Trouw en waarheid bevestigen

In Zondag 37 van de Heidelbergse Catechismus gaat de Onderwijzer in op het zweren van eed. Het gaat over het bevestigen van de trouw en waarheid, tot eer van God en heil [=behoud] van de naasten. Zijn wij betrouwbaar? Kent de wereld de kerk, christenen, vanwege hun betrouwbaarheid? Dat ons ja-woord ja is en ons nee nee? De Heere eist het van u. Hij is getrouw, Hij is de onveranderlijke. Hij laat niet varen het werk van Zijn handen. Als Hij iets belooft, zal Hij het doen. Zijn beloften zijn in Christus ja en Amen. God bemoeit Zich met ons, ook met die kleine burgerlijke dingen. Met alle facetten van het leven. Hebt u zo geen verlangen om die trouw en waarheid te bevestigen? Tot Zijn eer. Dan zal Hij het ook geven: Zijn grote Naam te eer.

Heidelberge Catechismus zondag 37, vraag en antwoord 101, 102

Trouw en waarheid bevestigen
1. Kan dat zonder eed?
2. Moet dat met een eed?
3. Mag dat door een eed?

1. Kan dat zonder eed?

Gemeente, de eerste gedachte die bij je opkomt als je Zondag 37 leest, dan denkt je gelijk aan ouderwets, gedateerd. Als het gaat over deze vragen. Vraag 101 richt zich tegen de wederdopers. Erkende de overheid niet. Stonden niet toe dat de overheid een eed eiste. Trouw en waarheid te bevestigen. Nee, zeiden de wederdopers. Overheid onwettig volgens hen. Vraag 102 tegen de heiligen. Tegen de Rooms Katholieke Kerk geschreven. Gezworen bij Johannes, bij Petrus. Hoe actueel is Zondag 37?

Toch als het gaat om de partijen die niet zo belangrijk meer zijn, de wederdopers en de Roomse Kerk, toch actueel. Gaat om trouw en waarheid. Opdat Gods eer gegeven zou worden en de naaste gesticht. Eerste vraag: hebben wij daar behoefte aan? Is dat nodig? Kernwaarden: trouw en waarheid. Daar zou toch geen enkele discussie over nodig zijn. Toch gemeente, als het gaat over trouw en waarheid dan zijn het misschien wel de begrippen die afkalven. Steeds minder herkent en erkent worden.

Hoe moet ik trouw en waarheid bevestigen? Jakobus: zweert niet, maar uw ja zij ja en het nee nee. Als het gaat over hoe wij de waarheid bevestigen, dan zit dat hierin. Laat u ja ja zijn en u nee nee. En dan is de grote vraag, voor u en jullie jongeren en voor mij, kunnen wij daarop aan? Kunnen wij op uw ja-woord of nee-woord aan? Belangrijke vraag als we om ons heen kijken. Ik zeg dat niet om op anderen te letten want u moet echt bij uzelf blijven. Druk van het individualisme. Iedereen mag zijn, voor jezelf. Een ding belangrijk: dat ben je zelf. Dus dat ja wordt steeds minder belangrijk als ons eigen ik ermee gemoeid is. Ik moet er zin in hebben. Ja maar. Niks ja maar. Ik beter van word, ik aan mijn trekken kom.

Als het gaat over het bevestigen van trouw en waarheid. Wie betreft dat? Mensen op een bepaalde maatschappelijke positie? Ambtelijk. Trouw en waarheid betreft ons allemaal. Want de Heere is getrouw. Bij de Heere is waarheid. Dat betekent dat Hij dat ook verwacht van degenen die Hem kennen, liefhebben en dienen. Hoge eis van de Heere zelf. Omdat Hij trouw en waarheid is. Dat u ook trouw en waarheid bevestigt. Is het dan nodig dat u een eed zweert?

Jakobus: voor alle dingen, zweert niet. Bij de hemel of aarde. Een eed. Zo las ik ergens: een eed is een concessie aan een onvolmaakte wereld. Een concessie is dat je iets toegeeft dat er een onvolmaakte wereld is. We gaan er al vanuit dat het niet goed is, niet klopt. Daaraan toe te geven, een concessie. Een erkenning dat de wereld onvolmaakt is. Doortrekken: wereld onvolmaakt omdat wij dat niet zijn. Omdat het bij ons niet klopt, klopt het in de wereld niet. Augustinus: de wereld klopt niet omdat wij niet kloppen. Laat u ja ja zijn en u nee nee, zegt Jakobus.

