De apostel Paulus schrijft aan de gemeente te Filippi dat het gaat om het kennen van de Heere Jezus Christus en de kracht van Zijn opstanding. De kracht is in ons niet, de kracht is alleen in Hem. En dat niet meer een steuntje in de rug om vervolgens zelf aan de slag te gaan. Maar dat is de Zijn opstandingskracht: Hij heeft de dood overwonnen, Hij is opgestaan uit de dood. Opdat ik Hem kenne, en de kracht van Zijn opstanding.
Filippenzen 3 vers 10a: ‘Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding‘.
Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding
1. Het kennen van de Heere Jezus;
2. Het leven vanuit de kracht van Zijn opstanding.
1. Het kennen van de Heere Jezus
Gemeente, als ik je het vanmorgen nou zou vragen: wat betekent het voor jou om te geloven, om te leven met de Heere? Wat zou dan je antwoord zijn? Nou als je het aan Paulus zou vragen, dan komt uit dit gedeelte zijn antwoord tot ons. Paulus’ antwoord is het kennen van Hem en het leven uit de kracht van Zijn opstanding. Het kennen en meer leren kennen van de Heere Jezus Christus. En het tweede is het leven uit de opstandingskracht.
Ik denk dat Paulus daarmee de spijker op de kop slaat. Als dienstknecht van de Heere wijst hij de weg naar een gezond geestelijk leven. Vanmorgen wil ik met jullie kijken wat we aan de hand van deze tekst van Paulus kunnen leren. Wat bedoelt hij met het kennen van de Heere Jezus Christus en het leven uit Zijn opstandingskracht.
We moeten allereerst het verband zien. Opdat ik Hem kenne is een samenvatting van wat hij voor vers 10 heeft gezegd. En de kracht van Zijn opstanding over wat daarna volgt. Het kennen van de Heere staat tegenover de leer van de valse leraars. Dat je op jezelf moet vertrouwen. Hard je best doet. Naar die wet van God leeft, dan word je zalig. De zaligheid te verdienen door vroom te leven.
Paulus zegt ik kan er over meepraten. Ik heb mij in de volle dienst van de Heere gezet. Ik was een voorbeeldig mens. Vers 5 en 6. Indrukwekkende lijst. Besneden ten achtste dag. Stond zo in de wet van Mozes. Bij mij gebeurd. Geboren uit het geslacht van Benjamin. Nee ik ben geen heiden, ik kan de stam aanwijzen. Ik ben een echte Israëliet. Ik ben een Hebreeër uit de Hebreeën. Dat konden ze allemaal zeggen. Velen pasten zich aan. Anderen om ons heen spraken Grieks, dan ga wij dat ook maar doen.
Wij passen de wet een beetje aan zodat we niet meer raar gevonden worden in onze omgeving. Ze schipperden ermee. Zo was ik niet, zegt Paulus. Ik schaamde mij niet voor de wet van God. Ik behoorde ook tot een van de strengste kerken. Dat sommige wetten niet meer gelden, nee zo was ik niet. Zoveel ijver degenen die zeiden dat de wet niet meer nodig was omdat Christus gekomen was. Ik heb hen vervolgd. Als er iemand was die op deze manier zalig kon worden, dan was ik het wel.
Maar leren zien dat het helemaal zinloos is. Er is maar een manier om behouden te worden en dat is door het werk van Jezus Christus. Paulus haalt fel uit naar de dwaalleraars. Honden noemt hij ze. Roemen in de besnijdenis. Zo zegt Paulus zou ik het niet willen noemen: versnijdenis. Misvorming. Met felle woorden waarschuwt hij voor wettisisme. Het staat het kennen van Jezus Christus in de weg. Dat is het eerste wat we kunnen leren uit dit gedeelte: wettisisme het kennen van de Heere in de weg.
Wat denkt u: komt wettisisme in een gemeente als Putten nog voor? Zou het bij u voor kunnen komen? Ik denk dat het een groot gevaar in de Reformatorische gezindte. Je kunt je voorbeeldig gedragen, niemand heeft wat op je aan te merken, onberispelijk. Als je zo leeft, dan komt Paulus vanmorgen met een waarschuwing. Als je dat hebt en alleen een keurig leven, zonder Christus, dan ga je ermee verloren. Je kunt een voorbeeld zijn voor de gemeente in praat, daad en gewaad. Zalig worden kan maar op een manier en dat is door wat de Heere Jezus gedaan heeft, door het geloof in Hem.
Paulus waarschuwt ervoor: waak ervoor dat er geen wettische geest komt. Want dan gaat het niet meer over het offer van Christus. Aan de felle woorden kun je wel merken dat het hem diep raakt. Wat je aan de waarden toedoet wat jij doet, dan doe je af aan de waarde van Christus. Het is niet alleen een gevaar voor wie de Heere niet kennen maar ook voor die Hem kennen. Schijnwerper op jouw prestaties en dan niet op Christus. Het staat het meer leren kennen van Hem in de weg.
