De kracht van Christus’ opstanding: door de genade Gods ben ik dat ik ben
De waarachtigheid en feitelijkheid van de opstanding van Jezus Christus uit de doden blijkt uit de Schriften en is Gods eigen getuigenis. De opgestane Levensvorst verschijnt aan velen die getuigen van Zijn opstanding zijn. Ook van Paulus, die zichzelf onverwacht en ongedacht erbij mag rekenen omdat hij de gemeente van Christus vervolgde, is Hij gezien. Paulus zit na die ontdekking, toen Jezus aan hem verscheen, in de verwondering. Hoe het kan? Alleen door de genade Gods ben ik dat ik ben, zo schrijft hij aan de gemeente Korinthe. God schakelt hem waarbij Paulus zelfs overvloediger gearbeid heeft dan de anderen. Zijn leven en arbeid is in Christus door de vernieuwende van Gods Geest die werkt. Zo ook vandaag. Niet ik leef maar Christus door mij. Gelijkvormig te worden naar Zijn beeld. Bij ons sterven gaat alles van Hem Zijn heerlijkheid in.
1 Korinthe 15 vers 8-10: ‘[8] En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. [9] Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. [10] Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die met mij is‘.
De levende Christus verschijnt met Zijn opstandingskracht ook aan een vijand. We horen Paulus’ verwondering dat
1. Christus aan hem verschenen is;
2. Dat Christus aan hém verschenen is;
3. Dat Christus door hem wil arbeiden.
1. Christus aan hem verschenen is
In dit schitterende hoofdstuk over de waarachtigheid en feitelijkheid van Christus’ opstanding volgt Paulus een bijzondere lijn. Waarom is dit waar? Dit moest gebeuren omdat de Schriften dit voorzegd hebben. Met de Bijbel in de hand. Hij moest sterven. Opgewekt op de derde dag omdat het in de Bijbel staat. Het Oude Testament. Net zoals Christus zelf met Mozes en de profeten de Emmaüsgangers heeft voorgehouden. Dat is ook de diepste grond van alle geloofswaarheden. Het is Gods eigen getuigenis.
De Heere heeft daarna nog meer gegeven. Aan Céfas verschenen, aan meer de 500 op een dag, aan Jakobus en aan de apostelen die door Hem zijn uitgezonden. Wat de Schriften zeggen is ook getast en gezien. Wat een voorrecht dat de Heere Jezus na Zijn opstanding niet direct naar de hemel is gevaren maar nog 40 dagen verschenen. De Heere geeft nog een groot extraatje. Je kan over iets zeggen: ik weet het zeker maar dan hebben anderen het daarmee nog niet gezien. Jezus verschijnt aan vele getuigen. Ze hebben Hem gezien in Zijn heerlijkheid.
Niet de roddel die veel kan bedekken. Nee, ook vele anderen die Hem gezien hebben. Bij de hemelvaart is dit afgesloten. Paulus mag nog eentje toevoegen, een onverwachte, ongedachte. Paulus van Tarsus. Hij is de laatste geweest waaraan Christus is verschenen. Paulus vervolgde die die de leugen van de opstanding volgens hem verspreiden. Aan Paulus verschenen. Niet in een visioen. Wat ga ik doen? En dan ineens oog en oog met de Opgestane. Paulus meende dat het een grote leugen was. Jezus was dood. Jezus was een misleider.
Toen die stem uit de hemel. Saul Saul wat vervolg je Mij? Wie bent u Heere? Ik ben Jezus die jij vervolgt. Hard de verzenenen tegen de prikkels te slaan. Wat ga je te keer. Ossen aan de ploeg. Stevige doornenprikkels aan het einde. Os leerde dat wel af want verwondde zijn eigen poten. Voorstellen dat Paulus hart in zijn keel klopte. Als een blinde man naar Damascus geleid. Hij at niet en dronk niet. Verblind door het hemelse licht. Wat een ontdekking als je 100% zeker bent dat iemand dood is en dan die ontmoet.
Zo is het nog steeds een ontdekking. Denkt God te behagen maar dan te ontdekken dat je een vijand te zijn. Voor Paulus een schrik maar tot eeuwig heil. Om hem voor eeuwig te redden. Doel ook om apostel te worden. Dit was zo wonderlijk en verrassend zoals de genade Gods alleen kan zijn. Paulus voldeed niet aan de voorwaarde. Zoals de apostelen alles gehoord en gezien hebben. Bovendien was het tweetal weer vol tussen hemelvaart en Pinksteren, van elke stam een. Paulus erbij, de dertiende. Vacature.
