Een christen is herkenbaar aan het feit dat de Geest in hem of haar woont. De Heilige Geest is een hoge ‘gast’ die wil dat wij heilig leven. Door te zondigen bedroeven we de Geest. Wie zijn zonden belijdt, wil God vergeving schenken. Paulus noemt concrete zonden die we moeten laten, willen we de Geest niet bedroeven. Een heilig leven komt tot uiting in gedachten, woorden en daden.
Maak de Heilige Geest niet verdrietig
- Waarom dan niet? Door wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.
- Hoe dan niet? Dan denken we aan de omgeving van de tekst, met de zonden.
(1)
Waarom dan niet, gemeente? Wanneer ben je een christen? Een echte christen? Het kan zijn dat die vraag bij u leeft. Of niet. Misschien weet je dat duidelijk. Of vind je dat moeilijk. Als je de Bijbel leest, kan je allerlei antwoorden geven. Vanuit dit gedeelte is het duidelijk: als de Geest in je is. In je woont. Zo staat het er. Door wie u verzegeld bent. De Geest als een zegel.
Enkele weken na Pinksteren, we staan stil bij een tekst die uitdrukkelijk over de Geest gaat. Als de Geest in je leven is, woont, werkt: dan hoor je bij God. Dan ben je het eigendom van Christus.
Paulus gebruikt het beeld van een zegel. Dat plak je ergens op. Als je het verzegeld, dan zeg je: dat is van mij. Een koffer met een label. Op het vliegveld weet je dan: die koffer hoort bij mij. Of een boek, dat kan je wel uitlenen, maar je bent er zuinig op. Je zet je naam erin.
De Geest is het zegel van God. Als je in Jezus gelooft, op Hem vertrouwt als je Verlosser, komt de Geest in je leven wonen. Hij zal je leiden. De Heilige Geest is het zegel van God.
Misschien zegt u of jij, daarmee is die vraag van het begin nog niet beantwoord. De Geest is wel het teken, maar hoe weet je dat Hij in je woont of werkt? Nou, daar geeft deze brief prachtig antwoord op. Lees vers 13-14 van hoofdstuk 1 thuis nog eens. U hebt het evangelie gehoord, u bent gaan geloven, toen heeft God u gemerkt. God zegt: je hoort bij Mij.
Het tweede hoofdstuk zegt iets anders maar hetzelfde. U was dood door zonden en misdaden. Maar u bent levend geworden. U hebt een ander leven gekregen. U ging zien dat dat oude leven geen toekomst had. Het is een ander leven geworden. Dat kom je niet ook tegen. Je moet dat oude leven niet meer willen. Als je in Jezus mag geloven, dan ben je levend geworden en verzegeld met de Geest van de belofte.
Als u nou naar je leven kijkt, herken je daar dan iets van? Als dat zo is, dan mag je bemoedigd zijn. Dat is geweldig. Rijk! Besef hoe rijk je bent. Als je zo’n tekst leest; het zijn schatten van God! Als je moet zeggen, eerlijk: ik herken het niet. Ga niet verder maar ga naar de Heere toe. Leef niet zonder Christus.
Laat het niet zo zijn: dat je op twee gedachten hinkt. Ik ben hier toch? Toch het heldere en duidelijke: dat je het weet en uitleeft. Hink niet op twee gedachten. Dat is belangrijk.
Misschien vindt u het nog moeilijker: ik zoek de Heere maar ik weet het niet. Als het avondmaal wordt, vind ik dat lastig. Ga dan ook naar de Heere. Er is maar een weg. Bidden. Bij Hem zoeken. Hij zal je leiden. Ook naar deze dingen.
Dat zegel hier, dat is dus niet de Doop. Dat is ook wel een teken en zegel. Maar dit is de Geest. De Geest is wel beloofd in de doop. We mogen de Heere daarop wijzen. Op Zijn belofte. Het staat niet los van elkaar.
Het rijke van de tekst is, als de Geest in je werkt, wil Paulus zeggen: dan komt het goed. Je zult Thuiskomen. Wat er ook gebeurt! Tot de dag van de verlossing. De dag van de wederkomst. De Heere zal je bewaren. De Geest is de garantie dat je Thuis zult komen. Een zekerheid, vastheid, rijkdom. Die ligt niet alleen maar in de belofte, of in het werk van Jezus maar ook in het werk van de Geest. Je moet de dingen wel met elkaar verbinden. De Geest werkt zo: dat je uit Jezus en de belofte leeft.
Dat is de reden waarom Paulus schrijft: doe de Geest niet verdriet aan. Schuif de Geest niet weg.
