Zondag 20 augustus 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. R. van de Kamp – Galaten 4 vers 28

Voorzang: Psalm 99 vers 1, 2 en 8

Gebed, Votum en groet

Psalm 89 vers 2

Geloofsbelijdenis

Psalm 78 vers 36

Schriftlezing: Galaten 4 vers 20 – 31

Gebed

Bediening van de Heilige Doop

Psalm 22 vers 16

Twee kinderen gedoopt. ‘Ik doop u in de naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes.’

Psalm 134 vers 3

Psalm 105 vers 4, 5 en 6

Preek

Tekst voor de preek is Galaten 4 vers 28: “Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was.”

Het grote voorrecht van de ware bondeling

1. Zij worden broeders genoemd;

2. Zij lijken op Izak;

3. Zij delen in de belofte.

Ten eerste: broeders genoemd

Paulus brief lezen dan merk je dat hij het liefst midden in de gemeente staan. Dat ze dwalen. Dat ze zich weer blij maken met een werkverbond. Om hen te vermanen, vertroosten. Om hen te wijzen op het grote werk van Christus. ‘Want ik ben in twijfel over u.’ Ondanks dat broeders genoemd.

Maar Paulus wat voelt u ervan? Paulus spreekt ze aan, niet op wie zij zijn, maar wie de Heere is. In Zijn goedheid. Broeders omdat zij het ware geloof deelachtig zijn. In Christus verbonden zijn. Niet omdat zij dezelfde wet en regels hebben, zelfde verbond. Maar in Christus. Zo spreekt hij hen aan als broeders, zo spreekt hij de gemeente aan. Aan Galatië maar zo ontvangt u zo de brief. Tegen u zeggen: maar wij broeders zijn kinderen der belofte.

Maar geldt dat dan voor iedereen? Geldt voor de gemeente, maar u bent toch lid van de gemeente? Spreekt de gemeente aan als broeders. Grote vraag: wat denk je dan? Bent u het werkelijk? Een broeder of zuster in Christus? Maar Paulus gaat u niet wat te snel?

U, Paulus, weet toch wat er speelt? Die zeiden dat je de wet moet houden. Besneden. Wetten van Mozes. Oude Verbond loopt door. Paulus zegt: uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd?! Als je mag weten van Christus. Is het dan tot Zijn eer als u zich probeert op te werken, op te poetsen voor Hem?

Maar, vraagt iemand, hoe kom ik aan het geloof? Catechismus: door het Evangelie. Dat moet verkondigd worden. Zijn liefste werk om zondaren zalig te maken. Nog scherper, niet over hoofden heen, dan hebt u het gezien vanmiddag. Dat is Evangelie. Aan de verdoemenis onderworpen. Doopwater wijst heen naar de vuilheid van ons bestaan. En anderzijds heenwijst naar het allesreinigende bloed van Christus.

Tot kinderen aangenomen! Tot erfgenamen. Ouders, wat moet er nog gebeuren? Dat je kind wedergeboren wordt. Gaan erkennen, gaan toestemmen. Van boven af. Daarom kun je het hen niet vaak genoeg vertellen. Inscherpen. Grote wonder: Ik ben de Heere uw God.

Dan kan het eigenlijk niet verkeerd gaan. Eigenlijk een kulwoord. Kan niet verkeerd gaan. En als het verkeerd gaat, dan ligt de schuld bij ons. We moeten moeite doen om verloren te gaan. En die moeite neemt u ook nog. Aangrijpend.

Als u ziet op uzelf. Wat een puinhoop uw leven is, wat een chaos. Maar dat u uit de hemel hoort: broeder. Misschien zegt u tot beschaming. Ver van mijn plaats. Wat heeft Hij aan mijn ziel ten koste gelegd. Misschien doet het u niks. Al naast u neer gelegd.

2. Lijken op Izak

Opnieuw onder de dienstbaarheid van de we gekomen. Voorbeeld gebruiken. Uit de heilsgeschiedenis. Diepere betekenis, andere beduiding hebben. Twee zonen van Abraham. Izak en Ismaël, dertien jaar ouder. Naar het Verbond of naar het vlees. Ismaël zoon naar het vlees. Izak zoon van de belofte. Daar het onmogelijk was voor Abraham en Sara, 25 jaar tussen de belofte gekregen en de vervulling. En toch geloofde Abraham de belofte en mocht de zoon van de belofte in zijn armen sluiten. Paulus verder: twee verschillende moeders. Hagar, slafin. Der dienstbaarheid. Sara vrij, van de vrije.

