Jezus loopt in Naïn tegen een begrafenisstoet aan. Hij wekt de jongeman tot leven en geeft Hem aan zijn moeder terug. Jezus zag en ziet ons in onze doodsstaat; met onze gapende zondewonden. Paulus leert ons dat Goede Vrijdag (sterven) en Pasen (opstaan) bij elkaar horen. We moeten dagelijks sterven aan onze oude natuur en aan de wereld om elke dag met Christus op te staan. Zo worden we als het ware dagelijks uit Naïn weggedragen, maar ook dagelijks door Christus toegeroepen: ‘Sta op’.
Leven uit Christus’ Opstanding is: elke dag sterf ik op…. nieuw! en sta ik op door Hem, op het nieuwe aan!
Gemeente, een begrafenisstoet doet iets met je. Je denkt terug en vooruit. Je zit te kijken en te staren. Ook Lukas keek toen en beschreef een begrafenisstoet. Jezus is er ook; Hij gaat de stad Naïn in. Jezus doet grote dingen en dat trekt veel mensen aan. Lukas 6-8 gaat daarover. Een grote menigte wil Hem horen en genezen worden. Jezus genas ze allen. We zien de optocht van het Messiaanse leven.
En dan stuitten ze, als ze de poort naderen, op een begrafenisstoet. Een tegenovergestelde optocht. Een poort als dunste gedeelte van de zandloper. Alles naar binnen en naar buiten. Ook dat was een grote menigte. Je gaat er ook persoonlijk doorheen. Je kunt niet zeggen, ik ga met de menigte mee. Waar loopt u? In de stoet van de dood naar buiten? Of achter de genezende en levendmakende Jezus in? Nee wij kunnen geen keuze maken. We worden wel tot een keuze geroepen. Kies dan! Ook Mozes, een groot profeet riep het volk op (Deuteronomium 30). Kies dan het leven. Het uit genade leven. Wat kies jij, u?
In Lukas 7 vers 12 staat ‘zie daar’. Een dode wordt uitgedragen. Hij is een eniggeboren zoon van een weduwe. Vandaag is het moederdag. Dat is wat. Een moeder die haar eniggeboren zoon verliest. In de Nederlandse taal hebben we daar geen taal voor. Onverwoordbaar verlies. Geen man meer voor die vrouw die het op zal nemen. Het wordt de bedelstaf. Dubbel drama.
Maar uw Maker is uw Man, zegt Jesaja. God ziet in Jezus haar verdriet. Hij ziet haar verdriet als Heere. Dat is voor het eerst dat Lukas Hem zo niet. De koning. Overgewicht op de door. Hij kijkt hier mee. Hij de Koning en Heere. Raakt diep innnerlijk bewogen. Huil niet, zegt Hij. Laat deze woorden tot troost zijn. Hij bewaart onze tranen in Zijn fles. Hij telt onze tranen en tilt eraan. Dit gaat diep voor Jezus. Weet je voor Hem gezien. Het eerste is, huil niet, stop de tranen. Hoe zal je ooit weer lachen (Lukas 6:21). Je zult weer lachen. Jezus sluit niet aan bij het weeklagen. Maar ziet en raakt de baar aan. Het draagbare bed. Een groot taboe. Je mocht een dode niet aanraken. Dat was de regel van de thorah. Niet je geliefde nog even kussen. Nee. Dood is ontbinding. Maar Jezus de grootste profeet raakt de dood wel aan. Wat rond de dood gebruikelijk is, is voor Hem niet te doen. De optocht van de dood komt tot stilstand. Net zoals het bloed vloeien stopt. Jezus heeft macht alles te laten stoppen. Alles is stil. Alles wordt stil.
Wat gebeurt hier? Jezus spreekt tot een dode. Jongeman! Iemand tussen de 24-40 jaar. Een bloeiende bloem, maar gestorven, dood. Die jongeman heeft een gewicht van een naam. Jongeman. Gerard. Je bent naammakend. In de bloei van je leven. Niet bedoeld om een dode te zijn. Je bent niet bestemd om strijdend aan het front in Oekraïne dood te gaan. Ja, nu gaan de bloeien nog dood. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.
