Gods reddende trouw voor ballingen
De profetie van Jeremia over het vergaderen van het volk Israël uit alle volken gaat niet alleen over het verleden in de tijd van de Babylonische ballingschap. Gods [verbonds]trouw is een eeuwige trouw en Hij heeft een verbond gesloten met het volk Israël waar Hij niet vanaf wil en niet vanaf kan. Gods beloften zijn in Christus vervuld en tegelijkertijd is het rijk van Christus nog niet volmaakt. In het ‘reeds en nog niet’ wordt Gods wonderlijke trouw zichtbaar die handelt naar Zijn beloften en uit Joden en heidenen een volk vergaart dat eeuwig bij Hem wonen zal.
Jeremia 29 vers 14: ‘En Ik zal van ulieden gevonden worden, spreekt de Heere, en Ik zal uw gevangenis wenden, en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, waarhenen Ik u gedreven heb, spreekt de Heere; en Ik zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren.‘
Gods reddende trouw voor ballingen
1. Voor Israël in Jeremia’s dagen;
2. Voor Israël in later dagen;
3. Voor de kerk van vandaag.
1. Voor Israël in Jeremia’s dagen
Gemeente, het moet onvoorstelbaar ingrijpend geweest zijn voor het volk van Israël. Uit het beloofde land en in ballingschap. Abraham had het teken van Gods verbond en trouw gekregen. Erfelijke bezitting het land. Moment, door eigen schuld, dat ze naar Babel worden gebracht. Het is alsof God een punt zet en het helemaal gehad heeft met het volk. En dan het wonder. Jeremia krijgt een opdracht om een brief te schrijven. Allerlei groepen mensen weggestuurd. Brief al een wonder. Dat de Heere nog tot hen spreekt. Hij laat het niet los maar blijft hen omringen met Zijn trouwe zorg. Terwijl zij er een puinhoop van hebben gemaakt. Ze krijgen een bijzondere opdracht. Huizen planten, hoven bouwen, zich vermenigvuldigen. Helemaal integreren in Babel. Niet één worden met het Babylonische volk maar één volk blijven. Moeten staan als een teken van Gods trouw. Dat het gezien wordt dat God werkelijk trouw is. Krijgen zelfs de opdracht mee om te bidden voor de vrede van de stad. Midden in de gevangenis als het ware. Vrede. Weten wat het is, de vrucht van de Heilige Geest: in orde. De Heere belooft het ook dat ze zullen delen in de vrede. Kunt u het nog volgen? Zo in de ballingschap staan en geeft hen gelijk mee dat het zeventig jaar zal duren. Volle periode. Priester zijn, kunnen laten zien wie hun God is. Hoe trouw hun God is.
De Heere waarschuwt ervoor dat er valse profeten komen die zeggen het zal geen zeventig jaar duren. Vorst van Babel gebroken. Nee zegt de Heere, het zal zo gaan. Zeventig jaar Hem dienen en groot maken. God heeft gedachten des vredes gehad, van eeuwigheid. Niet genoeg nadruk op leggen. Toen al gehad met dit volk. Daarom is in de eeuwigheid het grote plan van de zaligheid uitgedacht. Christus heeft zich aangeboden en borg gesteld. Ik zal komen en betalen. De Heere handelt naar de raad des vredes. Het feit dat we hier nog zitten bewijst dat. Dat God geen gedachten des kwaads maar des vredes heeft. Misschien zit u hier wel doodongelukkig wat er allemaal is gebeurd in de afgelopen week. Maar hoor de Heere. Hij zal antwoorden.
