Het is de apostel Paulus die in de brief aan de Korinthe de lijn doortrekt van Pasen. De opgestane Levensvorst is aan velen verschenen. Het christelijk geloof is niet een conclusie op basis van redeneren. Onder het Evangelie ligt het vaste fundament Jezus Christus. Maar nu Christus is opgewekt! En zo is er de opstanding der doden. Alle mensen die ooit geleefd hebben op aarde zullen eenmaal opstaan, op de jongste dag als Christus terugkomt naar deze aarde om te oordelen de levenden en de doden. Hij is de Eersteling dergenen die uit de dood ontslapen zijn. Door Christus’ opstanding is het geloof in Hem niet ijdel. Ga tot Hem, Hij is de opstanding en het Leven. Wie in Hem gelooft zal leven al ware Hij ook gestorven. Zijn opstandingskracht gaat voorbij de dood.

1 Korinthe 15 vers 20: ‘Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn‘.

Vanuit de Paasboodschap komt Paulus, een apostel van Jezus Christus, tot ons met:
1. Een indringende vraagstelling;
2. Een concluderende redenering;
3. Een bevrijdende verkondiging.

1. Een indringende vraagstelling

Gemeente, jongeren, de Heere is waarlijk opgestaan. Dat heerlijke getuigenis mogen de discipelen elkaar op de Eerste Paasdag naarmate de dag vordert elkaar toeroepen. Het aantal mensen dat Hem heeft gezien groeit gestadig. Van Simon gezien, de Emmaüsgangers hebben Hem gezien. En dan komt Jezus in het midden van hen. En zo gaat het door.

Paulus volgt de grote lijn. Hij laat Maria Magdalena weg. Hij noemt 500 op een dag, misschien kwamen daar de vrouwen en kinderen nog bij. Paulus volgt de grote lijn. En het is niet waar dat zijn conclusie het gevolg is van het redeneren van discipelen. Zoals geleerd is door Bultmann dat de discipelen bij elkaar zaten en het niet meer zagen zitten en Petrus opstond en zei: we gaan door alsof Hij er nog is.

Wat wij verkondigen is niet gebaseerd op redeneringen maar gebaseerd op feiten. Er ligt onder de prediking een vast fundament. Jezus Christus, de Zoon van God, is uit de maagd Maria geboren. Wist u niet dat Ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader. Hij heeft geleefd tot de eer van God. Van school ging Hij de bouw in, zijn vader Jozef te dienen die als het ware zzp’er was en naar het noorden ging. Totdat Hij dertig jaar was. Toen Zijn bediening. Tot eer van Zijn hemelse Vader. En toen 33 jaar gestorven aan het kruis. En God heeft Hem opgewekt uit de dood. Na veertig dagen de hemelvaart en vijftig dagen de Pinksterdag, de uitstorting van de Heilige Geest.

Ik ga heen om uw plaats te bereiden. Ik kom terug als ik met dat werk klaar ben. Hij komt terug om te oordelen de levenden en de doden. Dat heeft de kerk steeds beleden. Van meet af aan waren er tegenstemmen. Dat is georganiseerd. Ze gaven veel geld, de discipelen hebben het verzonnen. Daarom moet u nooit spreken over het lege graf. Dan was het leeggeroofd.

Verkondigd uit de hemel, niet bedacht op aarde. Maar ook spoedig daarna stonden er mensen die het niet konden geloven. Ze konden het niet rijmen met hun eigen voorstellingen. Hoe moet dat, hoe kan dat? Ze konden het niet rijmen met de wetenschappelijke, filosofische voorstellingen van de Grieken in de wetenschap. Om te buigen, zoals we vandaag de dag ook zien. Schepping en evolutie. Als je studeert dan kun je toch niet zeggen dat je gelooft in de schepping van de wereld? Dan probeer je een bruggetje

Er is maar een klein stukje dat God met Zijn vinger heeft geschreven. De tien geboden. Je moet wel van goeden huize komen om het getuigenis van God zelf te verbeteren. Dat ongelovigen van buiten de kerk dat doen, dat begrijp ik. Die grafdelver die tegen mij zei: ik heb alleen maar graven gedolven en er nog nooit eentje open zien gaan.

Zoals Bultmann. Ook Nico ter Linden deed dat, in ‘Het verhaal gaat’. Dan vinden ze elkaar heel wat dan al dat gepeupel. Maar ze zijn vijanden van de grote daden van God. Ze weten ook niet wat ze overhoop halen en hun eigen graf delven. Dat wil Paulus ook duidelijk maken aan hen die aan de opstanding uit de doden proberen te sleutelen.