Vers 15: en de dode (niet de jongeman!) ging overeind zitten. Verrassend; hij wordt de dode genoemd. In aanraking met Christus zijn wij doden die zijn gaan leven. Jezus alleen wekt tot leven. Wij zijn wel geestelijk een dode. Dood in zonden en misdaden. Wij dode doden. Wij doden, doden de Heere Jezus. Alleen door Hem worden we levend. Als Jezus gebiedt, dan horen doden Zijn stem. En de dode ging overeind zitten. Hij leeft!
Misschien lopen wij keer op keer tegen onze doodsheid aan. Het evangelie raakt ons niet meer. We krijgen ons hart niet anders. Voor de Heere zijn we nooit te doods. Laat het ons moed geven. Er is in Hem meer leven dan er in ons dood is. Doden boren en leven om Jezus’ wil. Hij begon te spreken die dode. Dat hij spreekt, daar gaat het om. Hij leeft echt.
Jezus geeft hem terug aan zijn moeder. Ze krijgt de levende stem terug van zijn moeder. Niet verplichten om mee te wandelen als discipel. Of als trofee meenemen. Nee Jezus verbindt en heelt. Hij herstelt. De jongen mag terug naar zijn moeder. Wat een vreugde. Wat een wonder, Jezus heeft dit gedaan zonder een verzoek van de moeder of vraag aan de moeder om geloof. Er is geen opmerking in geschiedenis over geloof. Het gaat hier niet om geloof maar om de macht van Christus.
En allen hadden vrees en ontzag voor Hem gekregen. Een groot profeet is onder ons opgestaan. Geen Mozes, Elia, Jesaja; maar Jezus! Hij is een groot profeet. Er is leven na de dood. Waar stond je, bij welke menigte? Jezus brengt leven, tegen de dood in. Hij zet de stoet van de dood stil. De dood is niet meer dood. Jezus brengt leven. Kreeg u net als die moeder uw dode nu ook terug?!
Jezus stopt de optocht van de dood. Een gelovige leeft door Pasen. Maar als jouw dode dan niet opstond?! Hij is de Koning van het Leven. Hem verheerlijken. Dit gaat hier niet om een reanimatie. Die jongen is later alsnog gestorven. Wat leren we hiervan? Wat leer ik bij de poort van dood en opstanding? Hoe sta ik zelf ooit bij die poort die wijd open staat?
Nu zie ik Paulus daar ook staan. Paulus dacht ook, hoe werkt die boodschap door in mijn leven? De boodschap van Jezus’ sterven en opstanding. Hoe kan ik leven uit de overwinning van Christus? Paulus’ vragen, onze vragen!
Paulus vertelt iets van zijn verborgen innerlijke omgang met Jezus. Jezus is voor Paulus echt gestorven en opgestaan. Dat is gebeurd in zijn leven. Niet alleen maar opstaan en hoger en meer. Deze vuist op deze vuist. Ik leef nu. Ik moet er nu uithalen wat er in zit. Paulus trapt vol op de rem. Hij zegt: het is toch ook Goede Vrijdag geweest? Dan ben je toch bevrijd van die race? Niet om hoger en meer. Paulus zegt: ik sterf elke dag. Hij leeft door en uit Goede Vrijdag. En door en uit Pasen.
Eerst dat sterven. Paulus vindt dat zijn leven steeds gevaar loopt vanwege het volgen van Jezus. Figuurlijk op leven en dood. Hij voelt zich steeds in levensgevaar. Dat hangt volgens hem samen met de gehoorzaamheid aan zijn roeping. Wie over Pasen spreekt, gaat weerstand ervaren.
Paulus zegt in 1 Korinthe 4 dat hij de overwinning predikt maar dat God hem ten toon gesteld heeft. Een schouwspel voor de wereld, de engelen en de mensen. Worden we uitgescholden, dan zegenen we. Worden we vervolgd, dan verdragen we. Lijden en afsterven. Lijden om Christus’ wil geldt voor alle volgelingen. Wordt mijn navolgers, zegt hij. We moeten ons verbinden aan Christus zoals Paulus aan Christus verbonden was. Met die dynamiek, van Goede Vrijdag naar Pasen en van lijden tot heerlijkheid.
