Als de vraag aan de Heere Jezus Christus wordt gesteld of er weinigen zijn die zalig worden, dan is het antwoord van de Zaligmaker: Strijd u om in te gaan. Ook verbondskinderen, die het teken en zegel van de Heilige Doop hebben ontvangen, staan van nature buiten. Alleen zij, gedoopt of niet, die door de Deur Jezus Christus zijn binnengegaan, worden zalig. De doop maakt niet zalig maar de Drie-enige God belooft er alles in wat nodig is om zalig te worden. Het is door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen.

Lukas 13 vers 24: ‘Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen‘.

Strijd om in te gaan door de enge poort
1. Ook verbondskinderen staan buiten;
2. De oproep aan verbondskinderen om door de deur naar binnen te gaan.

1. Ook verbondskinderen staan buiten

Gemeente, doopouders, het is vanmiddag een bijzondere dienst. Zojuist hebben de kinderen de Heilige Doop ontvangen. Teken en zegel om bij God te horen. Apart gezet. Ik ben jouw God, jij bent Mijn kind. Je mag je leven ingaan met Mij als je God. Dat ik voor je zorgen wil, helpen wil en bijstaan. Nu verwacht ik dat je met mij het leven door wil. Dat je Mij geen verdriet doet. De omgang met Mij zoekt. Met je hart Mij liefhebt.

Ik verbind Mij aan jou opdat jij aan Mij verbonden bent. En nu zegt de Heere: Ik weet dat jij het niet kunt. Ik weet het. Je gaat mij uit jezelf niet zoeken. Met je zonden ga je Mij verdriet doen. Daarom zend Ik Mijn Heilige Geest. Naar Zijn geboden te leven. Al die fouten die je zal doen, al die keren. Ik beloof je dat Ik je wil vergeven. Hoe vuil je jouw hart ook maakt. Ik beloof je dat als jij valt, struikelt, dat ik dan de deur niet dicht zal gooien.

Kortom, bij de doop belooft God alles wat wij nodig hebben. Hij verbindt Zich aan ons opdat wij verbonden aan Hem zouden leven. Ja zeg je, maar gebeurt dat ook? Elk jaar worden er duizenden, misschien wel tienduizenden kinderen gedoopt. Kun je gedoopt zijn en zonder de Heere leven? Toch verloren gaan? Hoe zit het? Betekent gedoopt zijn automatisch vergeving ontvangen? Daar gaat het vanmiddag over. We gaan luisteren wat de Heere Jezus zegt.

We zien de Heere Jezus op reis naar Jeruzalem. Op een van de die plaatsen komt er iemand naar Hem toe. Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden? Hoe zit dat nu? Waar komt die vraag nu vandaan? Waarom stelt deze man deze vraag? Lukas vertelt het niet. Het is niet heel verwonderlijk dat die vraag gesteld werden. In Israël destijds twee groepen mensen grofweg. Wij zijn kinderen van het volk van God. Verbondsgod. Besneden. Ja natuurlijk worden we zalig. De mening van de grote stromingen in Israël die dit dachten. Als ik maar een beetje goed leef en in het verbond bleef. Alleen als ik het heel bont zou maken, maar als je netjes leefde dan werd gedacht dat je zalig zou worden. Dat was de ene mening.

De andere groep bestond uit mensen die dachten dat er weinigen zalig worden. Essenen. Zonderden zich zelfs af van de boze wereld. Er zijn slechts enkele die zalig worden. Ik denk dat er in deze tijd ook zo gedacht wordt. Als je kerkelijk meeleeft, netjes meedoet. God zou toch geen ‘goede’ mensen verloren laten gaan?! Je hebt net als in die tijd van de Heere Jezus ook mensen die zeggen dat er maar weinigen zalig worden. Er zijn maar weinigen, een enkeling die zalig wordt.

De man komt bij de Heere Jezus met deze vraag. Als we meedenken met deze vraag, dan voel je aan dat het een spannende vraag is. Het gaat over je eeuwige toekomst. Zijn er maar weinigen die zalig worden of bijna iedereen? Voor welke groep kiest Jezus? Zou Hij het eens zijn met de grote meerderheid of met die enkelingen. De Heere Jezus geeft een heel ander antwoord.

