De vakantie(tijd) is bij uitstek een tijd om na te denken over de rust die bij God te vinden. Bij het op vakantie gaan, laat je als het goed is niet alles achter, maar neem je alles mee: God en ook je Bijbel. God belooft met je mee te gaan en je uitgang en ingang te bewaren. Dat geldt voor de vakantietijd, maar ook voor het hele leven. Hij bewaart, bewaakt en reserveert ons leven, zoals we leren uit Psalm 121. In Hebreeën 4 komt naar voren dat rust een pauze kan zijn, zoals een vakantie vaak is, maar ook dat er een eeuwige sabbathsrust is, waar God ons op wil voorbereiden. Alleen dankzij Jezus’ kruisoffer is er rust te vinden voor vermoeide en belaste zielen, die hun schuld en onrust voor Hem belijden.
Al toegerust voor de eeuwige rust?
Geroepen gemeente van onze Heere Jezus Christus, jongens en meiden en eventuele gasten, ik ga op reis en neem mee… misschien ken je dat spelletje. Ik zou zeggen: een tandenborstel. En dan gaat de volgende verder: de tandenborstel en een korte broek. En de volgende vult dat aan. Pyjama, zaklamp. En dan vergeet jij iets uit het rijtje: dan ben je af. Wie het het langst onthoudt, is de winnaar. Een leuk spelletje in de auto.
Maar de dingen die we net noemden, is dat nu alles? Volgens mij ontbreekt het belangrijkste. Want wie weet wat het belangrijkste is om mee te nemen? Wat moeten we nooit vergeten om mee te nemen? Welk belangrijk boek? De Bijbel, heel goed, dankjewel. Nooit vergeten. Hoeveel bijbels nemen we dan mee? 1 of 2? 2, ja. Ook misschien wel om weg te geven, op vakantie, die naast je staan op de camping, of wilde je zonder Bijbel op vakantie? Nu even niet, even ontspannen. Ik snap dat best, maar weet je, pas als je samen met de Heere op vakantie gaat, dan kan je past echt ontspannen. Hij belooft om voor je te zorgen en met je mee te gaan en je te zegenen. Dat staat in Psalm 121. Hij wil dat je je ontspant en dat je geniet. De mensen, de bergen, de zon. Geniet met de Schepper. 1 Timotheüs 3:16. Goed dat de bijbel erbij staat, op het lijstje van de spullen. Eigenlijk bovenaan. Je leeft toch vanuit de relatie met de Heere God?
Vakantie is niet een tijd zonder God, maar juist mét God. Maak daarom tijd vrij om met Hem te bidden. Om eerlijk naar je leven te kijken. Vergeving te ervaren. Te lezen uit de Bijbel. Samen met God mag je op pad. Je mag Zijn zegen mee voelen gaan. Bid maar voordat je wegrijdt: wilt U, Heere God, met ons meegaan? Wilt U ons veilig doen laten aan komen in Bretagne, ons goed doen laten aankomen? Dan laat je niet alles achter (school, familie, vrienden), nee, je hebt alles bij je. God gaat mee. De bijbel gaat mee. Dat is alles. Dan wordt je vakantie heel anders. Niet alleen genieten en niks doen. Maar genieten met Hem. Die je de tijd van leven geeft. Ik hoop dat voor jou en mij de vakantie een tijd is waarin je God beter leert kennen. Door het jaar heen hebben we maar weinig tijd: school, voetbalclub, huiswerk. Maar in de vakantie heb je alle tijd. Ik ga op reis en ga mee… Wat zeg je ervan? Nee je die bijbel mee? Leg ‘m maar vast klaar. Ga met God op reis. Iemand die met je meegaat: je bent niet alleen. Zie wat Hij gemaakt heeft, ook voor jou, en geniet.
En weet je, weet u, in de Bijbel staan mooie woorden over mensen die op reis zijn of op reis gaan. Psalm 121: een lied voor reizigers, een lied voor onderweg. God wil dat we zingen onderweg. Psalm 121 is een lied voor reizigers onderweg, over de stad van Psalm 122 (de stad van vrede, vers 2). Reizigers op weg naar de tempel. Voor de reizigers toen een zware tocht: de brandende zon overdag en ’s nachts de maan, maar donker. Roofbendes konden je overvallen. Een zware tocht. En toch zongen ze zich er door heen.
Over wie ze zongen? Over God, die hen bewaart. Drie keer gaat het over de Heere die je bewaarder is (vers 3, 4 en 5). Drie keer. Het gaat over bewaren. De Heere zal je bewaren. Voor alle kwaad, je ziel, je uitgaan en ingaan. De reiziger die met God gaat, weet zich bewaard, ondanks die gevaarlijke reis. De dichter ziet op tegen die reis, als tegen een berg. Huizenhoog. Wie zal hem helpen? Als de nood aan de man komt? Wie helpt je onderweg, als je een lekke band hebt, pech langs de Duitse Autobahn, kleine kinderen op de achterbank? Wie helpt de zanger onderweg? Nou, voor hem of haar staat vast: de Eeuwige helpt!
