De verhoogde poorten voor de Koning der ere
In Psalm 24 is het koning David die hoog opheft van de Koning der ere. Hem komt de eer toe omdat de Heere naar hem omziet en van hem weet. In de Psalm wordt het beeld van de verhoogde poorten gebruikt. In de tempel stond de ark die God tegenwoordigheid en gemeenschap uitdrukte. Die ark is teruggebracht in de herbouwde tempel in Jeruzalem. Het beeld van de verhoogde poorten in de hemel in het opklimmen op de berg waartoe geen zondig mens bekwaam toe is. Maar David ziet, profetisch, van verre de Christus der Schriften die op de heuvel Golgotha uitermate verhoogd is en daar de straf over de zonden plaatsvervangend betaalde. En de poorten van ons hart, van de stad mensenziel die zo verwoest is door onze schuld. Hij heeft de volkomen overwinning behaald en u die in Hem gelooft krijgt de door Hem behaalde overwinning in de schoot geworpen.
Psalm 24 vers 7-10 ‘[7] Heft uw hoofden op, u poorten, en verheft u, u eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga! [8] Wie is de Koning der ere? De Heere, sterk en geweldig, de Heere, geweldig in den strijd. [9] Heft uw hoofden op, u poorten, ja, heft op, u eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga! [10] Wie is Hij, deze Koning der ere? De Heere der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela‘.
De poorten moeten worden verhoogd voor de Koning der ere
1. De poorten van de tempel moeten worden verhoogd;
2. De poorten van de hemel moeten worden verhoogd;
3. De poorten van ons hart moeten worden verhoogd.
1. De poorten van de tempel moeten worden verhoogd
Gemeente, middenin in de Negev woestijn ligt de stad Dimona. Afvalputje van Israël wordt het genoemd omdat er sociaal veel nood is en ook geestelijk gezien. In dat stadje is een inloophuis waar het echtpaar Knoester werkt. Mensen komen zo binnenlopen en spreken de nood van hun hart uit. Op een dag kwam een Jood binnen. Hij zei: ik ben nog nooit één rechtvaardige Jood tegengekomen. Ze liegen, bedriegen, stelen. Maar ik ken er een, zei de evangelist. Waar woont hij? Waar? Ik wil hem ontmoeten! Maar ligt wat ingewikkeld. Hij woont in de hemel. Eén rechtvaardige Jood die Zich volkomen hield aan de wet van de Vader. De strekking van Psalm 24. Niemand die rechtvaardig is, wie zal die berg opklimmen. Er is er Eén. Poorten oprijzen om deze Koning alle eer te brengen.
Een Psalm van David. Wanneer gedicht, wat heeft hem ertoe gebracht? Wat heeft hem aangespoord? Dat moet toch iets geweest zijn. Dat is toch ook met de kunst. Dichtkunst, muziek. Vol van gevoelens. Amper kunnen uitdrukken. Bepaalde kunstvorm gebruiken om de verwondering uit te drukken. Verwondering over die Koning der ere. Hem alle macht gegeven. Waar gaat het David om, hem om te doen in zijn leven? Het gaat David om de Godsontmoeting. Dat hij mag ervaren dat de Heere van hem weet en hem kent. Bij hem woont en in hem woont. Het gaat om die opmerkzame omgang met de Heere. Dat hij mag ervaren dat de Heere heel zijn leven kent en al zijn vragen. Als het daar om gaat dat de Heere bij u woont en in u woont. Kan dat? Is dat mogelijk? Als wij beseffen hoe groot de Heere is, vlekkeloos, heilig en rechtvaardig. Hoe kan het dat zondaren gemeenschap kunnen ervaren met Hem? Wie klimt dan de berg des Heeren op? Wie zal voor Zijn aangezicht verschijnen? Als wij zien op onszelf, onze afmakingen, hoe kunnen we dan voor Hem bestaan? Is Hij niet een eeuwige gloed en verterend vuur. David verlangt er zo naar dat de Heere bij en in hem woont.
