus geselen. Wat is dat? Elke joodse man draagt sandalen. Uit doen. Die muts? Af doen. Bovenkleed, ze scheuren het misschien van Zijn lijf af. Het onderkleed, uit een stuk geweven, trekken ze netjes uit. Volgens Romeinse overlevering wordt elke martelaar naakt gegeseld. Het martelwerktuig is een houten handvat. Stevig in de hand. Zitten leren riempjes, glassplinters erin, metaalsplinters erin. Romeinse soldaten bij Christus (aan beide zijde een), om Hem te geselen in rap tempo. Jezus’ rug, Zijn achterste (met eerbied gesproken) en benen. Het aantal geselingen is niet bij wet bepaald. Maar het wordt bepaald door die menigte. Jezus’ lichaam wordt diep geraakt. Striemen op Zijn rug. Kneuzingen van rugspieren. Tot bloeden en bloeden. Met Psalm 129: ploegers hebben Mijn rug geploegd, hun voren lang gemaakt. Vergelijkbaar met brandwonden, als het gaat over pijn, pijn, pijn.
Zijn het misschien onze geselingen? Misschien letterlijk? Soms is er ook huiselijk geweld van slagen. Slagen die uitgedeeld worden – ik hoop en bid het niet. Of figuurlijk. Van woorden die denigreren, klein maken. Tot minderwaardigheidsgevoelens aan toe. Meedragend in het leven. Jesaja 53, mag dat ons overtuigen: door Zijn striemen is voor ons genezing gekomen. Voor Christus bloedgave, van Zijn leven, vloeit hier al bloed. Gave tot genezing. Die bloedkracht en kruiskracht! We hebben het net gezongen: ja, ik kost Hem die slagen.
Maar het kan ook om een andere reden zijn. Geselingen ontvangen. Hoe dan? Nou, christenvervolging in Nederland… Morgen ga je weer naar het onderwijs, en wat dan… Als jongere wil je christen zijn, daar voor uitkomen. Met woorden word je om je oren en hart geslagen. Het breekt je, doet je pijn. Maar ook volwassenen kunnen dat ervaren. Christen te zijn, komen we niet steeds meer op een zijspoor. Dat doet pijn. Niet meelopen als een kameleon. Maar vrijmoedig in woord en daad voor uitkomen dat je christen mag zijn. Laat je bemoedigen. Die aardse strijd, met verwondingen en wat ook, die weegt niet op tegen de heerlijkheid die in Christus aanstaande is! Om Christus, is proefbaar, merkbaar, ervaarbaar. Paulus zegt: de vertroosting, de bemoediging zal vele malen meer zijn. Immers, wie leed verdraagt om Christus, die draagt ook iets van het lijden van Christus in zich om.
Vervolgens, wat gebeurt daar met Christus? Tot dat heftige lijden. In vers 27 staat: toen namen de soldaten Jezus mee, verzamelden de legerafdeling om Hem heen. En vers 31: en zij bespotten Hem. Hij wordt op het bordes, weer aangekleed, vervolgens naar de binnenplaats geleid van die Romeinse rechtbank. Daar verzamelen zich de Romeinse garde, die daar gelegerd was, rondom Jezus. Het zijn heel veel Romeinse soldaten die om je heen te staan – te dringen. In het hol van de leeuw gedreven, om je te benauwen (zo zongen we). Wat zijn hun plannen? Nog meer geselen? Of de wonden te verzorgen? Niets. Ze gaan verder met een nog pijnlijker spotspel.
Romeinse soldaten zijn keihard. Niemand ontziend. Moordend in daden, in lichamelijke geselingen, ook met woorden spotten, vernederen. Dat blijkt toch ook uit die meedogenloze executiemethode: een rechtopstaand kruis, of zelfs omgekeerd. Ze gaan over tot een nog hardvochtiger bespotten. Iemand bespelen. Waarbij de bespottene weerloos is ten opzichte van zo’n grote menigte spotters. Het kan satirisch, ironisch of smadelijk zijn. Zo wordt het leven van mensen beschadigd. Immers, die Romeinen en u en ik, hebben toch een gevoelsleven? Beschadigd worden door bespotting. Gepest en getreiterd worden op school.