Jongeren. Herken je misschien wel. Morgen snoep meenemen. Ja? Ja doe ik. Kunt erop rekenen. Volgende keer op rekenen. Erop aan kunnen. Ik zweer het je. Ik vergeet het niet. Ik zal het echt doen. Het is alles ons ja-woord ontkrachten. Want laat u ja ja zijn en nee nee. Waarom schrijft Jakobus dan dat wij niet voor alle dingen moeten zweren? Bergrede, Jezus zegt precies hetzelfde. Tegen de Farizeeërs en Schriftgeleerden. Praktijk van de dag. Bij alles wat ze zeiden zweerden ze dan. Zo degelijk maar niet de Naam van God noemen. Woorden kracht bij te zetten. Bij hemel of aarde of Jeruzalem. Jakobus wijst erop dat ze niet bij alles en nog wat moeten zweren.

Heel indrukwekkend als u ziet als de Heere Jezus onderwijst om u ja ja te laten zijn. Bij dat zweren gaat het om Gods tegenwoordigheid in te roepen, Gods alwetendheid in te roepen. Gemeente, daarover nadenken. Kunnen wij dan in alle gevallen Gods aanwezigheid inroepen? Durft u het aan. Misschien in een bepaalde zaak ligt het recht. Maar kan zoveel bijkomen. Een rol hebben dat het wat is. Om zo Gods alwetendheid in te roepen. Toch ligt op ons die dure plicht. Om trouw en waarheid te bevestigen. Jongeren, ben je trouw? Dat je daar ook herkenbaar aan bent? Mensen in de wereld: je kunt het beste met christenen te maken hebben. Daar kun je van op aan. Hun ja is ja en nee nee. Komt je nooit bedrogen mee uit. Als je met ze handelt. Zaken doet. Is dat het beeld wat de wereld van de kerk heeft? De wereld van u, van ons heeft, gemeente?

Als het gaat om die trouw en waarheid te bevestigen, dan zegt de Onderwijzer heel duidelijk dat maar twee gevallen zijn toegestaan. Misschien verras ik u ermee. Ook over onze eden in de kerk. In de kerk belijdenis doen en trouwen. Als ik Zondag 37 bekijk vraag ik mij dat af. Laat u ja ja zijn. Zo geven wij ons ja-woord in de kerk voor Gods aangezicht. Voor Gods alomtegenwoordigheid. Is uw ja dan ook ja? Dan begint het. Als het gaat over onze belijdenis. Belijdenis van het geloof afleggen. Of wij geloven in een Drie-enige God. Volledig achter de leer van de kerk staan. Vanmorgen nog gehoord in de doopdienst. Christelijke leer alhier geleerd, de zaligmakende leer geleerd wordt. Hoe hartelijk verbonden zijn we met de leer waar we ja tegen hebben gezegd? Die omschreven is en wij belijden? In Schrift en belijdenis.

En dat betekent ook dat wij toch heel zeker moeten zijn als wij ons ja-woord geven dat wij dat ja-woord kunnen volbrengen. En als wij dat ja-woord hebben gegeven, richten wij dan ons leven daarnaar in? Leer en leven in overeenstemming. Terwijl u uw ja-woord hebt gegeven maar in het maatschappelijk en economisch leven er de hand mee licht. Betreft Gods eer, Zijn Naam gelasterd wordt. Ik probeer het maar heel praktisch te maken. Bent u getrouw in de dienst van het Woord? Als de verkondiging van het Woord plaatsvindt? Schikt u zich dan onder het Woord? Alzo zegt de Heere Heere. Of hebt u uw lijstje klaar. Wat u wilt horen en beslist niet horen?

Gemeente, niemand ontkomt eraan. Zo selectief. Kinderen van onze tijd. Horen wat we willen horen. Heere zegt: zijt getrouw. Dingen die we kunnen doen. U weet het, daaraan vasthouden. Ik ben geen Remonstrant. Jongeren, God heeft knieën gegeven om te buigen, ogen om te sluiten, handen om te vouwen. Niet zeggen: ik kan niet bidden. Naar de kerk ook. Bij de vaten waken, wordt dan gezegd. Als je kunt. Zijn we onder de verkondiging van het Woord als dat plaatsvindt? Getrouw in het gebruik van de sacramenten. Wezenlijk bij de belijdenis van het geloof. Avondmaal. Zijn wij getrouw aan de gemeente waar de Heere ons gesteld heeft. Als er een beroep op ons gedaan wordt. Zijn we dan getrouw?

