Middenin de duisternis waarin het volk van Israël verkeert vanwege het ongeloof van koning Achaz, mag de profeet Jesaja de belofte van het Evangelie mededelen: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven’. Hoewel het nog eeuwen duurde voordat de Heere Jezus in Bethlehem geboren werd, mag Jesaja zien dat het in het heden ligt. Het is het heerlijke Kerstevangelie: God geeft Zijn Zoon aan ons. Doet het ons van vreugde zingen: hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt U zijn ontmoet? 

Jesaja 9 vers 5a: ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven‘.

De Heere laat Jesaja getuigen van Zijn onuitsprekelijke gaven

We letten op die gaven. Jongens en meisjes weten dat wel. Cadeaus. En als je iets moois gekregen hebt, dan wordt gevraagd van wie je het hebt gekregen. Dat komt tot uitdrukking in de drie gedachten.

1. De inhoud van dit Geschenk;
2. De Gever van dit Geschenk;
3. De waarde van dit Geschenk.

1. De inhoud van dit Geschenk

Even vraag gemeente: hoe vindt u de tekst van het geboortekaartje van onze tekst? Zou u dat voor uw kind gebruiken? Want een Kind geboren, een Zoon is ons gegeven als het een jongetje is. Dat zouden we kunnen doen, maar als de dominee op bezoek komt dan zal hij toch voorzichtig duidelijk moeten maken dat het niet klopt. Onze kinderen worden niet voor ons geboren. Maar voor zichzelf geboren. Om zalig te worden.

Als ze klein zo, nog zo lekker koesteren. Zo lekker samen. Mijn kind. Maar als ze wat groter worden, dan blijken ze een eigen willetje en weg te gaan. Het is een zegen dat ze een eigen wil hebben. Maar wederom geboren. Als de wil van onze kinderen wederom geboren wordt, dan gaan ze willen wat de Heere wil. Vragen wat de Heere wil. Onze kinderen worden niet voor ons geboren.

Is u het weleens opgevallen met het huwelijksformulier? Daar rollen we helemaal tussenuit als ouders. In alle dingen man en vrouw elkaar bijstaan. Niet: dat is jouw afdeling. Nee, de dingen die tot het tijdelijke en eeuwige nut dient. En als ze kinderen krijgen, opvoeden voor de Heere. We vallen er tussenuit.

Deze tekst een Kind is voor ons geboren, aan ons gegeven. Voor ons geboren, echt voor ons geboren. Aan ons gegeven! Het laat zien dat het een heel bijzonder Kind is. Door de Heere verlossen zal uit de duisternis. Door het ongeloof van koning Achaz. Koning Rezin uit Syrie in het noorden en Pekah uit het zuideen samengespannen om Juda aan te vallen. En dan mag Jesaja naar het paleis, wij zouden zeggen naar Noordeinde, en het aanzeggen. Ik mag u namens de Heere vertellen u hoeft niet bang te zijn, zij kunnen u niets doen. De Heere zal je beschermen. En van die twee vijanden zal niets overblijven. Binnen 65 jaar zal het tienstammenrijk verpletterd en weggevoerd worden. En de Heere Jesaja zeggen vraag maar om een teken ter bevestiging.

En dan zegt koning Achaz heel vroom: ik zal de Heere niet verzoeken. We kunnen zo vroom zijn maar ondertussen… Ondertussen stuurt hij een gezantschap naar Babel om te vragen om de koning van Babel of hij te hulp wil komen als hij wordt aangevallen. Ik zal de Heere niet verzoeken en ondertussen een gezantschap naar Babel. Wat is dat aangrijpend gemeente. Dat hij meer van de toezegging van de koning van Babel dan de zegen van de Heere. Het kan er wel staan, maar… Dat kan ook binnen de kerk en heel godsdienstig zijn. Meer fiducie hebben in de woonstichting bij het aanzegging van een woning te ontvangen. Ik zal er voor instaan en Ik zal uw paden recht maken.

