Een bemoedigende en vertroostende toezegging op de Nieuwjaarsdag
Op de morgen van de Nieuwjaarsdag komt de Heere met Zijn Woord en beloften tot ons vanuit Psalm 91. Die Mij zeer bemint, spreekt God, zal ik uithelpen. Hij zal verhoren die Hem aanroepen. Hij hoort zelfs het geroep van de jonge, onreine, raven [Psalm 147]. Kennen we de Heere als onze Burcht en Toevlucht? Mogen we weten dat we geborgen zijn in het bloed van Christus Jezus die een volkomen verlossing aangebracht heeft voor een ieder die in God gelooft? Wat is het bijzonder dat de Heere zo aan het begin van het nieuwe jaar Zijn nabijheid en hulp toezegt. Zou u Hem daarom alleen al niet beminnen? Hij zegt: Ik zal met u zijn. Het Goddelijke ‘Ik zal’.
Psalm 91 vers 14-16: ‘[14] Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam. [15] Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken. [16] Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien‘.
Een bemoedigende en een vertroostende toezegging
1. Wie de Heere is in Zijn trouw;
2. Wat Hij geeft in Zijn bescherming.
1. Wie de Heere is in Zijn trouw
Gemeente, bij Psalm 90 zouden we zeggen geen discussie wie de dichter is. Mozes de man Gods. Bij Psalm 91 begint het meteen met de inhoud. Niet met die of een andere dichter. Verschillende commentatoren denken dat deze Psalm ook door Mozes is gedicht. Net als Psalm 98. Geen rare opdracht als we zien op de opdracht van Mozes: het volk leiden uit Egypte, door de woestijn, naar het beloofde land. Dat volk dat ontrouw is, niet ziet op de Heere, het van zichzelf verwacht. Terwijl de Heere steeds weer en meer laat zien de Getrouwe te zijn. Dat Hij met Zijn goedheid dat volk omringd. Daar is maar één oorzaak voor. Die ligt in God zelf. Hij heeft Zijn Enige geboren Zoon gegeven.
Het is prachtig uitgedrukt in de nacht van het Pascha. Het volk wordt gewezen op het bloed van de Heere Jezus Christus. Daar schuiling, daar redding. Zo wordt het volk bemoedigd, gewezen op het enige nodige. Waar de kracht ligt, waar ze het van moeten hebben. Terwijl er een moeilijke reis voor hen ligt. De woestijnreis is een prachtig beeld van ons leven. Van het christelijk leven. God heeft ons nergens een kalme reis beloofd maar wel een behouden aankomst. De reis is geenszins makkelijk. Juist als het volk al daar staat, alleen logistiek al, zo’n groot volk. Eten en drinken moet hebben. De wolkkolom zich verplaatst. Heel het volk moet gaan. Reis beslist niet verplaatst. Vijanden die het op hen voorzien hadden. Die tekeningen van het volk dat gedwaald heeft die veertig jaar. Hoe zou het gaan met de kinderen. Zoveel vragen, zoveel zorgen. Dat de reis beslist niet eenvoudig was. Maar de Heere gaat met hen mee. Hij is een belovend God. Hij zegt toe Zijn kracht, genade, nabijheid. Zegt toe dat ze het beloofde land zullen ingaan. De Heere is een belovend God.
Ik zal tot de Heere zeggen mijn Toevlucht en Burcht. Alle vage en algemene dingen eraf. Niet alleen een Toevlucht voor anderen, maar ook een Toevlucht voor mij. Mijn God op welke ik vertrouw. De dichter is het er van harte mee eens. Als hij belijdt wie de Heere is. Zou het waar zijn? Natuurlijk, want het is het Woord van God. Maar zou het waar zijn, is het ook uw ervaring, dat het werkelijk zo is. Dat als je in die schuilplaats van de Allerhoogste zult zijn, zal in de schaduw van de Allerhoogste vernachten. Terugblikken op Gods trouw. Hem aanroepen omdat Hij de Onveranderlijke is. Omdat Hij ook de Getrouwe zal zijn. Is Hij die Schuilplaats voor u en jou?
