De geschiedenis van Jozef die in Egypte komt en daar jaren later zijn broers ontmoet, laat ons zien hoe God werkt. Gods plannen feilen niet, God gaat Zijn weg dwars door de omstandigheden heen. Zodra Jozef zichzelf bekent maakt aan zijn broers, vraagt hij meteen en indringend naar zijn vader Jakob. Vervolgens overbrugt hij de angst van zijn broers die niet hoeven vrezen. Het is Gods leiding die Jozef voorop heeft laten gaan naar Egypte om de nakomelingen van Abraham te bewaren. Zo gaat God Zijn ongekende gang en laat Christus heerlijk Zijn beeld schitteren in Jozef, Hij schaamde Zich niet hen broeders te noemen.
Genesis 45 vers 3b-7: ‘[3b] leeft mijn vader nog? En zijn broeders konden hem niet antwoorden; want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht. [4] En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien u naar Egypte verkocht hebt. [5] Maar nu, weest niet bekommerd, en de toorn ontsteke niet in uw ogen, omdat u mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens. [6] Want het zijn nu twee jaren des hongers in het midden des lands; en er zijn nog vijf jaren, in welke geen ploeging noch oogst zijn zal. [7] Doch God heeft mij voor uw aangezicht henen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing‘.
Christus laat Zijn heerlijk beeld schitteren in Jozef
- Jozef vraagt indringend naar zijn vader;
- Jozef overbrugt de angst van zijn broers;
- Jozef getuigt verwonderd van Gods leiding.
1. Jozef vraagt indringend naar zijn vader
Gemeente des Heeren, jongens en meisjes, als Jozef zegt ik ben Jozef, gaat hij in een adem door. Leeft mijn vader nog? Let op, voorheen kon hij alleen maar spreken van uw vader, jullie vader. Maar Jozef kan nu zeggen mijn vader. Dat is het eerste wat hij vraagt. Na al die jaren, hoe is het met mijn vader? Is het waar wat jullie gezegd hebben het gaat goed met uw dienaar. Hoe kan Jozef weten dat zijn broers hem niet hebben misleid.
Voor de derde keer vraagt hij naar zijn vader. Nu als eerste mijn vader. Gods Woord spellen, het staat er niet voor niets. En breng mijn vader hierheen. Dat laat zien hoe Jozef al die jaren over zijn vader heeft ingezeten. Is hij erop en doorheen gekomen. Daarom heeft het hem zo getroffen de liefde die Juda heeft getoond voor Benjamin. Leeft mijn vader nog. Kan ik mijn vader nog herkennen, een relatie hebben. Is het niet te laat? Is hij sterk genoeg de reis te maken naar Egypte te maken.
De broers staan aan de grond genageld. Als door de bliksem geraakt. Ze zijn zoals hij 22 jaar geleden was. Ervaring die iemand vreselijk laat schrikken. Koning Saul bij de waarzegger van Endor. Doet alsof de profeet op komt zeggen. Schrikt zich de hel.
Vorig jaar wist hij al wie wij waren. Hij heeft ons getest. Daarom kon hij ons gisterenavond op leeftijd zetten bij het diner. Deze benauwdheid gezien, hij heeft alles gehoord. Ze begrijpen nu ook waarom Benjamin een vijfvoudig portie kreeg. En de beker liet stoppen in de zak van Benjamin. Dat is niet om Benjamin maar om wat zij zouden doen. Verlamd met een dodelijke angst. Jozef zegt er is geen reden voor.
2. Jozef overbrugt de angst van zijn broers
Het is niet moeilijk in te leven waarom de broers aan de grond genageld staan. Deze ervaring hebben we ook bij de eerste keer dat God alles van ons weet. Niets is o Oppermajesteit bedekt voor Uw alwetendheid. Alles wat ik gezegd heb, gedacht heb. Die ervaring.
