Ds. T.C. (Pim) Verhoef (Nijkerk)

6 augustus 2017; Ichthuskerk Reeuwijk; 18.30u

 

Johannes 5:1-9a

Het is alweer een tijd geleden. Stond in een krant. Een warenhuis in Amerika, een vrouw gevallen op de roltrap. Met haar in mechaniek terechtgekomen. Ze kon geen kant op. Vol met mensen. Vrouw op een roltrap. Maar dat warenhuis was vol met mensen maar het erge was, maar iedereen was over haar heen gestapt. Niemand haar geholpen. Journalist had wat mensen geïnterviewd: we dachten dat er wel iemand van het warenhuis zou komen om te helpen. Alsof je een aanstelling moet hebben om te helpen. Mensen wachten op een ander. Dat artikel heette: foto van de samenleving. Zo zitten wij in elkaar. Wij kijken ernaar.

In deze wereld is veel eenzaamheid. Een hulpverlener zei dat dat het grootste probleem nu is. Is een lastige kwestie. Eenzaamheid. Vooral moeilijk omdat er niet veel over gepraat wordt. Waarom zien ze het niet?

Bent u, jij eenzaam? Ja maar ik ben getrouwd. Komt toch net zoveel voor. Langs elkaar heen leven. Elkaar kwijtraken. Eenzaamheid. Bent u, jij eenzaam? Ik heb veel contact. Bij jongeren op ernstige manier voor te komen, juist vanwege die contacten. Als de stroom uitvalt heb je ze niet meer. Over je heen zouden stappen. Bij ouderen neemt het zorgwekkende vormen aan. Ja ook zo. Eenzaam door anderen. Afgewezen. Soms naar gissen. Soms voel je je zo onbegrepen. Overkomt je. Of teleurgesteld zijn. Bekijk het allemaal maar. Ik zoek het zelf wel uit. Eenzaamheid is een groot probleem.

Wat heeft dit met Bijbelgedeelte te maken? Een feest. Heel druk. Tussen veel mensen in de straten. Feest in Jeruzalem. In dat deel druk. Ook een ziekenhuis. Bethesda. Was een ziekenhuis rond het jaar 0. Bijzonder! Verpleegd door familie. Prachtig trouwens, in schaduw van de tempel. God van Israël leren kennen. Psalm 146: God ziet om naar mensen die Hem nodig hebben.

Bethesda. Beth is huis, esda is hoop. Waar je geholpen wordt. Die naam heeft veel mensen getrokken. Grote menigte. Grote groep, zou je niet bij willen horen. Zieken, kreupelen, lammen. Kwam wel eens een weldoener. Af en toe daalde engel neer. Wie als eerste inkwam na de beweging, werd gezond. Zieken hebben hoop. Maakt niet uit hoe ernstig ziek je bent. Je wordt gered. Betreft alleen de eerste. Proberen in te leven. Wat een huis eigenlijk. Een hoop: dat zij alert zijn, eersten zijn die in het water zijn. Sfeer. Gespannen. Valse start. Ja, o nee. Eerste en beste wordt gered. Vergaarbak van concurrenten. Je ligt elkaar in de weg. In donker aan bedjes geschoven.

Ligt iemand 38 jaar. Daar boven vindt de dienst van de verzoening plaats. Klopt het. Eerlijk duurt hier het langst. Op je beurt wacht, wordt er nooit geholpen. Foto van de samenleving. Prachtige naam Bethesda. Ziek zijn is verschrikkelijk. Confronterend. 38 dagen ziek: moeite om te integreren in je werk. Chronisch ziek zijn betekent dat je steeds eenzamer wordt. Als het niet verbeterd, houd je het niet vol. 38 jaar ziek te zijn, op zijn beurt te wachten.

Is die situatie een beetje gaan leven? Verplaatsen rondom jaar 0? Die man: hopeloos. Heil is zo dichtbij. Daar boven, maar daar komt hij niet. Engel ook niet. Die man teleurgesteld en afgewezen. Zo lang moeten het wachten. Jongerenblad heel concreet over evangelie. Illustratie over heil en geloof. Er stond: hoe hoog is de hemelpoort? In jongerenblad stond niet 4 meter, alsof iedereen maar door kan lopen. Niet 1 meter. Doorrijhoogte. Nee. Een keer goed door de knieën dan kom je er wel. Ook niet 1 millimeter, als je je maar heel klein maakt. Nee: 0. Maar Jezus doet de deur voor je open. Wie is Jezus voor jou? Jezus komt naar je toe. Vertrouwen op Hem stelt.

