Wandelen door de Geest
Het wandelen door de Geest staat tegenover het wandelen naar de begeerlijkheden van het vlees. Paulus spoort de gelovigen in Galaten aan om te wandelen door de Geest. De Geest die zo krachtig is uitgestort en de liefde uit Christus neemt om het uit te delen en te verkondigen. De strijd tegen het vlees, de oude mens, gaat voort tot het einde van ons aardse leven om dan verlost van zonden voor eeuwig volmaakt met God te leven tot Zijn eer.
Galaten 5 vers 16-18: ‘[16] En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet. [17] Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wilde. [18] Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet‘.
Inleidende woorden over verschillend horen. Ene hoorde een andere naam dan de ander. Mensen horen op verschillende frequenties. Hoe verschillend dan wel niet met zinnen. Met de preek. Paulus begint met te zeggen: ik zeg dan.
Deze tekst bevat een aansporing, een opdracht om te wandelen door de Geest
1. De moeilijkheid;
2. De mogelijkheid;
3. De nuttigheid.
1. De moeilijkheid
Paulus acht het nodig om de gemeente te vermanen. Staat in de vrijheid. Niet met het juk der dienstbaarheid. Schrijft aan de gemeente. Blijkbaar kan het dat mensen niet staan in de vrijheid. Wie heeft Paulus op het oog? De onbekeerde mensen of toch juist Gods kinderen op het oog? Paulus ziet de mensen als geroepen heiligen. Grote claim op de gemeente. Van alles aan de hand. Mensen aan te sporen. Ik zeg: wandelt door de Geest. Zijn ze dan niet vrij? Hebben ze dan niet Christus. Ja maar een dwaling ingeslopen. Wie heeft u betoverd u uitzinnige Galaten?! Paulus maakt duidelijk dat de vrijheid ontaarden kan. Misbruikt kan worden. Hij ziet dat mensen in Galatië weer onder de wet kwamen. Bij moeten altijd alert zijn. Allemaal wet. Paulus zag het voor zich. Mensen lieten zich weer besnijden, sabat houden en weer de oude Joodse feesten. Andere klip het vlees strelen. De dingen doen die we zelf graag willen. Een bijten en vereten van elkaar. Verhief zich boven de ander. De ene stond zich voor op de gaven. Verachtte de ander. En dan zegt Paulus: wat is nodig in de gemeente? Liefde om elkaar te zien. Te zorgen, aandacht. Niet alleen om de tijdelijke dingen maar ook om de geestelijke dingen. Wees eens eerlijk: hoe makkelijk kunnen we elkaar aan elkaars lot over laten? Zoals dat gedichtje: buurman vannacht gestorven, nog nooit een woord tot zijn behoud gesproken.
Kan zeggen: doe eens lief tegen elkaar. Kunnen we niet maken. Waaruit vloeit het voort? Bron. Wandelen door de Geest. Volbrengt de begeerlijkheden van het vlees niet. Hoe graag u ook zou willen. Nog niet zo eenvoudig door de Geest wandelen. Die Geest die zo krachtig is uitgestort. Zovele harten raakte en doden Zijn stem hoorden. De Geest die het werk van Christus aanwees. Die Geest die overtuigde zodat ze gedreven werden tot Zijn genadetroon. Geest is uitgestort. Wat merkt u daarvan? Dicht bij uzelf blijven. Leeft u uit die levendmakende Geest?
Paulus wijst het probleem aan. Uiterst actueel. Wandelen naar het Geest staat tegenover de begeerlijkheden van het vlees. Als u zegt daar heb ik geen last van, dan heb ik geen woord voor u. Wat is het nodig dat u beseft dat u die Geest nodig heeft. Toevlucht neemt tot Christus. Uit het Mijne nemen en u verkondigen. Het moeilijkste is het vlees bij het wandelen door de Geest. Geen cursus voor. Geest voor nodig. Dan lijkt het wel een dodelijke omarming. Wat is er dan eerst? Wandelen we niet door de Geest omdat we naar het vlees wandelen of omgekeerd? Omdat u wordt belemmerd doet u het steeds fout in uw leven. Doen wat je niet wilt. Als je onbekeerd bent? Nee, geschreven aan gemeente van Galatië en Putten vandaag. Doortrekt zijn bestaan. Wetmatigheid. Daarom acht Paulus en daarmee de Geest het nodig over te leveren aan ons.