Kerkvader uit 400. Chrysostomus. Bij al het geestelijken, allegorieën weet u waar ze vandaan komen? Bij het heidendom. Er is een waarheid achter de waarheid. Zoals dominee Ter Linden, ‘het verhaal gaat’. Het is niet gebeurd maar wel waar.
Chrysostomus: de broers hadden ter plekke een hartstilstand kunnen krijgen. En Jozef zei: nader toch tot mij. Ik ben Jozef jullie broer die jullie naar Egypte verkochten. Jozef spreekt weer Hebreeuws met zijn broers. Kom dichterbij. Woord al een paar keer gevallen. Hoofdstuk 43. Toen ze zich wenden met de zak. De naderden tot hem. Tweede keer, vorige hoofdstuk, Juda naar voren stapt en pleitte voor Benjamin. Naderde tot hem.
Woord veelbetekenend: nader tot mij om te omhelzen en te kussen. Kom tot mij. Kom dichterbij. Hij wil ze overtuigen van zijn liefde en genegenheid. Voor de tweede keer zegt hij: ik ben Jozef, jullie broer. Goed opletten. Dat zegt Jozef niet om het ze nog een keer onder de neus te wrijven. Hij gebruikt het als de pincode. Iedereen kan het zeggen Jozef te zijn. Maar het is er maar een die het weet. Ik ben Jozef die jullie naar Egypte gekocht hebben. Dat wist zijn vader niet eens. Jullie broer, dat zegt hij.
Jozef schaamt zich niet voor zijn broers. Dat kan anders. Man van een eenvoudig stel. Bovenmeester zei: jullie moeten hem laten studeren. Moeder werkte ervoor, hij studeerde cum laude af. Bij zijn inauguratie nodigde hij zijn ouders niet uit. Schaamde zich voor zijn ouders. Verschil niet kenden tussen kennen en kunnen. Dat is geen best teken. Jozef schaamde zich niet, dat is het beeld van Jezus Christus. Hebreeën: Hij schaamt Zich niet hun broer genoemd te worden. Dat is Jezus Christus. Dat Jozef zijn broers vergeven heeft. Dat kunnen ze zich niet voorstellen. Dat is de genade van Christus.
3. Jozef getuigt verwonderd van Gods leiding
Weet u wat de diepste reden is, broeders daar moet u om denken in het pastoraat. Scheiding. Als er met bitterheid gesproken wordt over de ander, dan is voor mij een ding duidelijk: dan is de weg niet met God gegaan.
Ander ga je kalk smeren op een scheur. Als het demissionaire Kabinet naar Groningen gaat met wat kalk op de muur, dan zitten de scheuren er nog en kan het zo maar weer gaan scheuren. Een oprechte behandeling zoals een dokter soms moet snijden in de wond zodat er genezing kan komen. Jozef wil het weten: is het oprecht? Nu Jozef gemerkt heeft dat de broers tot inkeer zijn gekomen? De broers zijn door de bliksem en door de angst getroffen. Weest niet bekommerd. Wees niet bedroeft, dat is een betere vertaling.
Dat is in Genesis 6 ook al gebruikt. Het bedroefde de Heere dat Hij de mens gemaakt had. Had God er spijt van? Het is een wonder dat dit in Genesis 6 staat en niet in Genesis 3. Ik zal vijandschap zetten. Daar heeft God een oplossing.
Laat Mij zijn dood sterven en het leven leven tot Uw eer. We lezen het in Genesis 6. Dat is link hoor, je eigen leven in zonden. Als wij Christus verachten, heeft God geen oplossing meer. Niet in toorn, wees niet bekommerd, de toorn ontsteke niet in uw ogen. Die combinatie komt nog een keer voor, twee keer. Bij de broers, Sichem die zijn zus verkracht had. Beproefd en ontstaken in toorn. Tweede keer bij Jonathan. David aan tafel en zijn vader die speer wierp. Hij werd beproeft en ontstak in die heilige toorn.