Er zijn verklaarders die denken dat het gaat om het moment dat David de ark op laat voeren naar Jeruzalem. De ark heeft in de tabernakel in Silo gestaan. Tabernakel versleten. Ark in het huis van Obed-Edom. De ark weer een plek te geven. Gods nabijheid en gemeenschap uitdrukt. De ark, het verzoendeksel dat heen wijst dat God gemeenschap met mensen kan hebben. Ark op de berg in Jeruzalem geplaatst. Waar de Heere later tot Salomo spreekt dat Hij daar wil wonen. Berg waar God tot Abraham sprak. Berg betekenis tot vandaag de dag. David helemaal in volvoering hierover. Want er zijn ook verklaarders die zeggen dat deze Psalm niet van maar voor David is. Voornemen om de tempel te bouwen. Maar David mocht de tempel niet bouwen omdat hij bloed aan zijn handen had. Salomo zijn zoon mocht wel de tempel bouwen. Toen het gejuich van het volk omdat de Heere der ere intreedt.
Grote verwondering bij David. Dat de Heere nog naar hem omziet en van hem weet. Dat is toch een wonder? Als het allemaal vanzelfsprekend is, dan moet u het echt nakijken in uw leven. Dat de Heere nog naar u vraagt, Zich met u bemoeit. Vreze des Heeren. Opziet tegen de Heere, hoog opziet. Die Heere die Zich over hem ontfermt. Die vreze van de Allerhoogste. Niet los gezien worden van de vrees. Omdat God ook heilig en rechtvaardig is. Wat zegt Zijn barmhartigheid als wij niet ook weten van Zijn rechtvaardigheid? Dat doet David jubelen. De Heere geweldig in de strijd! Het gaat David maar om één ding. Het gaat niet om zijn naam, zijn eer. Maar om de eer van Zijn Koning. David legt alle nadruk al het gaat om de ambtelijke bediening van Christus op Zijn koningschap. Is de profetische bediening niet belangrijk? Ja ook, daar van hebben. Daarop zien. Verder mag zien dan dit tijdelijke leven. Beter dan dit tijdelijk leven is Uwe goedertierenheid. De poorten verhoogd. Verder zien dat de poorten van de hemel verhoogd zullen worden. Ook de priesterlijke bediening dat Hij volbracht heeft de verzoening, volkomen betaling. Juist ook omdat Hij profeet en priester is. Koning van zijn leven, van David. Dat die Koning der heirscharen op Zijn troon zit. Jezus Christus is ook Koning geworden in Zijn leven. Misschien wel het allermoeilijkste voor ons. Ik wil zo graag koning zijn en eigen weg en wil doen. Het is Christus die zijn Koning geworden is, bij David. Catechismus: hoe langer hoe meer mijn Koning. Mooi als dat aansluit op de dienst van vanmiddag: ‘Uw Koninkrijk kome, regeer ons door Uw Woord en Geest’. Is dat zo uw verlangen? Dat Hij het is, dat Zijn regering rechtmatig is. Onderdanen op het oog heeft, het welzijn van Zijn onderdanen op het oog. Dan moet ik van mijn troon af. Maar wat zou het? Hij is goed. Hij alle dingen weet. Het kan ook niet anders als David die Koning der ere groot maakt. Het kan niet anders dat hij Christus, door het geloof, heeft gezien. Van verre gezien en omhelst. Hij heeft mogen rusten op het volkomen en volbrachte werk van Gods Zoon.
2. De poorten van de hemel moeten worden verhoogd
Gemeente, zo geldt het voor alles van Gods Woord. Uitleg altijd eerst een eerste letterlijke betekenis. Koning David dicht in het paleis deze Psalm. Wij zijn geneigd om snel een geestelijke betekenis te gaan zoeken. Makkelijker wellicht zoals bij de profetieën Jesaja, Jeremia Ezechiël. Geestelijk Israël erin te lezen. Maar dan doet u uzelf te kort, de Heere te kort. Woord gesproken betekenis voor die dagen. Niet bij blijven staan voor de betekenis toen want dan kunt u de Bijbel dicht laten. Dat het alleen voor de gemeente van Korinthe of Rome geldt. Gaat erom wat heeft de Geest ons ermee te zeggen? David mag verder blikken. Hoe de Heere alles volkomen geschapen heeft. Op de zesde dag de mens geschapen als kroon van de schepping. Om Hem alle lof en eer toe te brengen. Mens geschapen met verstand zodat wij de Heere groot kunnen maken. Als de Heere in uw leven gaat werken, dan gaat Hij u inschakelen. Hart openen, wil vernieuwen en ombuigen. Zo heerlijk geschapen. Maar het heeft ons niet goed gedacht Hem in erkentenis goed te keuren. Hem de rug toegekeerd. David komt tot de vraag: wie zal klimmen op de berg des Heeren? Wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid? Met andere woorden: wie zal Hem ontmoeten, bij Hem wonen?
