Vertroosting en versterking voor degenen die in Christus Jezus zijn

In Romeinen 8 jubelt de apostel Paulus het uit dat er geen verdoemenis is voor degenen die in Christus Jezus zijn. Wie in Christus Jezus is die kent Hem en leeft uit Hem. Die ziet geen andere weg tot behoud dan te gaan tot Jezus. Omdat Hij betaald heeft en de Zijnen vrijgemaakt heeft van de wet van de zonde en van de dood. Zij wandelen niet meer naar het vlees maar naar de Geest. De Heilige Geest, de derde persoon in de Godheid, die intrek neemt in het hart van zondaren en hen vernieuwt.

Romeinen 8 vers 1 en 2: ‘[1] Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. [2] Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods‘.

Vertroosting en versterking voor degenen die in Christus Jezus zijn
1. De onvolmaaktheid in ons;
2. De goedgunstigheid van God;
3. De wandel naar de Geest.

1. De onvolmaaktheid in ons

Gemeente, er wordt nog weleens bekeerd dat je perfect kunt worden, door de genade van Jezus Christus. Perfect en heilig voor Gods aangezicht leven. Er wordt nog weleens gezegd dat het daarom gaat. Als u nog gelooft in een bepaalde perfectie, gearriveerdheid, dan is het wel de apostel Paulus die ons daarvan overtuigt. ‘Ik ellendig mens’, roept hij uit. Als hij ziet op zijn wandel en staan in de kerk. Maar het blijft er niet bij. Hij mag ook zeggen: ‘ik dank God door Jezus Christus’. Juist dat ik ellendig mens maakt plaats voor een grote jubel. Romeinen 8 begint zo: ‘zo is er dan geen verdoemenis voor degenen die in Jezus Christus zijn’. Hij mag het uitjubelen.

Geen verdoemenis? Een aangrijpend woord. Een woord wat wij nog weleens uit de weg gaan, ook op de kansel. Verdoemenis is scherp. Scherp van de snede. Er is niemand die rechtvaardig is, zoals u hier zit. Niemand die verstandig is. Niemand die naar Hem vraagt. Allen afgeweken en onnut. Gaat over u en mij. Van nature geneigd om God en de naasten te haten. Keel een geopend graf. We mogen wel zingen met de dichter: ‘wat is de mens en wat is in hem te prijzen’?

Dat er geen verdoemenis is voor degenen die in Jezus Christus zijn, betekent dat er geen aanklacht meer is? Nee, gemeente. De wet klaagt u aan. Hebt u dan God lief boven alles en uw naasten? De aanklacht blijft maar er is geen verdoemenis. De wet houdt zijn lerende en ontdekkende kracht maar in Christus Jezus zijn verdoemelijke kracht verloren. De wet geen grip meer op mij en kan niet mij niet meer verdoemen. Voortdurende reden voor verootmoediging, zoals de Dordtse vaderen leren. Als u de afgelopen week overziet. En weer fout deed. Die ene gedachte, die ene begeerte, ene woord in toorn of kwaadheid gesproken. Alle reden tot verootmoediging. Onszelf mishagen vanwege onze zonden. Ten eerste bedenken een iegelijk bij zichzelven zijn zonden en vervloeking. Of hebt u dit stadium gepasseerd? Dan bent u tegen het Woord. Al die zonden in bedrijf en nalatigheid. De eer van de Heere niet gezocht. Dan zal er ook zijn een mishagen. Dat staat recht tegenover behagen. Plezier en vreugde in uzelf, met uzelf getroffen. Omdat de toorn van God over de zonden zo groot is dat Hij, eer Hij die ongestraft liet, heeft gestraft aan Zijn lieve Zoon.

Daarom zo nodig dat u de schuld aangezegd wordt. Niet aan voorbij gaan, als een gepasseerd station. Hoe kunt u de waarde van het offer van Christus schatten als u niet de aangrijpendheid van de zonden ziet? Dat het niet klopt in uw leven. Dat het aan alles schort. Vindt u het lastig dat u erop gewezen wordt? Hoe kunt u anders jubelen als u dit niet toestemt? Hoe zou u anders met Paulus de jubel aan kunnen heffen? Zo is er dan nu geen verdoemenis. Ondanks mijn zondaarsbestaan. Ondanks mijn afmakingen. Ondanks de puinhopen in mijn leven.