Ontsteek niet in toorn dat jullie hier mij naartoe hebben gebracht. Hierheen. Drie keer komt het voor. Jonge broer hieraan. God bracht mij hierheen. En straks vraagt hij zijn vader hierheen te brengen. God heeft mij vooruit gestuurd. Het doel van God ging dat kwaadaardige doel van die broers ver te boven. Dit is Jozefs verklaring: van het doel van zijn verklaringen. We horen niet dat Jozef het toen is gaan zien. Totaal andere visie. Als slachtoffer, waarom moet mij dat allemaal overkomen?! Nee, totaal anders zien vanuit God. Ik weet niet wanneer hij het is gaan zien.
Dit theologische geheim. Jozef is Gods hand gaan zien in deze nachtmerrie. Psalm 105. God heeft hem gelouterd en laten zien in de gevangenis. Telkens de puzzel een stukje meer compleet. Dan wordt het bevestigd en nu onderstreept: de hand van de Heere was ik er al toen ik in Sichem was. Die man was er: zoekt u iemand. Die kwam net toen we zeiden laten we naar Dothan gaan. Allemaal kleine dingen, God was al in de dromen en God aan het waar maken. Vaderlijke voorzienigheid. Het leven geen toeval en spel van het noodlot.
Dan hoopt de schrijver dat u ja zegt, ja Heere u leidt het leven. Die dingen waarvan ik geroepen hebt: waarom, hoe kom ik erdoor? Daarvan hebt u laten zien dat het tot eer van Uw Naam is, en tot verdieping van mijn geloof. Omdat hij die hand gezien heeft, is hij niet totaal depri, en niet vervuld met medelijden. Dan ben je vrijgemaakt van het kwaad dat mensen je aandoen. Het is kwaad.
Sommige zitten in de narigheid wat mensen hebben aangedaan. En de leven rustig door. En zelfs word je zelf vermoord door wat een ander wilt aandoen. En God doet recht. Als we sterven komen we niet voor de rechtertroon van God. Lees de Christenreis maar. En de Heere Jezus zegt het zelf in de gelijkenis van de rijke man en Lazarus. Lazarus werd gedragen. Linea recta naar de hemel. In heerlijkheid. De rijke man sloeg zijn ogen op in de hel. Ja, er is een oordeel. Ja dat is als Christus komt. Alles voor die witte troon. Geef dat voor die troon recht en vroomheid blijken mogen. Jozef heeft geleerd zonder dat hij een Nieuw-Testamentje zegt. God alle dingen meewerkt ten goede.
Ik zeg niet: bij christen altijd hallelujah. Maar mijn ziel, de Vaderlijke goedheid. Dan doet God je ziel kwaadheid aan maar laat het niet overheersen. Maar stelt in de vrijheid. Mijn Vader in de hemel is in staat om al die goddeloosheden te gebruiken voor mijn goed. Het is een onverwachte wending maar geen vreemde. Jozef is altijd Theocentrisch geweest. Bij de vrouw van Potifar. Bij de schenker en de bakker. De Farao niet tegenspreken. Nee, Farao, dat is niet aan mij maar alleen aan God. De Heere zal openbaren. Zijn hart loopt over van verwondering over Gods planning.
‘God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen,
die ’t heden kent, de toekomst overziet,
laat van zijn woorden geen ter aarde vallen
en ’t werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant,
volvoert zijn hand.De Heer regeert! Zijn Koninkrijk staat vast,
zijn heerschappij omvat de loop der tijden,
een sterke hand, die nooit heeft misgetast,
blijft met het heilig zwaard des Gestes strijden
en d’ adem zijner lippen overmant,
de tegenstand.De Heil’ge Geest, die haar de toekomst spelt,
doet aan Gods Kerk zijn heilgeheimen weten,
Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt,
heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten,
Hij trekt met heel zijn Kerk van land tot land,
als Gods gezant.’God is getrouw, Zijn plannen falen niet – Liedboek voor de Kerken
Jullie hebben mij verkocht. Dat is jullie verantwoordelijk. Maar God ging er dwars doorheen. Dan ga je de dingen zien. Daarom werd ik in de put gestopt, verkocht naar Egypte. Vrouw van Potifar. Leefde ik tot Uw eer en kom ik in de gevangenis. Het wonder is dat Potifar hem niet meteen doodde. Maar ook in die gevangenis om die schenker en bakker te ontmoeten. Die schenker, zeg het dat ik in de gevangenis overgeleverd ben. Ja zal ik doen. Twee jaar. Daarom moest de schenker het vergeten. Stel je voor dat de Farao een goede bui had. Dan terug naar het vaderland. Maar hij moest niet terug maar aan het hof komen.