Zo wordt de lofzang aangeheven op Gods goedertierenheid, trouw en genade. In Psalm 91 vers 14 draait het als het ware om. Dan wordt God sprekende ingevoerd. Nu niet over wat de dichter zegt over de Heere maar de Heere aan het woord. Het is God die spreekt. Zo zal ik hen uithelpen. Zo bijzonder als wij hier vanmorgen mogen zijn op de eerste dag van het nieuwe jaar. Dat God gaat spreken. U gaat aanspreken en toespreken. Dewijl hij Mij zeer bemind, zo zal Ik hem uithelpen. Want hij kent Mijn Naam. Dat is toch bijzonder, dat Hij ons wil bemoedigen. Wil toespreken. Bemoedigende en vertroostende toezegging. Maar dan is de grote vraag voor ons: bent u daar nu verlegen om? Verlegen om alles wat Hij hier toezegt. Dat Hij mij zal uithelpen. Nabij zijn in de benauwdheid. Met langheid van dagen verzadigen zal. Dat is nogal wat. Bent u daar ook verlegen om? Hij doet dat omdat Hij mij zeer bemind.
Is dit nu uw leven, gemeente? Dat u zo de Heere liefhebt? Dat u niet buiten Hem kunt. U zou kunnen vertalen, zo doet Calvijn dat, dewijl Hij op mij rust. Zo liefheeft, zo bemint. Als het ware Zijn leven op mij heeft gelegd. Let op het ‘Ik zal’. Ik zal hem uithelpen, op een hoogste stellen. Betekent: Hij zal het doen, is er nog niet. Ik heb het nog niet maar Hij zal het werken. Gemeente, dat zijn de beloften van het Evangelie. Die met een waar geloof aan te nemen geeft de rust. Misschien weet u niet hoe u het nieuwe jaar in moet. Dan zegt de Heere: Ik zal ervoor zorgen. Die het alles van Mij verwachten. Die zal ik ook alles schenken. Gelooft u het, gemeente? Want dat is ook de scherpte van de sleutels van het Koninkrijk. Zo dikwijls wij de beloften van het Evangelie met een waar geloof aannemen, waarachtiglijk al hun zonden van God, om der verdiensten van Christus’ wil, vergeven zijn , zegt Zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus. Als u het niet gelooft sluit de Heere de hemelpoort toe. Wat is dat ware geloof nodig om de ware rust te vinden. Dat de beloften volkomen waar zijn en volkomen vast en zeker. Dat alles in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus zijn.
Bij uw beminnen zijn nog wel wat kanttekeningen en vraagtekens te plaatsen. Hoe kan ik Hem beminnen? Kan alleen als Hij eerst Zijn liefde uitstort. Mozes laat zien wie de Heere is voor een ontrouw volk. Dat eigen zin doet en weg gaat. Aan dat volk wil de Heere Zijn liefde kwijt. Als Hij vanmorgen mag zien in jouw hart hoe die liefde beantwoord wordt. Stilletjes in de bank mag zeggen: ja, ik wil mezelf kwijt, ik tel niet mee. Alles van Hem mag verwachten. Hoe het dan ook zal gaan, hoe het zal lopen. Omdat Hij mij bemint. Omdat Zijn hart vervuld is van de liefde tot mij. Het harde hart van ons van nature hard. Een wijs hart bekomen, leer ons onze dagen tellen. Ik meer en meer van Hem ga zien. Want Hij kent mijn naam. Hij kent mijn wezen. Heel mijn persoon. In die verkiezende, in die verlossende liefde en in die toepassende liefde. In die onbegrijpelijke zondaarsliefde.
