Met Kerst is Jezus Christus verschenen. Hij is gekomen als Immanuel en de Zaligmaker. Zijn Koninkrijk breekt door; Hij zendt Zijn leerlingen erop uit om het evangelie overal te laten verkondigen. De oogst is groot, maar de arbeiders zijn weinig. Jezus geeft specifiek onderwijs aan de leerlingen hóe ze het evangelie moeten uitdragen. Ze mogen een vredegroet uitspreken. Als iemand of een stad hen niet wil ontvangen, mogen ze het stof van hun voeten schudden. Hun focus moet op de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus zijn.
Met God en in Zijn Naam onderweg zijn, geeft echte blijdschap!
Geroepen gemeente van Jezus Christus, dit is de laatste zondag van de Epifanie-tijd. De lijdenstijd begint volgende week. We leven dan toe naar Goede Vrijdag en Pasen. Epifanie betekent verschijning. Koning Jezus Christus verscheen. Met Kerst als baby. Zijn Namen zijn volgens Mattheüs: Jezus, Hij zal Zijn volk zalig maken. En Immanuel, God met ons. Hij wordt zichtbaar. De Zaligmaker die met ons is. Hij wordt zichtbaar. Meer en meer. Hij is geraakt. Hij preekt. Hij geneest. Het draait om Hem. Zijn Naam. De Naam aller namen. Het gaat om Zijn Koninkrijk. Immanuel, God met ons. Hij wil met ons zijn in Zijn koninkrijk. Wat een boodschap en genade. Mattheüs eindigt ook met dat ‘met’. Jezus zegt in Mattheüs 28:20, ga dan heen onderwijs alle volken. En zie Ik ben met jullie. Jezus wil met ons zijn. Een duidelijke schets van het Koninkrijk. God wil met ons zijn. Hij wil dat gelovigen met Hem zijn. Epifanie. Hij verschijnt.
Nu kijken we naar de inkleuring van de schets van het Koninkrijk. De Kurios geeft onderwijs. Dat is een karaktertrek van het koninkrijk: leren, onderwijs geven. Hij zei … Dat staat er. Hij zei. Jezus spreekt. Laten we luisteren. En Zijn onderwijswoord ontvangen. Want als je dat verwerpt, verwerp je God. Dat is de scherpte van de preek van vanmorgen. Laten we ons best doen en luisteren naar Zijn woorden.
Na de uitzending van de twaalf (Lukas 9), om kracht en macht te hebben over demonen en te preken en te genezen, worden nog 70 uitgezonden. Twee aan twee uitgezonden. Naar iedere plek waar Jezus ook komen zou. Jezus’ komst wordt voorbereid. Herauten. De Koning komt! Een genadig aanbod. Mooi als we daar zo naar kijken, dat dat twee aan twee kan. Dan kan je onderweg elkaar tot sterk zijn. Een sterk getuigenis, juridisch. In Handelingen lezen we dat ook. Twee aan twee. Staat wel acht of negen keer in de Bijbel. Toen per twee en nu? Laten we daarom er met z’n tweeën op uit gaan, ook bij huisbezoek.
De oogst is wel groot, zegt Jezus. Maar er zijn weinig arbeiders. Hoe krijgen we die grote oogst geoogst? Jezus zegt: bid om arbeiders. Gebiedende wijs. Een voortdurend heden. Dat Hij arbeiders uitzendt. Jezus moet gebeden wezen en uitzenden.