Zo doet de Heere nog steeds. Gaat rond om te openbaren met Zijn levenskracht. Vanuit mensen zelf gezien niet kan. Paulus bijvallen dat het een wonder is dat niet kan en toch gebeurd is. Door Gods genade in de genade gezet. Gods kinderen zijn verwonderde mensen. Dat de Heere bij mij binnengetreden is. Dat ik mag delen in Uw heil. Levendgemaakt met Christus. Een levend verlangen uit Hem en met Hem te leven. Levend verdriet over de zonden. Wat een wonder als de Heere die liefde tot Zijn dienst verzoend heeft. Vijanden met God verzoend. Wat zou het terecht zijn als de Heere mij eeuwig voorbij zou zijn gaan.
Voor de een een wonder dat de Heere niet overliet aan de trotse vroomheid. Voor een ander een wonder dat de Heere naar mij heeft willen omzien. Het zou rechtvaardig geweest zijn als Hij aan mij had voorbijgezien. Wat houdt het in? Eerst naar binnenkijkt dan zie je de dood. Maar op Hem. Gered door Hem. Als dat je nooit enige zonden had gedaan, God ziet je aan in Christus. Gered van het vreselijke oordeel van de hel door de genade alleen.
Deze is voor mij een uitverkoren vat. Allerlei vaten in huis. Steelpannen andere pannen. Dat is het beeld. Die ga ik gebruiken in mijn dienst. Om Mijn Naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israël.
2. Dat Christus aan hém verschenen is
Christus aan hém verschenen is. God heeft Paulus uitverkoren om een oog- en oorgetuige te zijn. Ook in de woestijn van Arabië aan hem verschenen. Persoonlijk onderwijs ontvangen van de Heere. Avondmaalsformulier: Ik heb aan u overgeleverd wat ik van de Heere ontvangen heb. Dat zegt de Heere. Judaïsten maakten Paulus zwart. Zeiden: Jezus nooit gezien en nooit gewandeld met Hem. Paulus werkelijk apostel. Hij zet geen titel voor zijn naam die hij nooit heeft verdiend.
Ten laatste van allen is hij ook van mij als van een ontijdige geborene gezien. Misgeboorte. Miskraam. Zoals een misdracht niet verdiend om mens genoemd mag worden. Terwijl het het wel is in het begin. Paulus gebruikt dit beeld over zichzelf. De minste van de apostelen. Omdat hij de gemeente vervolgd heeft. Niet de tijdsvolgorde. Maar inhoudelijk waardevol. Omdat ik de ecclesia, de gemeente vervolgd heb. Zij opbouwden en ik probeerde te vernietigen. Misdracht die toch mens geworden is. Dat is een Godswonder. Gods oogappel aanraken. Onbegrijpelijk dat hij zelf tegen de Heere is ingegaan.
Paulus draagt het mee. Hij weet dat zijn zonden vergeven zijn. Blijft hem drukken dat hij een vervolger was. De Heere heeft hem verootmoedigd. Hele ommekeer. Niet verootmoedigd voorheen, wel gespeeld. Trots op de zuiverheid van de leer. Leer van Gamaliël. In een klap heeft de Heere alles uit handen geslagen.
Misschien wel iemand die zegt: ik zou zo graag met vader of moeder, opa of oma willen spreken. Wat heb ik gespot. Hoe heb ik het kunnen doen. Hebben mijn bekering niet mee kunnen maken. Hoe heb ik het kunnen doen? Toch heeft de Heere naar mij omgezien. Misschien iemand die door genade gered is maar zo veel verdriet heeft van dat zondige leven. Dat kun je nooit meer terugdraaien. Je begrijpt Paulus, je voelt je als een misdracht in jezelf. Zoals een moeder een misdracht mee blijft dragen. Zo heeft de Heere geteld. Door de kracht van Pasen opnieuw geteld laten worden. Heere hoe is het mogelijk? Waarom ik? Veel vrienden waarmee ik de bloemetjes buiten zette, zien de kerk nooit meer van binnen. Een antwoord. Genade.