Als het gaat om dat beminnen van Hem, trappen en maten daargelaten. Hoe kunnen er ogenblikken zijn dat u het niet opkomt. Wat Hij geeft. Zijn Woord geeft. Dat u het niet op kunt. Dat u groot wilt spreken van de Heere. Hoe kan het een volgend moment anders zijn. Dat u zich afvraagt: is er een God in de hemel? Is het ook niet een proces dat beminnen van Hem? Hoe langer hoe meer. Ik denk aan de apostel Paulus. Zo krachtig en duidelijk. Drie dagen in de duisternis. Zo duidelijk de Christus der Schriften mag zien. Zo anders bij zijn geestelijke zoon Timoteüs, alles zo geleidelijk gegaan. Niet zozeer zo belangrijk hoe het gegaan is in uw leven maar wie is Hij voor u vanmorgen? Die daar staat en roept en nodigt. De Getrouwe. Zijn Zoon in mij geopenbaard is. Die Zoon die het gezegd heeft: zonder Mij kunt u niets doen. Die het van u over wil nemen. Uw leven in Zijn doorboorde Middelaarshanden leggen.
Hier zit een onnoemlijk groot verschil. Of we Hem kennen of niet. Mogen we zeggen: mijn Toevlucht en Burcht. Kennen we Hem nu? De God van het Leven. Die liefde van Hem in mijn leven. Leven op de kop. Niet een stukje bij. Niet: was al fijn en nog een beetje fijner. Nee, mezelf kwijtraken. Omdat Christus mijn leven is. Dan heb ik alles, niet veel, voor tijd en eeuwigheid. Of we Hem kennen, ja of nee, zit in dat aanroepen. Hij zal Mij aanroepen. Als Hij uw Koning, Profeet en Priester is. Dan hebt u Hem toch iedere dag nodig? Dan kunt u toch niet buiten het aanroepen van Zijn Naam? Dan is toch het eerste wat u moet doen: zijn Naam aanroepen. Begin van een nieuw jaar. Heere, laat ons niet van hier gaan tenzij dat U met ons optrekt. Niet alleen in de grote dingen. Maar in alles, ook de kleine. Zondag 10. Alles uit de Vaderhand ons toekomt. Erkennen wij dat Zijn voorzienigheid gaat over alle dingen in ons leven.
Calvijn schrijft boven zijn verklaring, dat er van de gelovigen misschien één van de honderd gelovigen is, die ziet dat de Heere in alles nodig is. Overal in nodig is de Heere. Getrouw is, Zijn hand in zien. Wat is het leven met de Heere? Dat bestaat uit drie dingen. Hem beminnen, Hem kennen [Zijn naam kennen] en het aanroepen van Zijn Naam. Zo gemeente, is Hij onmisbaar aan het begin van dit nieuwe jaar. Hem steeds meer nodig zou hebben. Geen stap kunt zetten buiten Hem. Een vertroostende en bemoedigende toezegging in Zijn trouw.
2. Wat Hij geeft in Zijn bescherming
De Heere geeft niet weinig. Er worden acht gaven, geschenken genoemd. Hij noemt ten eerste uithelpen. Verhoren. Bij Hem zijn. Hem verheerlijken. Langheid van dagen verzadigen. Het eerste wat Hij belooft, wat Hij zal doen, is dat Hij zal uithelpen. Hebt u het gevoel dat u uitgeholpen mag worden? Dat u gered mag worden? Hebt u zo het rechte zicht, dat u zich geen zorgen maakt? Dat het nood kan zijn omdat het geen nood is? Schuld kan zijn omdat het geen schuld is? Hij wil u uitredden opdat u niet omkomt. Hij doet dat op Zijn tijd en wijze. Met alles wat er gebeurt in mijn leven Zijn redding zo nodig is. Op een hoogte stellen. God zal mij verhogen. Rijke christen worden, hoog worden? Nee, zo niet. Zoals je in een buitenland ziet, een kasteel of oude burcht op een hoge berg. Omdat het daar veilig is, bescherming tegen de vijanden. Daarom zal Hij mij op een rots stellen. Uitredden uit die modderpoel. Het derde wat Hij toezegt is dat Hij verhoring geeft. Verhoren? Ja, als ik Hem zal aanroepen. Wat is dan nodig om Hem aan te roepen? Vanuit de nood van mijn bestaan. Vanuit de nood omdat ik mijn leven niet onder controle heb. Aanroepen in dat besef dat bij Hem uitkomsten zijn tegen de dood. Niet mijn vertrouwen zou stellen op mezelf of op anderen, maar op Hem. Dan is het die God. Misschien twijfelt u eraan: zal Hij wel verhoren? De Heere zegt het toe. Als u het niet ziet. Als de omstandigheden misschien wel het tegendeel laten zien. Heere, toen, die eerste dag van 2019, toen heeft u het toegezegd: Ik zal u verhoren.
