In het ware christelijke leven is er dankbaarheid tot God. En dan zijn daar ook de werken die God geeft. Het is niet door de werken dat wij het verdienen of de zekerheid afmeten. De zekerheid is in God, in de genadige beloften van het Evangelie en door het geloof aan Hem verbonden. De goede werken zijn er om God te danken en te prijzen, tot verzekering van de gelovigen, tot uitbreiding van Gods Koninkrijk en ze zijn onmisbaar voor het zalig worden.
Mattheüs 5 vers 16: ‘Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken‘.
De Heere vraagt werken van de dankbaarheid en Hij werkt werken van dankbaarheid
- In het danken en prijzen van God;
- Verzekering van gelovigen;
- Uitbreiding van het Koninkrijk;
- Onmisbaar voor het zalig worden.
1. In het danken en prijzen van God
Gemeente, van onze Heere Jezus Christus te Katwijk, we zijn toegekomen aan het derde deel van de Catechismus. De dankbaarheid. Dat is het derde aspect van het christelijk geloof waar al over gesproken werd in Zondag 1. Hoeveel stukken, hoofdpunten zijn ons nodig. In de eerste plaats weet een mens hoe groot zijn zonden en ellende zij, daarvan verlost worden, en in de derde plaats Gode voor zulk een verlossing dankbaar te zijn.
Let erop deze drie stukken zijn nodig om getroost te leven. Gaat ook over in sterven maar allereerst in leven. Dat is niet mogelijk als een van deze drie aspecten niet toekomen of helemaal niet aanwezig is. Er zijn er die niet tot de troost van de dankbaarheid niet komen.
Dan tobben we, en u herkent het wel, ja ik zou wat verder willen zijn. Een groter geloof willen hebben. We tobben om verder te komen. Maar wordt nou eerst eens wat u bent: een verlorene. De Heere Jezus is gekomen om te zoeken wat verloren is. Als ik nu hier mijn straks mijn sleutels verlies en ik kom thuis, dat is heel zielig. Maar het Grieks betekent naar de knoppen brengen.
Er is een Verlosser. U hoeft het niet zelf te doen. Net als die moordenaar aan het kruis. Wij hoeven het niet zelf te doen makker. Zijn handen vastgebonden. Zag het bordje. Maar de Heilige Geest liet het hem verstaan. Hij kan mij verlossen. Wilt U mij gedenken. De Heere Jezus gaf een verrassend antwoord: heden zult u met Mij in het paradijs te zijn.
Anderen willen met de goede werken beginnen zonder dat de verlossing er is in de Heere Jezus Christus. Ik hoor mensen zeggen: ik ga naar de kerk om instructie, bemoediging en troost te ervaren. Overheen gehuppeld. Anderen niet tot de troost. Ik ben verlost en niks meer.
Je kunt jezelf er wel overheen zetten. Ik heb ze gekend. Je moet Jezus aannemen. Vrouw in het gezin. Vrouw op de vereniging altijd vooraan. Maar nu was ze alles kwijt. In tien stappen een beter christen, vijf stappen beter huwelijk. Van hot na het met van alles bezig om het zelf beter te maken.
Als de Heere je verlost heeft, dan ben je verlost. Dan hoef je ook niet tot God te begeven alsof Hij je rechter is. Maar als een papa, Abba Vader. Ik heb verkeerd gedaan. Door het Verlosser.
Omdat het geloof ontdekt Hij heeft mij verlost. In passieve zin. En dan worden wij in actieve zin betrokken. Wij worden verlost. Onderstreept: zonder enige verdienste onzerzijds. Maar die verlossing is compleet door God gedaan. Daar hoeft geen traan, geen zucht van u bij. Niet omdat ik het beter deed dan mijn broer die nergens aan deed of mijn zus.
Maar enkel genade. Efeze 2. Machtig hoofdstuk. Mensen die van alles hebben uitgespookt. Maar God. Zo van bovenaf. Maar God… Heeft U levend gemaakt met Christus. U proeft hier is helder inzicht in de verlossing. Waarom moeten wij dan nog goede werken doen? Die vraag is op zichzelf verkeerd. Het is een heilig moeten. Goede werken? Daar hebben wij moeite mee. Dat is Rooms. Maar daar moet ik kanttekeningen bij maken. We hebben het gelezen over goede werken. Laat de mensen uw goede werken voor de mensen.
En in de volgende vraag van de Catechismus over wat goede werken zijn. Dat verlost van een enorme kramp. Bij Rome moet je goede werken laten zien om genade te krijgen. Maar in Catechismus gaat het om goede werken die je uit genade ontvangt. Als je in Christus verenigt bent, dan gaan er vruchten groeien. Dat moet je leren. Als het Avondmaal is. En dan zit ik mijn leven na te kijken. En de vorige keer. Nee. Het zijn de goede werken Heere heilig mij.