Dat vervloekte ongeloof uit Genesis 3. En dat brengt het land in grote duisternis. Omdat Achaz dat gedaan heeft zal het volk worden weggevoerd in ballingschap, Jeruzalem in puin, de tempel in puin. En wat laat de Heere nu zien in hoofdstuk 9 van Jesaja? Ineens mag Jesaja met verwondering verkondigen: de Heere zal Israël verlossen. Waar de duisternis benauwt. Waar de duisternis radeloos maakt, komt een radicale verandering. Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot Licht zien. Degenen die wonen in het land van de schaduw van de dood, over dezelve zal een Licht schijnen.

Weet u wat dat betekent? Door heel de Bijbel heen wordt de aanwezigheid van God aangeduid met Licht. Dat betekent, Jesaja mag zeggen, in de duisternis, uitzichtloosheid zal de Heere Zelf verschijnen. Dat is het wonder van Kerst. Immanuel. God met ons. In Jezus Christus verschijnt God Zelf.

In plaats van de ontrouwe koning door zijn opzichtige defensieve politiek en niet op de Heere te vertrouwen, zal de Heere de ideale Koning geven. Hoewel een Kind. Eeuwig Koninkrijk. God verschijnt in een Kind. Voor Achaz een ergernis op te vertrouwen. Zou een Kind voor mij een Verlosser zijn? Voor Jesaja zo’n wonder.

Het ligt in de beloften, maar de profetische zekerheid is er. Jesaja mag het zien als dat het in het heden ligt. Wat een heerlijk Kerstevangelie. God geeft een Kind, Zijn Zoon, aan ons. Gemeente van Jezus Christus, Hij is voor u geboren, aan u allen gegeven. Als u zich afvraagt is Hij wel voor mij, dan doet u niet onder voor Achaz. God zegt: Hij is voor u geboren, Hij is aan u gegeven.

U hebt een Zaligmaker. En dat zal het zo ernstig maken als wij verloren gaan, want in de buitenste duisternis zullen wij weten dat wij verloren zijn gegaan terwijl wij een Zaligmaker hadden maar op zo’n grote zaligheid geen acht geslagen hebben.

We hebben dus allemaal een Zaligmaker. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Bent u er blij mee? We kunnen ook een cadeau krijgen en beleefd dankjewel zeggen maar er niet blij mee zijn. Nog meer troep in de kast. Bent u er blij mee? Het Geschenk lijkt klein. Wat heb je aan een baby van een ander? Aan niets lijkt dit geschenk groot te zijn. Geboren uit een boerengehucht. Niet van hoge komaf. Geboren in een stal.

Enige geschikte voor Hem is de kribbe. Een voerbak voor de beesten. En toch dat is het wonder van God. Om blij te maken. De herders. Maak er geen Veluwse herders van die bevindelijk zaten te spreken: wanneer zou Hij komen? Maar veracht. Geen stemrecht. Denk niet dat er een aanknopingspunt in hun leven was.

Heden geboren is de Zaligmaker die al de volken wezen zal. Ze kwamen met haast. Ze gingen heen met grote blijdschap. Ze konden er niet van zwijgen. God heeft Zijn gift gegeven. Kijkt u eens naar dit Geschenk. Wordt u ook zo blij als de herders? En wij mogen nu weten dat Hij zit aan de rechterhand van de Vader.

Ontdekt u de glorie? Het wonder. 2 Korinthe 9 vers 15. Gods onuitsprekelijke gave. Goed opletten: Loyld Jones zegt zelfs God kan nooit meer een Geschenk geven dan dit Geschenk. Gods onuitsprekelijke gave. Zoon van Zijn enige, eeuwige liefde gegeven en gezonden. Waarom? Om u en uw kinderen tot God terug te brengen.

