Het evangelie wil verspreid worden. De eerste disicpelkring ontstaat bij Johannes de Doper. Hij mag wijzen op het Lam van God dat gekomen is om de zonden van zondaren op zich te nemen. Als je eenmaal geraakt bent door het licht van God, kan het niet anders of je gaat licht verspreiden in je omgeving. Wervend zijn is een kenmerk van een christen en een christelijke gemeente. Hoewel alle vissers van mensen verschillende methoden hebben, werkt de Geest op dezelfde manier: Hij openbaart Christus in het leven.

Delen is vermenigvuldigen!

  1. Hoe werft Johannes?
  2. Hoe werft Andreas?
  3. Hoe werft Fillipus?

Gemeente, vertel je wel eens wat over geloof, Bijbel of Christus? In de gemeente, buurt, huwelijk? Of schaam je je? Zwijg je als het graf. Of, is het wel nodig? Maar God verlangt met passie en liefde en hartstocht naar jou. Hij ziet naar u en mij en nou uit. Elk christen zal toch willen delen en getuigen en belijden? Van die heerlijke Naam. Van dat machtige verlossingswerk. Is een christelijke gemeente niet per definitie wervend? Mattheus 28: ga dan uit. Onderwijs alle volken. Maak tot Mijn discipelen. Discipel staat er als werkwoord.

Johannes de Doper en vele anderen hebben dat gedaan. Als ze dat niet hadden gedaan, zouden wij dan nog heidenen zijn? Zijn wij ons bewust van deze kernopdracht. Een kerk die niet werft, sterft.

In Handelingen lezen we: er werden er dagelijks toegevoegd. Laat het onze passie zijn om te getuigen en belijden.  Hoe dan? Mensen te werven en te bewaren bij de gemeente? We gaan terug naar het oerbegin. Jezus werft Fillipus. Fillipus werft Nathanael. Die eerste vijf discipelen. Een geweldig Domino effect.

1.

Hoe werft Johannes de Doper? Hij is gekomen tot een getuigenis van het licht. Drie keer hoor je getuigen. Gemeente. Johannes is zelf diep geraakt. God stuurt Johannes vooruit. Zoals een koning door een heraut wordt vooruit gestuurd. En die verdwijnt zelf weer uit het zicht.

Johannes getuigt van Jezus. Het Griekse woord getuigen is een woord uit de rechtspraak. Een getuige moet de waarheid vertellen. Zo ook Johannes de Doper. Van het ware en vaste Woord van God. Daar sta je met passie achter. Desnoods met je leven.

Johannes getuigt van het licht. In zijn hart brandt het krachtige licht. Dat licht wil naar buiten toe. Anderen bestralen. In de winkels kom je alweer kaarsen tegen. Een kaars geeft licht. Wellicht ook jouw kaars. Dat die in je levensomgeving geraakt. Stralen voor de wereld. Christus. Waar dat volmaakte licht van Christus schijnt, moet de duisternis verdwijnen. Als je straks thuiskomt, is het donker (of over een paar maanden). Donker. En dan het knopje. En dan is het opeens licht.

Ben je een brandende kaars? Heeft Christus je licht ontstoken? Oog, oor en hart getuigen van het licht Christus. Zoals Johannes hier.

Een kaars brandt en verspreidt licht. Dat kan je niet van elkaar loskoppelen. Je zendt dan lichtstralen uit. Mag dat een voorrecht voor je zijn? Liefde, passie en getuigenis?

We gaan naar het zuiden van Israël. De werkplek van Johannes de Doper. Aan de Dode Zee. Johannes doopt daar – daar hebben we het nu niet over. Aan de overkant van de Jordaan. Bethanie. Daar een preekstoel en doopplek. Johannes geeft ook discipelen. Andreas en Johannes (de schrijver).

