David is blij dat de Ark Jeruzalem wordt binnengedragen. Hij gaat op in de vreugde van God, zodanig, dat hij zichzelf vergeet. Michal, zijn vrouw én Sauls dochter, veracht hem. Zij kijkt op hem neer, letterlijk en figuurlijk vanuit de hoogte. Misschien herkennen we iets van Davids vreugde, dat je wel zou willen dansen (al doen wij dat in onze kerk niet). Maar misschien herken je ook iets van Michal, van het gearriveerde, het vanuit de hoogte neerzien, de verachting. Die twee mensen strijden met elkaar, om ons heen, maar ook ín ons. De houding van Michal is uiteindelijk onvruchtbaar. Een ongelovige houding is vruchteloos, maar wie de Heere dient, huppelt (wel eens) van zielevreugd!
Gemeente van Jezus Christus, als onze koning en koningin op staatsbezoek in een ver land afwijken van het protocol, in plaats van een danszaal een strandtent bezoeken en meedoen aan een wilde dans, stel, dan is er alle kans dat er Kamervragen over worden gesteld. En dat er iets over in de krant en televisie komt.
David danste. Met wilde bewegingen. Hij cirkelt om de Ark heen. Dat was goed voor een verhaal. Een ijdel verhaal. De Ark van God wordt met een feestelijke optocht binnengehaald. De heilige kist met de wet. Wat een moment is dit. David is onze de indruk. Hij houdt het niet uit in het strakke protocol. Legt zijn mantel af. In een veel te kort hemd. De koning voorop.
Waarom doet David dit? Een politieke truc om populair te worden? De Ark was door de Filistijnen weggeroofd. Die zijn nu verslagen. Maar zonder de Ark is er geen religieus centrum. Geen hart en ziel.
Is dit berekening? Zoals de politiek vaak religieus vertoon laten zien. Met bloed aan hun handen. David beseft dat het land geen toekomst heeft als God er niet bij is. God moet het leven optillen uit de sleur. Zonder het gebod zijn we gedoemd tot mislukking. We zijn van Hem afhankelijk.
In het moderne leven is men huiverig om religie en staat te verbinden. Men kiest voor de neutrale staat. Daar is wel iets voor te zeggen. Maar. Politiek zonder de glans van Gods aanwezigheid schept leegte. Een vacuüm. Wat verbindt mensen eigenlijk? Wat zijn onze geestelijke waarden? En die leegstaande kerken. De moderne mens zonder God. Je eigen leven en geluk moet je organiseren.
David is daarom is extase. Hier wil God wonen onder Zijn volk. Dat is niet vanzelfsprekend. Bij de eerste intocht was het misgegaan. Een defilé met 30.000 soldaten. De stemming zat er goed in. Muziek voorop. En de Ark op een platte wagen. Dat keken ze af van de Filistijnen. Gods mobiel. Heel makkelijk. Succes verzekerd. Maar God laat merken dat Hij daar niet van gediend is. Hij wil niet in een wagentje worden rondgereden. Maar Hij wil gedragen worden door mensen die tillen aan Zijn Heiligheid. God laat zich niet met Zich sollen. Uzza merkte dat. Hij hield de Ark tegen. Hij stortte dood ter aarde. Hij had zich vergrepen aan de hoogspanning. Drie maanden bleef die Ark op een boerenerf. De impasse. Hoe ga je om met de heiligheid van God. En hoe overleef je die?
Daarom is er blijdschap als de Ark Jeruzalem wordt binnen gereden. Gedragen. Met grote eerbied. Geen leger. Hooguit wat jonge meisjes. Geen blaaskapel. Maar het sobere geluid van de hoorn. David die danst. Dat wel. Tussen het gewone volk.
In zijn korte hemdje. Hij wordt niet geremd door zijn koninklijke waardigheid. Iedereen is gelijk voor God. Hij wil wonen onder Zijn volk.
Michal ergert zich aan dit vertoon. Zij ziet hem vanuit haar venster. David gooit zijn waardigheid te grabbel. Het is niet te geloven. Het is ook wel een beetje vreemd. De priesters dragen de Ark 6 stappen. En op de 7e houden ze halt. Heel precies. Alles om te onderstrepen dat God heilig is. Een liturgische processie. Onderbroken door het offer. De koning is hier ook priester.
Al huppelend vergeet David waar hij mee bezig is. Hij verlaagt zich. Michal is woest. Zij wordt hier niet de vrouw van David genoemd maar de dochter van Saul. Een deftige koningsdochter. Zij betreurt dat ze met David is getrouwd. Hij is altijd een herdersjongen geweest. Wat een schande.
Tussen David en Michal is een conflict. Tussen mens uit de hoogte. Die David veracht. Ze trekt zijn mantel uit. Man, je bent naakt. David geeft hij gelijk. Ik wil huppelen en dansen voor de Heer. Ik wil mij nog geringer maken dan zojuist. David is in de vreugde om Zijn God. Hij noemt zichzelf vorst. Aanvoerder. Wij herkennen in hem de grote Zoon van David. De vriend van tollenaren. Een schande.