Strijd u om in te gaan! Vraag niet aantallen. Wat heb je eraan. Al zouden bijna alle mensen zalig worden, en jij niet, je hebt er niets aan. Strijd dat je wel door de deur naar binnen gaat. Om kracht bij te zetten gebruikt Jezus het voorbeeld van een deur die nauw is. Een deur die voorkwam in Israël bij de huizen. Een grote poort die overdag open stond. ’s Nachts gesloten worden. In die grote deur zat een kleine deur, met een hoge opstap. Dan kon je naar sluitingstijd nog naar binnen. Deur die ook klein was. Je moest bukken. Avonddeur. Bewust natuurlijk om dieven en ongewenst publiek buiten te houden.

Ik denk zomaar dat voor de Israëlieten die hier staan te luisteren dat beeld heel hard is aangekomen. Ze denken binnen te zijn bij God omdat ze besneden zijn. Wat zegt de Heere Jezus tegen hen? Jullie moeten de deur nog door. Jullie zijn nog niet binnen. Jullie staan nog buiten. Daarmee ben je er nog niet. Ook verbondskinderen moeten de deur nog binnengaan. Ook al ben je gedoopt. Daarmee ben je er nog niet. Tenzij je door de deur binnengaat, sta je nog buiten.

Hetzelfde als het doopformulier zegt. Wij zijn met onze kinderen ontvangen en geboren in zonden. Kinderen des toorns. Wederom geboren worden, dat is nodig om bij God te komen. Totale verandering. We hebben het gezien. Bij de doop is water gezien. Water over het voorhoofd heen gesprenkeld. Water om de vuilheid af te wassen.

Doopouders, vertel dit je kinderen. Je hebt vergeving nodig. Je hebt een zondig hart. Leer dat je kinderen dat maar. Vouw samen met je kind je handen. Heere, nu hebt u gezien dat mijn zoontje, mijn dochtertje een snoepje gepakt heeft of niet geluisterd. Dat vinden we heel erg. Dat vragen we in de Naam van de Heere Jezus om vergeving. Door de Heere Jezus, de Deur, ingaan.

Wat gebeurt er als je door de Deur Jezus Christus niet binnengaat, wat gebeurt daarmee? Al die mensen die denken met hun net leven binnen te gaan, komen er straks erachter komen dat ze buiten staan. Jezus vertelt het heel beeldend: ze zullen op de deur kloppen dan. Maar Ik ken u niet. U was toch betrokken bij ons leven, Heere? We hebben u netjes gebeden en gedankt. Elke zondag kwamen we trouw naar de kerk. Hoe kan U zeggen dat U niet kent?

Hij zal zeggen: Ik ken u niet. Je had Mij niet nodig. Het bracht jullie niet tot Mij. Mijn genade nodig hebben. Jullie mij nodig hebben. Jullie gaven je hart niet aan mij. Jullie hadden Mij niet lief boven alles. Ga weg werkers der ongerechtigheid. Let erop wie hier aan het woord is, de Heere Jezus, de Zaligmaker. Hij schetst de gruwelijke plaats, de buitenste duisternis. Het beeld geschetst dat ze Abraham en Izak en Jakob zullen zien aanzitten. Maar zij buiten.

Er zullen verbondskinderen eindigen in de hel. Dat ze voor eeuwig verloren liggen. De Heere Jezus is er in Zijn onderwijs heel duidelijk over. Het gedoopt zijn maakt je niet zalig. Om behouden te worden moet het komen tot een antwoord. Verzoening met God. Gericht zijn op Hem. Wij staan buiten ook als we gedoopt zijn. Alleen als we van Hem een nieuw leven ontvangen, dan zijn we zalig. Zo niet, dan ben je verloren.

2. De oproep aan verbondskinderen om door de deur naar binnen te gaan

Ja, zegt u is dat alles wat Jezus te zeggen heeft. Je moet door de deur naar binnen gaan. Is dat het enige wat Hij te zeggen heeft? Hij geeft deze waarschuwing met een opdracht. Strijd om in te gaan. Hij verkondigt een Deur. Waardoor wij naar binnen kunnen gaan. Als je ziet dat je buiten staat is dat al een wonder. Het is niet hopeloos want er is een Deur. Welke Deur is dat?