Steeds weer de schijnwerper richten op Hem, de Heere Jezus Christus. Dat het in mij niet is maar in Hem. Niet ik centraal maar Hij. Christus moet centraal staan. Paulus zegt in vers 7 dat toen ik Christus heb leren kennen, ik dat geleerd heb. Dat het schade en drek is. Ik dacht er steeds dichter mee bij God kwam. Ik zat er radicaal naast. Er is geen weg van beneden naar boven. Er is alleen een weg van boven naar beneden, van het komen van de Heere Jezus Christus.
Als ik nu kijk naar Christus, zegt Paulus, verliest alles buiten Hem zijn waarde. Hoe vroom ook. Dan is het schade en drek. Helpt mijn geestelijk leven niet maar maakt het kapot. Drek, dat zijn uitwerpselen. Het stinkt. Het is nergens goed voor. Alles is in het licht komen staan van de Heere Jezus Christus. Hem leren kennen. Dat is wat mij zonden wegneemt. Alles van mij eraan, alleen Christus over te houden. Dat ik Christus overhoud, alleen zo sta ik recht voor God.
Hoe sta je rechtvaardig voor God? Niet door je eigen gerechtigheid, hoe je allemaal dingen goed doet, hoe jij de wet houdt. Maar je staat vrij voor de wet van God door wat Christus heeft gedaan. Hoe kom je eraan? Door te geloven in Hem. Door naar Hem toe te gaan met Zijn eigen werk. U zegt mij niet uit te werpen. Ik kom tot U met mijn zonden. U kunt mij redden. Uw offer is zo rijk daarmee kunnen al mijn zonden weggewassen worden.
Heere, zo kom ik bij u. Ik lig middenin de dood. Bij u o Heere Jezus Christus. Dat is waar Paulus het over heeft als hij zegt Hem te kennen. Christus te kennen begint met Zijn offer op Golgotha gebracht. Als je Hem zo kent, zegt Paulus, dan is dat een bron van onuitsprekelijke vreugde. Vers 1. Verblijd u in de Heere. Christus kennen als de Zaligmaker is iets om blijmoedig over te zijn. Niet een suf en saai leven, maar een blijmoedig leven. Niets geeft meer vreugde dan Hem te kennen.
Ik raak er nooit over uitgepraat, zegt Paulus. Dat is mij zo waardevol en dierbaar. Vers 1. Verblijd u in de Heere. Paulus zegt mensen in Filippi ik vertel u niets nieuws. Dat heb ik jullie al eerder verteld. Toch wil ik het opnieuw vertellen. Het is voor Paulus zo’n wonder dat de Zoon van God voor zo’n zondaar als ik ben wilde sterven. Dat kenmerkt het kennen van Christus. Steeds weer die verwondering over Zijn genade. Niet voor vrienden maar voor een vijand als ik ben. Die Hem niets kan geven. Voor zo iemand waarvoor Hij Zijn leven gaf.
Als het leeft bij je, dan zingt het van binnen. Wat een genade. De eeuwigheid zal er voor nodig zijn om dat te bezingen. Ik moest denken aan een Engelse hymn. Ik houd ervan dat te vertellen. Dat aloude verhaal van Jezus en Zijn liefde. Het kennen van Jezus is nooit uitgekeken raken op Hem. Steeds dieper Zijn offer zien, Zijn genade leren kennen. Daar heeft Paulus het offer en dat is de wens van Zijn hart.
Als je goed luistert, is het voor Paulus niet iets eenmaligs. Het kennen van Christus is een levenslang proces. Nooit uitgeleerd. Meer en dieper te leren kennen. Steeds meer te leren wie Hij is. Steeds dichter bij Hem te leven. Waar geloof is niet genoeg te weten over Hem. Maar op te wassen in de kennis van Hem en te groeien. Stel jezelf de vraag maar als belijdeniscatechisanten en u als gemeente. Steeds dieper te zien wie Hij is. Steeds meer te zien in de rijkdom van Zijn offer.
Daar raak je nooit over uitgeleerd, zegt Paulus. Om Hem echt te leren kennen heb je de eeuwigheid nodig. Denk erover na die nieuwe hemel en nieuwe aarde, dan kun je elke dag nieuwe dingen leren van Hem. Nooit uitgeleerd, een eeuwigheid niet. Zeg je dat Paulus na. Wie Hij is. Dat verveelt nooit. Dat geeft mij zo’n blijdschap in het hart. Ik wil niets liever dan op te groeien in de kennis en genade van Hem.
