Een bemoediging en versterking omdat Christus is voorgegaan
Psalm 22 zijn de woorden van David die in moeilijke omstandigheden zijn nood klaagt bij God. Tegelijkertijd zijn de woorden profetisch en is het een Christologische lijdenspsalm. Het lijden van Christus, de tweede Persoon in de Godheid, die naar deze aarde kwam om voor zondaren in de plaats te gaan staan en de straf te dragen, wordt beschreven. Christus die als een worm en geen man door de hof van Gethsemané ging. Christus die versmaad van mensen en veracht werd van het volk. Bespot, geschoond, het gezicht van Hem afgewend. En nog dieper: Zijn liefde tot Zijn Vader verdacht gemaakt. David heeft mogen blikken op de Heere Jezus Christus. Wij ook? Niets anders te weten dan Jezus Christus, de gekruisigde.
Psalm 22 vers 7-9: ‘[7] Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. [8] Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende: [9] Hij heeft het op den Heere gewenteld, dat Hij hem nu uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!’.
Een bemoediging en versterking omdat Christus is voorgegaan
1. Woorden van David;
2. Woorden van Christus;
3. Woorden van de ware Avondmaalsganger.
1. Woorden van David
Gemeente, het is ongetwijfeld en niet te ontkennen dat de Psalmen Christologisch zijn, heen wijzen naar Christus. Niet alleen naar de staat van Zijn verhoging maar ook vernedering. Naar Zijn lijden en sterven. In de ene Psalm duidelijker dan de andere. Psalm 22 duidelijke lijdenspsalm. Misschien wel het vaakst gezongen in de lijdenstijd. In Psalm 22 duidelijk twee gedeelten. Eerste deel klaagpsalm. Dat lijden komt sterk naar voren. Het tweede gedeelte is een lofpsalm. Het een gaat niet zonder het ander. Juist die lof ontstaat uit de diepten van het lijden. Als de Heere Zijn kracht en ondersteuning geeft. Dan ontstaat die lof. Zingt zelfs in de nacht waar ik Hem verwacht. Als het zicht op Hem er is, dan wordt de lof aangeheven.
Moorman uit Ethiopië. Leest uit die boekrol uit de profeet Jesaja. Filippus voegt zich bij de wagen. Zoveel onduidelijk. Van wie zegt de profeet dit? Ook wel zeggen bij Psalm 22. Van David? David in moeilijkheden. Vijanden omringen hem. Hemel van koper. Mijn God mijn God waarom hebt U mij verlaten? Hij is een worm en geen man. Telt niet meer mee. David, kom op zeg. Man van koning en eer. Heldendaden op zijn naam. Dan kun je toch niet zomaar zeggen dat je een worm en geen man bent. Zo ervaart hij het in het binnenste van zijn hart. Worm, een onbetekenend dier. Geassocieerd met dood en verderf. Jona, worm vreet heel de boom op. Met de dood. Kruipen de wormen in. Ondergang nabij. Zo ervaart David het. Maar zijn dat niet overtrokken woorden? Allen bespotten mij? Het volk keek toch tegen hem op. David, ben je niet wat depressief. Het is Davids beleving en ervaring. Hij ziet nergens meer de zon schijnen want hij is God kwijt. Ervaart Zijn hulp en nabijheid niet meer. Hij wordt bespot en veracht. Schudden hun hoofd uit verachting. Het ergste voor David is dat er vraagtekens bij zijn vertrouwen op de Heere worden gezet. Terwijl de Heere zo goed is voor hem is geweest, hij weet het bij ondervinding als dat vertrouwen op de Heere op de proef wordt gesteld.
Denk aan David en Goliath. Wat deed Goliath? Kom je tot mij als een hond? Nee, ik vertrouw op de Heere. Daar kun je niet tegen op, je gaat het loodje leggen. Hij heeft het op de Heere gewenteld. David mocht delen in die eeuwige zondaarsliefde. Die wordt ter discussie gesteld. Terwijl hij lust aan Hem heeft. In die grote nood heeft David geprofeteerd. In deze weg, het klagen van zijn nood, neerleggen aan de voeten van de Allerhoogste ontvangt hij bemoediging en versterking wie de Heere is, ook voor David.