2. De goedgunstigheid van God

Een kenmerk van degenen die in Christus Jezus zijn is dat ze wandelen naar de Geest en niet naar het vlees. Ik kan mij voorstellen, en als de Heere u geleerd heeft kan ik mij niet anders voorstellen, dat het een vraag voor u is. Wandel ik naar de Geest? En voor onze jongeren. Wat gebeurt er, probeer maar niet, als je een kopje laat vallen op de plavuizen of op de stenen buiten. Wat gebeurt? Kopje valt naar beneden en valt kapot. Zwaartekracht. Trekt ons naar de grond. Niets van uitgesloten. Alles valt. Maar als je een magneet hebt en een stukje metaal en het komt in de buurt, dan schiet het stukje metaal omhoog. Kan toch niet? Tegengestelde beweging.

Zo het wandelen naar het vlees te zien. De zwaartekracht. Geneigd om God en de naasten te haten. Maar zoals de magneet overwint de Geest de kracht van het vlees. Die magneet, daar gaat het over in uw leven. Kent u de kracht van die Geest? Want er is geen verdoemenis, er is geen straf meer, voor degenen die in Christus Jezus zijn. Het kenmerk is dat ze wandelen naar de Geest. Als u wandelt naar de Geest, dan herkent u, nou dat durf ik zo nog niet te zeggen, maar dan brengt u die vrucht voort. Wat betekent het dan om in Christus Jezus te zijn? Wanneer ben ik dat? We zijn in het tweede stuk van de waarachtige zelfbeproeving gekomen. Al zijn zonden om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn. Ben ik nu in Christus Jezus, dat is de belangrijke vraag.

Wie is Christus Jezus voor u? Kent u Hem als Christus Jezus? Wat bedoel ik daarmee? Als het gaat om Christus te kennen. Denk aan de apostel Paulus. Hij heeft dit geschreven, beleving voor Hem geweest. Hij heeft er doorheen gekropen. Hem zouden vragen: wie is Christus Jezus voor u? Paulus zou zeggen: ik dacht Hem te kennen. Paulus heeft Hem meegemaakt, jaar 35 na Christus. Verhalen gehoord, misschien wel van verre gezien, toen Jezus een zieke genas of horen preken in de tempel. Paulus, kende je Hem toen? Nee, ik had wel van Hem gehoord maar kende Hem niet. Paulus, ben je Hem gaan kennen op de weg naar Damascus? Nee, beschenen door een licht. Uitgeroepen naar de hemel: wie bent U Heere? Wanneer kende hij Hem? Moeilijk het moment aan te wijzen. Maar na drie dagen stond Hij op en ging Christus prediken. Daar de vrijspraak ontvangen. Christus Jezus ook de mijne. Wanneer gaat u Hem kennen? Als u Hem nodig hebt. Als u aangespoord wordt om Hem te zoeken. Geen andere weg meer. Met uzelf en met mensen onderuit gegaan. Mensen die misschien wel goede raad gaven. Ten laatste uitroepen: tot wie zullen wij uitgaan? U hebt de woorden van de het eeuwige leven.

Hij had Hem nodig om van de zonden verlost te worden. Van de macht en kracht van de zonden bevrijd te worden. Hij had Hem nodig als Profeet, Priester en Koning. Ieder moment van de dag. Kon niet buiten Hem en zonder Hem. Omdat het bij Hem schuld was. De zonden drukte Hem. Hij moest bij Christus zijn. Verzoend bij de priesterlijke bediening van Christus. Ook als Koning. Hij Koning, anders zou Paulus voor eeuwig om moeten komen. Dat Christus het voor het zeggen heeft in zijn leven.

Gemeente, als volgende week zondag de avondmaalstafel aangericht staat. Als u daar ziet Zijn verbroken lichaam en vergoten bloed. Dan is het nodig om Hem te kennen. Trappen en maten daargelaten. Ik heb het niet over grote kennis maar er moet enige mate van kennis zijn. Niet te denken zelf je leven op orde te krijgen. Het besef Hem nodig te hebben omdat u buiten Hem niet meer kunt leven. Het leven zoekt buiten uzelf. Te bekennen dat u nog geen volkomen geloof heeft. Dagelijks met de zwakheid van ons geloof en boze lusten van het vlees te strijden hebben. Weet u nog van die magneet? Het trekt ons naar de aarde maar door die magneet getrokken door de Geest. De wet van de Geest en leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonden en de dood. Dat gebeurt toch niet in een hoek? Misschien kunt u het moment niet aanwijzen en is het geleidelijk gebeurd. De Geest die wijst op Christus. Die ons voortdurend brengt aan de voet van het kruis. Te leven uit Christus Jezus. Hebt u Hem nodig? Als de tafel aangericht staat? Hebt u het nodig of kunt u nog leven buiten het leven met Jezus Christus. Of kunt u het zelf nog redden? Dieven, rovers, moordenaars, echtbrekers. Maar zondaren nodigt Hij aan de tafel. Hebt u Hem nodig? Een rechtvaardige Rechter vrij kan spreken op grond van recht. Geen verdoemenis voor degenen die in Jezus Christus zijn.