Naar het evenbeeld van Christus, let op die tussenzin. Hij heeft mij vrijgekocht. Dat is gebeurd op Golgotha. Daar doet niks van ons mee. Gods werk in ons en zonder ons. De vergeving van de zonden is louter uit genade. De Heere opent ons de ogen. En net als de moordenaar in Christus de Verlosser zien en in het geloof omhelzen.
De Heilige Geest komt niet even langs. Maar komt in ons wonen. Daarom ook Christus door Zijn Heilige Geest naar Zijn evenbeeld vernieuwt. Hé ik hoef geen boekje te kopen. Wel om onderwijs. Maar het is Gods werk door Zijn Heilige Geest.
Als iemand door verkering tot de kerk komt. Of een kerkmens. Hij of zij wordt anders. Dat maakt ook dat woordje moeten in de vraag anders. Het kan niet anders of er moeten vruchten komen. Een logisch gevolg van dat leven met de Heere. De Heilige Geest maakt dat we op de Heere Jezus gaan lijken. Van onszelf niet, leven uit Adam. Egoïsme. Dat pik niet. Jaloezie. Roddelen. De Heilige Geest laat ons opnieuw geboren worden. Dan krijg je andere trekken. Nederigheid in plaats van hoogmoed. Bewust zijn van je afhankelijk en kwetsbaarheid.
Tot zegen voor de anderen zijn tot eer van de Heere. Dat is een hele worsteling. De oude natuur stribbelt tegen. Dat is zijn eigen schuld?! Maar dat mag je niet denken. Hele gevechten. Opdat wij met ons hele leven Gode met Zijn weldaden dankbaarheid bewijzen. Je wordt God dankbaar. Dat je niet in de buitenste duisternis als een mol je ogen pas open hebt gedaan na je dood.
Maar in die verlossing gaat het nog verder. Dat de Heere in je leven is gekomen. Dat Hij je tot Christus getrokken heeft. Je wordt dankbaar dat Hij je vast gehouden heeft. Die vrouw gekregen heeft die je meegenomen heb naar de Heere en Zijn dienst. Die voorzang zo toepasselijk. De Heere elke dag dankbaar. God waard is om gediend te worden. Tot eer van Zijn Naam en nut van de naasten. Heere, geef er meer van.
2. Verzekering van gelovigen
De Heere heeft hier nog een bedoeling mee. Daarna ook dat elk bij zichzelf van zijn geloof uit de werken verzekert zij. Hé is dat niet vreemd. Zou je naar je eigen leven moeten kijken en denken ik doe goede dingen dus ben ik een kind van God. Er zijn er die er zo naar kijken. Maar het staat er niet. Het is niet de zekerheid van het geloof maar verzekering van de gelovige.
Calvijn: in de genadige beloften van het Evangelie. Omdat God niet liegen kan. Die zekerheid is nooit plussen en minnen. Dacht u dat ik zoveel voor de kerk zou doen als het niet echt was, zei een ouderling. Die bedriegt zich voor de eeuwigheid. De ware gelovige kan zo niet meer denken. Het gaat hier om de verzekering. Elk van zichzelf uit de vruchten verzekert zij. Het antwoord gaat niet over geloof maar over de werken.
Met verwondering neem ik waar, vroeger zou ik het niet gepikt hebben. Nu voel ik medelijden voor de ander. Vroeger zou ik niet zoveel aan de kerk hebben gegeven. En nu? Ik heb vreugde in het dienen. En vrede in het dienen en in het geven. Wat heeft de Heere me veranderd. Met verwondering merk je een goede boom brengt goede vruchten voort en een kwade boom kwade vruchten. Omdat je in de Heere bent geënt.
Je mag tot verwondering de verzekering uit de werken ontvangen. Kan je niet op pochen. De vruchten bewijzen het. Verwondering in mijn hart. Heere dat U mij zo vernieuwt. Dat is het tegenovergestelde van een slordige levenswandel. Want die verzekering ontvang je door het onderwijs van de Heere. Die wijnstok reinigt de ranken. Je verwondert je hoe de Heere je leven leidt. Dus nogmaals de zekerheid behoort tot het geloof, en die zekerheid ligt in de belofte. De verzekering, dan gaat het over de verzekering van de gelovige, is uit de werken die God werkt.