De Deur is de Heere Jezus zelf. Johannes 10 vers 9. Hij de Heere Jezus die op weg is naar Jeruzalem om daar op het kruis op Golgotha te sterven voor de zonden van de Zijnen. Hij is de Deur waardoor we tot God kunnen gaan. Strijd dan om in te gaan. Ga door Mij tot God. Als de Heere Jezus dat zegt, dan zegt Hij er iets bij. Dat gaat niet vanzelf. Dat kost strijd.

Denk maar aan die deur, die grote poort. Die kleine deur. Als je door zo’n deur naar binnen wilde gaan, dan moest je alle bagage afleggen. Dat paste niet. Om behouden te worden moet je je klein maken. Dat je het niet waard bent bij God te komen. Alle goedheid waarvan je denkt dat het nog wel een beetje meevalt. Nette leven afleggen. Om zo met lege handen alles van Christus verwachtend te komen.

Kom, zo roept de Heere Jezus op. Ga zo tot God. Laat je zo door Mij zalig maken. Kom toch, de Deur staat open. Iedereen die zo wordt uitgenodigd wordt binnengelaten. Van oost en west, noord en zuid. Het beschamende is dat er velen zullen komen die deze boodschap pas laat gehoord hebben. Die niet erbij zijn opgevoed. Velen eersten zullen de laatsten zijn. En laatsten de eersten zijn. Ze zullen voorgaan mensen die bij het Woord zijn opgegroeid. Wat is dat beschamend.

Wat is het erg als jij die bij het Woord bent opgegroeid buiten blijft staan. Elke week de Deur je wordt voorgehouden. Wat is het dan beschamend als iemand wel tot Hem gaat die erover vertelt wordt. En jij die er zoveel over weet komt niet. Laat dat niet gebeuren. Kom toch tot Mij en laat je redden. De Deur is klein. Als je bukken wilt voor de Heere. Als je komt tot Christus, dan is Hij de Deur.

Weet je, dat is nou het grote voorrecht van de doop. Nu hoef ik nooit te twijfelen of ik wel komen mag. God heeft het bij je doop belooft. Hij heeft het heel persoonlijk gezegd. Ik verbind Mij aan jou. Ik beloof je alles wat nodig is tot Mij te komen. Buigen zit niet in mijn bloed. Denk terug aan je doop. Mijn Heilige Geest wil je leren buigen. Ook al ben je blind voor Mij, dan terug aan de doop. De Heilige Geest belooft die je de ogen gaat openen. Grootheid van het offer van Christus gaat zien.

Jij je geluk hier op aarde liever dan de Heere. Ik heb je Mijn Heilige Geest belooft. Je een nieuw hart geven dat de waarde van Mij gaat inzien meer dan het leven op aarde. Loop je tegen de zonden aan? Denk terug aan de doop. Al je zonden wilt afwassen. Mijn offer is zo groot dat het jou kan reinigen. Hij wil je als een Vader ontvangen. Alles wat nodig hebt, heb Ik bij de doop belooft.

Daarom gemeente, de Deur staat open. Als je het van Mij verwacht, pleitend op de belofte van de doop, dan kan niemand je tegenhouden. Als je door die Deur gaat, dan zul je de Vader die klaarstaat om je met open armen te ontvangen. Nu begrijp ik niet Heere dat u Mij getrokken hebt, dat U naar mij toegekomen bent. U hebt het openlijk gezegd dat U mij als Uw kind wilt hebben. Geef mij die Heilige Geest om uit Christus te leven.

Geef mij dat leven met U. Heere, geef het. Doe toch wat u beloofd heeft. Om alles te ontvangen wat ik nodig heb om U te ontvangen. De doop maakt niet zalig maar God belooft er alles in wat nodig is om zalig te worden. In de doop geeft Hij Christus door wie ik zalig kan worden. Het antwoord van de Heere Jezus is heel eenvoudig: ga in.

Alles wat Hij beloofd heeft, van Hem te ontvangen. Als dat zo is, wat wordt de doop dan een wonder. Hij zocht mij op. Hij kwam. Hij brengt alles mee. Er hoeft niets van mij bij. Het geeft het, steeds weer opnieuw. Dat ik zalig word, door Hem leef. Het is door die heerlijke God, door die barmhartige Heere. Het is door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen. Amen.

 

Zondag 19 juli 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. S.T. Lagendijk – Schriftlezing Lukas 13 vers 22-30 – bediening van de verzoening door de prediking van het Woord en de bediening van het sacrament van de Heilige Doop