3. De wandel naar de Geest

Die magneet moet in de buurt komen. Tegen de zwaartekracht, tegen de zonden. Het is een gevecht, het is een strijd. Strijdperk van dit leven. Geen einde, pas dan bij de laatste snik. Dan overgaan in de volmaaktheid. In de woestijn van het leven laat de Heere Zijn tafel aanrichten. Het kan veel strijd geven. Hoe zit het dan? Die zonden heeft toch zijn heerschappij gebroken, ja geen verdoemenis meer voor degenen die in Jezus Christus zijn. Ja, maar zijn kracht nog niet gebroken. Die zwaartekracht.

Paulus heeft het over de wet der zonden. Mozes het type van die wet. Mozes mag het volk brengen, moet brengen, aan de grens van het beloofde land. Mozes mag en kan ze er niet inbrengen. Wat de wet onmogelijk is. Wat Mozes niet kan heeft Jozua gedaan. Jehova, Yeshua redt. Het is Christus Jezus die de Doodsjordaan doorgegaan is en de dood heeft overwonnen. Daarom gemeente, het Pascha, kon niet gevierd worden in de woestijn. Maar als ze in het beloofde land zijn, de Heere heeft het beloofd, zal het feest der verlossing gevierd worden. De bruiloft van het Lam dat tot in eeuwigheid zal worden gevierd.

De wet van de Geest. Zijn wet in mijn hart schrijven. Dan kan het niet anders of er komt een begeerte om heilig voor Hem te leven. Dan word je bang voor de zonden. Bang om over een strootje heen te stappen. Bang om Zijn gemeenschap kwijt te raken. Als Hij met u gaat spreken, Zijn gedachten gaat delen. Hij is het die Zijn vriendschap biedt. Dan bent u toch bang u weg te zondigen uit Zijn gemeenschap. Daarom ook een ieder zich onderzoeken of van nu voortaan Hem van harte te leven. Dan ben je toch bang voor de zwaartekracht. Wat een verwoesting. Dan de wet van de Geest. Niet alleen anderen maar ook mij vrijgemaakt. Tot eer van Hem te leven. Dan is die wet de leefregel der dankbaarheid. Hoe Hij wil dat Hij gediend wordt. Dan zeg je niet: het maakt niet uit hoe ik leef en of ik zondig, want het is betaald. Maar dan ga je naar Hem vragen om tot Zijn eer te leven.

Zijn er nog die de strijd moe zijn? Verlangen naar Hem. Bezwaarde zielen gespijzigd en gelaafd worden. Als u geen strijd hebt, als u alles onder controle hebt en weet hoe het moet. Het is voor prutsers. Die het alles verzondigd hebben. Die niet meer weten hoe het moet. Voor hen laat Hij zijn tafel aanrichten. Die te strijden hebben met de oude mens, verdorven mens. Dat vlees dat hen steeds weer aftrekt van de Heere. Wat kan het dan moeilijk zijn als God u steeds weer gaat beproeven. Of als Hij Zijn aangezicht een ogenblik verbergt. Of kent u dat niet? Of als Hij gaat kastijden. Want Hij kastijdt die Hij lief heeft. Of gaat reinigen, zoals de ranken gereinigd worden. Als u zo in de onbegrepenheid terecht komt en satan u op de nek zit. Het bestaat toch niet met genade zo’n leven. Dat alle deuren dichtgaan. Maar dat er nog één deur overblijft. O God, wees mij de zondaar genadig. Die het leven niet bij zichzelf kunnen houden. Daar zegt Hij: Ik voor u, daar u anders de eeuwige dood had moeten sterven. Daarom ziende op de gewisse belofte van God. Ik zal in hen blijven. Ik zal. Hij maakt het bekend in het breken van het brood en het vergieten van de wijn. Opdat u zou leven uit het geloof. Zo dan, als u moet constateren de zonden die in u leeft, die oude mens voor wie de strijd teveel, om nu tegen de oude mens. Die moet constateren het onvolkomene en het volmaakte. Die mag zien: zo is er dan geen verdoemenis. De goedgunstigheid van God in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. Zondaren heet Hij hartelijk welkom die niet meer weten hoe het moet. Als u het alles onder controle heeft, alles dichtgetimmerd heeft en weet hoe het moet. Als u deze Christus niet nodig hebt, dan is er geen plaats voor u aan Zijn tafel. Aangrijpend. Maar plaats voor zondaren, om Zijn genade te bewijzen. Daarom staat Zijn tafel aangericht tot vertroosting, tot versterking voor degenen die in Jezus Christus zijn.

 

Zondag 18 november – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Romeinen 8 vers 1 en 2 [grondtekst Grieks] – voorbereiding op het te houden Heilig Avondmaal