Toen hij Jezus zag lopen, zei hij: Zie het lam Gods. Johannes ziet. Kijk je met hem mee? Hij ziet Jezus op hen aankomen. Johannes getuigt met het evangeliewoord. Niet een klein lammetje. Nee sterk en volgroeid. Een geslacht lam. Keel doorgesneden. Bloederig. Bloed gutst de keel uit. Ja, Hij leeft nog. Ze zien het Lam. De blik van hun hart gericht op het Lam. Johannes onderstreept dat met de wijsvinger (daar is een schilderij van). Over 3 jaar wordt Hij als een Lam ter slachting geleid. Zie je? Kijk je?!

Dat is de kern van Jezus’ missie. Vanwege de zonde. Een straf van donkerte en duisternis. Zonde is alles wat God niet eert, looft en prijst. Wat Hem niet verheerlijkt. Wat God vertoornd. Een grote blokkade tot God en de naaste. Pijn, verdriet, ontsporen, dwalen, verdwalen.

Heerlijk woord: het Lam neemt de zonde erg. Ik dacht aan een bergmassief. Een breuk erin. Oneindig. En dan zie ik daar de dwarsbalk over die kloof leggen. Verbinding tussen God en mens. En daaraan de lengtebalk. Diep in die kloof. Dan zie je het getuigenis van de Schrift. Christus hangt aan het kruis. Waarvoor? Je belijdt, ik heb gezondigd. Wonder van genade: God legt het zondevuil op Zijn Zoon. Op Zijn kruisschouders. Een geweldige verbazing over Gods genade, barmhartigheid. Jij ontvangt Christus volmaaktheid. Zijn gerechtigheid, voor jou verworven. Hij jouw vuil. Dat is toch magistraal evangelie. Niet jij eronder door. Maar Hij! Opdat je echt leeft. Geloof je dat? Mag je dat toeeigenen? Durf je je hand op dat machtige beloftewoord van vergeving en verzoening leggen? Dat je erop mag rekenen? Je wordt wit gewassen. Schoon. Door het rode bloed van Christus. Ja maar ik heb dit gedaan. Durf ik met niemand te delen. Als zijn je zonden nog zo groot (of klein), ze worden je vergeven ! Er is kracht tot reiniging. Johannes getuigt van die kernboodschap. Zie het Lam.

2.

En dat evangelie horen zijn twee discipelen: Andreas en Johannes. Geloven is uit het gehoor. Jullie luisteren goed, merk ik. En het gehoor is uit het woord van God. Ze volgen… Jezus! Door het getuigenis van het verkondigde woord worden ze geraakt. Ze volgen Jezus. Denk aan dominostenen. Ze volgen Jezus, het licht.

Wat is dat, volgen? Dezelfde weg lopen. Nalopen van Degene die voor je uit loopt. Blindelings Hem te vertrouwen. Ik heb vroeger in de auto’s gezeten. Een auto met aanhanger. Stel je voor dat die er scheef achter staat. Van scheef komt ‘ie recht te staan, als je gaat rijden.

Volg je Jezus, het Lam? Ben je getuige? Hoe volg je? Ik zie dat ook in Boven-Hardinxveld. Ik zie veel jongeren die letterlijk die smartphone achter na lopen. Misschien een preek of lied, dat is mooi. Maar welke Idols of influencers loop je achteraan? Of…? Ik wil geen zedenmeester zijn.

2. Hoe werft Andreas? En wie dan wel?

Hij vond zijn broer, Petrus. Het gaat dus over de familiekring. In Grieks is het raak, treffen een hit gooien. Hij raakt Petrus aan. Hij maakt een voltreffer. Recht op het hart van Petrus af. Een dartpijltje. Precies in het hart. Zie het Lam Gods!

Is dat Andreas die dat doet? Nee, de heilige geest. Met een akelige precisie! Door Andreas’ belijdenis. Wij hebben de Koning gevonden. De Christus. Hij belijdt voor zijn broer. Hij die voor mij is gestorven. Zal sterven. Hij die Koning voor mij is geworden. Ik mag een koninklijk kind zijn. Niet dat dat ik dat moet, nee het is een voorrecht! Hem volgen, heel mijn leven.