2. Woorden van Christus
Want gemeente, zoals ik u al zei, zijn de Psalmen allen Christologisch, wijzen heen naar Christus. Hoe zou David dat ervaren hebben? Hiertoe gekomen zijn. De nood in vervoering raakt en David het zicht krijgt op het lijden en sterven en de verheerlijking van Christus. Hoe levend is dat voor David geweest? Heeft David werkelijk gezien de nood waarin Christus terecht is gekomen? De diepten van Zijn lijden. Als het ware Christus sprekend gaat invoeren. Ik ben een worm en geen man, versmaad van het volk. Is het niet juist de Heere Jezus Christus die veracht is door het volk maar ook van degenen die dicht bij Hem stonden. Begon het niet met: kan er iets goeds uit Nazareth komen? Dat komt dan toch uit Jeruzalem, uit Juda. Moet Jezus dan de zoon van de timmerman de Verlosser en Redder zijn? Geen enkele opleiding genomen, niet aan de voeten van de Rabbijnen gezeten. Onderwijs van de wet. Hoe is de Heere Jezus zelf niet een worm geweest? Gekropen in de hof van Gethsemané dat Hij grote druppelen bloeds zweette. Van de mensen vertreden en veracht geweest. Ze hebben hun tanden laten zien. Hij heeft gepreekt. Het volk zei: zijn preken zijn heel anders dan de preken van de Schriftgeleerden en Farizeeën. Zijn preken zijn met macht. Lip opgetrokken. Er werd aan hun positie getwijfeld. Ze hebben Hem bespot. Hij heeft het op de Heere gewenteld. Zo heeft Hij dat toch gezegd: Ik ben Gods Zoon. Ze hebben het zelfs uit Zijn mond gehoord, hoewel er eerst valse getuigen werden ingevoerd, tot die belijdenis gekomen U bent de Christus. Hun hoofden geschud bij het kruis. Anderen heeft Hij verlost. Nu Zichzelf, kan Hij Zichzelf verlossen? Hoofdschuddend hebben ze daar gelopen. Indien U Gods Zoon bent, verlos Uzelf van het kruis.
Daarbij komt dat zij de liefde tot de Vader verdacht hebben gemaakt. Dat Hij Hem dan nu redde van het kruis. Waar blijft dan die liefde van de Vader? Gemeente, u moet zich eens proberen in te denken wat dat geweest is voor de Heere Jezus Christus. Van Zijn Vader verlaten. Deze spot en verachting. Hier ziet u het aan de voet van het kruis in Zijn lijden en in Zijn sterven. Maar ook wie Hij is in Zijn grote barmhartigheid en genade. Hier ziet u de kracht van het allesreinigende bloed van Hem. Hier ziet u hoe Hij geleden heeft ondanks de bespotting. Zonder te klagen de weg is gegaan naar het kruis. Gemeente als u straks, volgende week zondag, het brood gebroken en de wijn geschonken, zult u er dan aan denken dat Hij gesproken heeft: Ik ben een worm en geen man. Hier ziet u niet alleen wie de Heere Jezus Christus is maar ook wie u bent. Geldt niet alleen voor toen maar ook voor vandaag de dag. Veracht, bespot, vertreden. Een worm, een verachtelijk dier. Niemand zat er op Hem te wachten. Niemand was dankbaar voor Zijn lijden en sterven. Hier wordt u geleerd wie u bent. Aangrijpend. Wie ik ben. Dat er geen vezel is in mij die naar Hem vraagt. Waarom niet? Omdat ik het verliezen moet. Ik moet alles kwijt. Terwijl ik de Heere zo graag een handje had willen helpen. O wat ziet u ernaar uit een tekst of een vers mee te brengen aanstaande zondag. Maar u hebt niets anders in huis dan vijandschap, dan een pak zonden en ellende. Wat een enorm contrast gemeente. Zien wie Hij is en zien wie u bent. Maar ziet u het dat het Christus is die al deze smaad en hoon heeft gedragen? Volkomen gedragen en weggedragen? Hij is het die volkomen verzoening heeft aangebracht. Hij is de verlatenheid ingegaan. Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten verre zijnde van Mijn verlossing? Hij heeft de toorn over de zonden volkomen gedragen. Daarom woorden van de Heere Jezus Christus. Maar Ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen en veracht van het volk.
3. Woorden van de ware Avondmaalsganger
Gemeente, we hebben gezien hoe David geleden heeft maar ook hoe David het zicht kreeg op Christus. Zo geprofeteerd van het lijden en sterven van de Heere Jezus Christus. De vijanden gezien die het op David en de vijanden die het op Christus hadden voorzien. Het was niet zijn strijd maar het was Christus die het van Hem overnam. Die de schuld en last van hem overnam. Zo heeft David mogen blikken op de Heere Jezus Christus. Wij, hebben wij zo mochten blikken op de Heere Jezus Christus? Niets anders te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd. De gekruisigde. In Hem alles te vinden. Het leven, de verzoening. David heeft zijn vijanden gehad. Christus heeft Zijn vijanden. En u, wat zijn u vijanden? Misschien zegt u: ik heb geen vijanden. Het is alles volbracht in de Heere Jezus Christus. Een volkomen vrede. Want ik mag weten dat er verzoening heeft plaatsgevonden. Dat is een wonder. Maar ik kan mij niet voorstellen dat u dan niet weet wat vijanden zijn. Als u weet van vrede, dan weet u ook van onvrede. Die vijanden die steeds weer optreden om te verstoren.