Dat heeft de Heere toch steeds gedaan. In Egypte onder de tirannie van Farao. De Heere heeft gehoord. Volk geleid veertig jaar door de woestijn. U kunt volkomen op Hem aan. Hoort u het, Israël? Zoals Hij gedaan heeft in Egypte. Psalm 81. Opent uwe mond. Ik ben de Heere God die u uit Egypteland hebt uitgeleid, doe uw mond wijd open. Zie dan toch, dat ik Mijn woord gehouden heb. Ondanks uw zonden, ondanks alles wat u verzondigd hebt, zal Ik van u gevonden worden. Daar in Babel ja? Ja, zelfs daar in Babel. De Heere zegt niet op deze plek zoek de Heere en leef maar Hij gaat nog lager: Ik zal van u gevonden worden. Denkt u maar aan die bekende tekst uit Jesaja 65. Ik ben gevonden van degenen die naar Mij niet vragen en ben gevonden die naar Mij niet zochten. Zien in de historische, sociologische en godsdienstige context zien van die dagen. U hebt er een puinhoop van gemaakt maar Ik zal u wederbrengen. Ik zal u weer brengen in dat land van de beloften. Abraham, Izak en Jakob belooft hebt. Ziet u trouw de Heere is. Hij laat niet los, Hij volvoert Zijn raad. Misschien zouden wij zeggen: het is hopeloos voor het volk. Zoals we vandaag kunnen denken.
Dan staat er ineens een koning op, koning Kores. Niet toevallig. Ze mogen terug, ze moeten terug. De tempel en stad weer op te bouwen. Om God te dienen. Gods reddende trouw voor ballingen, voor Israël in Jeremia’s dagen.
2. Voor Israël in later dagen
Gemeente, en daar ligt het geheim, u moet als eerste als het gaat over de profetieën verstaan in de context van de dagen waarin ze uitgesproken zijn. Wij hebben de neiging om alles te lezen van uit de Nieuw-Testamentische tijd en zo terug te lezen. Maar dat is zoals als een spannend boek de achterkant lezen en dan de afloop achterin het boek lezen. Maar dan verliest u veel details, veel van het boek. Zo ook met de profetieën. De Heere belooft ze genadig te zijn. Hen weer te vergaderen. Maar als u deze tekst leest dan gaat het niet alleen over Babel maar Jeremia plaatst deze tekst in een breder perspectief. Niet alleen uit Babel maar uit alle volken, breder getrokken. Alle volken en alle plaatsen waar Ik u heen gedreven heb. Het is als u hier Babel in leest, dat de Heere het nog breder zal trekken. Deze profetie wordt hiermee tijdloos. Als u eerlijk bent, en alleen maar geldt voor die dagen, dan kunt u de Bijbel wel sluiten. Hoe krijgt het betekenis? Omdat God de trouwe is, de onveranderlijke. Wat God deed in Egypte, in Babel en nog doet. Waarom dan brengt Hij hen nog terug naar hun land? Waarom maakt Hij Zich zo bekend? Hij maakt Zijn trouw en goedheid bekend. Opdat u de toevlucht zult nemen tot Hem. Daarom, dat we die details niet verliezen en achterin beginnen te lezen maar heel het boek te lezen. Hij blijft getrouw. De Heere doet dat omdat Hij een verbond heeft gesloten met Abraham, vernieuwd heeft aan Horeb en aan David.
De Heere kan niet af van Zijn verbond. Hij zou geen God meer zijn. Hij kan niet van Zijn verbond af maar ook niet van Zijn volk af. Heeft God dan Zijn volk verstoten? Als Paulus zou de gemeente van Rome onderwijst met Joden en heidenen, gedachte heerste dat de heidenen beter waren omdat de Joden de Messias verworpen hadden. Paulus vraagt met een heilige verontwaardiging af: heeft God dan Zijn volk verstoten? Het is onmogelijk. Maar er staat toch, door Johannes opgetekend: Hij is tot de Zijnen gekomen maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Gemeente, als Hij om die reden Zijn volk verstoten had, wat had Hij dan met u niet moeten doen? Hoe lang hebt u die Zaligmaker niet verstoten? Misschien wel tot op de dag van vandaag. Dat u rustig door kunt leven, in eigen kracht, Hem niet nodig. Maar Hij heeft Zijn volk niet verstoten. Want Hij houdt vast. We zien het tot op de dag van vandaag. Die trouw en die vastheid.