Wij zetten dan op een rijtje wat zinvol is, wat ik belangrijk vind. Maar dat is niet de vraag bij trouw en waarheid. Gaat om wat de Heere van u vraagt. Onvoorwaardelijk Zijn stem te volgen. Getrouw te zijn waartoe de Heere je roept. Getrouw te zijn in je huwelijk, huwelijkstrouw. Grote druk op uitgeoefend. Elkaar trouw belooft maar na een paar jaar een hele andere wereld ziet. Is het dan niet beter om voor jezelf op te komen en eigen weg te gaan? Waar is de huwelijkstrouw in onze maatschappij. Afgelopen week heel erg bij bepaalt. Als ik het woord Nashville noem dan weet u wat eraan de hand is. Bijbelse lijn te volgen. Waar de kerk gezwegen heeft bij abortus en de invoering van het homohuwelijk. Transgender ideologie nu wordt gevolgd. Als ouders in de opvoeding een wezenlijk onderdeel moeten besteden aan de vraag naar transgender. Zelfs ruimte moeten bieden voor een operatie. Ik begrijp dat er ongelooflijke zorgen zijn. Zo grote strijd kan zijn. Ik heb mensen gesproken waar die strijd zo groot is, niet in het lichaam passen. Niet klein over denken. Maar wat een wonder wordt het als we zien dat die strijd in de kracht van Koning Jezus wordt gestreden.

We worden overspoeld met anders denken en andere ideeën. Je kunt zeggen: geen handig moment, formuleringen te hoekig, te kort door de bocht. Maar er is gesproken. Als er een andere route gekozen was, andere woorden, dan was het niet veel anders gegaan. Discussie in de kerk. Wat een meningen. Iedereen zoekt of er wel rekening gehouden wordt met hem en haar. Waar gaat het nog om als het gaat om trouw en waarheid? In de eerste plaats om de eer van de Heere en in de tweede plaats om het heil van onze naasten.

Afgelopen week sprak ik een homo. Die in de kracht van de Heere Jezus zijn leven vorm probeert te geven. Niet bedroeft om Nashville maar om de homolobby. Die niet Bijbels is. Wat een strijd. Alle aandacht nodig en onze gebeden. Dat de kerk de deuren wijd open zet voor iedereen. Ik nodig jongeren en ouderen uit. De deur staat open. Tegelijkertijd wil ik vasthouden aan de Bijbelse waarden en normen. Daarom gemeente, wat hebben we elkaar hard nodig. Wat zijn we als kerk hopeloos verdeeld. Gisteren zei nog iemand: ik ben bang dat het onze gemeente verscheurd. Hoe kan het?

Ik ben nog weleens bang gemeente. Pessimistisch. Wij moeten ons voorbereiden op lijden. De tijd die achter ons ligt. Christen zijn vanzelfsprekend. Die tijd is echt voorbij. Maar die Godzalig willen leven door Christus, zullen vervolgd worden schrijft Paulus. In die omstandigheden als u het alles kost. Op uw werk. Zorgt u dat u op tijd bent? Beter tien minuten te vroeg dan één minuut te laat. Het wordt gezien. Zult u voorzichtig zijn met de spullen van uw baas? Ook dat ene blikje, doosje paperclips. Bent u trouw? Opdat het gezien wordt. Daartoe roept de Heere toe op. Wat is Hij getrouw ondanks onze ontrouw. Daarom Zijn Zoon gegeven. Getrouw geweest tot in de dood, de dood des kruises toe. Als u getrouw moet zijn, dan komt er niets van terecht. Het kan alleen maar door het volbrachte werk van Christus.

