De versterking en bemoediging van een moegestreden volk

De profeet Zacharia krijgt een nachtgezicht, een visioen, waarin Jozua de hogepriester staat voor het aangezicht van de Engel des Heeren [=Jezus Christus de Zoon van God]. Als satan hem aanklaagt, dan komt de Heere ertussen die vrijspreekt en zijn vuile klederen laat afnemen en hem wisselklederen geeft. Jozua is hierin een type van Christus, dé Hogepriester die door Zijn leven te geven hét offer bracht. Het bloed van Christus hebben wij nodig om voor God te kunnen bestaan.

Zacharia 3 vers 1-5: ‘[1] Daarna toonde Hij mij Jozua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des Heeren; en de satan stond aan zijn rechterhand, om hem te wederstaan. [2] Doch de Heere zeide tot den satan: De Heere schelde u, gij satan! ja, de Heere schelde u, Die Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? [3] Jozua nu was bekleed met vuile klederen, als hij voor het aangezicht des Engels stond. [4] Toen antwoordde Hij, en sprak tot degenen, die voor Zijn aangezicht stonden, zeggende: Doet deze vuile klederen van hem weg. Daarna sprak Hij tot hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen, en Ik zal u wisselklederen aandoen. [5] Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des Heeren stond daarbij.’

De versterking en bemoediging van een moegestreden volk
1. De strijd;
2. De bemoediging;
3. De uitwerking.

 

1. De strijd

Haggai, Zacharia en Maleachi horen tot de late profeten. Na de ballingschap, daarvoor de vroege profeten voor en ten tijde van de ballingschap. Toen het volk terug was en bezig was met de opbouw van het land, hun huizen en het huis van God. Geen periode van rust. Gevochten. Moeite en verdriet. De zonden heersten. Ten tijde van de ballingschap gebruikte de andere koningen het land en krijgsgevangen daar. Treffen daar allerlei mensen. Allerlei godsdiensten. Gemengde huwelijken. Afgoden gediend. Dan wordt Zacharia geroepen om het oordeel aan te zeggen en ook de komst van Messias, de Zoon van God.

Het geschiedde tot Zacharia. Het Woord gebeurt. Gods spreken is doen. Ook vanmorgen. De Heere spreekt tot u. Niet vrijblijvend. Hij zal rekening afeisen van ons.

Nachtgezicht. Ziet Jozua in het vierde gezicht. Jozua de hogepriester. Hele volk in vertegenwoordigt zien. Zerubbabel ook. Jozua beeld van het volk. Volk geroepen om het land weer op te bouwen. De Heere gaat Zijn weg. Handelt overeenkomstig Zijn beloften. Geweldige straf was de ballingschap. Maar de Heere laat niet varen het werk dat Zijn hand begon. Ze zullen weer gebracht worden in het beloofde land. Beloofd aan hun vaderen Abraham, Izak en Jakob.

Land moet weer opgebouwd worden. Vloeiende van melk en honig. Volk wordt tegengewerkt. Met name met de opbouw van de tempel. Zo lang de tempel moeten missen. Offerdiensten en feesten gemist. Juist als ze de tempel willen opbouwen vinden ze weerstand. Ze moeten leren dat het een geestelijke strijd is. Licht en donker. Goed en kwaad. Tussen God en afgoden.

Wij hebben een geestelijke strijd. We denken dat de vijand geestelijk is. Ook de strijd is geestelijk. Alleen in de kracht Gods. Allemaal regels en wetjes. Is dat niet goed dan? Jawel, bewaren van de afgoden. Maar beseffen dat u het onmogelijk redt. Gaat hier over de satan. Heel duidelijk. De wederstaander vanaf het begin.

Visioen rechtbank. Nog niet zo eenvoudig. Gedachte: wie zegt wat? En tegen wie? Engel des Heeren spreekt in het nachtgezicht tot Zacharia. Maar de Engel heeft zelf een rol in het nachtgezicht. Jozua, de hogepriester. Zoals in het Nieuwe Testament de priester Zacharias die verzoening moet brengen voor het volk met een offer. De hogepriester moest rein zijn. Eerst offeren voor zichzelf. Nu staat Jozua daar in vuile klederen. Voor het volk offeren en verzoening doen. Geldt heel het volk, de vuile klederen. Satan klaagt hen aan. Zijn werk. Als je iets wilt doen waarvan je niet weet dat het niet mag, dan zo’n stemmetje die en die doet het ook. Aanzetten tot zonden. En dan gezondigd, dan geen vergeving meer mogelijk zegt hij. Te erg. Misschien denkt u dat vanmorgen ook wel. Aanklaagt. Afgelopen week. Slordig geweest bent, niet gedaan. Niet getrouw geweest. Satan klaagt aan. Moet dat dan aan het avondmaal? Schrik aan het hart toen u hoorde van avondmaal. Hoe kan ik daar aan deelnemen? Of: had ik maar eens meer last van de zonden. Die mij aanklagen en meer last van. En dan? Wat dan?

Is er een mishagen vanwege de zonden? Vraag nalezen. Misschien zegt u wel: is dat zo belangrijk? Moeten we stilstaan bij de zonden? Want eer Hij die zonden ongestraft liet, heeft Hij ze gestraft aan Zijn lieven Zoon. Als u enigszins zicht hebt op Hem, op het kruis. Verslagen en bezwaarde harten. Omdat u telkens ziet hoe puinhoop het is in uw leven. Niet klopt. U krijgt het niet op orde. Een strijd die ik niet in eigen kracht kan strijden en Hem zo nodig. Geestelijke strijd. Niet zonder de Engel des Heeren. Zijn er nog die het strijden zo moe zijn? Zijn er nog die uitzien naar het allesreinigende bloed van Christus.