Misschien zouden we haast denken dat Jeremia wat emotioneel is. Als je ziet op de gevangenschap van zijn volk. Maar Hij is niet emotioneel. Hij herhaalt de woorden van Mozes. In opdracht van Zijn zender gesproken. Deuteronomium 30. Weder vergaderen uit al de volken. Als ze gereed staan om het beloofde land opnieuw in te trekken. Abraham is er gekomen maar er kwam hongersnood. Jakob met zijn zonen naar Egypte gegaan. Dat was toen en Egypte en Babel. Maar wat denkt u van de gevangenschap heden ten dage? Daar het volk Israël over de gehele aarde verspreid is geworden. Al waren ze aan het einden van de aarde. Zeg tot het noorden geef en het zuiden houdt niet in. Ze zullen komen vanuit het noorden en zuiden en oosten en westen en ze zullen komen vanuit die plaatsen waar Ik hen verdreven heb. In het jaar 70 de Joden verstrooid. Overal op de wereld komt u hen tegen. Nog nooit de verstrooidheid zo groot geweest.
En ze komen. U kunt het dagelijks in de krant lezen. Inmiddels 8 miljoen Joden in het land Israël. In 70 jaar, toen er circa 800.000 Joden in Israël waren, is het aantal vertienvoudigd. Om uiteenlopende redenen komen ze terug. Nog nooit is het gebeurd dat uit het tweestammenrijk Joden gekeerden. Nu uit de stammen van Dan en Manasse.
U ziet als het ware de profetie van Jeremia opnieuw in vervulling gaan. Of mag ik dat zo niet zeggen? Het heeft nog nooit zijn volle vervulling gekregen. Ik zal hen vergaderen uit al de volken en uit al de plaatsen. Misschien is er wel iemand, breed verspreidde gedachte uit de kerk, die zegt dat de beloften in Christus alle beloften hun vervulling gekregen. Calvijn werkt deze gedachte breed uit in zijn Institutie. En vele theologen zijn hem gevuld. Is het niet zo dan? Jawel, ik zou ‘Amen’ zeggen. Daar hebben we het reeds en nog niet. Het rijk van Christus is nog niet volmaakt. Calvijn heeft gelijk maar er is ook een andere kant. De boeken van Brakel lezen, delen 1-3. Zo wonderlijk. Woorden van de profeet Jeremia. Het ligt zo vast en God is vast. Niet de moed verliezen. Dat u ziet dat Hij het is die met uitgebreide handen staat en nodigt en roept. Niet alleen voor Israël in Jeremia’s dagen maar ook voor Israël in later dagen.
3. Voor de kerk van vandaag
Gemeente, als u die woorden zo leest, gedachten des vredes. Ook gezongen uit Psalm 22 en 147, Hij heelt verbrokenen van harten. Voor een ieder die de toevlucht tot Hem neemt. Denkt u erover na: wie heeft de Heere op het oog? Of bent u geneigd de context te vergeten van Jeremia’s dagen. Dan verliest u veel details. En nog wat. Wie zegt dat het over u gaat? Beloften zomaar uzelf toepassen? Dat de Heere Zich laat vinden. Waar haalt u de vrijmoedigheid vandaan?
Weet u waar de vrijmoedigheid in ligt? Niet in u, geen haar beter dan Israël. Maar in de trouw van de Heere. Is het dan niet Gods trouw dat Hij in 1948 Israël de staat teruggaf en door de jaren heen? Dat de profetie van Jeremia vandaag nog geldt. Dat u zo uw toevlucht neemt tot de Heere. Dat is Uw Woord. Ik heb het niet alleen gehoord maar tot op de dag zie ik het.
Wat een wonder dat Hij Zijn volk niet verstoten heeft. Als dat zo was, dan konden we wel ophouden en naar huis gaan. Maar Hij houdt stand. Gaat om gedenken en herdenken. Als we horen naar Jeremia, wat schittert er dan? De straf die het volk moest ondergaan of Gods trouw? Misschien ben ik scherp vanmorgen maar als je er mee bezig bent dan ga je het ineens zien. Wat herdenken we met de Razzia? De straf of Gods trouw? Laten we ons gaan in allerlei moeilijke en verdrietige situaties om daarin te blijven hangen of ziet u nog Gods trouw dat u hier zit vanmorgen? Met andere woorden: wat heeft die Razzia teweeggebracht in ons dorp en de omgeving? Hoe herdenken we dan?