Hij wordt geboren om ter helle neder te dalen. Om de straf te dragen. Om in plaats van Adam de gehoorzaamheid aan God op te brengen. Daarom heeft hij eerst dertig jaar bij Jozef in de zaak dienen, dat deed een jongen bij zijn vader in de zaak. Om God te dienen. Geboren. In Hem mogen wij en onze kinderen geboren worden om zalig te worden.

2. De Gever van dit Geschenk

We moeten geliefden in de tweede plaats de vraag stellen: wie is de Gever? Wat is het erg als iemand bij een trouwerij een heel duur cadeau geeft en later het stel gevraagd wordt: wie heeft het gegeven? We weten het niet. Een cadeau zegt heel veel over de gever en over die het ontvangt. Soms gaat het zo.

Je hebt van die mensen die altijd met iets moois komen. Met liefde uitgezocht. Wie heeft dit geschenk gegeven? Dat de Eeuwige en Enige Vader Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Natuurlijk, het gaat om het Kind in de kribbe. Het moet ons verwonderen dat Christus alle heerlijkheid heeft afgelegd en een hulpeloos wilde worden. Maar wie heeft het gegeven? De Vader. Wat is het belangrijk om dat ook met het Kerstfeest te beseffen: de Vader van heeft Zijn enige Zoon gegeven.

Er is ook een theologie die de eerste persoon in de vierschaar en de Zoon tussen trad. Wat een verdraaiing. Het is de Vader. Om ons met God te verzoenen. Spel 2 Korinthe 5 eens: God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Toen wij nog niet geboren worden. Hem tot zonde gemaakt. Dat heeft God alleen gedaan. De Vader met de Zoon. Laat u met God verzoenen.

Het probleem zit nog in uw hart. U hebt nog harde gedachten van God. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Opdat wij door de Zoon tot de Vader zouden gaan. Dit Geschenk wil ons overtuigen van de liefde en genade van God. Dit thema loopt door heel de Bijbel. Waarom heeft God Zijn Zoon gezonden? De goedertierenheden van de Heere. De goedertierenheden die ons tot bekering moeten leiden.

Wanneer geven wij een groot cadeau? Als een huis klaar is. Iemand veel geklust. Of een grote barbecue. Of de ceremoniemeester. De laatste speech. Waarom heeft God Zijn Zoon gegeven? Niet als een beloning. Wij verdienen niets. Alleen tijdelijke en eeuwige straf. Wij verdienen de hel, de verdoemenis. Er is niemand die goed doet. En nu komt God het duurste cadeau geven. Aan mensen die met wantrouwen, met vijandschap tegenover Hem staan. Daar zouden wij met geen haar op ons hoofd aan denken.

Misschien wel iemand die uw naam zo door het slijk gehaald heeft, heeft u gedacht laten we die eens een groot Kerstcadeau geven. Heeft u dat gedaan? Zo is God. Alzo lief. De wereld die verdacht tegenover Hem staat. De wereld die vijandig is. Dat is niet op het laatst nog bedacht. Niet op het laatst bedenken, heb je nog een verlanglijstje.

Het Geschenk is niet bedacht in die nacht van Kerst. Maar van eeuwigheid. God werkt het uit. Maakt het scherper bij Mozes. En David door de profeet Nathan duidelijker. En Jesaja. En Micha mag het nog duidelijker zeggen. De belofte is overdacht in de eeuwigheid en gedaan in de moederbelofte. Wat laat de moederbelofte zien? Een mens moet zijn zonden leren kennen?! Uitgesneden uit Adam en in Christus ingelijfd.

Kijk maar naar de moordenaar aan het kruis. Als u zegt: een mens moet eerst zijn zonden leren kennen. Ga maar naar Genesis 3. Adam, waar ben je? Dan komt hij tevoorschijn met een vijgenblad. Zegt u dan: Heere, wilt u mij alstublieft vergeven? Nee, hij blijft recht overeind staan. Geeft God de schuld. Als u mij een andere vrouw had gegeven. En Eva? Gaat zij op de knieën? Nee, die slang.