Genade, gratie, gratis. Klinkt nog veel van ons bij. Gratis in een foldertje. Punten gespaard bij koffie en allang betaald en dan iets gratis krijgen. Nee genade is free gift. Geen voorwaarde in. Genade is zelfs zo zeer genade dat deze de ellendigste en slechtste mensen aan. 1 Korinthe 1 vers 26. Het zwakke van de wereld, het verachte van de wereld. Paulus past het op zichzelf toe. Dat de Heere goed is als zo een als ik ben. Toch draag je het mee? De verwondering over de genade groot te houden. Tegelijk een prikkel om al die verloren jaren als het ware in te halen. Zo functioneert het ook bij Paulus. Nu mag het de verwondering zijn als alle gelovigen. Ik heb het niet verdiend. God is goed voor een slecht mens.
In werkelijkheid uit God geboren. Geen misdracht. Ontrukt aan de dood. Het eeuwige en onvergankelijke leven deelachtig. Gods werk is volkomen. We kunnen onszelf zien als blind. Maar ook waar te nemen de kracht van de vernieuwing in de herschepping. U kent Jezus in het gewaad van Zijn Woord. Zelf ontmoet en waargenomen. Hier in mijn hart. Geen theorie. Werkelijke ommekeer. Hij is verschenen ook aan mij. Verwondering die u mee mag dragen.Laat niet dat negatieve de boventoon mag voeren. Je wilt niet weten hoe ik geleefd heb, maar de Heere! Als het voor mij kan, kan het zeker voor jou. Paulus mag dat Evangelie zo aanprijzen waar hij ook maar komt.
3. Dat Christus door hem wil arbeiden
De wetenschap dat hij de gemeente van God vervolgd heeft, heeft Paulus nooit losgelaten. Brief aan Timotheüs. De tijd van mijn ontbinding is aanstaande. Prachtig beeld. Zeilschip ligt aan de kant en de trossen gaan los om weg te varen voor de laatste reis. Jezus in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken.
Paulus blijft niet alleen negatief in het verleden steken. Wisselwerking. Als alleen daarover gesproken wordt, dan doet u de Heere te kort. Dan verstikken we de genade niet als we groot over de Heere spreken. Door de genade ben ik dat ik ben. Door de genade God. Wat Paulus is is hij door Gods genade.
Wat de genade van God met een mens weet te doen. Vaak meegemaakt in het leven. Is dat diezelfde vrouw? Die zo’n scherpe tong had en iedereen afserveerde maar nu zo in de liefde staat. Of die man die nergens tijd voor had dan zijn carrière en voor wie het nu een lust is stille tijd te nemen. Wat een wonder wat de genade van God met een mens weet te doen. De genade is niet ijdel. Niet een leeg beukennootje zonder inhoud. Paulus is opgewekt uit de geestelijke dood. Krachtige preker worden. Maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen. Door de genade Gods heeft hij die de minste is het meeste gedaan. In zichzelf is Paulus de minste maar Gods genade is rijk in de minste aanwezig. De genade is het krachtigst, overvloediger. Dat ziet niet op de vrucht. Dat wordt in de dag van de oogst openbaar. Maar Paulus ziet op de zwaarte van de arbeid. Paulus heeft heel zijn leven echt radicaal uit handen gegeven aan Christus die hem verschenen is. Verder getrokken dan de anderen, meer brieven geschreven dan de anderen.
Ga maar na. Lijkt wel alsof hij de verloren jaren inhaalde. Niet de rust meer gehad. De kracht van Gods genade geroemd worden. Die genade heeft mij veranderd. Mijn karakter, mijn leven. Want in de genade van Christus zit tegelijk de heiligende kracht, de vernieuwende kracht van de Heilige Geest. Dat zijn niet twee aparte dingen. Waarom is de Bijbel er zeker van, de belijdenisgeschriften, dat er geen afval der heiligen is? Het geheim van de genade. Het geloof dat God schenkt. Onmogelijk zegt Calvijn dat alleen tot vergeving van de zonden wil hebben maar niet tot vernieuwing van zijn leven. Genade heeft mij veranderd, mijn karakter, mijn leven. Genade brengt tot vernieuwing. Stelt in staat tot inzet, arbeid. Genade en arbeid in deze volgorde. Tegelijk ook de ootmoed. De geestelijke zakelijke en zakelijke geestelijke vaststelling wat God met je leven heeft gedaan en doet. Het is geen bewijs van genade: och een mens zo slecht en daar blijft hangen als een grammofoonplaat. Aan kinderen vertellen dat Gods genade vernieuwt. Verwondering: ik heb overvloediger gearbeid. Maar niet ik maar de genade van God die met mij is. Paulus onderstreept de werkzaamheid van God tot menselijke werkzaamheid. Paulus heeft zich ingezet. Hij is voortgegaan. Hij heeft van alles ondergaan. Geleden. Stokslagen. Honger. Toch wat dit alles voor hem tegelijk genade. Paulus kan niets meer aan zichzelf toeschrijven.
