De belofte om Gods eer groot te maken
In de diepten van de benauwdheid jubelt David in Psalm 22 de eer van God uit. Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente [gemeenschap] en hij belooft zijn geloften te betalen. Het is door het geloof alles al realiteit, het is de tegenwoordige en toekomstige tegenwoordige tijd: omdat Hij [dat is Christus] het gedaan heeft. God gaat in Christus door met Zijn kerkvergaderend werk. Er zal een grote menigte van mensen zalig worden die Hem tot in eeuwigheid zullen prijzen. Christus te kennen als Borg en Middelaar die vrijwillig Zijn leven gaf opdat u het leven hebt in Zijn Naam. Het is geen beter leven dan het leven met Hem.
Psalm 22 vers 26-28: ‘[26] Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen. [27] De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen den Heere prijzen, die Hem zoeken; ulieder hart zal in eeuwigheid leven. [28] Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den Heere bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden’.
De belofte om Gods eer groot te maken
1. De woorden van David;
2. De woorden van Christus;
3. De woorden van de ware christen.
1. Woorden van David
Wat een nood en wat een benauwdheid in het leven van David. Het lijkt erop bij vers 20, wees niet verre Heere en redt mijn ziel, alsof er een omslag plaatsvindt. Dat de nood waarin hij zich bevindt omgekeerd wordt en dat David zijn Zaligmaker en Verlosser in het oog krijgt. Is David gered uit die situatie? Nee en toch wel. Waarom lucht gekomen? Omdat hij verwachting heeft gekregen. In de toekomende tijd. Het zal gebeuren. Wij zullen Uw Naam grootmaken, de heidenen zullen. Terwijl hij in de nood zit gaat hij zingen dat Hij de Heere groot zal maken. Omdat de Heere in de bres voor hem gesprongen is. Daarom zal hij zingen in de nacht daar hij Hem verwacht. Die levende verwachting gekomen. Ziende op Jezus Christus en die gekruisigd. De nood en redding van Christus vereenzelvigd. David jubelt het uit midden in de diepte. Van U zal mijn lof zijn in het midden van de gemeente. Het gaat niet over Davids daden, geloofsbevinding. Maar over Diegene die al zijn leven is. Van u maar ook uit u. Daar ligt de bron en dat is de oorzaak. Het is Jezus Christus die voor hem het leven is. Daarom heft hij zijn psalm en lofzang aan.
Het is niet alleen David. Dat lijkt zo. Maar in een grote gemeente. Niet al te letterlijk nemen het woord gemeente en toch ook weer wel. U spreekt raadsels? De gemeenschap van al degenen die Hem vrezen. De gemeenschap der heiligen om Zijn Naam groot te maken. Zijn Naam te bezingen. En zoals ik al zei dan moet u ook weer dat woord heel letterlijk nemen. In de gemeente. Mag dan Zijn lof bezongen worden? Gemeente, dat is toch bijzonder. Met allen die Zijn Naam vrezen. Zijn Naam groot te maken. Goed te spreken over de Heere. Dat is onbegrijpelijk in het bijzonder als u moeilijkheden hebt. Juist als u in de diepte zien en dan zien wie de Heere is. Het vaste vertrouwen hebben dat de Heere zal helpen en uithelpen. Wat er ook gebeurt. Met alle moeiten en zorgen. Met allen Hem vrezen die Hem met ontzag vrezen. Als die verwondering er mag zijn, die enorme verwondering over wie de Heere is voor een slecht mens. U getrokken uit de blubber van uw bestaan en u gezet op een rots. Onbegrijpelijk dat de Heere naar u zocht en vroeg. Een groot en heilig ontzag. Omdat het die grote Koning is die alle macht heeft in de hemel en op aarde. Die alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil. Is Hij niet zeer te vrezen? Die doorgaat met Zijn kerkvergaderend werk?