Niet alleen Christus’ lichaam wordt gegeseld, maar Hij lijdt ook in Zijn innerlijk. Dubbel lijden. Hoe doen ze dat dan? Nou, ik vertaal het even naar deze tijd toe. Die Romeinse soldaat. Die staan voor keiharde menselijke machthebbers. Wie zijn dat van deze wereld? Die ons omringen en benauwen? Zijn het niet de nieuwe religieuzen? 2019, de klimaatideologen, genderideologen, Google, Apple, Huwai, Facebook, Windows. Die tot ons komen in een bedreigende en verleidelijke gedaante. Nee, niet natuurlijk met Romeinse stok. Niet een zwaard, spijker of zweep. Maar dat blauwe licht he. Die smartphone. Die heftige indringende beelden van die game. Al die miljoenen minipixels die op je ogen afkomen. Die krachtige tonen, die sounds. Het is als een groot bombardement op je gevoel. Je wordt soms (en vaker dan je wilt) overmeesterd. En daarom gemeente, ik zet daar tegen over: trek in vertrouwen de wapenrusting Gods aan. Elke christen zal die machten afweren. Vouw je handen en bid! Doe de helm der zaligheid op je hoofd. Bescherm je oogpoorten, mondpoort, oorpoort. Je ontdekt, gelovend, alleen in Christus’ bloedkracht en kruiskracht, in Zijn opstandingskracht, zul je in Christus meer dan overwinnaars zijn. Ook in 2019. Om inderdaad, ik pas het toe, om het rode kruisje uit te zetten. Paulus zegt: Timotheus, strijd de goede strijd des geloofs. Houd stand en sta vast.
Terug naar Mattheus 27, het gerechtsgebouw. Christus in het midden. Romeinse soldaten als bijtende leeuwen om Hem heen. Hoe bespotten ze Hem? Door van Hem een spotkoning te maken. Zal dat dan mijn koning en God zijn? Hoe dan? Door drie dingen.
Mantel: Hij droeg onze jas van zonde en ongerechtigheid
Vers 28: toen zij Hem ontkleed hadden, deden ze Hem een scharlaken mantel om. Opnieuw ontkleden. Ze kleedden Hem, van boven tot beneden opnieuw aan. Zeker, een purper, paarse koningsmantel. En een gouden koningskroon op Zijn hoofd. En een gouden scepter. Nee niet! Een spotkledij. Een soldatenjas. Een doornenkroon. Scepter van een rietstengel. Dat ziet er toch niet uit – voor een koning boven alle koningen, en noem maar op enzo. Het tegendeel lijkt waarheid te worden: ze trekken Jezus een doodgewone soldatenmantel aan. Kleren maken de man. Is hier niet exact het omgekeerde aan de hand? Het lijkt toch op het koninklijk paars. Net niet dus. Dus wel. Bewust gekozen. Een spotmantel. Een scharlaken rode jas.
En daar zit heerlijk evangelie in: Jesaja 1:18. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw. Scharlaken van de zonde. Hij draagt die loodzware jas van zonde en ongerechtigheid. Aan het kruis van Golgotha. En het wonder van genade: je scharlaken zonden worden witter dan de witste sneeuw. Schoongewassen. Dat is zo heerlijk. Van binnen, gewassen. In Jesaja staat ook: witter dan de witste wol. Een witte, gebreide koningsmantel, rein en puur…! Heb je die zwarte, rode mantel al uitgetrokken en dat witte kleed van Christus al aangedaan? In geloofsvertrouwen?