Voor de gelovigen gaat de hoop op de opstanding steeds meer leven. Je oefent de hoop op de opstanding. Elke dag. Opnieuw door genade op te staan. Verbonden met Christus, geestelijk sterven. Je zult dan ook opstaan. De boodschap van Goede Vrijdag moet ook hier verwerkt te worden in het leven van alle dag. Niet in oude patronen vallen. Maar leren mijn ego en dikke ik te kruisigen. Alleen door Hem verbonden sterk te staan. Je moet niet leven alsof Goede Vrijdag niet verstaat. De betekenis van Pasen verbleekt niet bij Goede Vrijdag. 5 mei vier je anders als je de oorlog hebt meegemaakt. Als je Goede Vrijdag niet verstaat heb je ook geen behoefte aan een nieuw leven.
Maar het beste komt nog! Als Christus niet is opgewekt, dan zijn we beklagenswaardig. Hoe kunnen jullie leven als een god in Frankrijk? Dat vraagt Paulus. Je moet de betekenis van Goede Vrijdag en Pasen doordenken. Als een raster en grondpatroon. Jezus gaf Zijn leven aan ons. Dit is voor ons een Goede Vrijdag. Een goede, Goede Vrijdag. Heb lief tot het pijn doet. En heb daarna nog meer lief. Dan sterf je. En heb daarna nog meer lief. Of dit: waar maatschappij oproept tot zelfontplooiing, roept Christus op tot zelfverloochening. Heb je je hobby al op een lager pitje gezet voor vluchtelingen uit Oekraïne, Stichting Ambulancewens of Schuldhulpmaatje. Jezus ziet en ziet om naar de gewonde weduwe. Naar ons. Zag onze gapende zondewond. Hij draaide niet weg. Hij verbond die wond. Hij bracht genezing. Als Hij je verbond en je genas doe dan vanuit dankbaarheid wat goed en eerlijk is. Worden we vervolgd, dan verdragen we. Zo leven betekent leren sterven. Dit radicaal uitleven doet pijn. Elke dag sterf ik. Opnieuw. Wie houdt dat valt? Ben je dan niet beklagenswaardig? Ja. Zonder hoop op de opstanding wel.
Maar door dagelijks met Christus te sterven… Is er hoop op de opstanding. Dan bereik je de opstanding met Christus. Kolossenzen 3:1 zoek de dingen die boven zijn. Een gelovige is een jongeman uit Naïn. Dagelijks hier alles loslaten, sterft. En gelooft dat waarde van het leven niet opgesloten ligt in ziekelijke hier en nu. Maar elke dag uitgedragen worden op een baar. En horen: Sta op. Huil niet. Liederen van een groot profeet zing je dan. In de navolging van Christus sterven, uitgewoond bent, er compleet doorheen zit. Hij zegt: sta op. Telkens nieuwe hoop. Hij maakt alles nieuw. Oefen die verborgen omgang. Leef vanuit Hem. Zeg je: als je sterft voordat je sterft, sterf je niet meer als je sterft. Als je leeft vanuit Pasen dan is het: niet leven om te sterven. Maar sterft om te leven! Elke dag sterf ik opnieuw om ooit op die grote dag op te staan. Nu gaan de bloemen nog dood, nu ben je soms nog alleen, nu moet je soms nog huilen.
En toch:
Stil maar, wacht maar, alles wordt (door Pasen) nieuw,
de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,
de hemel en de aarde.
Zing dan (met vallen en opstaan)
Zing voor de eeuwige dag.
Zing voor Zijn komst en zeg ‘Amen’
Zing voor de Heer die ons samen
(Die ons voor de poort van dat hemelse Naïn) zag.
Zing ergens deze week: Een groot Profeet ís opgestaan en God ziet om.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 8 mei 2022, 18.30 uur. Schriftlezing Lukas 7 vers 11-17 en 1 Kor. 15: 16-20, 30-34.