Dan klinkt het loflied van David. Door het geloof al realiteit. De zachtmoedigen, die zacht van moed zijn, zullen eten. Tegengesteld van hoogmoedigen die alles weten hoe het moet. Maar ten diepste vreemdeling zijn van die verborgen omgang van de Heere. De Geest werkt in die zachtmoedigen. Die zullen eten, verzadigd worden. Alles wat nodig is om door dit leven te kunnen maar bijzonder uit dit leven te kunnen. Zij zullen de Heere prijzen. Dat kan toch ook niet anders gemeente. Als u vanmorgen de Koning der koningen hebt mogen ontmoeten aan Zijn tafel, of in uw bank, of in de huiskamer, of vannacht. Als u Hem zo hebt mogen ontmoeten, dan kan het toch niet anders dan dat u Hem prijst. Zij zullen de Heere prijzen die Hem zoeken. Dat is het ware christenleven. Een zoekend leven. Het zoeken naar Hem, naar Zijn genade, grootheid, barmhartigheid. En als u denkt dat u Hem hebt gevonden, dan hebt u Hem niet. Hij is altijd groter. Daarom is hier het leven altijd een zoekend leven. Hem nodig hebt. Aanloopt als een waterstroom. Meer en meer Hem te zien, Hem te kennen. Onvoorwaardelijk Zijn voetstappen te drukken waar u dan ook heengaat. Niet alleen dit leven. Hun hart zal in eeuwigheid leven. Door Zijn genade, dan komt dit tijdelijke leven in het verlengde van het eeuwige leven te liggen. Geestelijk leven, eeuwige leven vangt hier al aan. Sterven doorgang. Hun hart zal in eeuwigheid leven. Hem genieten. Zo ziet u de woorden van David terwijl David nog zit in de ellende, in de moeilijkheden. Hij krijgt dit vergezicht met de ogen van het geloof, de verrekijker. Dan ziet hij de Koning in Zijn schoonheid die de schoonheid van de mensen ver te boven gaat. Dat verbond dat van geen wankelen en wijken weet. De Heere is de wet geschreven met Zijn vinger in de stenen en nu in hun harten. Nee, hun gehoorzaamheid redt het niet. Maar die nieuwe gehoorzaamheid in Zijn bloed. Ik ben de Heere uw God en u zult mij tot een volk zijn.
De tafel des Heeren ook de tafel van het verbond. Brood en wijn zegelen van het verbond. Tekenen. In dat verbond besloten te zijn. Dat verbond waarvan Christus het hoofd is. Wat een wonder. Dan krijgt Christus alle lof en eer. Daar is kracht in het bloed. Niemand uitgesloten van die kracht. Het betekent niet dat iedereen, hoofd voor hoofd, zalig wordt. Dit laat de genoegzaamheid van het offer van Christus. Alle ruimte. Alle volken, alle geslachten. Wat dacht u: zou de Heere het niet graag zien. Die jongen, dat meisje, die ouder, toevlucht te zoeken tot Hem. Arme zondaren het leven te geven. Dat is toch de onuitsprekelijke liefde van Vader, Zoon en Heilige Geest. Zaligheid voor zondaren. Voor mensen die alles verprutst hebben. Wat een ruimte. Wat een vreugde. Blijdschap. Zo ook vanmorgen voor degenen die aangingen aan de tafel: hebt u dat verbond mogen vernieuwen? Als het ware mogen schrijven: ik ben van de Heere. Hem eren vanuit de diepten, moeite, zorgen, vanuit de strijd. Dat alles wegvalt. Dat er maar Een overblijft, Jezus Christus en die gekruisigd. Omdat Hij het gedaan heeft. Het is werkelijk volbracht.