U proeft dat het Paulus pijn doet. Er zijn er in Korinthe die pretenderen dat zij het Evangelie hebben aangenomen. Maar tegelijkertijd spreken over de waarneembare werkelijkheid dat er voor hen geen opstanding der doden is. Daar kunnen ze niet mee uit de voeten. Paulus laat het verder rusten. Er kan aan van alles gedacht worden. Dat met de dood alles uit is. In een ziekenhuis voor een zware operatie wel iemand gesproken. Dood is dood en dan is het uit, merk ik er niets van.

De Grieken zagen de ziel als de echte werkelijkheid. Het lichaam begraven, dat is afgelopen. Die gedachten komen we vandaag tegen bij mensen die geloven in incarnatie. Misschien vroeger een poes geweest. Vlees vergaan. Hoe ik er de volgende keer uitkom weet ik nog niet. Vlees verlost van eigen ik. Er waren er die zeggen dat de betekenis van de opstanding van Jezus alleen van betekenis is voor de de mensen die dan leefden als Jezus terugkomt. En dat de degenen die eerder gestorven zijn, ja eigenlijk, de boot missen. Dat is God niet van Abraham, Izak en Jakob maar de god van de doden.

Vergeestelijken ook. Bultmann. Jezus figuurlijk in Petrus opstond. Je hoeft voor jezelf niet te rekenen op een opstanding aan het einde van de tijden. Het is voor Paulus onbegrijpelijk om dat soort ideeën erop na te houden. Opgewekt door de Vader. Opgewekt met lichaam en ziel. Christus is de Eersteling. Hij is ook teken en zegel wat God zal volbrengen aan alle mensen.

Ik heb een gesprekken op Radio 1 over gehoord. Professor Huijgen was daar ook bij. En de dominee wilde niet zeggen dat de dood overwonnen was, dat wat teveel gezegd. Het is toch wel, de opstanding, hij geloofde het volgens mij niet letterlijk. Maar net als de Coronacrisis er is altijd weer een nieuw begin…

God zij dank is het niet een nieuw begin in de Coronawereld maar het is een nieuw begin! Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Jezus, opgewekt als Eersteling. Wie dat verloochend hoe mooi hij er ook over filosofeert, ontkracht heel het Evangelie. Het is niet mogelijk het Evangelie te geloven met uitzondering van de opstanding. Nu de indringende vraag, ouderen, jongeren. Geloof jij dat er de opstanding der doden is? Het lichaam takelt af, zal in het graf worden gelegd als Christus nog niet teruggekomen is. Geloof je dat er een totale verlossing is ook voor je lichaam?

Ik schreef in mijn boek ‘Aan zijn voeten’ in een voetnoot over de vraag hoe alle mensen die ooit op de aarde geleefd hebben bij de wederkomst van Christus dan allemaal kunnen staan. Iemand had berekend: vier mensen per vierkante meter. Allemaal flauwekul. Hoe moet het dan met die mensen die verdronken zijn op zee?! Als wij het moeten doen dan zou ik wanhopig worden. Maar God zal ze te voorschijn roepen zoals Hij Lazarus opriep. Geloof jij in de totale verlossing voor je lichaam ja of nee?

2. Een concluderende redenering

Vers 13, lees maar mee. Als er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. Als je wilt beweren dat de opstanding van ons en degenen die in een anoniem graf liggen, als die niet mogelijk is. Dan zegt Paulus heel nuchter: dan is de opstanding van Jezus Christus ook niet mogelijk. Wie niet heel nuchter de prediking van de kerk beaamt dat alle doden zullen opstaan, dat dat niet mogelijk zou zijn, die moet heel nuchter de conclusie trekken: dan is Jezus ook niet opgewekt.

Die moet glashard zeggen, wat Nico ter Linden zegt, het eigen lichaam van Jezus is allang vergaan in het graf tot stof. Versluier dat dan niet met mooie theorieën. Maak er geen woordenspel van. Dan is de dood dood. Dan is Jezus dood. Trek dan ook de volgende conclusie, vers 14 heel logisch. Indien Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking ijdel en ijdel is uw geloof. Paulus zet het heel nuchter neer. Hol, leeg. Een leeg beukennootje. Dan is heel boodschap gekletst zonder inhoud, fraudeleus. Stelletje oplichters.