U moet beseffen dat de Heere altijd hoort. Niet dat u altijd meteen de uitkomst krijgt. De Heere hoort het geroep van de jonge raven. Psalm 147. Onrein dier. Zal Hij dan niet het gebed horen van degenen die Hem beminnen? Dan is het goed dat de Heere niet al onze gebeden verhoort. Wij zouden toch weleens om het verkeerde vragen. Van de weg afraken met zoveel voorspoed. Bidden is onze nood bekendmaken. Hij zegt toe te zullen verhoren. In de benauwdheid zal ik bij Hem zijn. Als het moeilijk is, het onbegrepen is, als ik het niet op een rij kan krijgen. Dan zegt Hij het toe: in de benauwdheid zal ik nabij zijn. Ondersteunen en sterken. Misschien wacht een ziekenhuisoproep. Uitslag komt. Gesprek met de dokter waar u zo tegenop ziet. Of met uw werkgever. De Heere zegt: Ik zal nabij zijn. U heeft het toch beloofd, Heere.
Wat is het bijzonder dat de Heere zo aan het begin van het nieuwe jaar toezegt. Zou u Hem daarom alleen al niet beminnen? Hij zegt: Ik zal met u zijn. Ik zal u niet begeven en niet verlaten. Dat grote wonder, met alles wat er genoemd wordt. Dat het Christus is die in alle beproevingen ook verzocht is. We hebben geen Middelaar die niet in alle beproevingen verzocht is. In Hem zijn deze beloften vast en zeker. Hij heeft bemind. Altijd de eer van Zijn Vader gedaan. Hij heeft aangeroepen in de grote nood van Zijn lijden en sterven Zijn Vader geroepen. Daarom kan Hij het geven, schenken aan doodschuldige zondaren.
Er is nog meer wat Hij toezegt. Hij zal uittrekken. Hij zal bevrijden. Bevrijden? Maar ben ik dan gevangen? Gemeente, of worden wij dan bezet door vijanden? We leven toch in een vrij land? Waarom is het nodig dat Hij mij bevrijdt? De vijand gaat voortdurend rond, als een briesende leeuw. Hij kan Gods kinderen niet uit de hemel houden maar probeert de hemel uit hun hart te houden. Alles te verwoesten en verdeeldheid te zaaien. Wat hebben wij de uitredding van God nodig? Het kan zijn dat u worstelt met een bepaalde zonden, verslaving, eigen vlees. Zeker als het samenspant met satan. Wat hebben wij Gods uitredding nodig. Ik zal hem eruit trekken en verheerlijken. Wat stelt u zich er bij voor?
Als ik mezelf zie, mijn eigen vlees zie. Hij gaat uw vlees niet verheerlijken. Niet de eer geven. Maar in Hem alle eer ontvangen. Omdat Hij mijn God is, mijn Toevlucht, mijn Burcht en Sterkte. Alle eer ontvangen van Zijn Naam. Zo die Naam belijden. Anderen nog tot jaloersheid verwekken. Wat denkt u wat uw buurman ziet als u het uiterst moeilijk is, maar dan mag weten wat u aan de Heere hebt en Hem prijst. Als het ons goed gaat, gaat dat wel. Maar in de nacht. Misschien wel een aspect wat gisterenavond is blijven liggen. Leer ons alzo onze dagen tellen. Wijs hart bekomen. Optellen? Betekent het dat het betekent dat die hen liefhebben hier lang zullen leven? Dat kan. Gods schenkt in dit leven. Maar het geldt in de eerste plaats voor het eeuwige leven. Een bijzondere zegen van Hem. Eeuwig met Hem te leven.