(2)
Het tweede is, de Geest niet verdrietig maken, maar hoe dan niet? Het is dus wel mogelijk dat je de Geest verdrietig maakt. Dat kom je in het Oude Testament al tegen. In Jesaja 63: u hebt de Heilige Geest bedroefd. U bent tegen God in gegaan. U hebt Zijn geboden overtreden. Zorg ervoor dat de Geest graag in je werkt en woont, leer je uit dit gedeelte. De Geest is een persoon. Een relatie. Een persoon kan je verdrietig maken, niet een kracht of invloed. Overdenk eens gemeente, ik werd er zelf stil van, denk eens aan welke gast dit is. Letterlijk. Een hoge gast. Stel je zelf eens voor dat er iemand is van wie je onder de indruk bent, die komt twee weken bij je komt wonen. De premier, koning…! Dan denk je: dan moet ik nog wel wat aanpassen. Geen rare dingen zeggen, netjes eten.
Maar denk nou eens: de Geest op bezoek. De Heilige (!) Geest in mijn leven. Tegenover de duivel met die verkeerde gedachten en daden. Bij de Geest horen heilige daden. Daarom zegt Paulus: je moet geen verkeerde dingen doen. Er niet in leven. Er niet in thuis voelen.
Is dat christelijk? Ja, zegt u, dat je de Heere dient. En de zonde laat. Maar nette mensen in de wereld zeggen dat ook. Je moet goede dingen doen. Wat is het verschil? Er zijn soms mensen die meer over hebben voor hun naaste dan wij. Hun leven besteden in dienst van de naaste. Ja maar, als christen houd je rekening met Gods wet? Dat is ook zo, maar dat kan je buiten de kerk toch ook doen? Mensen buiten de kerk zeggen dat ook. Niet stelen, doden. Hoe zit het dan, wat is het dan? Waarom als een christen leven? Omdat je er zo gelukkig van wordt? Dat kan nog steeds op jezelf gericht zijn.
Waarom geen zonde doen? Omdat het gaat om een relatie met de Heere. Een liefdesrelatie. Je wilt elkaar geen pijn doen. Alleen woorden? Ook daden! Alleen daden? Nee. Ook gedachten.
Dan wordt het concreet. Doe dit wel en dit niet. Niet liegen. Maar de waarheid spreken. Niet boos blijven. Niet gaan slapen met boosheid en bitterheid. Niet stelen, maar werken. Geen vuile praat. Geen schuine moppen. Niet lelijk over een ander praten. Niet bij de rand komen. Wegblijven bij de rand. We zouden ook hoofdstuk 5 kunnen lezen. Geen ontucht, onreinheid, porno. Geen drankmisbruik. Ook bij die grens wegblijven. Geen hebzucht, niet weer maar iets kopen, materialisme noemen we dat.
Paulus wordt wel concreet! Conclusie: zonde gaat tegen God in. Tegen de liefdesrelatie. Daar hoort de Geest dus bij. Niet alleen tegen God maar ook Jezus en de Geest. Misschien dat u denkt: het is wel hoog. God is heilig! En hoog. Kan dat wel ooit zo? Het is toch ook dubbel. Je doet het helaas nog? Als je het maar belijdt en er tegen strijdt. Er niet in leven. Er niet in thuis voelen. Niet als een varken in de modder. Maar met je nette kleren in de modder. Dan wil je weg.
Doe je dat niet, dan doe je de Geest verdriet. Gaat Hij dan weg? Nee. Je kunt als gelovige de Geest niet kwijtraken. Anders zou er geen troost meer zijn. Het gaat hier niet over de zonde tegen de Heilige Geest. Dan wil je niet terug. Dan spot je met de dienst van God.
Wel even de klem van de tekst laten staan: de Geest kan zich wel terugtrekken. Als je je man of vrouw op z’n hart trapt, dan krijg je verkilling. Dan kan er ook een breuk komen. Het wordt koud in je hart. Je kunt naar de kerk gaan erover praten, maar je liefde wordt minder. Je verlangen neemt af. De vreugde over Jezus neemt af. Je begint je zekerheid kwijt te raken. Er komt onrust.
Geef de duivel geen plaats! Dat gebeurt, zegt Paulus, als je ze zonde toelaat. Is er iemand die dit herkent? Je ziet het niet altijd aan de buitenkant. Soms wel. Herken je dit? Word eerlijk voor God. Belijd het. Kom aan de voeten van Jezus. Laat dit woord je prikkelen tot het kruis. Om tot nieuwe liefde, gehoorzaamheid, trouw te komen.
Dus gemeente, overdenk wat er tussen kunt staan. Niet je dagelijkse gebreken, die leg je elke avond voor Hem neer. Nee. Het gaat erom wat er tussen gekomen is. Doe het weg. Breek ermee. Doe de Geest geen verdriet.
Ga trouwens ook die weg als je zegt: ik leef zonder de Geest. Ben ik er klaar voor? Nee. Dan moet je niet verder gaan. Het voor Hem belijden. Hij zal komen. Weer komen. Opnieuw komen. In geloof en liefde wandelen. Dan krijg je zicht op Gods weg. Zicht op en blijdschap om. Dat God je heeft geleid en getrokken. U zult mij leiden tot de dag van de verlossing. Zo trouw bent U! Bent u er ooit over uitgedacht?
Amen.
(Psalm 51 vers 6 en 7; berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 11 juni 2023, 18.45 uur. Schriftlezing Jesaja 63:7-11a en Efeze 4:17-32.