Jongens en meiden, in de Bijbel is de oogst het beeld van de grote dag van het oordeel. God zal de gelovigen oogsten en verzamelen in de hemelse schuur. In het Vaderhuis. De namen van gelovigen zijn er opgeschreven en gezuiverd met het bloed van het Lam. Die oogst is al gaande. Door de komst van Jezus Christus. Ook nu, op dit moment. De oogst is gaande waar mensen het evangelie horen en door de Geest tot geloof komen. Mag ik vragen, ben je al geoogst? Jezus’ stem gehoord? Vrede en verzoening ontvangen? Misschien maakt dat oordeel je angstig. Maar dat is niet de bedoeling. Jezus Christus komst betekent blijdschap. Zijn terugkomst als Rechter betekent einde van het oogsten. Eindelijk thuis bij God. De niet gelovigen worden anders geoogst. Zij zijn niet bij God op de nieuwe aarde. Ben je al geoogst voor God? Zoek de Heere terwijl Hij te vinden is. God belooft jongens en meisjes: wie Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Wat erg als je eraan voorbij leeft! Omdat je druk was. Je de blijde boodschap verwierp. Wat is je antwoord op Gods blijde boodschap? Nu? Je hoort nu de blijde boodschap. Kan ik dan kiezen? Ja en nee. Kan ik kiezen? Nee. Wij kiezen niet voor Jezus. Wij allen niet. Wij kiezen voor de zonde. Maar o wonder, God kiest eerst. Zie het vanuit Epifanie. God koos om reddend tevoorschijn te komen. God met ons. Ons, onze zonden wil verschenen. Wie is Deze? Wie is Jezus, Immanuel? Die ons met Zich wil verzoenen? Dat loopt uit op de vraag: wie ben jij door de verschijning? Ben je al geoogst? Hij koos in Jezus eerst voor jou. Kies daarom daardoor voor Hem. Laat je afsnijden van deze wereld. Word geënt in de eeuwige olijfboom Jezus Christus. Groei en bloei tot Zijn eer. Word geoogst. Bid om de uitzending van arbeiders. Er zijn te weinig predikanten. O God, hoor ons gebed, zend arbeiders uit! Voor dominees, kerkelijk werkers, leraren, professoren. Zodat er kan worden geoogst. Hoor ons gebed, Heere van de oogst!
We luisteren verder naar het onderwijs. Vers 3. Ziet, gaat heen. Zie Ik. Ik de Goede Herder zendt jullie als lammeren te midden van de wolven. Je bent kwetsbaar en weerloos. Maar omdat Ik als Goede Herder de gevaren voorzie en jullie toch uitzendt, omdat jullie in levensgevaarlijke situaties zult komen, Ik zal je uitredden. Daarom kan je uitgaan. Groet niemand onderweg. Neem geen reservedingen mee. Geen zekerheid dan de zekerheid dat God zal zorgen. Nou! God zal voorzien. Maar is daarin geloof en vertrouwen bij de uitgezondenen? Al zien wij niets. God zal voorzien. Wees als niet-uitgezondenen zorgzaam. Wees dan juist gastvrij. En vredelievende broeders en zusters. Zorg voor ze. Verzorg ze. Sta liefdevol om ze heen. De boodschap moet worden verteld.
Ze mogen niemand groeten onderweg. Voor langdurige gesprekken en begroetingen is geen tijd. Het houdt de uitgezondenen op van de kerntaak. Het geeft onnodig oponthoud. De oogst moet onnodig worden binnengehaald.
Dan 3 voorschriften. Als ze er zijn gekomen, op de plaats van bestemming.
- Het uitspreken van de vredegroet. Als er iemand (zoon van vrede) is, voor die vrede ontvankelijk is, dan zal die vrede op hem rusten. Zo niet, dan keert de vrijheid op u terug. Blijf daar. Eet wat u wordt voorgezet. Ze mogen de vredegroet rondstrooien. De vrede zal er groeien, als deze wordt ontvangen.
- Het accepteren van de gastvrijheid. Ze mogen gebruik maken van de gastvrijheid: eten en drinken. In dat huis, staat er in het Grieks. Ze hebben de vrijheid. Ze hebben er in zekere zin recht op. De arbeider is zijn loon waardig.
- Verbod om tussentijds te veranderen van onderdak. Ze mogen niet van huis naar huis trekken. Ze moeten genoegen nemen met wat hen wordt aangeboden. Verblijfplaats en comfort zijn ondergeschikt aan de verkondiging.
In vers 8-15 gaat het niet meer over huishouden, maar over regels voor steden. Er zijn overeenkomsten tussen huis en stad. Eten wat voorgezet wordt. Om zieken te genezen. Nabijheid van het Koninkrijk te preken. Maar.. worden ze niet ontvangen in de stad, dan hoeven ze niet eindeloos te prediking voort te zetten. Ze mogen dan die stad verlaten en verder trekken. Bij het verlaten demonstratief het stof van de voeten schudden. Een handeling waarmee je laat zien geen binding meer te hebben. Voor joden was het gebruikelijk bij de grens (bij terugkeer) het stof van de voeten af te kloppen. Het stof hier als getuigenis tegen heen. Die boodschap nog een keer herhalen. Weet dit, het Koninkrijk is dichtbij. Maar laat zich niet opdringen. Dat is die verantwoordelijkheid. Ontvang je? Maak je van je handen een kom? Je kunt het niet, maar Gods geest geeft je wat nodig is.