‘Ik steun op God, mijn toeverlaat,
Dies heb ik niets te vre – zen.
Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad;
Uw tent zal veilig we – zen;
Hij zal Zijn engelen gebiên,
Dat z’ u op weg bevrijden;
Gij zult hen, in gevaren, zien
Voor uw behoud’nis strijden.’
Vertrouwen op de God die met je meegaat. Je tent zal veilig wezen. Engelen zullen je behoeden.
Nou, is er dat vertrouwen, dat geloof? Onderweg in het leven. Denk er eens over, onderweg, tijdens de reis. Als het zwarte asfalt onder je door glijdt. Is er vertrouwen op Hem? Denk er eens over op de plek van je bestemming. Op een plekje rust. Ben je al toegerust voor de eeuwige rust?
Psalm 121: de Heere zal jouw voet voor wankelen behoeden. De Goede Herder zal waken over Zijn kudde. Geloof ik dat, dat Hij waakt? Vertrouw ik erop? Ik zou er niet op vertrouwen als ik Jezus niet kende. Hij sliep bij tijd en wijle. Hij nam ook rust. Zie Hem onder zeil, aan boord van de boot. De leerlingen in gevecht met de elementen. Golven en wind ranselen het schip. Christus slaapt rustig. Hoe is dat mogelijk? Waar komt Zijn rust vandaan? Jezus, Hij wist: onze Hemelse Vader blijft wakker. Altijd. Ook al zien we daar helemaal niets van. Onze Hemelse Vader waakt. Waar komt mijn rust vandaan? Ook uit Jezus’ vertrouwen?
Jongens en meiden, God de Vader waakt altijd. Dat geeft rust. Ik hoorde een verhaal over een klein meisje. Dochter van een piloot. Ze vlieg een keer mee, tussen de passagiers. Boven de Atlantische Oceaan stak een storm op. Vliegtuig in zwaar weer. Kind deed ogen open, keek door de raampjes. Zag overal de bliksemflitsen. Vroeg: bestuurt papa het vliegtuig? Stewardess antwoordde: ja, je papa in de cockpit. Ze glimlachte, het meisje, deed haar ogen dicht en viel weer in slaap.
Rust. Betekent natuurlijk wel verantwoordelijkheid nemen. Dat vliegtuig moet wel bestuurd worden. We zijn co-piloot. Vertrouw op God, maar zet je kameel wel vast (een joods gezegde). In Gorinchem zeggen we op catechisatie: Vertrouw op God, maar zet wel je fiets op slot. Ga voorbereid op vakantie. Leg het daarna in de handen van God. Hij is je bewaarder (tot drie keer toe). Het Hebreeuwse woord voor bewaarder, ‘sjamar’: bewaken, reserveren, apart zetten. Smeris is er vanaf geleid, die zet iemand bewaakt apart, in een cel. Mocht je naar Israël op vakantie gaan, dan kom je dit woord tegen in een restaurant. ‘Sjamar-in’: gereserveerd. Dit tafeltje is bewaakt, apart gezet voor iemand. Kom er niet aan. Dus, als er in vers 8 staat: de Heere zal uw uitgang en ingaan bewaren (reserveren), betekent dat dat dit tafeltje, als uw leven, apart gezet is, bewaakt, voor jou. Hij bewaakt en bewaart jouw leven! Hij reserveert je. Zolang wij leven, van wieg tot graf, dat staat er. Gaan en komen. Op reis gaan, op vakantie gaan, het verblijf daar, je terugkomen. Hij bewaakt je. Hij reserveert je leven van begin tot eind. Dat met elkaar verbonden, doet me een regenboog zien: teken van Gods trouw. Zingen tegen de klippen op:
‘Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.’
De Heere zal uw uitgaan en ingaan bewaren, reserveren. God wil je bewaren, op je reis. Je uit huis gaan en je weer thuis komen. Maar in het Hebreeuws staan er ook woorden die gebruikt kunnen worden voor je levensreis. Niet alleen voor vakantiereis dus. Levensreis, van geboren worden tot begraven worden. Uitgaan uit de moederschoot en ingaan in het graf. Psalm 121 ziet verder dan onze vakantiegangersneus lang is. Het gaat niet alleen over vertrekken en thuiskomen. Het gaat over heel de pelgrimsreis, die ons leven is. Van die reis wordt gezegd: de Eeuwige reserveert, bewaart je!
‘De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.’
God zij gedankt en geprezen, Hij zet Zijn volk apart. Gereserveerd. Hij bestemt het voor een bijzondere taak op aarde. Israël zal Gods lof zingen. De gemeente krijgt ook een soortgelijke opdracht. Ook wij zullen een stad op een berg zijn, een licht op een korenmaat. Daarvoor heeft de Eeuwige ons gereserveerd. Je bent gereserveerd voor Mij. Bij de Doop. Dit kind is van Mij. Hij haalt je uit het water van de moederschoot – en eenmaal uit het water van de doodsjordaan. De Eeuwige zal je bewaren – door Jezus’ kruisoffer.