Het is niet zomaar een vraag maar past in de lijn van de Psalmen. Dat de Heere nog onder hen wonen en werken wil, het wonder zo groot. Het is de beleving van Davids hart. Het is het wonder waar hij uit spreekt. Hij heeft het gezien. Omdat niemand die berg kan beklimmen is het nodig dat de Heere zelf een weg baant. Omdat hij de deur gesloten heeft, is het nodig dat de Heere zelf de deur opent. Het is beslist noodzakelijk dat Gods Zoon zou komen. Dat Hij de menselijke natuur aan zou nemen. Betalen voor mensen. Ze kunnen niet anders dan de schuld groter maken. Geen andere weg dan in de Zoon van God, in Zijn volbrachte werk. David heeft het gezien. Misschien is het u opgevallen. Psalmen gezongen. Die Psalmen 15-24 horen allemaal bij elkaar. Als het ware als één Psalm lezen. Heilsgeschiedenis ligt erin als een gouden draad. David heeft gezien hoe nodig het was. Iets gezien van dat lijden ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’. Ook gezien dat Zijn ziel niet verdorven zou worden. Opstaan uit de doden, in heerlijkheid en ook met luister omringd zou worden. Daniël 7. Vanuit de hemel gezien. Wolken aan de kant geschoven. Eén een plaats krijgt aan de rechterhand van de oude van dagen. Hem gegeven wordt alle lof door al de volken. David heeft gezien dat Jezus uitermate vernedering moest worden. Dat het nodig was, noodzakelijk was om de zaligheid aan te brengen. Hij heeft ook gezien dat Hij uitermate verhoogd zou worden en dat Hij in die verhoging de zaligheid zou wegschenken. Hij is opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Uitgejubelt: gevangenis gevangen genomen. Aan een wederhorig volk. Aan mensen die er een puinhoop van hebben gemaakt. De gehele gevangenis gevangen genomen!
Nog veertig dagen na Zijn opstanding uit de doden nog rondgewandeld en gesproken aangaande de dingen van het Koninkrijk. Na veertig dagen opgevaren naar de hemel. Opdat de Koning der ere inga. De poorten moeten verhoogd worden. Prachtig beeld. In de oudheid als een stad verwoest werd. Stad opnieuw opgebouwd. Op een bepaald moment moest de poort worden verhoogd. De dorpel verhoogd. Op de chaos, op de puinhoop wil deze Koning Zijn intrede doen. Daarom nodig dat de eeuwige deuren zich verheffen. De Koning der ere moet ingaan in de hemel. In die hemel de plaats krijgen aan de rechterhand van Zijn Vader. Omdat Hij alles volbracht heeft. Grote werk van de verzoening. Waardoor doodschuldige zondaren nog weer verzoend kunnen worden met God. Rustend op het volbrachte werk van Hem. De verhoogde Middelaar. Wie is de Koning der ere? Het is de Heere der heirscharen. Het is die Koning waar alle schepselen onderworpen aan zijn omdat Hij de Schepper is en ook de Herschepper. Ook in het nieuwe leven. Wie is de Koning der ere? Sela!
3. De poorten van ons hart moeten worden verhoogd
Gemeente, ik heb u uitgelegd waarom die poorten verhoogd moeten worden. Het heeft alles te maken met de verwoesting van de stad. De verwoesting van de stad mensenziel is zo verwoestend dat er niemand meer binnen kan gaan. Zo aangrijpend. U kunt niemand anders de schuld geven dan uzelf. Dan zijn het uw zonden, afmakingen, overtredingen, al die keren dat u niet de eer van die Koning hebt gezocht maar uw eigen eer. Snapt u het dat David vraagt wie zal klimmen op de berg des Heeren? En zijn conclusie: niemand. U hebt geen goede gedachten van de Heere. En als het al een goede gedachte is, dan is het door de Heere gewerkt. Dat u geneigd bent God en de naasten te haten. Niet neiging hebt maar dat uw bestaan is. Rivierwater van de berg af te stromen en nooit de andere kant op gaat. Wie zal die berg die die berg des Heeren op zou klimmen?