Het huiselijke conflict zal hun huwelijk geen goed doen. Michal is uit op eer en status. Wat zullen de mensen wel niet denken? Ze kan het niet uitstaan. Ze veracht haar eigen man. Ze heeft geen antenne voor haar eigen man. Hij is zo blij met zijn geloof – daar heeft ze geen oog voor. Zo gedreven dat je gaat dansen.
Pijnlijk als het geloof tot verwijdering brengt. Kan tot isolement brengen, in je huwelijk. Pijnlijk als een ander zich ergert aan je gehoorzaamheid. Om elkaar dan vast te houden… Maar het conflict kan ook aanwezig zijn in je eigen hart en leven. In u en mij zitten twee mensen. De een is gemaakt voor de vreugde in de Heer. Meelopen in de optocht! En tegelijk een mens die sceptisch en cynisch toekijkt. Vanuit het hoge venster van de beschutte vesting. Wat moet dat daar? Die mens spot ermee. David en Michal. De een gaat op in God en de ander houdt zich groot voor God en de mensen.
Waarbij duidelijk wordt dat de houding van Michal onvruchtbaar is. Daarom staat er dat ze geen kinderen kreeg – tot haar dood. Die kinderloosheid zegt niets over het gemis dat sommige echtparen ervaren. Dat heeft een medische oorzaak. Hier wil het zeggen: een ongelovige houding is vruchteloos.
Wij herkennen ze allebei. In je omgeving. Ver weg en dichtbij. Je ziet het ook bij Jezus met de overpriesters. In Jezus komt God tot de mens. Jezus is de Ark in levende lijve. Jezus drijft de geldhandelaars weg. Hij roept op tot boete en bekering. Dat komt wel heel dichtbij. Er ontstaat ook ruimte waar mensen naar toe worden getrokken. Wie nederig is, trekt Hij aan. Hij raakt iets bij hen. En het wordt wakker geroepen. De overpriesters en hoge geestelijkheid met oude rituelen, dan komt Jezus niet over. Mensen die weten hoe het hoort. Ze zijn al verzadigd. Er roept geen ziel meer. Waar Jezus binnen kom, dan is er een wereld aan Godsverlangen. Volg Mij! En voortaan deden ze in Zijn nabijheid – op smalle paadjes. Onherbergzame wegen. Maar Hij is daar!
David: ik wil dansen voor de Heer. Herkennen wij iets van die vreugde? Het kan toch dat je geraakt wordt door Gods liefde. Misschien bij jongeren meer dan bij de ouderen. Dansen voor de Heer?! Dan moet je zijn bij de migrantenkerken of evangelischen. Het hoeft van mij ook niet zo. Het zou mij ook niet lukken. Maar ik vind het wel heel mooi dat God in het leven van mensen wil komen – en wat er dan gebeurt! Dat is niet vanzelfsprekend. God loven omdat Hij zonden vergeeft.
Wij zijn vaak zo ernstig. God is niet ernstig. Hij is vreugde. Niet zomaar een dingetje. Maar een vrucht van de Geest. Kan je niet leren bij een cursus. Komt van boven! Hoe kan je nou blij zijn met rouw? Of met tegenspoed? Je eigen vrouw of man verloren? Dan blijf je toch in een hoekje zitten… Blijdschap komt van boven!! Op Pinksteren is de Geest uitgestort. Je mag hier delen in de vreugde. Zingen, luisteren, bidden. Dan vier je samen het geloof. Kippenvel! Eredienst is niet alleen plechtig maar ook feestelijk en vrolijk! God is vreugde, in de Geest is Hij aanwezig met vreugde. Niet de Ark, maar de Geest brengt God onder ons. Ook als het leven er niet naar is, dan toch zo lang als de kerkdienst duurt. Delen in de vreugde van God. Even los van je verdriet, eenzaamheid. Om te delen in de vreugde van de Heer, die onder ons is met zijn eindeloze vreugde. Amen.
Maar ’t vrome volk, in U verheugd,
Zal huppelen van zielevreugd,
Daar zij hun wens verkrijgen;
Hun blijdschap zal dan, onbepaald,
Door ’t licht, dat van Zijn aanzicht straalt,
Ten hoogsten toppunt stijgen.
Heft Gode blijde psalmen aan;
Verhoogt, verhoogt voor Hem de baan;
Laat al wat leeft Hem eren;
Bereidt den weg, in Hem verblijd,
Die door de vlakke velden rijdt;
Zijn naam is HEER der heren.– Psalm 68 vers 2 (berijmd)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 28 juli 2019, 9:30 uur. Schriftlezing 2 Samuël 6:12-einde en Filippenzen 4:4-7.