Hoe vromer u leeft, in de zuivere zin van het woord, hoe oprechter u leeft, hoe zwaarder de strijd. U gaat zwaar doen? Nee eerlijk. David in de Psalmen. Zoveel geleerd van de Heere. Maar u moet hem eens horen klagen. Maar ook vertrouwen. Van de Heere alleen hebben, van die Geest hem zal leren en leiden. Hoe meer gebonden aan de genadetroon hoe meer strijd. Klinkt niet aantrekkelijkheid. Hang naar begeerlijkheid dan geen strijd. Lekker op los leven. Zonder strijd geen overwinning. Geen kroon. Blijdschap bij de discipelen over de strijd. Moe van de strijd? Nee, moe van de zonden. Oorzaak. Uitzien naar volmaaktheid zonder zonden. Verbleekt deze wereld bij. Krijgen het niet volmaakt hier. Niet in eigen leven, niet in de kerk. Pas in het eeuwige leven. Of wordt u moe van anderen? Die doet het niet goed enzovoorts. Dan loopt u uzelf voorbij. Las bij Luther: onze eigenliefde is zo verdorven waardoor de liefde tot God en de liefde tot onze naasten onder druk staat. Verdorven eigenliefde, eigen vlees daar ligt de moeilijkheid om te wandelen door de Geest.
2. De mogelijkheid
Vlees. Dat is mens in al zijn verdorvenheid. Oude mens. Dat is ik. Mijn vlees is mijn oude karakter. Wordt dat dan niet vernieuwd? In de wedergeboorte ontstaat er een nieuwe mens. Naast de oude mens. Een twee-mens. Paulus ook nog wel last van. Paulus zegt ik probeer alles eraan te doen dit onder uw aandacht te krijgen.
Wandelen door de Geest is niet hardlopen. Rust straalt ervan uit. Een ongekende rust. Ongedwongen. Niemand achter je aan. In alle rust wandelen met de Heere. En dat door de Geest. Zoals Henoch wandelde met God. Wie verlangt er niet naar rust? Druk vanuit de maatschappij. Zoveel dingen moeten. Wie geldt het niet. Zelfs ouderen in de gemeente die ik opbel. Druk; dan dit dan dat. Wandelen door de Geest in alle eenzaamheid. Wie verlangt er niet naar? Hoe dan? Wie werkt dat dan? Dat werkt die Geest. Het wandelen door de Geest is omdat die Geest dat werkt. Wat een wonder dat die Geest dat werkt. Geluid van die geweldig gedreven wind ineens. Geest krachtig uitgestort. Zo werkt de Heere door de verkondiging van het Woord. Dat u het ineens gaat zien. Dat er niets van u meetelt, onbegrijpelijk. Geest gaat ontdekken en overtuigen. Als eerste dat u last krijgt van uw vlees. Wie u bent, wat er in uw vlees, in uw hart huist. Uitgangen van ons hart naar uitgaan. Dat is niet fijn. Als u uw vlees tegen krijgt, dan krijgt u alles tegen. Niet fijn. Zeker als de Heere doorgaat met het overtuigende werk. Dan wordt het onhoudbaar. U probeert het te temmen, zonden weg te doen, of weg te redeneren. Wat een wonder als u last krijgt van het vlees. Strijd begrijpt u anders niet. Geest maakt opmerkzaam. Vlees en Geest haaks op elkaar staan.
Christus nodig hebben. Hele discussies over hoeveel kennis u van de verdorvenheid nodig is. Zoveel dat het u bij Christus brengt. Heel eenvoudig. Niet een keer. Blijft hele leven gelden. Weleens moedeloos dat je het niet uit handen wilt geven, kunt geven. Ik wil de controle houden. Om het dan los te laten. Christus is in alles nodig. Hij is niet alleen voor de zaligheid nodig maar in alles nodig. Dan worden we door de Geest geleid.
Als we zien dat ons leven een grote brokkenmakerij is. Dan wordt het een wonder dat Christus het alles heeft volbracht. Dat Hij die andere Trooster beloofd heeft. Wat neemt Hij dan uit Christus en geeft het over? Die liefde uit Christus. Die gaat Hij u verkondigen. Is het geen onuitsprekelijke liefde dat Hij de hoge hemel verliet? Zichzelf overgaf in de dood. Alle smaad en spot droeg. Weg van kribbe naar het kruis. Dat Hij volhield tot het einde toe terwijl de hele kerk Hem stond uit te lachen. Hij verkondigt het u. Dat het Jezus is die met uitgebreide handen staat. Dat is het wandelen door de Geest. Vlees verloochenen, wil verzaken. Vlees kruisigen. Dat is nodig zolang er vlees is. Pas bij de laatste snik word ik verlost van mijn eigen ik.
