De goedheid van de hemelse Vader
In de Bergrede van de Heere Jezus die de Evangelist Matthëus beschrijft, leert Jezus ons waarvoor wij God de Vader moeten bidden. Hij wil goede gaven geven degenen die Hem erom bidden. Met het beeld van een kind dat aan vader of moeder om een brood vraagt, het noodzakelijke én broodnodige, leert Jezus ons dat God de Vader Zijn goede gaven wil geven. Wij die boos zijn -niet alleen boos doen maar boos zijn, de totale verdorvenheid- weten zelfs onze kinderen nog goede gaven te geven. Hoeveel te meer God de Vader die volmaakt goed is! Hij wil ons en onze kinderen het eeuwige leven schenken. Hij is genadig in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus die naar deze lage aarde kwam om te betalen voor onze zonden. Wanneer gaan wij zoeken, kloppen, vragen? Als het nood wordt, werkelijk nood wordt. Als er geen andere weg meer is. God belooft het eeuwige leven en bevestigde dat vanmorgen met het zichtbare teken van het doopwater waarmee het Evangelie niet alleen tot onze oren kwam maar ook tot onze ogen. Hebt u het gezien, hebt u Hem gezien?
Mattheüs 7 vers 11 : ‘Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden‘.
De goedheid van de hemelse Vader
1. Wat kinderen vragen;
2. Wat vaders geven;
3. Wat dé Vader wil geven.
1. Wat kinderen vragen
Gemeente, hoe hebben de profeten niet geprofeteerd van de komst van de Messias, van de komst van de Verlosser in deze wereld? Ook Hem aangekondigd als een Leraar. Leraar van en tot gerechtigheid. Ziet alles op Zijn profetische bediening. Van God de Vader, door de Heilige Geest gezalfd om te leren en te onderwijzen. Zien we sterk terugkomen in de Bergrede waarin Jezus de discipelen en het volk onderwijst.
In dit gedeelte onderwijst Hij hen over de noodzaak van het gebed. Om Hem te bidden. In alles nodig te hebben. Als het gaat over het leven, wandelen met de Heere, dat kan toch niet zonder het gebed? Zo met elkaar van hart tot hart te spreken. Het zou een rare toestand zijn als u met iemand samenwoont en u zegt geen woord. Het gebed een indicator van ons geestelijk leven. Hoe nodig is de Heere!
De Heere Jezus gaat ons leren hoe wij moeten bidden. Nog beter: wat wij moeten bidden. Misschien wel uw worsteling. Als je de blaadjes leest, Evangelisatie, vervolgde kerk, gebedslijstjes. Hier voor bidden, daarvoor bidden. Zeker nodig maar ervaart u dat ook zo? Ligt het op uw hart? Dat u zegt: ja daarin is de hulp van de Heere zo onmisbaar dat u de Heere daarin nodig hebt. Dan komt de vraag: wat is uw leven, jouw leven? Wat vind je belangrijk in je leven? Waar ga je voor?
Hoofdstuk 6 wijst op wat het allerbelangrijkste is. Zoek eerst Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. De rest zal u toegeworpen worden. Wat is belangrijk in de opvoeding? Een ding: het Koninkrijk van God. Eerst, vooreerst. Het Koninkrijk laat zich kenmerken met Zijn gerechtigheid. Daarom is Jezus naar deze aarde gekomen en heeft Hij betaald. Genoeggedaan. Toorn van de Vader gestild. Daar moet het over gaan in ons even en gebed. Zoekt en u zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden.
Het staat er met grote drang. Grote nood. Bid! Dat u het niet in uw macht hebt, buiten u ligt. Dat u handen als het ware vastzitten. En toch uitgedreven tot Hem om Zijn genade. Wanneer gaan wij zoeken? U gaat zoeken als u totaal de weg kwijt bent. Ik moest van de week naar Genemuiden voor een Bijbellezing. Wegen veranderd daar. Ik had thuis de weg opgezocht. Collega had een navigatie. Radeloos. Auto’s achter hem te drukken. Dan ga je zoeken. Wanneer ga je kloppen om binnen te komen? Als het keihard regent. Rent naar de voordeur, doet niemand open. Dan radeloos. Bonk op de deur. Om zo dat Koninkrijk van God in te nemen met geweld, bedoelt Jezus.