Luister eens! Er is er eens. Die daar het vervloekte kruishout op Golgotha is opgegaan. Hij plaatsvervangend. Hij is mens geworden. Hij is ingetreden in de puinhopen van uw bestaan. Daarom moeten de hoofden van de poorten zich verheffen. Opdat die Koning nou intrek neemt in uw hart. Hij is het die voor Gods aangezicht is verschenen. Hij heeft gezegd: hier is het loon, daar heb Ik recht op, Ik heb Uw kerk gekocht met Mijn dierbaar bloed. Hoe komt het toch bij elkaar? Deze Koning der ere en een verloren zondaar? Hoe krijgen we die toch bij elkaar? Of is dat niet uw worsteling? Is het niet uw bede opdat de Koning der ere inga? Opdat die Koning intrek neemt in mijn leven, in mijn leven heerst en regeert. Is dat niet uw worsteling? Als u ziet op uw leven, ziet op uw zonden? Puinhoop van uw bestaan. Is dan niet uw vraag hoe krijg ik een rechtvaardige God tot mijn deel? Weet u, wie zal zegen ontvangen van de Heere en gerechtigheid van de Gods Zijn heils? Dat is het geslacht dergenen die naar Hem vragen. Die Uw aangezicht zoeken. Dat is Jakob, de hielenlichter, de bedrieger. Hij is het die nou vraagt naar de Heere en Uw aangezicht zoeken. Dat is en dat blijft een voortdurend werken. Naar Hem vragen en naar Hem zoeken. Als u denkt dat u het onder controle hebt, dan hebt u het niet. Die naar U vragen en naar U zoeken. Is het zo eenvoudig? Ja, zo eenvoudig is het. Zijn er nog die naar Hem vragen en naar Hem zoeken? Om Hem meer en meer te leren kennen? Meer en meer Hem te zien? Hij meer verheerlijkt wordt? Opdat die Koning der ere in mijn leven inga.
Wat een geweldige vragen kunnen er zijn. Ja ik vraag wel naar de Heere. Ik vraag wel, ik roep wel. Maar ik wil graag een bevestiging. Is het wel genoeg? Ben ik wel oprecht in mijn vragen? Als ik oprecht ben, zal de Heere dan horen? Wat een strijd kan het zijn, een aanvechting. Wat moet ik doen om zalig te worden? Wat moet ik doen dat Hij bij mij woont en in mij woont. Misschien wel belijden dat de Heere zo goed is geweest maar nu. U kunt de oorzaak aanwijzen. Zonden die scheiding maken. Waar is Hij? Is er wel een God in de hemel? Waar is God waar u op bouwde? En uw zaak vertrouwde? Klopt het wel? Geweldige strijd.
Het is de Heere. Geweldig in de strijd. Hij kan de strijd aan. Hij kan de overwinning geven. Omdat de overwinning behaald is. Omdat de kop van Satan op Golgotha behaald is. Ziet u er dan naar uit dat de Koning der ere ingaat? Concreet. Zo heen leven naar Hemelvaart. Is dan niet uw begeerte de Hemelvaart van Hem te vieren? Omdat het de Heere is die ingaat. Zou Hij wel gewillig zijn om in mijn puinhoop intrek zou nemen. Hij is oneindig gewillig. Hij is die roept: wendt u naar mij toe alle einden der aarde. Bent u hongerig of dorstig, om verzadiging. Komt alle dorstigen. Komt eet. Als Hij eens zo gewillig was als ik?! Ik wil mij bekeren maar het is de vraag of de Heere het wil?! U hebt het niet begrepen. Dit is het Evangelie: Hij gekomen voor onwillige zondaren. Ik ben de Koning der ere. Ik heb de sleutel van dood en graf. Ik heb overwonnen, de kop van satan vermorzeld. David mag zo zicht hebben op die Verwinnaar in de strijd en geeft Zijn volk Zijn geven. Zoals een veldheer de triomftocht maakt. De buit behaald. Zo is het met de Koning der ere. Het is de Heere der heirscharen. Hem gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Is het niet uw verlangen dat deze Koning inga. Opdat de Koning der ere inga. Eén blik op deze Koning, op deze Levensvorst, op deze verhoogde Middelaar. Niet alleen een Middelaar van verwerving maar ook van toepassing. Heft dan de poorten op en eeuwige deuren opdat deze Koning ook mijn leven zou besturen. Opdat het zou aangaan op die plaats waar het eeuwig volmaakt is waar de Koning der ere alle lof en eer zou ontvangen. Hij is het. Is dat het? Gaat het u nog om uw eigen eer?! Hij is het. Hij heeft volkomen de overwinning behaald. Hij is het waard om alle lof en alle eer te ontvangen. Ook in uw en jouw leven.
Zondag 26 mei 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp – Psalm 24 vers 7-10