En dat staat er in vers 42, zo leidde Andreas zijn broer tot Petrus. Machtig hè. Je broers of zussen tot Jezus te brengen. Gids te zijn. Soms kan het voor je ouders. Of omgekeerd. Gezins- en familiekring. Andreas weet van die weg. Hij belijdt Jezus als zijn koning. Dat licht zet hij niet onder een bed. Hij stopt het niet in een kast. Hij zwijgt niet. Laat het niet privé.

Dat machtige licht straalt door je heen. En je straalt het uit. Dat is toch heerlijk! Hij is mijn Heiland. Wat is dat, belijden? Hetzelfde zeggen als wat er in de Bijbel staat. Kernachtig. Van die kernboodschap. Over het Lam Gods. Die belijdenis niet: dat moet ik doen. Nee. Je bent persoonlijk geraakt. Dan gaat je verlangen naar Hem uit, je wenst Hem te belijden. Ja. Dat zal merkbaar zijn toch? Bruikbaar. Die liefdesgeur. Proefbaar. Wat is er met jou gebeurd? Christelijke muziek. Eerst stamp, stamp, stamp. Je verlangen nu op Christus. Als je ouders of broers dat zien…. Dan verlang je dat ook voor je geestelijke broers en zussen te belijden, in de christelijke gemeente. Verlangt u daarnaar? Thuis, op je werk, school, in de gemeente? Ja. Getuigen. Vertellen van de hoop die in je is.

3. Hoe werft Fillipus.

We gaan naar het noorden. Naar Bethsaida. Een vissersplaats. Galilea is achterstand. Een visplek voor vissers van mensen. Jezus is daar te vinden. Daar roept Jezus de rest van Zijn discipelen. Echte visserlui. Kan je zo lezen. Eenvoudig. Niet veel letters gegeten. Ze worden onderwezen. Een praktische stage. Het visnet van het Woord. Om door dat woord Ichthusvissen te vangen. Zo heet die kerk hier toch?

Jezus vond Fillipus. Hij zei, volg Mij. Ja. Vond, vind, volg, vind. Jezus wil, verlangt naar Galilea te gaan. Jezus verlangt naar de verachten. De marginalen. Het schorriemorrie. Naar zondaren. Jezus drive is: zondaren te redden. Voor de poorten van de hel weg te slepen. Om ze voor eeuwig welgelukzalig te maken. De Reeuwijkse Plassen, ben je op zoek naar visstekken om de hengel van het Woord uit te werpen?

Het vinden van Jezus is exact. In het hart. Volg Mij. Hij roept met gezag, autoriteit en liefde. Volg Mij. Horen we die dartpijl? Is je hart geraakt?

Dan gaat het door. Dan begint het bij jou. Jongere en oudere. Fillipus vindt Nathanael. Wij hebben Jezus gevonden . Hij deelt zijn hart. Getuigt met zijn mond. Een mede-Reeuwijker. Ja, met bezwaren. Maar hij houdt aan. Kom en zie. Het Lam Gods.

U bent de Zoon van God. Dat belijden. De Koning van Israël. Geroepen om te belijden. Ook hier. In de gemeente en in het dorp. Samen lichtverspreiders. Dat is nodig in deze tijd. Tot Jezus terugkomt!

Amen.

Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE;
Zing, aarde, zing dien God ter ere;
Looft ’s HEEREN naam met hart en mond;
Vermeldt Zijn heil op ’t wereldrond;
Dat dag aan dag Zijn roem vermeêre.

Nu moet uw tong de heid’nen noden;
Meldt allen volken Zijn geboden;
Vertelt Zijn wond’ren en Zijn eer;
Groot en prijswaardig is de HEER,
En vrees’lijk boven al de goden.

Psalm 96 vers 1 en 2 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 4 oktober 2020, 17 uur. Dienst met beperkingen (geen zang, mondkapje op bij binnenkomst, 1,5 meter afstand). Schriftlezing Johannes 1 vers 6-9 en 29-50. Aanvangstekst Mattheus 28 vers 19.