Waar vragen de kinderen om? Geldt dat niet de ouderen? Het gaat om de kinderen van het Koninkrijk van God. Hier, als Jezus Zijn onderwijs geeft, gebruikt Jezus een beeld. Kinderen vragen om een brood. Om een brood een steen geven. Dat is toch raar, zou je zeggen jongeren. Oude Israël brood en steen beide plat. Als je je tanden erin zet dan merk je meteen verschil. Brood zo nodig, eerste levensbehoefte. Denk maar aan het gebed: geef ons heden ons ons dagelijks brood. Of om een vis een slang zal geven. Johannes 21 als Jezus Zijn verschijnt aan Zijn discipelen aan het meer van Galilea. Hebt u enige toespijs? Iets erbij. Vis. Als je zoon om een vis vraagt, dan geef je toch geen slang.
Jezus’ onderwijs is diepgravend. Niet eerst naar anderen kijken. Oordeelt niet opdat u niet geoordeeld zult worden. Niet naar anderen kijken, niet voor anderen luisteren. Het gaat om u, om jou. Jezus maakt duidelijk wat het kenmerk is van die kinderen. Ze zijn afhankelijk. Vader en moeder nodig om in hun leven te voorzien. Wat vragen die kinderen? Die vragen om wat ze nodig hebben. Daar waar ze het zelf niet redden hebben ze vader nodig.
2. Wat vaders geven
Dat zal toch niemand doen? Als zijn zoon om brood bidt, geen moeder doen toch, een steen geven. Jezus zegt: indien dan u die boos zijt. Had hij bepaalde ouders op het oog? Nee gemeente, u en mij op het oog. In de grondtaal voor boos: niet alleen wat ziet op slecht ziet, niet alleen boos doen maar boos zijn. Ouders die totaal verdorven zijn. Het alles verzondigd hebben. Die weten nog hun kinderen goede gaven te geven. Dat is aangrijpend ouders. Mag ik het in hedendaags Nederlands zeggen: ook als u onbekeerd bent dan moet u uw kind wijzen op het enige nodige, behoud. U kunt zich er niet achter verschuilen. Te wijzen op wie God is in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus.
Gaven geven. Gift. Iets van henzelf wat zij geven. Als een kind om een brood vragen, dan geven ze geen steen. Zullen het beste voor hun kinderen geven. Vragen om vis, dan geen slang. Misschien is een aal bedoeld, onreine vis. Niet te eten. Vaders hebben toch het beste met hun kinderen voor. Dat mag ik toch althans hopen? Vaders dat u uw kinderen niet tot toorn verwekt. Wint voor de liefde van Christus omdat u zelf gedreven wordt door de liefde van Christus.
Wat kan het hier fout gaan. Verkeerd vaderbeeld hebben. Erge dingen gebeurd zijn in de opvoeding. Vaderbeeld verwrongen is. Zelfs u die boos zijt weet u kinderen goede gaven te geven. Het beste voor hebt met u kind. Wat is het beste? Zoals ik net vroeg in de toespraak, ouders. Waar gaat het u om? Een plek krijgen in dat Koninkrijk van God. Niemand kan in dat Koninkrijk ingaan tenzij het wedergeboren is. Ik kan het niet geven. Nee, u kon ook geen leven aan uw kind geven. Heeft God gegeven. Hem nodig hebben. Hij wil met alle goed ons verzorgen. Slaat toch niet alleen op het tijdelijke goed? Ja ook op het tijdelijke. Op het eeuwige leven gericht. Dat het kind groot wordt in het Woord, gefundeerd. Daarom nodig om jong mee te nemen onder het Woord. Laat ze maar wat wiebelen. Dat ze gaan horen. Dat ritme. Gaan vragen: mag ik ook naar de kerk? Wat is het dan nodig dat de kinderen naar de catechisatie gaan? Geen bezigheidstherapie, of binding aan de kerk. Maar dat ze onderwezen en geleerd worden. Doe ook mee met ze, leer mee met ze. Vraag wat ze geleerd hebben.