De achtste. Ik zal Mijn heil doen zien. Zijn heelheid. Zijn volkomenheid en volmaaktheid. Wat een schril contrast met de gebrokenheid in dit leven. Terwijl wij er nog wat van proberen te maken hier. Dat is het alles. Dat is het grootste. Om te mogen delen in dat heil. Niet meer omringd te worden door vijanden. Door moeiten en verdriet. Maar Hem zien van aangezicht tot aangezicht te zien. Hem storeloos te zien en groot te maken. Wat een wonder als ook al in dit leven de voorproefjes gesmaakt mogen worden. Dat de Heere Zijn liefde, bescherming, nabijheid geeft. Ik zou bijna zeggen: waar liggen nog uw zorgen voor het nieuwe jaar? Waar bent u bang voor? Waar bent u benauwd om? Is het misschien de oorlogsdreiging? Of de terreur en de terreuraanslagen? Maakt u zich zorgen over de eerste barsten in de economie, beurzen in mineur 2018 eindigde? Of uw gezondheid? Of over uw kinderen, uw kleinkinderen? Dan zegt de Heere: Ik zal. Die mij kennen. Die mij beminnen. Die Mijn Naam aanroepen. Dat is toch onbegrijpelijk. Uw zorgen, uw nood, uw schuld. Hij zegt: Ik zal. Ik zal u verheerlijken. Ik zal u Mijn heil doen zien.
Dan staan we aan een begin van een nieuw jaar. En een onbekende toekomst maar geen onzekere. Het ligt alles in Zijn hand. Zijn besturing. Wat de Heere zo graag ziet is dat u Hem nodig heeft. Met elke keuze die gemaakt wordt. Dan hebben wij het over simpele keuzes. Vanmorgen dacht ik nog: zal ik met de fiets gaan of met de auto. Weer zag er niet aantrekkelijk uit. In twee seconden. Maar je zou met de fiets gaan en aangereden worden en je leven invalide zijn. Dan ligt er schuld. We denken nog heel wat in handen hebben. Maar u hebt niets. Dat zondaarsbestaan wat zo ‘rijk’ is: dan hoe ik niets meer, het ligt in Zijn handen. Hoe het zou gaan. Hoe het zal tegenlopen? Wat zal er gebeuren met uw rotsvaste vertrouwen als er vervolging komt. Als u onder druk gezet wordt en de keuze: sterven of de Naam van uw Geliefde verloochenen. Dan kan het alleen maar met Hem. Als Hij niet getrouw maakt en volharding geeft. Wat zijn wij? Wij zijn niets. Maar om het nu alles, alles van Hem te verwachten. Daarom komt het erop aan: bent u geborgen in het bloed van Jezus Christus? Hem beminnen, Hem kennen en Hem aanroepen. In al uw nood, in al uw zielsverdriet. Hij zegt: houd aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven. Wat komt het erop aan dat wij geborgen zijn in het bloed van Christus. Als u nog niet bent in Hem, dan roept en nodigt Hij u. Als u geborgen bent, dan kan het niet anders of u wilt meer met Hem leven. Wanneer komt die dag om eeuwig bij U te zijn? Een bemoedigende en vertroostende toezegging van de Heere. Niet alleen voor het nieuwe jaar, maar ook voor de eeuwigheid. Hij zegt: Ik zal. Ik zal Mijn heil doen. Het ligt alles vast in Jezus de Gekruisigde. Daarom klonk het ook vanmorgen: Ik zal. Amen.
Dinsdag 1 januari 2019 [Nieuwjaarsdag] – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Psalm 91 vers 14-16