Dan denk ik: waar haalde ik de vrijmoedigheid vandaan om zo de eerste keer in Putten bij de Razziaherdenking te preken en te wijzen op Gods trouw. Wat hebt u met uw tranen gedaan? Staan ze nog op een potje op de schoorsteen en dat u ze koestert of heeft u ze bij de Heere gebracht die ze in Zijn fles heeft bewaard? Bijzondere getuigenissen over Gods trouw van weduwen die hun man en soms zelfs zonen verloren. Wij zijn inmiddels 74 jaar verder. In Zijn trouw en goedheid want Hij laat Zich vinden. Of bent u geen balling? Want ze zijn niet meer op de plaats die Hij ons gegeven heeft. Geschapen in de hof van Eden. Waar het volkomen en heerlijk was. Uitgedreven. Ballingen, uitlandig en ellendig. Of hebt u het prima? Of zoals ik weleens lees van een gemeente die dr hemel op aarde creëren. Buiten het paradijs zijn we. Op hoeveel plaatsen zien we het niet. Kunt u ermee instemmen dat het allemaal besloten ligt onder de zonden? Niet de schuld op de ander werpen maar op uzelf te zien..
Ik wil eindigen zoals onze vaderen eindigden. Drie soorten mensen aan. Het volk van God, de bekommerden en degenen die buiten Christus zijn. Bent u buiten Hem? Nog nooit leren vallen voor Hem. Nog nooit bekend zondaar te zijn. Nog nooit ingestemd met het rechtvaardig oordeel van Hem. Als u buiten Christus bent, dan zeg ik dat u dood bent. Als u zich niet bekeerd, dan moet u de eeuwige dood sterven. Ik heb u er niet voor over en de Heere heeft u er niet voor over.
Zijn er nog ballingen? Die niet kunnen bestaan voor God. Zondenregister open. Maar nog niet de rust hebben gevonden. Ik heb een Woord voor u, een Evangelie voor u. Als u merkt dat uw armen te Kort zijn, uw ogen te gebroken. Maar Hij zegt: ik zal van u gevonden worden. Mag u in Christus zijn, wedergeboren tot een levende hoop. Er ligt een roeping. Bouw huizen, bouwt hoven, vermenigvuldig u. Opdat het gezien wordt in deze ondergaande wereld. Wij maken ons al druk over onze tijd.
Dat snijdt het door je hart. Als je leest dat de Evangelisatiecommissie moet schrijven dat er geen vrijwilligers zijn. Hebt u uw naasten er dan voor over? Cirkel rondmaken vanmorgen. Israël, acht miljoen Joden. Overgrote deel seculier. Is het daar niet nodig om zo het Evangelie van vrije genade te brengen. Beginnende van Jeruzalem het Evangelie van vrije genade te verkondigen. Hem tot een getuige te zijn. Zoals Paulus schrijft: om hen tot jaloersheid te verwekken.
Waarom moet ik dan heilig leven? Ik denk weleens dat we er helemaal niets van begrijpen. Het gaat om Zijn rijk. Dat zullen we vanmiddag horen als het gaat over Zondag 32 van de Heidelbergse Catechismus. Om nu mijn naasten te winnen voor Christus. Dat u het niet in ergenis van u af zou werpen. Het is naar het Woord.
Dat ons harde hart steeds weer zou breken. De Heere is het zo waard. Zijn reddende trouw voor ballingen. Zo ervaren hier in Putten dat de Putten geslagen heeft hier in de Razzia. Maar Hij betoont Zijn trouw en liefde. Omdat het Zijn Zoon is die alles volbracht heeft. Er is betaald, volkomen betaald. Daarom deze beloften, Ik zal gevonden worden van hen die naar Mij niet zochten is ja en Amen in Christus. Amen.
Zondag 7 oktober 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Jeremia 29 vers 14 – Israëlzondag en tevens herdenking van de Razzia in Putten oktober 1944