Niet ik leef maar Christus door mij. Christus werkt door mij. Verwondering niet alleen dat God goed is voor een slecht mens. Maar ook de verwondering wat de Heere met zo’n mens weet te doen. Wat een wonder Heere dat Uw genade mij zo veranderd heeft. De vruchten van het vlees, de vrucht van de Geest. Wat een lust was is een last geworden en wat een last was is een lust geworden. Dat is die levendmakende kracht van Christus. Hij verandert de Zijnen. God is daarmee bezig. Die Hij gekend heeft, die heeft Hij ergens voor bestemd. Waarvoor? Beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te worden. God heeft jou geroepen. Dat was dat punt van levendmaking van Christus. Je ging voorover zitten. Het was voor jou alsof die dominee alles van je wist. Geroepen, gerechtvaardigd, verheerlijkt. Dan zijn we Jezus aan Hem helemaal gelijk, volmaakt. Dat is het plan waar God mee bezig is. Daar gebruikt Hij ook de beproevingen van het leven voor. Om je te laten sterven aan jezelf. Om Zijn genade te leren kennen op een wijze die je voor die tijd niet kende. Weduwe die naar de kerk komt, voor u is het zwaar. Voor anderen al jaren dat u alleen naar de kerk komt. Voor mij de omgang met de Heere anders. Als u een kind moest afstaan. Mijn omgang met de Heere is anders. Dag aan dag draagt Hij ons. Die levenmakende kracht om ons te boetseren. Gods dragende kracht. Met de laatste adem gaat al het vlees het graf in. Alles van Hem gaat in volmaaktheid binnengaan in Zijn heerlijkheid. Door Gods genade ben ik die ik ben.
Toepassing voor degenen die dat verdriet van Paulus zo kennen over die verloren jaren. U voelt u minder dan de anderen die van kindsbeen de Heere vrezen. U bent gered. Maar ik heb de gemeente van God vervolgd. Maar u voelt u minder. Misschien bent u door Gods genade in een ander opzicht meer. Voorbeeld van de rijke Heere Jezus. Werkelijk gebeurd. Op de sabbat in het huis van Simon de Farizeeër. Lagen aan komt er een hoer binnenlopen, hele dorp Putten kende haar. Linea recta kwam een vrouw op Hem af. Simon keek naar Jezus of Hij zichzelf een meester had gemaakt. Of Jezus deze vrouw van zich afhield, aftrapt? Volgens Simon was Jezus geen profeet. Maar was het wel: Hij kende haar. Die vrouw gaat huilen. Tranen op zijn benen die zij met haar haar afdroogt, en kust en zalft Zijn voeten. Simon laat zijn afgrijzen merken dat je zo met minder allooi omgaat. Simon mag ik u iets zeggen, je hebt mijn voeten niet afgedroogd, je hebt mij niet gekust. Deze vrouw heeft mijn voeten gezalfd. Deze vrouw kan eigenlijk niet ophouden met het kussen van mijn voeten. Toen ik binnenkwam heb jij mij geen olie aangereikt ter verfrissing. Haar zonden zijn haar vergeven die velen waren. Ze heeft dit gedaan want zij heeft veel liefgehad. Maar die weinig vergeven wordt heeft weinig liefgehad. Dan kijkt Jezus die vrouw aan, wat een blik! Uw zonden zijn u vergeven. Net als bij Paulus heeft de vergeving van veel zonden geleid tot grote liefde. Tot ijver om hoog op te geven van deze genadige Koning. Mag ik zo eindigen? Ga straks heen in vrede, in de kracht van Pasen. Je zonden zijn je vergeven. Amen.
Zondag 19 mei 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van Kooten [emeritus-predikant te Apeldoorn] – 1 Korinthe 15 vers 8-10