Dan is het toch ook belangrijk als de ambtsbroeders op bezoek komen, dat de kinderen er bij zijn. Kunnen vragen naar het wel een wee van de kinderen. Of ze al een nieuw hart hebben. Om er zo alles aan te doen om onze kinderen te leren. Terwijl het niet gaat, het is onmogelijk, mijn armen zijn te kort. Dat brengt ons bij wat de Vader ons wil geven. Hoeveel te meer zal de hemelse Vader geven!
Hij maakt Zich bekend als een Vader. Zo maakt Hij Zich bekend in Zijn Woord. Kracht, sterkte, veiligheid. Alles te vinden. Getrouwe Vader, liefdevolle Vader. Dat bij Hem alles te vinden is. Hij belooft het. Hoort u het? Het is niet maar zomaar een los woord. Hij belooft het. Met alle goed te verzorgen. U weet, hoewel u boos bent, uw kinderen goede gaven te geven. Hoe moet het met Hem zijn? Die volmaakt goed is! Alles wat Hij doet is goed. Als het ergens in blijkt dat deze Vader een getrouwe en barmhartige Vader is.
In die goede gaven. Welke gaven? Welke gift? Nou, Zijn Zoon gegeven. Overgegeven in de dood voor doodschuldige zondaren, het gaat over u, het leven zouden hebben in Zijn Naam. Het zijn niet alleen maar loze woorden. Hij heeft het laten zien, Hij heeft het bewezen. Hij heeft geleden, Hij is gestorven, het is alles volbracht, Hij is opgestaan uit de dood en opgevaren ten hemel. Daarom wil deze hemelse Vader ons met alle goed verzorgen. Dat belooft Hij en gaat Hij nog eens heel persoonlijk maken. Zo vanmorgen heeft de Naam van de Drie-enige God geklonken bij de doop aan het kind. Ik doop u in de Vader, Zoon en Heilige Geest.
Het is niet zomaar een ceremonie. Een uiterlijk tekentje. Als dat zo is ouders, dan hebt u vanmorgen uw kind uit gewoonte of bijgelovigheid gedoopt. Maar de Heere meent het. Dat doet de Heere tot eer van Zijn Naam en tot onze troost. Was het een troost voor u? Toen u dat doopwater zag vloeien? U bent boos, door en door verdorven. Dat water wijst heen naar de Heere Jezus Christus. Het is die getrouwe Vader, die hemelse Vader, uw Vader. Oei, nu wordt het ingewikkeld. Is Hij wel uw Vader? Mogen we dat wel zo zeggen? Is dat geen algemene verzoening? Dat is onbegrijpelijke zondaarsliefde dat Hij dat vanmorgen laat verkondigen. Ik ben de Heere uw God. Daarom alleen al krachtens de schepping, alleen al omwille van de schepping is Hij uw hemelse Vader. Maar er is meer.
3. Wat dé Vader wil geven
Zo heeft Hij ook dat verbond der genade met u gesloten. Een eeuwig verbond der genade. Ja, maar er is een verschil tussen inwendig en uitwendig zijn. Hebt u vanmorgen verschil gezien? Of neemt u het doopwater niet serieus? De Heere zegt: hier ben Ik. En zo sloot Hij een eeuwig verbond der genade en houdt Hij vast. Ja maar ik begrijp het niet als ik zie op die jongen die een heel andere kant op gaat, dat meisje afscheid genomen van God en Zijn dienst. Ik snap het niet. Ik ook niet, gemeente. Maar één ding staat vast: de Heere houdt vast. Zult u Hem erop aanlopen, aanroepen. Zult u Hem eraan houden? Dat is niet aanmatigend, brutaal. De Heere ziet niets liever dan dat wij Hem nodig hebben.