Een ding vergeten. Het uitzien, het verwachten van de volmaaktheid. Dat Hij komt op de wolken van de hemel om te oordelen. Niets overblijft van de zonden. Hem eeuwig loven en prijzen. Gezien in het kerkelijk jaar. Alles aan elkaar verbonden. Brug geslagen tussen hemel en aarde. Alles aan elkaar verbonden. Zijn geboorte, lijden en sterven, opstaan en hemelvaart. Een gouden draad. Van eeuwigheid tot eeuwigheid.
3. De nuttigheid
Paulus maakt het heel duidelijk. Want als we niet door Geest wandelen dan wandelen we naar de begeerlijkheid van het vlees. Dan gebeurt er het volgende: afgunstig, toorn, tweedracht, overspel, moord, dronkenschappen en dergelijke. Daar word je niet vrolijk van. Als de Heere het geeft hoop ik een aantal preken te houden over de vruchten van de Geest. Maar ook goed om een aantal preken te houden over vruchten van het vlees. Niet prettig. Waarom niet? Ik ben geen overspeler. Bent u eerlijk? Wordt het zaad niet in ons aller hart gevonden? Komt het niet zo ineens boven. Afgoderij. Vertrouwen op iets anders stellen dan de Heere. Wat denkt u van tweedracht, dronkenschap. Daarnaast noemt Paulus de vruchten van de Geest. Het wordt klip en klaar of dat u door de vlees of Geest wandelt. Vruchten komen openbaar. Vruchten van de Geest: geloof, matigheid, zachtmoedigheid en dergelijke. Er wordt enorm geroemd op de gaven van de Geest. Maar Paulus maakt duidelijk: gaat uiteindelijk niet om de gaven maar om de vruchten van de Geest. Zo keek hij naar de gemeente. Worden die vruchten in uw leven gevonden? Zo kijkt de Heere naar Putten. En gemeente dan ziet u wat het werk is van de Heilige Geest.
Aantal werken van de Geest. Die Geest wederbaart tot een levende hoop. Dat is nodig. Er is nodig dat er gesproken wordt over wedergeboorte. Zonder ons in ons. Nieuwe schepping. Dat onderstreept de noodzakelijkheid van het wonder. Dat u dat gaat zien. Niet het moment dat u wedergeboren bent maar weet dat u het bent. Levend gemaakt door Hem. De Geest onderwijst ten tweede. Overtuigd. Dat we het leven buiten onszelf gaan zoeken. Kracht; Hij moet ons echt gaan overtuigen. Leidt tot Christus en het werk van Hem verheerlijkt. Schijnwerpers op Christus gericht. Meer van Hem zien. Meer van Hem zien. Die Geest die heiligt. Heilig voor Zijn aangezicht. Naar Zijn geboden en inzettingen. Wat wilt u dat ik doen zal. Niet alleen bij de grote wissels maar bij alles. Hem nodig hebben. Die Geest die bidt. Zijn er nog biddelozen? Onze schamele gebeden. Vanwege de grote nood alleen maar een zucht. Heere help te zuchten. Water aan de lippen. Heere help. Die Geest maakt ten slotte vol van God, vol van Christus. Dan blijft er niet zoveel meer over. Geen plaats meer voor allerlei dingen van de wereld, van het vlees. Haarscherp te zien. Vlees samenspalt met andere vijanden satan en de wereld. Dan ga je voor gaas. Haal je nooit. Pas op gemeente. Eigenliefde zo verdorven dat het de liefde van God overschaduwt. Ook als mijn vlees eraan moet. Dat is blijdschap. Vrede die alle verstand te boven gaat. Opgelost is. Geduldig. Lankmoedig. Denk aan de discipelen: gaat u het koninkrijk nu aan Israël oprichten? Zeven bij Openbaring. Telkens bij de zevende bazuin, zevende fiool, de volgende. 2000 jaar al. Maar Hij komt. Zachtmoedigheid, geduld. Snapt u de opdracht? De aansporing om te wandelen door de Geest? Daarom zeg ik u: bekeert u. Amen.
Maandag 21 mei 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp – Galaten 5 vers 16-18