Vers 12-15, voorbeelden van slechte steden. Sodom. Door God gestraft. Stel, je bent een stad die die boodschappers verwerpt, die het evangelie niet ontving, dan zal het voor Sodom toch nog dragelijker zal zijn. Een mindere zware straf dan voor die Galilese steden. Sodom kreeg niet dezelfde kansen om zich te bekeren. Jezus maakt zo op indringende wijze de ernst duidelijk. Voor Sodom is toch nog meer hoop dan voor de stad die het evangelie verwerpt. Zeg toch: hoe lieflijk zijn de voeten van hen die de vrede verkondigen!
Vers 16. Wie naar jullie luistert, luistert naar Mij. Jezus. Wie Mij verwerpt, verwerpt God zelf. Met Jezus’ woorden wordt het raken en ontvangen van de preek niet afhankelijk van de inzet en skills van de uitgezondenen. Wat zij verkondigen is ook niet per definitie het woord van God. De gedachte is dat de hoorders het woord te horen krijgen, als is dat door feilbare en onvolmaakte uitgezondenen uitgesproken. De nadruk ligt hier op de zekerheid dat God en Jezus hun woorden tot mensen richten. En dat uitgezondenen daarvoor gebruikt worden. Afwijzing daarvan is verwerping van Jezus. En van God zelf. Laten we niet naar uitgezondenen luisteren maar naar Jezus zelf.
De 70 kwamen enthousiast terug. Er zijn zelfs duivelen uitgeworpen. Jezus deelt daarin. De aanval op de duivel is ingezet. Het is volbracht. De val van satan is ingezet. De 70 krijgen nog meer macht en kracht. Niets zal hun schade toebrengen. Jezus zegt: verblijd u daar echter niet over. Verblijd u dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel. Laat de overmacht op boze geesten niet een belangrijker plaats innemen dan de relatie met God. Het verslaan van de vijand is op zich geen garantie van persoonlijk behoud. Velen zullen zeggen: Hebben wij niet in Uw naam demonen uitgedreven? Ik zal openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend. Reden tot blijdschap moet zijn dat de namen in de hemel zijn opgeschreven. De joden spraken over het boek des levens. God heeft de namen van de Zijnen opgetekend. Openbaring 3: Ik zal zijn naam beslist niet uitschrijven. Maar mijn naam gezuiverd, geschoond. Hij verzoent. Hij kent mij naam. Hij zal er openlijk voor uitkomen. Dat relativeert en bemoedigt. Een keer opgeschreven in het boek, dan zal Jezus die naam nooit, nooit schrappen. Eeuwige zekerheid. Voor gelovigen en voor ouders die een kindje moesten verliezen?
Staat jouw naam al in dat boek? Werd je al geoogst? Hij stierf voor en door onze zonden. Hij zette de zonde straf op Zijn Naam. Hij voor mij. Samen met Christus. Wie overwint, Ik zal hem geven van het verborgen manna. En een steen met een nieuwe naam. Een naam die niemand. Wat een blijdschap. Je huppelt van zielevreugd, daar zij hun wens verkrijgen. Maak God blij. Help met de oogst. Laat al wat leeft Hem eer.
Amen.
Maar ’t vrome volk, in U verheugd,
Zal huppelen van zielevreugd,
Daar zij hun wens verkrijgen;
Hun blijdschap zal dan, onbepaald,
Door ’t licht, dat van Zijn aanzicht straalt,
Ten hoogsten toppunt stijgen.
Heft Gode blijde psalmen aan;
Verhoogt, verhoogt voor Hem de baan;
Laat al wat leeft Hem eren;
Bereidt den weg, in Hem verblijd,
Die door de vlakke velden rijdt;
Zijn naam is HEER der heren.– Psalm 68 vers 2 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 20 februari 2022, 9.30 uur. Schriftlezing Lukas 9: 1-6 en Lukas 10: 1-20.