2. Woorden van Christus
U hebt de klachten gehoord van David. De nood van David gehoord. Maar David, en we hebben het vaker gezien in de Psalmen, raakt als het ware in volvoering. De nood van Christus voor ogen verschijnen. Zijn verlatenheid wordt Christus’ verlatenheid. Zijn bespotting en beschimping wordt die van Christus. Zo hebt u ook de klacht van de Heere Jezus Christus gehoord. Ik ben een worm en geen man. Smaad van het volk. Hij heeft het op de Heere gewenteld. Dat Hij Hem redde. Hij heeft het gedaan. Hij is de nood ingegaan. Hij heeft de heerlijkheid verlaten die Hij had bij de Vader ondanks dat Hij wist wat Hem stond te wachten. Hoe dan? Vanwege de vreugde die Hem was voorgesteld. Wij zouden terugdeinzen. Hij is gegaan. Volkomen beantwoord aan de wil van de Vader. Hij heeft Zijn grote Naam grootgemaakt. De woorden van de Vader gekregen heeft Hij doorgegeven. Opdat mensen het eeuwige leven zouden ontvangen. De vreugde die Hem was voorgesteld: dat Zijn Vader Zijn kerk weer zou terugkrijgen. Die kerk van eeuwigheid gegeven. Die kerk die Hem de nek had toegekeerd. Van u zal Mijn lof zijn in een grote gemeente. De zachtmoedigen zullen verzadigd worden, ze zullen vertroost worden, het aardrijk beërven. Hebben ze het verdiend? Hebben ze het zich waardig gemaakt? Nee. Maar Hij heeft het verdiend. Hij heeft de kerk gekocht met Zijn dierbaar bloed. De Vader alle lof en eer gegeven. Ulieder hart zal in eeuwigheid leven.
Het is uit Zijn verdienste mogen ze leven. Omdat Hij leeft. Omdat Hij regeert. Omdat Hij de dood heeft overwonnen. De graf is ingegaan maar ook de sleutels heeft van graf en dood. Daarom zal ulieder hart leven en dat tot in eeuwigheid. Ze zullen niet alleen leven uit Zijn verdienste maar ook door Zijn verdienste. Hij heeft alles volbracht. Hij is het die zo de eer van Zijn Vader op het oog heeft gehad. Vader, Ik heb Uw Naam bij de mensen verheerlijkt. Hij heeft in alles de eer van de Vader op het oog gehad. Dwars door de schuld over de zonden heen. Heeft Hij Zichzelf gegeven. Zichzelf weggecijferd. Vervloekte kruisdood gestorven, tot een vloek geworden. Hij heeft alles volbracht. Van U zal Mijn lof zijn in een grote gemeente. Uit alle volken, talen en tongen. Vanuit het Oosten, Noorden, Zuiden en Westen. Hij zal ze trekken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon Zijn liefde. Broeders genoemd. De oudste broeder. Zondaren broeders noemt Hij hen. Mensen die het verprutst hebben. Mensen die de toevlucht nemen tot het allesreinigende bloed. Terwijl ze Hem bespot hebben, hoofden geschud, lip opgetrokken. Maar de Vader heeft Hem niet beschaamd. Maar zo heeft Hij mogen zien op Zijn Vader. De weg volkomen bewandeld en volkomen beantwoord aan de wil van Zijn Vader.
Wat hebben ze Hem uitgelachen. Anderen verlost, Zichzelve kan Hij niet verlossen. De zachtmoedigen zullen eten. Dat Evangelie van de Gekruisigde Christus zal over de hele wereld verkondigd worden. Ze hebben Hem bespot. Indien U de Zoon van God bent, kom dan af. Hij heeft alle spot gedragen. Hij had een legioen engelen kunnen bestellen om ze allemaal weg te vagen. Er was niemand die te wachten zat op Zijn lijden en sterven. Hij heeft het gedragen en verdragen. Hij is niet alleen gegaan van lijden tot heerlijkheid maar ook Zijn lijden is heerlijkheid. De diepe weg die Hij heeft moeten gaan is enkel en alleen heerlijkheid. Daar heeft Hij de Vader mee verheerlijkt. Was het niet zo bij de Jordaan, die doop der bekering, tot zonden gemaakt, was het niet die stem daar: deze is Mijn geliefde Zoon in Dewelke Ik Mijn welbehagen hebben. Over heel de wereld zal tot Zijn gedachtenis worden gesproken van Zijn dood totdat Hij komt. Doet dat tot Mijn gedachtenis. Wat een troost ligt daarin dat Hij het werkelijk volbracht heeft. Geen millimeter geweken maar volkomen volbracht. Een volkomen zaligheid en een volkomen Zaligmaker. Het ligt volkomen in Hem. Het zijn Zijn woorden: de zachtmoedigen zullen eten en in eeuwigheid leven.