Laten ze dit maar verkopen. Ja, wat moeten ze er van maken. Als de opstanding ijdel is, dan is het geloof ijdel. Vers 17. Zo bent u nog in uw zonden. Zo simpel ligt dat. Als Jezus niet is opgewekt om onze rechtvaardigmaking, dan ligt Hij nog in het graf en wij nog in het graf van onze zonden. De bevrijding van onze zonden is verbonden aan de opstanding van Jezus uit de dood. Efeze 2. Dood waren door de zonden en misdaden. Door het Evangelie, door dezelfde kracht waarmee Hij Christus uit de doden heeft opgewekt, opgewekt. Romeinen 4. Opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Verzoening van Hem volkomen. Wie in Hem gelooft en is overgeleverd om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking, die wordt het gerekend tot gerechtigheid. Maar als de opwekking niet heeft plaatsgevonden, zijn we ook de vruchten van de opwekking niet deelachtig.

Het is nog erger, lees vers 18. Zo zijn ook verloren die in Christus ontslapen zijn. Als Pasen niet waar is, dan zijn Adam, Henoch, Mozes, Stefanus verloren. Dat zijn de mannen die weggevoerd, die de afbraak van het lichaam voelden maar hoe meer ze werden afgebroken en het meer van genade moeten hebben, zijn verloren. Dan is uw vader, uw moeder verloren. Die de troost had in Zondag 1, eigen troost in leven en sterven. Mijn Verlosser leeft, getuigde. Dan is ons kind waarover God Zich ontfermde en wij het dragen kunnen, verloren. Dat is wat. Het een zit aan het andere vast. Als de opstanding niet mogelijk is, is Christus niet opgestaan en als Hij niet is opgestaan dan is door Golgotha niets veranderd.

Wat is dan de conclusie van die redenering? Vers 19. Als we alleen dit leven in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. Dan zijn wij beetgenomen, niet meer en niet minder. De christenen in Korinthe hebben dan hun handen uitgestoken naar een zeepbel. De beloften van de Heere deden hun heenzien naar een horizon van een troosteloos bestaan naar de eeuwige heerlijkheid. Het is net als een kind met een prachtige zeepbel. In de zon. En hij komt weg. En dan pats, alles weg. Dan wacht de dood als een gevangenis. Hier niets, daar niets. Dat is de consequentie van het tornen aan de opstanding. Dan zijn we de meest meelijwekkende op aarde. Dan zijn we gevangen stumpers die het Evangelie gebruikt hebben als een opium om later met een kater wakker te worden.

Dan is de inhoud van wat in de krant staat, de enige werkelijkheid. Moord, doodslag, verkrachtingen, aardbevingen, Q-koorts en Corona. Dan heeft de dood het laatste woord. Zelfs over het vlees geworden Woord. Het Woord Gods is dood. Het is een lijk geworden. Alle theologen zijn uitleggers van spookjes. Laten we de tent maar verkopen en sluiten. Ja?! Nee! Weg met alle woordhuichelaars en woordgoochelaars. Maar God! Wij hebben ook wel ons maar. Het staat er wel dominee maar… Het ongeloof.

Toen het Evangelie nog niet verkondigd was. Efeze 2. Eertijds gewandeld. Uitzichtloos en hopeloos. En dan ineens: maar God! Het Goddelijke maar dat het niet afbuigt naar beneden maar naar boven. Naar de verlossing en bevrijding.

3. Een bevrijdende verkondiging

Maar nu: Christus onze Heer verrees. Halleluja. Als Paulus het faillissement heeft laten zien van dat getheoretiseer en geleuter. We zijn geen valse getuigen. We zijn geen holle, lege vaten die hard klinken. We zijn getuigen Gods. Maar nu Christus is opgewekt. Zelfs Zijn broer Jakobus heeft Hij apart opgezocht. De dag voor Pinksteren met 120 bij elkaar om te bidden. Paulus ook. Ontmaskering. Die ontdekking op reis naar Damascus: Saul, Saul wat vervolgt u mij. Een ieder die een levend geloof heeft weet van die levendmakende kracht waarmee Hij Hem opgewekt heeft. Toen kwam er een levende droefheid. Net als de moordenaar aan het kruis. Amen zeggen op het Woord. Waar het de goedheid van God in het centrum zette. Een levend omhelzen van Christus. Dat is de enige verklaring van het leven dat uitgaat naar God. In mijzelf was ik dood.