2. Moet dat met een eed?

In twee bijzondere gevallen. Als de overheid het vordert of als het de nood vordert. Bij ambtelijke functies moet de eed worden afgelegd. Getrouw in de ambtsuitoefening. In het leger, in de politiek. Om zo het ambt, de taak, het werk te ontvangen in de tegenwoordigheid Gods. Zo waarlijk/waarachtig helpe mij God almachtig. Daar tegenover staat het afleggen van de belofte. Teken van ongeloof. Ontkennen van God. Ja, dat beloof ik. De ware christen zal bekennen dat hij het onmogelijk is zonder de hulp van de Heere. Het kan ook zijn dat een bepaalde situatie dat van ons vordert. Dingen die moeilijk te bewijzen zijn. Staan wij zo vast? Zijn wij zo zeker van onze zaak? Rechter kan vragen om iets onder ede te verklaren. Alles om trouw en waarheid te bevestigen. Tot eer van God en heil van onze naasten. Dat daarmee ook de eer van de Heere gewerkt wordt. Misschien voor ons ontzaglijk moeilijk is. Ons iets gaat kosten. Dan mogen we staan ten dienste en uitbreiding van Gods Koninkrijk. Dat om onze wil zijn Naam geprezen wordt. Aansluiting met het derde gebod.

3. Mag het dan door een eed?

Ja, zegt de Onderwijzer. Zulk eedzweren is in het Woord gegrond. Niet alleen in het Oude Testament maar ook in het Nieuwe Testament. Na de komst van Christus. Dat de eed gebruikt werd. Het is mooi zijn als u zo’n boekje hebt met tekstverwijzingen. Voorbeelden. Koning David, 1 Koningen 1. Toen zwoer koning David. Heere Hem uit alle nood verlost heeft. David roept Gods alomtegenwoordigheid aan. Paulus. 1 Korinthe 23. Ik roep God aan als een Getuige over mijn ziel. De trouw en waarheid vordert het dat Hij de alomtegenwoordigheid inriep. Het is de Heere die alleen het hart kent, vraag 102. De Heere ziet dwars door ons heen. Die onze verlangens kent, wat er in is. Dat redt geen mens. Het is de Heere alleen die ons hart kent.

Gemeente, wij moeten voorzichtig zijn. Als iemand zijn woord geeft, dan moeten wij daarop vertrouwen. Als iemand ja geeft, dan ja mee doen. Dan kan het ook. Als de nood het vordert. Dan mag en kan het ook. Niet bij de heidenen. Die zijn niet alomtegenwoordig of alwetendheid. Noch bij enig schepsel. Als het gaat over de vraag: mogen we zweren? De trouw en waarheid bevestigen door te zweren? Ja, het mag. Maar is het nodig? Eerste vraag is of het om onszelf is. Is het tot Gods eer? Licht van de Heilige Geest nodig. Vraagt Gods eer het van ons, het heil van onze naaste het ons? De kern is dat dat uw en mijn leven is om trouw en waarheid te bevestigen. Zo eerlijk te handelen. Dat u ja ja is en u nee nee.

De Heere eist het van u. Hij is getrouw. Hij is de onveranderlijke. Hij laat niet varen het werk van Zijn handen. Als Hij iets belooft, zal Hij het doen. Begrijp het misschien niet, omstandigheden anders. Zijn beloften in Christus ja en Amen. Omdat het Christus is die alles verworven heeft en volkomen betaald. Aan Zijn gerechtigheid genoeg is gedaan. Opdat die trouw zou schitteren. Waarom bemoeit de Heere Zich met zulke burgerlijke dingen? Trouw en waarheid zou bevestigen. Ja, daar bemoeit Hij Zich mee. Alle dingen van het leven. Schepper en onderhouder. Recht op heeft. Recht op Zijn schepping en schepsel.

Als u daar aan denkt, Gods trouw, of kunt u het ontkennen? Ooit bedrogen met Hem uit gekomen? Hij zei: Ik zal vijandschap zetten tussen uw zaad en haar zaad. 4000 jaar geduurd maar is gebeurd. Hij is trouw en waarheid. Wat een wonder als Hij dat in ons leven gaat bevestigen. Op Zijn eigen werk bevestigen. Zo opnieuw mag bijtekenen. Van harte mag verbinden aan Hem. Die grote God, die heerlijke God. Die Zich bemoeit met u, jou en mij. Met die kleine burgerlijke dingen. Met alle facetten van het leven. Hebt u zo geen verlangen om die trouw en waarheid te bevestigen? Tot Zijn eer. Dan zal Hij het ook geven. Zijn grote Naam te eer. Amen.

 

Zondag 13 januari 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp [Putten] – Heidelbergse Catechismus zondag 37