3. Woorden van de ware christen
Gemeente, de Heere heeft het Heilig Avondmaal gegeven tot versterking van het geloof. Ziet u David voor u. Ziet u hem hoe hij zijn nood klaagt, ellende bekend maakt? Geen mens zou met hem willen ruilen. Maar in die benauwdheid en in die diepten mag hij zien, krijgt hij zicht op zijn Borg en Zaligmaker. Ondanks de omstandigheden mag hij de rust vinden in Jezus Christus. Hoe zit het dan met je geloof? Hij zou zeggen: ik merk iedere dag vele gebreken. Omdat ik geen volkomen geloof heb. Geen volkomen ijver heb. Maar het ligt alles in Hem. Het hoeft niet meer bij David vandaan te komen. Wat een wonder als u zo mag zien op die overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Zoals in het bezinningsuur gezien kunt u weten naar de staat van het leven weten dat u wedergeboren bent, dat de Heere Zijn genade in uw leven gegeven heeft. Maar wat kan het naar de stand een puinhoop zijn, dat u het niet ziet. De rechtvaardige zal uit het geloof leven. Wat is het nodig om uit het geloof te leven. Meer en meer te zien op Christus. Als vijanden u aanvallen. Kan al een uur na het Avondmaal. Satan u op de nek zit. Daarom geeft de Heere de sacramenten tot versterking van het geloof. Naar Hem te zien en op Hem te zien.
Want er komt een tijd voor degenen die Hem kennen van eeuwig lofprijzen. Hier bij tijden en ogenblikken. Bij beurte. Maar dan eeuwig. Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente. Mag u zo uw geloften betalen, gemeente? Waar de Psalmdichters steeds weer op terug komen. Uit de diepten roep ik tot God. Om zo te leven. Dat is toch de kern van de ware christen. Dat is toch het leven door en uit het geloof. De beloften. Hier is het nog niet. Maar de Heere heeft het beloofd. Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente. Gemeenschap. Het gaat rechtstreeks in tegen onze tijd, individualisme, ik aan mijn trekken kom. Daarom ook zo’n strijd. Driehoofdige vijand: satan, wereld en eigen vlees. Maar ik zal U lof zingen in die gemeenschap. Zoekt de Heere en leeft. Dat leven ligt in het zoeken van Hem. Steeds weer en meer zoeken en Hem steeds meer kennen. Dan kan het onmogelijk zonder het Woord. Als u Hem wilt zoeken, dan moet u Hem zoeken in Zijn Woord. Het Woord onderzoeken. Dat het zwaard des Geestes is. Nee, onmogelijk in eigen kracht. Daarom toont Hij zich vanuit de diepten, vertoont Hij Zich in de strijd. Het was Zijn lijden en Zijn heerlijkheid. Alles verworven door Hem.
Misschien zegt u wel: hoe is het mogelijk? Als u God kwijt bent, Hij je verlaten hebt, hoe kan je Hem loven? Is dat geen onmogelijkheid? Ja, voor mijn verstand. Tegenstelling. Contrarie, zou Van der Groe zeggen. U ziet het in het leven van David. God heeft Hem verlaten en toch mijn God. Net als bij de doodbrakende Heman. Toch zegt hij: de God mijns heils. De verwachting van de ware christen is alleen van Hem. Wat is het geheim? Het leven uit het gevoel?! Nee! Dan gaat u over de kop, dan vergist u zich. Nee, het leven uit het geloof. Mag ik u een geloften meegeven? Lof te zingen in de grote gemeente. Het staat te gebeuren. De zachtmoedigen zullen eten. Dan is er verwachting voor die jongen van u, dat meisje, waarvan u afvraagt hoe het ooit goed moet komen. Die andere keuzes gemaakt heeft en doodlopende keuzes zijn en daar het leven niet in is. Het offer van Christus is zo groot. Zijn trouw zo groot. Als ik het niet begrijp. Als ik denk om te komen. Om u vast te klemmen aan Zijn Woord en beloften. Zo mocht David het zien alsof het al voor zijn ogen voltrokken heeft.