Door de getuigenis van de Geest geloof ik dat Woord. Jonge vriend, ik weet. Van binnen zeker. Dat de prediking van Paulus en andere apostelen niet ijdel is. Ik weet door de kracht van de Geest dat mijn geloof levend is. Want Hij heeft het geschonken. Met dat geloof kan ik door de diepten heen en sterven. Niet omdat dat geloof zo sterk is maar Hij zo sterk is.

‘Wat nut ons de opstanding van Christus?

Ten eerste, heeft Hij door Zijn opstanding den dood overwonnen, opdat Hij ons de gerechtigheid, die Hij door zijn dood ons verworpen had, kon deelachtig maken. Ten andere, worden ook wij door zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven. Ten derde, is ons de opstanding van Christus een zeker pand onzer zalige opstanding.’

Belijdenis van het geloof met Zondag 17 vraag en antwoord 45 van de Heidelbergse Catechismus

Maar nu! Christus is opgewekt van de doden. Het wonder is dat God een ieder die gelooft wat Hij gesproken heeft, want God heeft daar wat gezegd. Hem overgeleverd om onze zonden. Hij is Adam geworden. Die straf die uitgesproken is door God waar Hij niet van af kan. God heeft uitgesproken in de dood van Christus. Die wordt het gerekend tot gerechtigheid. Zoals Abraham. Wat? Toen God in die nacht zei wat niet kon: ik zal je tot een groot volk kijken. Als Abraham en zijn vrouw naar elkaar keken, en hij naar zichzelf, dan kon het niet.

Gelooft. Het is tot gerechtigheid. Hij was nog niet besneden, was later. Zo ook als we geloven wat God gezegd heeft op Golgotha en op de Paasmorgen. Dat Hij de kwitantie getekend heeft. Het is volbracht. Het is niet ijdel. Het tegendeel! Het licht van de levende God ontdekte toen Hij bij mij binnen kwam bemerkte ik bij mij de dood. De dode godsdienst. Er is zoveel dode godsdienst. En een ander weer alles kan er mee door en hij is christen. En ga maar door.

Zo heb ik de waarde van het leven van Christus gemerkt. Zijn leven is geen theorie. Werkelijkheid. Een levende hoop. Zijn onvergankelijk leven is in mij. Mijn vrede geef Ik u. Het leven dat niet ophoudt aan de grens van het leven. Hij heeft het belooft. Martha, wie in Mij gelooft gaat niet dood. Die leeft al ware hij gestorven. Paulus, ik ben het leven deelachtig. Enkel door het Amen zeggen. Rechtvaardig voor God. Niet meer ik leef maar Hij leeft in Mij, de Opgestane.

We kunnen preken te midden van de doden. Hoe sterk ook de macht van de geestelijke doden is. O machtig wonder. Doden horen de stem van de Zoon van God. Ik heb het ook meegemaakt in mijn leven. Zo gewaarschuwd. Ik dacht hopeloos. En dat God begon te werken. Hij werkt juist waar de dood is. Aan worstelende zielen. Misschien luistert er een moeder mee die zo worstelt met haar kind dat er nu niet van wil weten.

Vlucht met de nood naar de Koning toe. Het is Pasen. Zijn macht is sterker dan de dood. Zoals Hij langskwam bij Zacheüs. Zijn spreken is sterker dan de dood. In die huize is heden zaligheid geschiedt. Misschien zegt een jongere: de hel verschrikt mijn niet, de hemel verkwikt mij niet. Hij is het enige geheim dat er leven in de dood kan komen. Zijn macht is sterker dan de dood. Dat is Pasen. Dat er voor God geen grenzen zijn. Christus leeft en Hij mag Zijn leven uitdelen. De Vader heeft Amen gezegd op de volkomenheid van het offer van Zijn Zoon. Zet de bazuin maar aan de mond. Maar nu! Christus is opgewekt!

De Eersteling. De eerste korenschoof is opgehaald. Het zaad in de aarde heeft vrucht gedragen. En de oogst zal binnengehaald worden. Alle doden worden opgewekt. Ook alle vermisten. Wij weten niet waar ze zijn. Hij kent ze allen bij naam. Alle doden zullen door God tevoorschijn worden geroepen. Er zijn twee opstandingen: ten doden en ten leven. Er is een opstanding ten doden. Wat zal het zijn als je moeder met een verheerlijkt lichaam opgaan in de lucht de Heere tegemoet. En jij blijft genageld aan de grond staan. Dat moment, denk het je nu eens in.