2. Het leven vanuit de kracht van Zijn opstanding
Paulus zet er direct achter de kracht van Christus opstanding. Wat bedoelt Paulus daar nu mee? Verlangt om heilig leven. Hij gebruikt het beeld van het sterven en de opstanding van Christus. Zoals Christus gestorven is, moeten wij de oude natuur doden. Wegbrengen naar het graf. De zonden als dood voor ons zijn. Nieuw Godzalig leven wandelen. Leven vanuit dat nieuwe hart wat we van Hem ontvangen hebben. Te vragen naar wat Hij wil. Waarin je uit de liefde tot Hem dicht bij Hem wil leven.
Paulus zegt: ik verlang ernaar met de Heere te leven en te strijden tegen de zonden. Hoe doe je dat? Moet je hard je best doen? Het begint bij het begin. Het begint met het kennen van Christus. Eerst Christus kennen, dan als je Christus kent, moet je dan hard aan de slag gaan? Nee, dan moet je hebben van Zijn kracht. Het leven met de Heere is in Zijn kracht. In mijn kracht mislukt het. Als ik het in mijn kracht probeer te winnen van de zonden, dan verlies ik. Leven in Zijn kracht kan alleen als ik afhankelijk van Hem.
Daar zit zo iets hoopvols in. In Zijn kracht kan het wel. Als de zonden in mij trekt. Als de duivel komt om mij aan het twijfelen te brengen en mijn hart dreigt mee te gaan met de influisteringen van de satan, dan kan het in Zijn kracht om staande te blijven. In Zijn kracht kan het. Om het goede te doen zijn we afhankelijk van de Heere. Het is de Heere die je geschikt wil maken. Dat doet de Heere door Zijn grote kracht.
Zo groot dat Hij een dode levend kan maken. We hebben er op Goede Vrijdag bij stilgestaan. Door Zijn kracht is Hij opgestaan uit de dood. Niet een steuntje in de rug nodig, nee zegt Paulus, ik heb de kracht nodig die in staat is om een dode tot leven te wekken. Zo spreekt de Bijbel over ons, wij zijn mensen die in onszelf dood zijn. Blind. De zonden roept geen afschuw in je op. Als Christus in je leven komt, dan wordt het anders. Dan wil je met Hem leven. Dat is die opstandingskracht van Christus, Hij heeft je van dood levend gemaakt.
Die opstandingskracht stelt je in staat om het goede te doen. Daar verlangt Paulus naar. Die kracht van Zijn opstanding te kennen in mijn leven. Zegt u dat met Paulus mee. Is dat ook uw gebed? Wilt u die grote kracht die U opwekt uit de dood. Opstandingskracht is de brandstof waarop het geestelijk leven loopt. Het is als een auto. Je moet naar het tankstation voor brandstof. In het geestelijk leven is dat wat we steeds nodig hebben. Van Hem de kracht te ontvangen. Neemt u mijn beide handen. Ontsteekt u de liefde in mijn hart. Haat tegen de zonden. Leert U mij hoe nodig ik U heb.
Hoe rijk Uw offer is. Hoe u steeds liefheb. Leven met de Heere begint met je hand ophouden. Leven door de Heere kan alleen door Zijn kracht. Dat betekent niet dat je passief achterover kunt gaan hangen. Ik kan alleen leven met de Heere als Hij Zijn kracht geeft. Als de Heere het geeft, dan gaat het toch vanzelf en als niet dan niet. Nee, dat is niet wat Paulus zegt. Alles schade en drek om de uitnemendheid van Christus. De ware gelovige zegt het hem na.
Daartoe ben ik door Christus gegrepen. Daar jaag ik naar of ik het ook grijpen mag. Je hoort hoe Paulus dat omschrijft dat het inspanning vraagt. Vraagt inspanning. Leven met de Heere vraagt om keuzes maken. Trouw in het bidden, Bijbellezen, trouw bent in het komen in het huis van de Heere. Trouw in de activiteiten waar het Woord opengaat. Je wilt er graag zijn om van de Heere te leren. Of voor jezelf, leest een goed boek of spreekt er met andere mensen over. Leven met de Heere bepaalt je leven. Welke sites je bezoekt. Welke keuzes je maakt. Het vraagt om volharding.
Ook op die momenten dat het er niet lijkt te zijn. Het leven met de Heere vraagt om volharding. Volharden in het geloof. Vasthouden aan Zijn belofte. Hoe ga ik dat ooit doen? Dat gaat nooit in mijn eigen kracht nooit lukken. Dat vraagt Hij niet. Die kracht wil Hij geven elke dag opnieuw. Daarom mogen wij Hem vragen. Om met Zijn kracht het leven in te gaan. Leven met de Heere betekent elke keer met je lege brandstoftank bij Hem te komen.
Gemeente, bij Hem te komen. Afhankelijk van Hem. Niet in eigen kracht maar Zijn kracht. Ik wens het u toe, dat dit is wat je hart beschrijft: dat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding. Amen.
Maandag 5 april 2021, Tweede Paasdag – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. S.T. Lagendijk – Schriftlezing Filippenzen 3 vers 1-16