Ligt een relatie met de geschiedenis van de zondvloed. Behoud van het leven. Jozef is gebruikt dat er een ark zou zijn. Om vele mensen in leven te houden. Jozef is net als Mozes een middel in de reddingsarm van God. Weg van Zijn welbehagen. Jozef mag het vergeven. Broers en hun misdaden vergeven. Dat is het beeld van Jezus. U moet van Jozef geen kleine Jezus maken, geen type van Jezus. Jezus is uniek.
Jozef is zelf de weg niet gegaan. God is de weg gegaan. Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Je mag iemand die incest is overkomen niet zeggen je moet vergeven. Kwam een vrouw bij mij. Dominee ik kan niet aan het Avondmaal. Ik kan mijn vader niet vergeven. Als je vader nu op de stoep staat, o ik zou zo gelukkig zijn. Je kunt niet vergeven omdat er geen vergeving gevraagd wordt. Maar er is wel bereidheid. Jozef zegt er zijn twee jaren en nog vijf jaren hongersnood zullen er komen. We zijn nog dichter bij het begin dan bij het einde. Hoeveel zijn ze dan in Kanaän ten dode opgeschreven. Hoe wonderlijk heeft God gezorgd voor het geslacht van Abraham, vers 7.
God heeft jullie voor mij uitgezonden. Genesis 39. Twee keer: de Heere was met Jozef. Zenden. Het werkwoord wordt gebruikt voor iemand op missie gezonden. Goddelijke missie. Zijn broers stuurden hem nog verder weg. God was jullie aan het zenden tot jullie behoud. Het laatste: de Heere heeft het allemaal gedaan met het oog op Abraham, Izak en Jakob. Overblijfsel op aarde en u in het leven te behouden. Om u overlevers te laten zijn.
Zal een natuurramp, een hongersnood en ze sterven bij bosjes, de beloften van God doen eindigen? Nee, er is een overblijfsel. Anderen sterven. God zorgt voor overlevers. Dit is Gods heilsgeschiedenis. Om het zaad van Abraham te doen overleven. God zorgt voor Zijn eigen beloften. Jozef handelt niet vanuit emotie maar uit Gods beloften. Noach zijn familie door Gods oordeel heen te dragen. Jozef ook. Egypte mag Jakobs zaad in de ark zijn. Door die lijn de hele heilsgeschiedenis: God behoudt Zijn volk. Totdat de Messias komt in Zijn Koninkrijk.
God heeft mij voor jullie uitgezonden. Ik zal mij doen overblijven een arm en ellendig volk. Een volk niet die zegt ach en ach. Maar ze kunnen zichzelf niet in leven houden. Die op de Naam van de Heere hopen. Niet een hoopje. Kinderen, op vakantie. Net over de grens. Zijn we er? Nee, nog niet zegt moeder. Maar als je er bent, dan gaat papa met jullie naar het strand. De levende hoop van het geloof.
Een prachtig plaatje: God vervult Zijn plan. Het is een moeilijke tijd gemeente. Maar niemand rukt ze uit de hand. Dan kan er een moeilijke tijd komen. God, ik houd het niet vol. Ik heb voor u gebeden. Hij laat niet varen het werk van Zijn handen. Hallelujah.
Amen.
Zondag 14 november 2021 – Uni-zaal Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. R. van Kooten – Schriftlezing Genesis 45 vers 1-13