Gaat God in discussie? Nee, Hij geeft met kracht de belofte. De aarde om uwentwil vervloekt. Zweet uw aanschijns. Calvijn: omdat ze na de belofte volgen hebben ze de kracht niet van een gericht maar van een medicijn. Eva: moeder alle levenden. Ziet u: door dit geschenk van dit Kind komt hij tot bekering. Ziet u, daar komt Hij tot bekering. Gods beloften falen niet.

Wij kunnen soms iets beloven. Een weduwvrouw ik kom u opzoeken. Na veertig uur of veertig dagen denken er niet meer aan. Of je moet haar net treffen bij de ingang van de kerk en zeggen het is goed dat ik je nu zie, anders was ik het vergeten. God

Calvijn zegt ook: het verbindt het geloof en de beloften. Neem het geloof weg en de beloften vallen uit elkaar. Er is maar een ding om aan vast te klampen: Gods beloften. Kruip ernaar, zeggen de Erskines. Het kan door een sneeuwbui vallen maar kruip ernaar. Heere, ik kan het niet missen. Denk aan de verbondsbeloften.

‘Want als wij gedoopt worden in den naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot zijn kinderen en erfgenamen aanneemt, en daarom van alle goed ons verzorgen, en alle kwaad van ons weren, of ten onzen beste keren wil. En als wij in den naam des Zoons gedoopt worden, zo verzegelt ons de Zoon, dat Hij ons wast in zijn bloed van al onze zonden, ons in de gemeenschap zijns doods en zijner wederopstanding inlijvende, alzo dat wij van al onze zonden bevrijd, en rechtvaardig voor God gerekend worden. Desgelijks als wij gedoopt worden in den naam des Heiligen Geestes, zo verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig Sacrament, dat Hij in ons wonen, en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk, de afwassing onzer zonden, en de dagelijkse vernieuwing onzes levens, totdat wij eindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden.’

U bent bij uw voornaam geroepen toen u gedoopt bent. Dit heeft Hij toen beloofd. Vult uw naam maar in. Dat moet je eigendom worden. Ja, dat zit er ook in. Alles wat wij in Christus hebben. Door het werk van de Heilige Geest. Geliefden, dat Kind is voor ons gekomen. Aan ons gegeven. We hebben een Zaligmaker. Maar wat was uw reactie met Kerst?

Bent u blij geworden met de herders. Alles wat over de herders gezegd werd? Of bent u niet verder gekomen dan wat de dominee zei? Wat was uw Kerstfeest? In Hem zijn al Gods beloften ja en Amen. Er zijn overal beloften voor. Voor de opvoeding, voor de verlossing, voor de heiliging, voor de heerlijkmaking. Wat zijn de beloften? En wat is nou het geheim van een belofte? Niet je hebt het en moet geloven dat je het hebt. De belofte laat zien wat je hebben moet en niet missen kunt maar mist. Om met de belofte te vluchten tot de Heere.

Kun je op dit belofte vertrouwen? Nou Achaz kan het er niet mee doen en blijft in duisternis. En wie de belofte omhelst, zal ervaren de blijdschap van Gods Geschenk. Zoals een erfenis vermaakt. Aan ons en onze kinderen. We hebben een Zaligmaker. Het zou zo erg zijn als we verloren gaan. In de hel zal niemand meer discussiëren. Maar op deze zaligheid geen acht geslagen. Alles wat de Heere heeft beloofd, zal bestaan. Ook de wederkomt. Hij komt, Hij komt.

3. De waarde van dit Geschenk

Jongens en meisjes weten het wel, je hebt er heel naar uitgezien. De laatste avond kon je er niet eens van slapen. Die crossfiets. Of die Marklin trein. Of het poppenhuis. Of de racebaan. Maar het is het niet. Je bent teleurgesteld. Al is het nog zo’n mooie broek of trui. Maar je vindt er niks aan. Het geschenk laat ook iets zien van de ontvanger.