Paulus maakt duidelijk dat er twee soorten verbonden zijn. Oude verbond waaraan gehoorzaamd moest worden. Adam en Eva konden dat niet houden, Noach niet, Mozes niet. Nieuwe verbond ook gehoorzaamd door Christus. U redt het niet gemeente. U kunt onmogelijk voldoen. Ene van de berg Sinaï, tot de dienstbaarheid. Jeruzalem dat nu is. Dat Jeruzalem waar nu de Moskee staat en de derde tempel verwacht wordt. Maar niet Jeruzalem dat nu is maar dat boven is. Ons aller moeder. Als het gaat over de belofte en de onmogelijkheid ervan. Dan Paulus naar Jesaja wijzen. Onvruchtbaren weest vrolijk.

Zijn er nog onvruchtbaren? Nog een middel om zalig te worden. Jongen, meisje. Man of vrouw als u er steeds achter komt dat u tekort komt. Als u het niet redt. Weest vrolijk gij onvruchtbaren. Warw bondeling lijkt op Izak. Niet omdat u iets heeft, moet zijn, iets meegemaakt, maar onvruchtbaren met lege handen. Zien op het eeuwige verbond der genade. Christus het hoofd. In een weg van volkomen gehoorzaamheid beantwoord heeft aan de wil van Zijn Vader.

3. Zij delen in de belofte;

U komt de belofte toe en uw kinderen. Zo roept Hij u en jou. Paulus mag met vrijmoedigheid schrijven dat wij kinderen der belofte zijn. Hij weet het: u vindt het maar moeilijk en u begrijpt het niet. Zo komt Hij uw zwakheid mede te hulp. Onbegrijpelijk dat de Heere naar ons omziet. Niet alleen in de verkondiging van het Evangelie maar ook in de opvoeding. Inscherping. Soms zeggen: je moet je jas aan doen anders word je ziek.. Alles in het licht van de grote erfenis die ligt te wachten. Beloften leren verstaan. In sacramenten doop en avondmaal.

U bent een kind der belofte. Is dat algemene verzoening? Dat legt de eis van bekering zeer dichtbij. Opdat u zich bekeert en eeuwig zou leven. Kun je het begrijpen voor je zoon, voor je dochter. Het wonder is zo onnoemlijk groot! Wij moeten badend door het bloed, gaan wij verloren. Als wij ons niet bekeren tot Hem. Niemand komt er onschuldig onder vandaan. Niet vrijblijvend. Is u aangezegd wie de Heere is. Opdat het uw harde hart zou verbreken. Hem groot te maken. Het ligt vast in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. Wat moet ik doen? Hij heeft het gedaan. Wat moet ik laten? Hij heeft het gedaan. In wie de beloften ja en amen zijn. Vast en zeker. Wst doet dat u als Christus u Zijn weldaden toezegt? Apartgezet. In Christus geheiligd. Gebracht onder de verkondiging van het Woord. Opdat ze Hem zoeken. Leren bijbellezen, bidden. Wat doet het met u als Hij u in Zijn Zoon het eeuwige leven toezegt? Weet u dan niet wie u bent? Zie hier ben Ik! Misschien zegt u: hoop veranderen in mijn leven. Wat moet veranderen? Dat u gaat zien op Hem! Waarom.zou Hij het niet opgeven? Omdat Hij niet van Zijn verbond af kan en niet af wil. Alles volbracht. U hoeft het alleen maar op te geven.

Misschien zegt u wel: als ik maar wat slagen kreeg. Tegenslagen. Een ding verbreekt u: Zijn liefde. Hij blijft getrouw! Bij ons blijft alleen schuld over. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Dat u van dat bloed zal leven. Daarom laat Hij nog bekendmaken wie Hij is. In Zijn rechtvaardigheid, Zijn eer. Hij is God, souverein. Genadig. Richt een eeuwig verbond der genade op met ons en onze kinderen. Amen.

Psalm 9 vers 10 en 14

Gebed

Psalm 37 vers 13 en 15