Jezus komt in het ziekenhuis. Geweldig eigenlijk. Binnenkomt. Die gespannen situatie. Ziekenhuis reageert niet. Merken misschien niet eens. Treffend is, vers 6. Jezus zag hem liggen. Wist dat hij lange tijd ziek was. Dat Jezus binnenkomt is al geweldig. Dat wil Johannes in zijn evangelie zeggen. Wij kunnen God kennen in de Heere Jezus. Rest van hoofdstuk is groot conflict. Maar nu: Hij kwam binnen. Aan.

En Hij gaat naar die ene man. Stelt bijzonder vraag. Wij je gezond worden. Kan therapeutische vraag zijn. Als je niet meer wilt… maar er staat meer. Wil je gered worden. Wat een vraag! Met antwoord komt, vers 7. Mijn heer, ik heb geen mens. Eerst staat er: Jezus ziet die ene man. Weet wie hij is. En tegelijkertijd wat een enorme openheid van de Heere Jezus. Antwoord is een grote frustratie. Ik ben eenzaam. Wie was er eenzamer dan deze man, behalve de Heere Jezus. Uiterst eenzaam is: ik heb mens. Ja, een ziekenhuis vol concurrenten. Geweldig dat Jezus bij hem stopt. Wil je gered worden? Die man gaat niet in op de vraag.

Vers 8. Jezus zei: sta op. Dit is Johannes evangelie. Later tegen Lazarus. En later stond Hij zelf op. Deze man op zijn benen gezet. Loopt. Feest buiten. Is sabbath. Groot conflict. Dit was Jezus. Even hier bij blijven. Neem je ligmat op. Hoor je de macht? Totale verandering. Hij krijgt leven.

Deze geschiedenis ken je natuurlijk al heel lang. Drie lessen. Dit gedeelte leert dat jullie, ik, wij gezien worden door God. Gekend. Niemand buiten blikveld van God. Ook later Zacheüs. Wie doet nog iets aan eenzaamheid. Wij worden gezien, gekend, geholpen. Wil je gered worden? Deel aan die wonderlijke verandering? Misschien ken je niemand meer, maar Hij kent je. Gezien in de kerk, thuis. Jezus weet wie je bent. Kwam tot de zijnen. Doorgaat met zijn reddingswerk.

Les 2. Er wordt er maar een gered. Niet een beweging in het ziekenhuis. Schrikken van dit gedeelte. Zie je: er is maar een gered. Dit is Johannes evangelie. Met enkelingen spreekt. Samaritaanse vrouw, Nicodemus. Maar Johannes schrijft later in Openbaring: een schare die niemand tellen kan. Hier heb je de laatste te pakken. Kwam naar die man toe. Laatsten zullen de eersten zijn. Hoopgevende tekst. Hoop uit putten. Zelfs die ene man kan en wil bereiken. Dus ook bij u en jou staat: wil je gered worden? Wil je deel aan nieuwe leven hebben. Hij kan en wil jou bereiken. Vanavond zit je hier om het te horen. Alsof je daar in de tempel bent. Vraag klinkt: wil je deel hebben aan deze zaligheid, uitkomst? Is confronterend. Want langs hoeveel mensen gaat het niet.

Les nummer 3 is een aparte. Denk even verder. Man staat op. Je denkt een beetje: wat met die man? Maar nu? Werken, leven! Waarheen? Heeft niemand. Behalve het ziekenhuis. Waarschijnlijk teruggegaan naar ziekenhuis. Nu kan hij niet meer zeggen: ik heb niemand. Maar dat kan hij nu tegen iedereen vertellen. Wij kunnen niet zeggen: ik heb niemand, niks. Nee. Een gemeente. Eenzaamheid volksziekte nummer 1. Maar wie doet er wat aan? Amen.