2. De bemoediging

Jozua aan de rechterhand. Satan om hem te wederstaan. Staat voor het aangezicht van de Engel des Heeren. Gaat het om Zoon van God. Zoon kon niet wachten, zo gezegd, om Zich te openbaren. Enige reden dat Hij Jozua kan vrijspreken. Schone klederen. Zo hogepriester kan zijn. En de Engel des Heeren stond daarbij. De Heere schelde u, satan. Lijkt dat de Heere tegen Zichzelf spreekt. De Heere ziet u hier acteren die vrijspreekt. Jeruzalem verkiest. Land waar het volk is om op te bouwen. Jeruzalem als hoofdstad. Verkiest dat. Ligt de lijn naar het nieuwe, geestelijke Jeruzalem. Niet: die Jeruzalem verkozen heeft, in de verleden tijd. Maar: verkiest. Ja, van eeuwigheid verkoren. Maar ook in de tijd verkiest. Roeping onberouwelijk. Zelfs als het volk de hoererij na terugkomst aanhoudt. Hij houdt vast. Wil en kan niet van Zijn volk af.

Misschien heeft u dat met personen. Eerst mee opgaan maar nu niets meer van hebben. Maar zo met de Heere niet. Verkiezing gaat door. Wij gaan niet verloren maar liggen verloren. Als een vuurbrand uit het vuur gerukt. Alles buiten u. Buiten Jozua, buiten het volk. Aanklacht van satan vruchteloos. De Heere schelde u. Klacht onredelijk van de satan. Hij weet van het paradijs. Hij weet dat heilig leven niet mogelijk is. De Heere mildelijk geeft en niet verwijt.

Jozua ook het type van Christus. Geldt ook voor Jozua, opvolger van Mozes. Jozua de hogepriester. Naam betekent Jehova redt. De naam Jezus in het Nieuwe Testament. Is Jezus dan de hogepriester met vuile klederen in het Nieuwe Testament. Paulus schrijft dat Hij tot zonden gemaakt is. Met vuile klederen bekleed. Deze Jezus die uitermate verhoogd is. Uit Egypte geweest. Uitlandig geweest. Ellendig geweest. De onderste gang gegaan. Onwaardigste onder de mensen geworden. Maar ten derde dagen opgestaan. Ten hemel opgevaren. Uitermate verhoogd. Ziet u die grote Hogepriester? Die biddende en dankende Hogepriester. Beeld van het volk. Aangeklaagd, dreigt ten onder te gaan. Maar ook het volk zal de wisselklederen ontvangen.

Maar voor de aanklacht niet eens de satan nodig. Weten het zelf wel toch? Als u eerlijk bent. Nee: als de Heilige Geest u eerlijk gemaakt heeft. Welke puinhoop. Satan gelijk geven. God ziet Zijn Zoon aan en niet de vuile klederen van Jozua. Jozua vrijgesproken. Hersteld als hogepriester.

3. De uitwerking

Jozua in zijn ambt hersteld. Verzoening te doen voor het volk. Leiding te geven bij de opbouw van de tempel. Werk in Gods koninkrijk. Geldt niet alleen Jozua. Geldt al Zijn volk, al Zijn kinderen. Leg uw leven er maar naast. U hoeft geen ambtsdrager te zijn of een functie in de kerk. Bent u een bouwer van Gods koninkrijk of een sloper? Aangrijpend. Zo scherp ligt het. Boodschap die Zacharia aan het volk moet verkondigen. Profeteren. Heel opmerkelijk, wie aan het woord? Vers 5. Dies zeg Ik. Wie? Zacharia aan het woord of de Heere zelf. Wat voor te zeggen, kanttekeningen wijzen erop, dat het Zacharia. De Heere bekwaamt geroepene. Bekwamen. De Heere roept geen bekwame mensen. Opbouw van Gods koninkrijk. Hem te dienen. Strijd zo persoonlijk. Als u uw vlees tegen heeft, uw karakter heeft. Misschien wel een plaats in de samenleving waar het niet anders dan weerstand is. Bespot, belachelijk gemaakt. Misschien wel de strijd in Zijn kerk. Tot bemoediging: de Heere schelde u, satan.

Gang van Jozua voor u toch geen vreemde gang? Wet u aanklaagt. Moet het zo beleefd worden? Voorzichtig zijn. Niet de Heere de weg voor schrijven. Zo’n vierschaar als bij Jozua hebben sommigen gemeend dat iedereen dat mee moet maken. Door het geloof gerechtvaardigd voor God. Wat betekent dat? Vrijgesproken ben en recht heb om toegang tot het eeuwige leven. Door het geloof. Tweede stuk van de waarachtige zelfbeproeving. Maar vrij, omwille van het offer van Jezus Christus. Door het geloof Zijn offer mijn offer.

Wie is dan Christus voor u? Welke waarde heeft Hij voor u? Hebt u Hem nodig? Moet u het zeggen: het klopt niet in mijn leven. Maar ik kan het er niet mee houden. Bloed van Christus nodig. Die Hogepriester nodig. Met kracht en moed het avondmaal houden. Hij geleden, Hij heeft betaald, volkomen betaald. Veel discussie. Klaagt ons aan enerzijds. Maar anderzijds niet gegeven dat niemand tot het avondmaal mag komen. Maar des te meer de kracht van het offer van Jezus. Dat Lam. Hem alle lof in alle eeuwigheid. Het Lam dat geslacht is. Hem te kennen dat is het leven. De strijd zal niet altijd duren. Want er is een Koning van Israëls God gegeven. Amen.

 

Zondag 26 augustus 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Zacharia 3 vers 1-5 – voorbereiding op het te vieren Heilig Avondmaal