We zijn allemaal op weg en reis naar een nimmereindigende eeuwigheid, dat zeiden ze vroeger. Ga je zitten aan de gereserveerde tafel, de Avondmaalstafel, dan gaat het goed. Maar laat je het zitten, trap je het weg, kom je niet opdagen op de gereserveerde tijd, dan staat Hij met tranen in de ogen. Hoe vaak heb Ik u bijeen willen brengen! Maar U hebt niet gewild. Je gaat dan verloren. Ik mag je in Christus’ Naam oproepen: kom maar naar Mij toe, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal je rust geven. Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt bij U, o God. Eerlijk je zonden en onrust erkennen. Alleen op Jezus’ genadig offer vertrouwen. Hij alleen kan je bewaren. Kom maar bij Hem. Bij Hem is vergeving, vernieuwing, eeuwige rust, alles.
Maar, zegt iemand, toch vind ik het: die vakantie, die rust, ik vind het lastig. Ik word er emotioneel van. We hebben het wel goed. We ervaren wel bewaring, maar daarna, na dat ongeluk, weer in huis zijn? Ik zou die rust graag vasthouden. Dat rustige vakantiegevoel vasthouden. We vallen zo gauw weer in bepaalde sleur.
Ik moet denken aan Hebreeën 4 – misschien kunnen we het rustig in de vakantie lezen. Elf keer komt het woord voor dat met ‘rust’ is vertaald. Opvallend is, op tien plaatsen in het Grieks wordt het woord ‘pauze’ herkend. En één keer: ‘sabbath’. Dat is veelzeggend, mooi. Een vakantie kun je duiden als een pauze. Fijn, vakantie, die rust. Maar meer dan een pauze is het eigenlijk niet. Kort en eindig. Vakantie vieren is vaak wat korte en mooie onderbreking van de sleur. Maar daarna, daarna is het stop. En moeten we weer keihard aan de bak. Er tegenaan – of je wilt of niet. Een pauze is eindig. Daarom kun je als je gelooft, ook niet zeggen: o vakantie, dat is één en al. Want het is eindig.
Maar in Hebreeën 4 wordt één keer een ander woord gebruikt, dat ook vertaald is met ‘rust’. Namelijk in vers 9. Er blijft een sabbathsrust over voor het volk van God. Voor hen die gereserveerd zijn voor God. Voor hen die geloven en vertrouwen op God. Een sabbathsrust, gereserveerd. Hier niet de afgebakende pauze, niet een onderbreking. Maar een definitieve, volkomen rust. Zonder onderbreken en zonder ophouden. Rust die gegrond is op het sabbath houden van God – na Schepping en Herschepping. Heerlijk als een pauze je helpt om na te denken over die sabbathsrust. Dat de vakantie je zo toerusten zou om te verlangen naar de eeuwige rust.
Hoe je jezelf toerust? Lees rustig over rust in de Bijbel. Prediker 4:6, een hand vol rust is beter dan beide vuisten vol najagen van wind. Niet beide vuisten gezwoeg en gejaag. Denk aan Jezus’ woorden: kom naar Mij toe, die vermoeid en belast zijt. Leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Kom tot Mij en Ik geef je rust. Niet het juk van drukte en stress. Niet twee knuisten gezwoeg en gejaag. Niet hoogmoedige gedachten en drang om te wandelen in dingen die te hoog zijn. Juk van de stilte. Waarin Jezus tot je kan spreken. Dan leert Hij nederig te zijn. Juk van de stilte. Stil worden voor God.
Het is soms ontzettend lastig om stil te worden. Zoveel mensen en afleiding. Zoveel ballen in de lucht. Spurgeon: ‘Het is niet gemakkelijk om stil te zijn, want de zee tot bedaren brengen, over de wind heersen, een tijger temmen, dat is makkelijker dan je ziel tot rust en stilte te brengen.’ Stilte. Stil worden. Dat kan een juk zijn. Maar, met Jezus is stil worden het toppunt van geluk. Hij helpt dragen. Hij is erbij. Want op het moment dat we stil worden voor God dringt de Heilige Geest door in de diepste lagen van ons bestaan om daar onze ziel te verfrissen. Nu nog in pauze moment. Straks voor altijd. Want de ware rust is elders.
Heb een gezegende vakantietijd. Vergeet je bijbel(s) niet. En word toegerust voor de eeuwige rust in Jeruzalem. Amen.
‘Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad,
wees Gij mijn Gids.
Wijs mij de weg naar Sions gouden stad,
wees Gij mijn Gids.
Blijf dicht mij bij, ga stap voor stap mij voor,
dan ben ‘k gerust en veilig volg ‘k Uw spoor.’– Weerklank 440, couplet 1
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, 19 juli 2020, 18:30 uur. Schriftlezing Psalm 121, Psalm 122:1-2, Mattheüs 11:28-29 en Hebreeën 4:9-13. Zegen aan het einde van de dienst:
‘De HEERE zegene u, beware u, reservere u. De HEERE doe zijn aangezicht over u lichten. De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u rust, geve u vrede.’