Door de Eersteling in Christus is ons geloof niet ijdel. Ik geloof de vergeving van de zonden, opstanding van de doden en een eeuwig leven. Halleluja! De toekomst is open. De eeuwigheid verslindt de tijd. In een eeuwig heden zal de kerk eeuwig leven onder een nieuwe hemel. Een nieuwe hemel. Een nieuw uitspansel. Alle problemen voorbij. Geen CO2-uitstoot. Wat is het heerlijk als je mag zien dat het Gods plan is. Bedacht in de eeuwigheid. Hij zat, met eerbied gesproken, niet met de haren in het hoofd toen de mens viel. Hij had het plan klaar, het noodplan.

Romeinen 8. Die Hij gekend heeft die heeft Hij ergens voor bestemd. Waarvoor? Om het beeld van de Zoon gelijkvormig te zijn. Dat is Gods plan. Hij wil een nieuwe aarde vol met ontelbaar veel verlosten die helemaal herschapen zijn naar het beeld van Zijn Zoon. Die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt. Dan hoor je je naam in de preek, hé die dominee heeft het tegen mij.

Nu is het niet geopenbaard wat wij zijn zullen maar we zullen Hem gelijk zijn. Dan is het een goed gebruik om met Pasen naar het graf te gaan. Nu door Corona is dat misschien niet mogelijk. Dan gaan we met onze kinderen en kleinkinderen naar het graf voor de verjaardag van onze zoon kort geleden. U kunt morgenmiddag naar het graf gaan.

De Hernhutters beginnen Pasen om zeven uur ’s ochtends met bazuinen. Ze zingen liederen op de begraafplaats. Nu jaagt de dood geen angst meer aan. Loop morgenmiddag zo de begraafplaats op. Dan is het akker waar gezaaid is. Geen schroothoop om het met eerbied te zeggen. Het lichaam onder de grond vergaat. Maar we moeten niet naar beneden blijven kijken. De zon der gerechtigheid breekt door. Eens als de bazuinen klinken zullen de graven opengaan. God is een God van de levenden. Uw vrouw juicht al, de zielen zijn voor de troon.

Die daar binnenkomt zal verbaasd zijn als Christus je aankijkt: wie is dat? Dat Hij je kent en dan je naam noemt! Heilig, heilig, heilig is de Heere Zebaoath. En steeds klinkt er gejuich in de hemel als er op aarde een tot bekering komt. Verhuisd van dit huis naar dat huis. Jonge vriend zeg het mee: ik zal opstaan en tot de Vader gaan. Door welke kracht? De kracht van de opstanding van Christus. Amen.

 

“Lieve Heere, dank U dat dat het Evangelie is. Dat we als dienaar niet mooie dingen hoeven te bedenken die niet echt gebeurd zijn maar wel waar zijn. Wat een drogreden. Maar dat het Evangelie mag klinken. Maar nu Christus is uit de doden opgewekt en is de Eersteling van degenen die ontslapen zijn. O Heere wat een zegen als geliefden in U ontslapen zijn. Hoeven we niet triest te doen. Dan kunnen we onszelf telkens weer corrigeren als het die kant op dreigt te gaan door te denken: ze moest eens weten. Ach Heere, ze zijn in volmaakte heerlijkheid. Ze missen niks. Zij zijn op hun eeuwige bestemming. Ze zijn vooruit! Daarom is het zo nodig dat we weten als het onze beurt is dat we mee mogen weten: na de dood is het leven mij bereid, God neemt mij op in Zijn heerlijkheid. Dank u dat dit Evangelie opnieuw verkondigd mocht worden. Wees met ons, geef een goede zondagavond in de overdenking. Dat is het voordeel als we thuis blijven dan kunnen we nog even op de bank of stoel blijven zitten. Niet gelijk anderen te ontmoeten, al missen we dat ook de ontmoeting met anderen. Maar dan kunnen we ook even doordenken. Wat een toekomst. Heere, deze aarde met allerlei ellende door onze zonden. Met allerlei virussen, na deze komt er weer een andere. Dat blijft doorgaan. Maar ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Geen zonden meer, geen gevolgen van de zonden meer. Daar is de schepping niet meer in barensnood. Maar dan is Uw Goddelijk welbehagen eeuwig vervuld en dan ligt het eeuwig te schitteren. Dan is er maar een ding over: U toch, U toch zijt de roem de kracht van hunne kracht. Breng ook morgen weer onder het Woord. Om Jezus’ wil. Amen.”

Dankgebed na de preek

 

 

Zondag 12 april 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten [dienst online uitgezonden via YouTube vanwege de huidige omstandigheden] – ds. R. van Kooten – Schriftlezing 1 Korinthe 15 vers 1-20