Doornenkroon: Hij droeg onze vloek
Het tweede. Hoe wordt Jezus nog meer bespot? Vers 29: ze vlechten een kroon van doornens en zetten die op Zijn hoofd. Hij draagt tot minimaal een gouden kroon? Met diamanten. Ja. Een doornenkroon. O?! Bespot. Een koningskroon. Hij?! Wat is dat dan voor een spotkroon. Nou ja, die soldaten vlechten een kroon van takken. Ja, doorns, die zetten we op Zijn hoofd. Met kracht jongens. Moet je je voorstellen. Die doornen in het voorhoofd. Dat gaat bloeden. Brengt ons dat niet terug bij Genesis 3. Adam en Eva aten toch. De straf van God is vervloeking. Kom je niet dagelijks tegen die doornen en distels van zonde? Opnieuw geconfronteerd met die vloek en straf op Adams en Eva’s zonde. Het kost je bloed, zweet en tranen. Die vlijmscherpe doornen. Gods vloek over jouw leven.
En toch he. Ook die doornenkroon is heerlijke proclamatie van het evangelie. Zie eens door de Geest. Dat is mijn doorn! Dat is mijn distel! Hij draagt die vloek, die kroon voor mij. Ik hoorde hem volgens het woord zelf te dragen. Maar Hij droeg het voor jou, mij. Zie je dat dat bloed, het stroomt al over Jezus’ huid. Hij bloedt en bloedt. Christus geeft Zijn leven opdat u, jij en ik zullen leven. Met een koningsmantel aan. Met een koningskroon van Christus te dragen. Openbaring 2: wees trouw tot in de dood. Ik zal jullie de kroon van het eeuwige leven geven. Geweldig toch! Dat gaat nog verder. Christus zal opstaan. En je aardse kroon zal eeuwig verwisseld worden voor een eeuwige kroon die je als koningskind mag dragen.
Rietstok: kracht in zwakte
Het derde en laatste. Hoe wordt Jezus bespot? In vers 29 staat: de soldaten geven een rietstok in Zijn rechterhand. Even later pakken ze die stok en slaan ermee op Zijn hoofd. Hij hoort toch een koningsscepter te dragen. Van goud toch? Als teken van Zijn macht en kracht. Integendeel. Een rietstok. Die knakt zo – zelfs de kleinste kan het onder ons. Maar weer, gemeente, is dat niet het kenmerk, het teken van koning Jezus. Immers, niet in kracht, maar in zwakte. Ja het staat haaks op onze belevingswereld. De wereld staat vol van krachtpatserij. Groot machtsvertoon. Imponerend en indrukwekkend. En toch, en toch. De koning der Koningen hangt aan een kruis te sterven. Tot uiterste zwakheid van de dood. God zegt: Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht (schrijft Paulus). Dat is een geloofsgeheimenis. Want in Christus volmaakte zwakheid worden de grootste zondaren verlost, die het meest gruwelijke hebben uitgespookt. Want in Christus’ zwakte is grote bloedkracht, tot reiniging van piepkleine zonden (als die er zouden zijn) tot grote, mega-zonden. In Christus’ zwakte is grote kruiskracht. Verbrekingskracht van slaafse banden die er in je leven kunnen zijn – techgiganten, sociale media, aantallen van zonden… Het gaat me duizelen. Er is zoveel kracht in zwakte, tot verzoening met die heilige en rechtvaardige God. Dat is een machtig evangeliewoord.
Een koningskind in Reeuwijk zal zwak zijn. Maar met Paulus: jullie leven met Hem, door de kracht van God. Die Romeinse soldaten gaan door. Ze slaan op Hem in. En dan, is het afgelopen. Vermaak voor de wereld. Maar een gruwelijk werk in Gods ogen. Maar het is ook evangeliewoord, Gods soevereine wil. Niemand van ons kan het klaar krijgen – dan alleen in geloof en vertrouwen. Ze leiden Hem weg ter kruisiging. Doorgaan met geselen, spotten, zondigen? Nee toch. Maar ik hoop, ik heb ook geprobeerd de andere kant te laten zien, dat je als koningskind zingend en vreugdevol mag zingen uit je tenen en je hart: ik ben een koninklijk kind, door de Vader bemind. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 7 april 2019. Schriftlezing Mattheus 27:26-33.