Misschien hebt u die uitdrukking weleens gehoord: ‘zien nog geen hebben’. Vergeten. Niet Bijbels. Kan in de beleving zo worden ervaren. Vanmiddag omdraaien: hebben nog geen zien. David zag het eerst nog niet. Eerst niet althans. Daarna mocht hij het zien door de ogen van het geloof. Zijn handen leeg maar rustend op de beloften van het Evangelie omdat de Heere het beloofd heeft. Ziet u het hoe nodig het is dat de Heere het geloof versterkt. Dwars door het lijden heen, of zeggen: juist in het lijden. Daar ligt de eeuwige verlossing. Zo is Christus op weg om Zijn rijk te volmaken. Daarom woorden van Christus. Hij gaat door met Zijn kerkvergaderend werk. Ook in onze gemeente gaat de Heere door. Wij maken er een puinhoop van, ik steek mijn hand in eigen boezem. Maar Hij gaat door. Opdat Hij alle eer en lof zou ontvangen. Wij zitten te tobben dat jongeren de kerk verlaten, dat de kerk naar de rand van de samenleving wordt verdreven. Speciaal woord voor onze jongeren en ouderen: dat de kracht ligt in het volbrachte werk van Christus. Dat red je niet met een licht en bandje in de kerk. Ouderen, dat werk van de Geest.
Ik krijg het niet op orde in mijn hoofd. In de maatschappij krijg ik het niet op orde. Maar het is op orde omdat Christus de zaligheid heeft aangebracht. De verrekijker nog verder reiken. U ziet de tafels staan. Deze tafels wijzen ook heen naar de bruiloft van het Lam. De tafels staan gereed in de hemelse gewesten. Het Lam heeft overwonnen en Hij zal zorgdragen dat die bruiloft zal verduren tot in alle eeuwigheid. Door Hem alleen. Het ligt alles in Hem. In deze avondmaalstijd te zien op Hem. Het is maar een verdrukking van tien dagen. Dan zal het eeuwig vol zijn, Hem de lof toebrengen in alle eeuwigheid. Bent u nog vreemdeling van het heil dat in Christus ligt? Hij nodigt en Hij roept. Gemeente er is geen leven buiten Christus. Het moet steeds weer aan op Christus. Dat geloof, een levend geloof is ook een bestreden geloof. Daarom nodig om steeds weer gebracht te worden aan de voeten van de Heere Jezus Christus. Maakt u zich geen zorgen over dit leven, denkt u dat het allemaal wel goed komt, dan moet ik u waarschuwen. Dat u geborgen bent in het bloed van Christus. Om uzelf te onderzoeken en doorzoeken. Of het werkelijk waar is in uw leven. U kunt het niet met een misschientje doen. Het gaat op de eeuwigheid aan. Hij zoekt uw eeuwig behoud. Is uw geweten ontwaakt. De Heilige Geest aan het werk in uw leven, dat u het weet dat u buiten Christus voor eeuwig verloren moet gaan. Ik zeg het u: Hij is het die u nodigt en roept. Wacht nu niet voor meerdere ontdekking. Als de Heere toch dat zondenregister open gaat leggen, dan moet u omkomen. Haast u want Hij is het die staat te komen. Die komt om te oordelen de levenden en de doden.
Dan Gods volk. Die Hem mag kennen als uw Borg en Zaligmaker. Is het dan niet uw hartelijke wens om Hem te loven en groot te maken. Zeg dan zo heel stilletjes tussen de Heere en uw ziel: ik zal mijn geloften betalen in het midden van de grote gemeente. Mag leven uit Hem. Ook nog anderen tot jaloersheid zou verwekken. Er is geen beter leven dan met Hem. Hij staat te komen. Dan zal de bruiloft van het Lam aanvangen die eeuwig zal verduren. Wat zal het zijn die dag dat ik altijd bij Hem wezen mag. Hem te loven en te prijzen tot in alle eeuwigheid. Waarom dan? Er is maar één reden: omdat Hij het gedaan heeft. Amen.
Zondag 24 maart 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp – Psalm 22 vers 26-28 – nabetrachting op het gehouden Heilig Avondmaal