3. Uitbreiding van het Koninkrijk
Dat door onze Godzalige wandel onze naasten ook gewonnen wordt. Geliefden, dat is het belangrijkste evangeliemiddel. Dominee, ik straal zo weinig uit. Daar hoef je nooit over in te zitten. Als je de Heere liefhebt, en begint over Hem te praten, dan proeft een ander dat. Dat is Gods werk. En je tot leesbare brieven van Christus maakt. En dit is heel belangrijk. U bent misschien op uw werk de enige Bijbel die uw collega nog leest. Godzalige wandel. Al trek je drie zwarte pakken aan, dat is geen Godzalig leven. Het Godzalig leven is dat vol is van God.
In je werk, familie. Dat van de Heere vraagt wat wilt U dat ik doen zal? In alles geroepen. In alles een leesbare brief zijn. Dan ga je niet onder werktijd preken. Dan steel je bovendien van de tijd van uw baas. Dat doe je in je vrije tijd. Waarvan iemand weet als ik de boel moet flessen, dan moet ik niet bij hem zijn. Petrus: houd uw wandel eerlijk onder alle mensen.
Buitenkerkelijk kunnen we heel schamper spreken over christenen. Sukkels. Ze knijpen de katjes in het donker. Wee degenen die de ander in de weg hebben gestaan om te geloven. Merken. Dat u maandag anders op uw werk komt. Niet doorgezakt, stickie gerookt. Niet over een ander spreekt. Tjoh bij hem hoef je niet te roddelen.
Mannen niet denigrerend over uw vrouwen spreekt. Of over de gevreesde ziekte spreekt. Of een collega in verdriet. Nou sterkte. Weet je nog wat die en die gedaan heeft met voetbal. Maar dat u de tijd neemt. Zullen we samen bidden? Juist in verdriet kan men heel ontvankelijk zijn.
Als er een knobbeltje geconstateerd wordt. Die collega zou niet in angst leven. En ook in de buurt. Ons leven zal de boodschap ondersteunen of omgekeerd. Je kan wel zeggen dat de liefde van Christus het belangrijkste is, maar als ze geen liefde bij je bespeuren. Dan zijn ze op die liefde niet jaloers. Vroege christelijke kerk. Zij waren het die een lijk van de straat haalden. Zij waren het die zeiden die hebben een goed huwelijk. Dat zijn de vruchten.
4. Onmisbaar voor het zalig worden
Het is onmogelijk om een christen te zijn en geen vruchten voort te brengen. Mattheüs 7, we hebben het gehoord. Slechte bomen worden straks omgehakt. Kunnen die niet zalig worden die in een goddeloos leven voortvarende, zich tot God niet bekeren. Als er geen behoefte in het hart is om de Heere te dienen. Is die dan verloren? Het antwoord is heel scherp en duidelijk, en Bijbels: op geen enkele manier. Want de Schrift dat geen enkele dief, rover, lasteraar, onkuisheid.
Dat is heel aangrijpend. Wie blijft in onkuisheid. Jongelui, seksualiteit is niet door de wereld uitgevonden. Als je bij de appie werkt: dat mogen jullie niet. Het is zo dat ik met een meisje ga zoenen, dan is het in mijn hersenen dat er een procesje van verbinding plaatsvindt. En ten slotte kunnen ze niet meer hechten. Echtscheiding. Ik hoorde vanmiddag nog van iemand weggegaan bij haar man, ik houd niet meer van hem. Daar kom je bij de Heere niet mee weg.
Wie leeft in zonden, wandelt erin. Wie blijft gieren naar geld. Met Privé en Story en zelf blijft roddelen, zal het rijk niet beërven. Geen teken van de Heere van de duivel. Niet dat je gezegd hebt. Man ik kan niet met je verder. Want dan zou je een hoer worden. Behalve in het geval van overspel. Ach de Heere kan genade geven. Dat vraagt een belijden en niet een goedpraten. Dan mag ik die bij de puin zitten, die mag ik ook bemoedigen, ik zou willen dat het nooit gebeurd was.
Maar je blijft wel buiten de hemel als er geen bekering komt. Gods kind kan ook struikelen in deze zonden. Maar dan is er een bekeren en berouw. U ziet dat de werken heel essentieel zijn. Ze laten zien wat er in het hart leeft. Het wordt niet gezegd om u af te houden. Zoek de vereniging met Jezus Christus, dan zal Hij u door Zijn Geest vernieuwen.
U die ervan kent, verblijd en verheugd u. Nog zo weinig van, dat blijft. Maar dat is uit enkel genade. Spoort tegelijk aan nog te ernstiger te zoeken. Het mag tot verwondering zijn. Het is door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.
Amen.
Vijfde lijdenszondag 27 maart 2022 – Zuni-zaal Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. R. van Kooten – Schriftlezing Mattheüs 5 vers 13-16 en Mattheüs 7 vers 13-23 – Heidelbergse Catechismus zondag 32