Hem vanmorgen op deze tekst aan te roepen. Heere, ik ben boos. Ik weet niet wat goed is voor mijn kinderen. Maar u bent toch die hemelse Vader die die goede gaven geeft degenen die ze van U bidden. Waar het op aankomt: onvoorwaardelijk te geloven. Ja maar, ik moet toch bekeerd zijn, wedergeboren, ja maar de Heilige Geest moet het toch werken? Hoort u het? Allemaal ja maars. Ten diepste uw eigen weg gaan. U wilt nog wel een eerste hulp bij ongelukken. Maar voor heel uw leven. In alles nodig te hebben. Als Hij een heel andere weg met u gaat dan u voor ogen had, dan te erkennen dat deze hemelse Vader het niet verkeerd doet. Te erkennen dat Hij mijn hemelse Vader is. Niet alleen voor anderen maar ook voor mij. Die heel mijn leven in handen heeft. Waar ik met al mijn strijd, chaos, nood terecht kan.
Wanneer ga ik het erkennen? We kunnen de meest mooie redeneringen hebben. Ik kan nog veel aanwijzen van wat fout gaat in uw leven. Wanneer ga ik het erkennen? Eén druppel van Zijn liefde in uw koude en harde hart. Hebt u het vanmorgen niet gezien? Wendt u nou naar Mij toe, ga nou niet door op je eigen pad. Dan ga ik het zien, leren en erkennen dat ik zondaar ben. Door die liefde. O wat een chaos is het dan in mijn leven. Zodra ik het licht zie aan het einde van de tunnel, dan mijn eigen weg weer gaan. Daarom spoort Hij mij aan tot Hem te gaan, te zoeken, te kloppen. Het is onmogelijk om uw kinderen bij Hem te brengen. Bij u onmogelijk. Bij Hem niet. Een wenkje. Een druppeltje op Zijn alvermogen. Hij geeft wat werkelijk goed is.
Als we erover nadenken wat goed is, dat kunnen we best op orde krijgen. Bijbelstudie best wat dingen noemen. Maar het Woord leert mij dat ik niet weet wat goed is. Prediker 6 vers 12. Denk niet dat je straks het wel weet als je wat ouder bent. Wij weten het niet. Wij gaan zo graag voor het goede. Voor welvaart en welzijn. Ik denk dat je geen hogere wiskunde gestudeerd hoeft te hebben om te zien dat dat niet werkt. Dat zeggen de mensen in de verdrukte kerk: laten we niet zo worden als de mensen in het Westen, want dan vallen we ook in slaap.
Wilt u het zien, gemeente? Dat de goede Vader de gaven wil schenken. Dan moet u bij alles wat er gebeurt in uw leven vragen wat de Heere daarmee voor heeft. Bij alles. Niet alleen bij de blijdschap en vreugde. Maar bij alles vragen wat de Heere ermee voor heeft. Dat mailtje dat u kreeg, dat berichtje. Juist op dat moment. Die ontmoeting die u hebt. Die klungel in het verkeer. Of gelooft u niet dat alles onder Zijn voorzienigheid ligt? Het is toch die hemelse Vader die ons alle dingen toeschikt? Wilt u het zien? Dan moeten al die tijdelijke dingen ons opleiden tot de geestelijke dingen. Dat het die hemelse Vader is die al het goede wil geven degenen die bidden.
Dan kan ik u toch niet beter wijzen dan op Die zit aan de rechterhand van de Vader. Die biddende Hogepriester. Die in alles verzocht is. In alles. Er gebeurt niets buiten Zijn voorzienigheid. In alles Hem aan te lopen. Biddende maar ook dankende Hogepriester. Zo te leven uit die goede, hemelse Vaderhand. Niet alleen voor u doopouders, maar voor heel de gemeente, daarom weer gedoopt in de Naam des hemelse Vader. Hij een verbond sloot en sluit. Alle kwaad van haar weren of ten beste keren wil. Die goede, hemelse Vader die Zijn goede gaven geeft degenen die Hem daarom bidden. Amen.
Zondag 17 februari 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Mattheüs 7 – bediening van de Heilige Doop