Spreekt niet heel het Woord van de strijd? Strijd om in te gaan. Strijd de goede strijd van het geloof. Herkent u dan niet die driehoofdige vijand? Uw eigen vlees, de wereld en satan. Heel opmerkelijk dat in de Heidelbergse Catechismus dat in het stuk van de dankbaarheid over de driehoofdige vijand wordt gesproken. Het vlees dat er steeds weer tussenzit. Met alle vragen die er spelen. Telkens hoor ik het weer in de gemeente. Worsteling met die vraag: wanneer mag ik aangaan? Is het niet van mezelf? Maak ik mijzelf niet iets wijs? Heb ik mijn eigen eer op het oog? Als wij stilgestaan hebben bij het zelfonderzoek. Een grote chaos in mijn gedachten die het blijven verstoren. En bleef het maar bij gedachten. Maar ook daden. Zoveel zonden en ellenden nog in mijn leven. Waardoor ik geen volkomen geloof heb. Ellendig omdat ik steeds weer verkeerd doe. Ik kom niet boven de stand van een worm uit. Alles kwijt, alles verloren. Mijzelf niet waardig gemaakt. Niet alleen het vlees maar ook de wereld die mijn vijand is. Die wereld die mij steeds weer afleidt. Met verstand nog wel aan maar de wereld die telkens afleidt. De wereld met alle drukte en spanning legt op mijn leven. Afgetrokken wordt van dat rechte zicht op de Heere Jezus.
Wanneer merkt u het meest als de wereld uw vijand is? Niet als u het op een akkoordje gooit. Maar wanneer ze weigerden. Pal gingen staan voor het Woord. Dan kwam de weerstand en vijandschap. Weet u wanneer u het het meeste merkt? Als u het op de Heere wentelt. Geen aardse machten nodig hebt. Niet op de mensen om u heen. Omdat u het van de Heere verwacht omdat dat uw leven is. Dan wordt het moeilijk, dan krijgt u vijanden. Als u zo uw weg gaat zo stil achter de Heere aan. Misschien wel de mensen om u heen, de kerkmensen, u voor gek verklaren. Omdat u het verwacht van de Heere alleen, overgeeft in Zijn handen. Dat u wenst nou alles van Hem te verwachten. Als satan zijn lip gaat optrekken, misschien weleens zo ervaren, een nood klaagt aan de Heere. Waarom is dan toch de hemel van koper en de aarde van ijzer. Dat u satan hoort lachen. Waar is God waar je op bouwt en aan wie je je zaak vertrouwt. Psalm 88. Doodbrakende Heman. Mijn ziel is de tegenheden zat. Ik kan het niet meer in eigen kracht. Ik red het niet meer in eigen kracht. Maar daarom juist uitgedreven tot de levende God. Die in Zijn Zoon nu verhoring gunt. Juist in die weg is Christus zo nodig. Dan mag je met vreugde zien hoe Zijn lichaam gebroken is en bloed vergoten.
Dat Hij weet van alle verzoekingen. Als een worm gekropen. Hoor dan eens. Kom dan af van het kruis. Tot in het diepste van Zijn gave, van Zijn zondaarsliefde gekrenkt. En toch volgehouden. Volstandig geweest. Gedragen en betaald. Het is Zijn weg die Hij gaat voor een arme, ellendige zondaar heeft Hij het op zich genomen en heeft Hij het betaald. Daarom dan dat ik nog zoveel ellendigheid in mij bevindt. Die strijd tegen de zonden maar zo matig er afbreng. Maar dagelijks met de zwakheid van ons geloof, u hoort het: een sterke gelovige wat moet die nog met het Heilig Avondmaal. Maar juist als u het niet redt, de vijanden zo overweldigend zijn, met de boze lusten te strijden hebben en nochtans de zonden van harte leed zijn. Die zal God deze hemelse spijze waardig en deelachtig maken. Kunt u het zich voorstellen? Voor zondaren die het niet waard zijn om aan Zijn voeten te verkeren. Die heet Hij welkom aan Zijn tafel. Om nu gesterkt, bemoedigd, gespijzigd te worden in het strijdperk, in de woestijn van dit leven. Die heet Hij hartelijk welkom aanstaande zondag aan Zijn tafel. Ziet u ernaar uit? Zijn er nog strijders die niet weten hoe het moet? In Hem is alles. Voor zondaars, voor tobbers, voor mensen die niets aan te dragen hebben dan alleen een pak schuld. Hij zegt: zie hier ben Ik. Mijn bloed reinigt van alle zonden. Amen.
Zondag 17 maart 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [dienaar te Putten] – Psalm 22 vers 7-9