Wat is de reactie bij dit Geschenk? Is dit waar u blij mee bent? Dat u waardeert boven alle andere geschenken? Hebt u Zijn handje gepakt bij de kribbe en gezegd: lieve Verlosser. Is dit Kind Gods onuitsprekelijke gave voor u. De wereld ziet er niets in, dat geldt ook voor kerkmensen. Er nooit iets in gezien omdat we niet beseffen en weten wat we nodig hebben. Maar als we weten wat we nodig hebben, een Verlosser van de eeuwige verdoemenis, dan is dat Gods onuitsprekelijke voor ons.

Wat kost het? Het kost de Vader alles. De Vader die eeuwig Een is met de Vader zendt Zijn Zoon. Moeders, dan moet u even terugdenken aan uw eerste kindje. Een nachtje meenemen. Opa zorgt er goed voor. Die eerste keer ’s avonds dat bedje leeg. Als je een kind hebt. Een flauw voorbeeld. Die Vader die Een Zoon had. Gezonden naar een wereld waar Hij niet welkom is. Waar ze niet goed voor Hem zorgen. Zijn leven getekend met geen plaats voor Hem.

Ten laatste Zijn Zoon, voor Hem zouden ze ontzag hebben. Nee, ze namen Hem en doodden Hem. Hij kwam met lege knuistjes. Niets meegenomen. Het kostte de Vader alles. Zijn enige Zoon. De Vader heeft het tweemaal nageroepen.

De eerste keer bij de doop bij de Jordaan. De proselietendoop. Om de Joden erin op te nemen. Zondaar te worden. Vandaar dat Johannes de Doper zich naar schrok toen de Heere Jezus hem vroeg om gedoopt te worden.

De Vader roept het na de doop: dit is Mijn geliefde Zoon. De Vader roept het nog een keer. Op de verheerlijking op de berg als ze gesproken hebben aldaar. En op het eind is daar de dood, de schande. We hebben Hem geen schaamlap overgehad. Dat heeft Hij er allemaal over gehad voor die schare die niemand tellen kan.

Wat bewerkt dit? Alzo lief heeft God de wereld gehad, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderft. Als u zo neerknielt bij de kribbe en de Zoon kust, dan bent u gered. Mag dat? Dat moet. Kust de Zoon! Dan bent u gered voor eeuwig. Maar wie niet in Hem gelooft, zal eeuwig verloren gaan met een Zaligmaker die bij Hem was.

Positief is dit Geschenk: zovelen als Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven om in Hem te geloven. De adoptie. U bent aangenomen. Door dit Geschenk kunnen we voorbij deze wereld en de ondergang van deze wereld denken. Dan komt het tot Zijn doel.

Ze zullen allen aan die Zoon gelijkvormig zijn. U hebt de uitnodiging gekregen. Voor uw kinderen, kleinkinderen. U krijgt er steeds meer werk bij. Laat u meenemen naar de kribbe. Naar de eeuwige glorie die komt. Zijn roemrijke glorie genieten voor eeuwig. Heerlijk om dit te zien in het Kind van de kribbe. Halleluja. Amen.

 

‘Wat is dat gezegd: Die ontvangen is van den Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria? Dat de eeuwige Zone Gods, die waarachtig en eeuwig God is , en blijft , de ware menselijke natuur, uit het vlees en bloed der maagd Maria, door de werking des Heiligen Geestes, aangenomen heeft , opdat Hij ook het ware zaad Davids zij , zijn broederen in alles gelijk , uitgenomen de zonde. Wat nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus? Dat Hij onze Middelaar is , en met zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt.’

Zondag 14 vraag en antwoord 35 en 36 Heidelbergse Catechismus

 

Zondag 27 december 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. R. van Kooten – Schriftlezing Jesaja 9 vers 1-6